Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021

Geldend van 21-07-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 16-07-2021

Intitulé

Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021

Inleiding

De raad heeft op 25 juli 2014 de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2015” vastgesteld, welke in werking is getreden op 1 juni 2017 (2014052849).

Naar aanleiding van de wens van de gemeenteraad om het beleid voor toewijzing van ligplaatsen te herzien opdat alleen inwoners van de gemeente Bloemendaal voor een ligplaats in aanmerking komen, is de Verordening aangepast. De raad heeft op 7 juli 2021 de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” vastgesteld, welke in werking is getreden op 16 juli 2021.

Ingevolge artikel 4 lid 5, artikel 5 lid 4 en artikel 20 van de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” kan het college nadere regels stellen, die worden gegeven in onderhavige beleidsregels. Deze treden in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant. Per gelijke datum worden de Uitvoeringsregels voor vaartuigen en ligplaatsen ingetrokken.

De beleidsregels hebben betrekking op het innemen van een ligplaats door vaartuigen in openbaar water binnen de gemeente. Deze regels zijn niet van toepassing op de provinciale vaarwegen, woonboten en het aanmeren van een vaartuig aan eigen grond.

1. Verordening

Op gemeentelijk niveau kunnen regels opgesteld worden ten aanzien van het gebruik van water. De gemeente heeft hieraan uitwerking gegeven door middel van een verordening. Op grond van de “Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021” (hierna: de Verordening) is het verboden om een ligplaats in te nemen buiten de door het College van B&W aangewezen gedeelten van het openbaar water in de gemeente. In de aangewezen gedeelten dient men in het bezit te zijn van een ligplaatsvergunning of -huurovereenkomst. Het innemen van een ligplaats aan eigen grond is op basis van de verordening niet vergunning plichtig. Particuliere eigenaren mogen uiteraard hun vaartuigen aanleggen in hun eigen water en aan of op hun eigen berm.

Op grond van deze verordening is het toegestaan om met een vergunning of huurovereenkomst een ligplaats in te nemen.

In de gemeente zijn zes zones aangewezen (zie Bijlage II):

  • -

    Zone 1: ligplaatsen aan De Delft in dorpskern Overveen

  • -

    Zone 2: ligplaatsen gesitueerd aan de Houtvaart op de gemeentegrens tussen Aerdenhout en Haarlem

  • -

    Zone 3: ligplaatsen gesitueerd aan de Leidse Trekvaart en Beukenvaart in Bennebroek

  • -

    Zone: 4: ligplaatsen gesitueerd aan de Bennebroekvaart in Bennebroek

  • -

    Zone 5: ligplaatsen gesitueerd aan de Leidse Trekvaart in Vogelenzang

  • -

    Zone 6: ligplaatsen gesitueerd in het haventje Bennebroek in de Bennebroekvaart

Voor zone 1 t/m 5 geldt een vergunningstelsel. Voor zone 6 wordt een huurovereenkomst gesloten.

Op grond van deze verordening is het verboden om een ligplaats in te nemen buiten de door het College van B&W aangewezen gedeelten van openbaar water, deze zones zijn op kaarten als bijlage gevoegd.

2. Borging Uitgangspunten

2.1. Aanvraag ligplaats

Een belangrijk aspect voor de regulering van het innemen van ligplaatsen voor vaartuigen betreft de verlening van een vergunning dan wel het aangaan van een huurovereenkomst. Met de ligplaatsenvergunning of -huurovereenkomst biedt de gemeente een voorziening aan (een ligplaats). Met een vergunning of -ligplaats kan ook worden achterhaald van wie het vaartuig is. Dit is van belang om de precario of huur te kunnen innen. Uitsluitend ingezetenen/inwoners van de gemeente Bloemendaal die in het bezit zijn van een vaartuig komen in aanmerking voor een ligplaats.

De vergunning of huurovereenkomst is persoons- en ligplaatsgebonden. Dit houdt in dat de vergunning of huurovereenkomst niet over kan gaan op een andere persoon of op een andere ligplaats. Met andere woorden: de gemeente wijst één bepaalde ligplaats aan voor één bepaalde persoon. De kenmerken van het vaartuig (zoals o.a. afmetingen) worden in de vergunning/huurovereenkomst vermeld.

Het is noodzakelijk om voor iedere ligplaats bij te houden welke persoon daarbij hoort. Iedere ligplaats heeft een nummer dat correspondeert met een nummer op het vaartuig. Voor de toezichthouder betekent dit systeem een dubbele check: allereerst moet gecontroleerd worden of het vaartuig een vergunning dan wel huurovereenkomst heeft, en ten tweede moet worden gecontroleerd of het vaartuig op de juiste ligplaats is aangelegd.

2.2. Ligplaatsen aan particuliere grond

Ligplaatsen aan particuliere grond vallen buiten de Verordening en deze Beleidsregels. Het college beslist uiteindelijk over de ligplaatsen. Het uitgangspunt is dat eigenaren van een perceel/tuin aan openbaar water geen ligplaats hoeven aan te vragen. Zolang de lengte van de boten gezamenlijk niet meer is dan de breedte van het eigen perceel, kunnen meerdere boten worden aangemeerd.

2.3. Verantwoordelijkheid aanlegvoorzieningen

De gemeente biedt een voorziening aan: een ligplaats. De gemeente zorgt voor een aanlegvoorziening waaraan het vaartuig kan worden bevestigd en is verantwoordelijk voor het onderhoud. Mocht de eigenaar van een perceel dat grenst aan het water (die geen vergunning of huurovereenkomst behoeft) een steiger of aanlegplaats willen bouwen, dan moet hij zelf zorgdragen voor de benodigde (omgevings-)vergunning(-en).

2.4. Handhaving

Met betrekking tot de handhaving van de Verordening en deze Beleidsregels is het integrale handhavingsbeleid van toepassing, dat onderdeel uitmaakt van deze Beleidsregels.

2.5. Overgangsrecht en toelichting wijziging Verordening en Beleidsregels

In de gemeente Bloemendaal bestaat een schaarste aan ligplaatsen. De omvang van de aanvragen voor ligplaatsen overtreft het aantal ligplaatsen dat beschikbaar is.

Schaarse vergunningen kunnen in beginsel niet voor onbepaalde tijd worden verleend, onder de oude Verordening gebeurde dit wel. De ligplaatsen kwamen op grond van de oude Verordening niet met enige regelmaat voor mededinging beschikbaar, nu er weinig sprake was van doorstroming omdat mensen van buiten de gemeente ook in aanmerking kwamen voor een ligplaats.

Om de mededinging naar schaarse ligplaatsen te vergroten, is er voor gekozen in de nieuwe Verordening om de ligplaatsen voor bepaalde tijd te verlenen – voor de duur dat de ligplaatshouder in de gemeente woonachtig is - en deze enkel nog aan inwoners van de gemeente Bloemendaal toe te kennen.

De belangen van alle huidige ligplaatshouders en de potentiële gegadigden (ook van burgers buiten Bloemendaal) zijn hierbij in aanmerking genomen. Overwegingen die hierbij een rol hebben gespeeld zijn dat inwoners en niet-inwoners geen gelijke gevallen betreffen, omdat inwoners van Bloemendaal (indirect) financieel bijdragen aan het onderhoud van het openbare water en de walkant en niet-inwoners niet bijdragen. Daarbij is ook in overweging genomen dat de inwoners van Bloemendaal ook niet in aanmerking komen voor een ligplaats in één van de omliggende gemeenten, zoals Haarlem (waar ook uitsluitend inwoners worden toegelaten) of Heemstede (waar per ligplaatslocatie op de wachtlijst een voorrangsregeling geldt voor bewoners van bepaalde aangrenzende wijken), en daardoor uitsluitend zijn aangewezen op ligplaatsen binnen hun eigen gemeente.

Er geldt een overgangsrecht tot 31 december 2022 voor de huidige ligplaatshouders die woonachtig zijn buiten de gemeente Bloemendaal, zodat aan hen voldoende tijd gegund wordt om een andere ligplaats voor hun vaartuig te zoeken. De bestaande vergunningen dan wel huurovereenkomsten komen per genoemde datum te vervallen.

3. Nadere regels

De Verordening geeft het college de bevoegdheid om nadere regels te stellen. Dit heeft geleid tot de hierna volgende Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal.

Als bijlage bij deze Beleidsregels is het handhavingsbeleid gevoegd dat het college heeft vastgesteld teneinde de naleving van de verordening en de Beleidsregels te waarborgen.

De door het college van burgemeester en wethouders aangewezen zones voor ligplaatsen zijn op kaarten weergegeven die als bijlagen bij deze Beleidsregels zijn gevoegd.

Beleidsregels voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal 2021

1. Aanvraag ligplaats/Indieningsvereisten

  • a.

    De ligplaats wordt vóór inname bij het college aangevraagd;

  • b.

    De aanvrager moet aantonen over een vaartuig te beschikken;

  • c.

    De aanvrager dient te beschikken over een vaartuig met een lengte van maximaal 7 meter, tenzij de aanvrager in aanmerking komt voor een ligplaats met een nummer gelegen tussen Z6-11 t/m Z6-14;

  • d.

    Onder lengte van een vaartuig wordt verstaan: de lengte tussen de voor en achter steven (LOA) van het vaartuig;

  • e.

    De aanvraag wordt door middel van het daartoe beschikbaar gestelde (digitale) aanvraagformulier ingediend;

  • f.

    Bij de aanvraag kan de voorkeurslocatie worden aangegeven waar de aanvrager een ligplaats wil betrekken binnen de door de gemeente vastgestelde zones;

  • g.

    De aanvrager vermeldt in zijn aanvraag de naam en het kenteken van het vaartuig (indien beschikbaar), de hoogte, de breedte, de lengte van het vaartuig, de wijze van voortstuwing en de kleur van het vaartuig, alsmede dient een foto te worden overgelegd;

  • h.

    De aanvrager is hiertoe eenmalig leges verschuldigd;

  • i.

    De aanvrager stemt in met een automatisch jaarlijkse verlenging van de vergunning/huurovereenkomst, behoudens wederopzegging of uitschrijving uit de BRP van de gemeente Bloemendaal.

2. Gunningscriteria

  • a.

    Voor de toewijzing van een ligplaats komen uitsluitend in het BRP geregistreerde inwoners van de gemeente Bloemendaal in aanmerking;

  • b.

    In zone 4 worden de ligplaatsen aan de Reek (in verband met gebrek aan parkeermogelijkheden) enkel uitgegeven aan de direct omwonenden;

  • c.

    Per aanvrager/adres wordt maximaal één ligplaats toegestaan. Indien de ligplaatshouder komt te overlijden of gaat verhuizen buiten de gemeente Bloemendaal, kan de vergunning/huurovereenkomst op naam van een van de (voormalig) gezinsleden - die woonachtig en ingeschreven zijn op hetzelfde het adres - worden gesteld na een schriftelijk verzoek bij de Gemeente daartoe binnen 2 maanden na overlijden of verhuizing. Dit verzoek wordt niet op onredelijke gronden geweigerd;

3. Wachtlijst

  • a.

    Het college houdt een wachtlijst bij van aanvragers die in aanmerking willen komen voor een ligplaats;

  • b.

    Op de wachtlijst worden uitsluitend in de BRP geregistreerde inwoners van de gemeente Bloemendaal geplaatst. Deze aanvragers op de wachtlijst worden bij de eerst volgende beschikbare ligplaats naar volgorde van datum binnenkomst aanvraag benaderd; tenzij het gaat om zone 4 die uitsluitend aan direct omwonenden worden toegekend;

4. Betaling/kosten ligplaats

  • a.

    De tarieven volgens de gemeentelijke leges- en precarioverordening zijn van toepassing;

  • b.

    De kosten (leges) voor een aanvraag zijn eenmalig;

  • c.

    Vanaf toewijzing ligplaats is de ligplaatshouder precario/huur verschuldigd;

  • d.

    De ligplaatshouder ontvangt jaarlijks een factuur die binnen de vervaldatum in zijn geheel moet worden betaald;

  • e.

    De heffing en inning van zowel de precariobelasting als de leges wordt uitgevoerd door Gemeentebelastingen Kennemerland Zuid. De inning van de huur wordt door de gemeente Bloemendaal uitgevoerd.

5. Toewijzing en Registratie

  • a.

    Het college beslist binnen een termijn van 8 weken op de aanvraag. Deze termijn kan met een termijn van maximaal 8 weken worden verlengd;

  • b.

    De vergunningen/huurovereenkomsten zijn persoons-, ligplaats- en vaartuig gebonden. Dit houdt in dat de ligplaatsvergunning niet over kan gaan op een andere persoon of op een andere ligplaats en dat iedere wijziging in een van deze drie omstandigheden aan de Gemeente dient te worden voorgelegd;

  • c.

    In de vergunning/huurovereenkomst wordt de toegekende ligplaatslocatie aangeduid. De ligplaatshouder mag alleen de ligplaats innemen waar een vergunning/huurovereenkomst voor is verleend;

  • d.

    In de vergunning/huurovereenkomst worden de kenmerken van het vaartuig, zoals afmetingen en kleur, vermeld;

  • e.

    De ligplaats is, op basis van het huidige beleid, een door de gemeente geplaatste voorziening met nummer;

  • f.

    De gemeente houdt een register bij met daarin het nummer van de ligplaats en de bijbehorende ligplaatshouder. Zo weet de gemeente exact welke ligplaats bij welke ligplaatshouder hoort;

  • g.

    De ligplaatshouder ontvangt jaarlijks een registratiesticker met een nummer dat correspondeert met het nummer van de ligplaats. Dit vereenvoudigt de controle op illegale vaartuigen;

  • h.

    De kosten van het tussentijds vernieuwen van de sticker wegens schade, diefstal etc. komen voor rekening en risico van de ligplaatshouder;

  • i.

    De sticker dient binnen twee weken na ontvangst op een duidelijk zichtbare plaats op het vaartuig te worden aangebracht. De sticker dient zichtbaar te zijn vanaf de walkant;

  • j.

    De ligplaatshouder is verantwoordelijk voor de schade die ontstaat bij de toegewezen ligplaats.

6. Weigeringsgronden ligplaatsvergunning

  • a.

    Er worden geen ligplaatsen uitgegeven voor vaartuigen die langer dan 7 meter zijn; tenzij de ligplaatshouder in aanmerking komt voor een van de ligplaatsen met nummer Z6-11 t/m Z6-14.

  • b.

    De gemeente kan een aanvraag voor een ligplaats afwijzen indien het vaartuig een afwijkende verschijningsvorm heeft in kleur, vorm of onderhoud, ter voorkoming van verstoring van het aanzien van de oever en/of de omgeving. Dit wordt beoordeeld aan de hand van de foto en alvorens op deze grond af te wijzen wordt de Welstandscommissie hierover geconsulteerd.

7. Wijziging/Opzegging/Beëindiging

  • a.

    Indien de aanvrager een andere ligplaatslocatie wenst, moet hij opnieuw een aanvraag indienen;

  • b.

    Hiervoor is wederom eenmalig leges verschuldigd;

  • c.

    Onderling ruilen van ligplaatsen is niet toegestaan;

  • d.

    De vergunning/huurovereenkomst eindigt bij wijziging van de locatie van de ligplaats;

  • e.

    Voor een ander vaartuig of een adreswijziging van de eigenaar (binnen Bloemendaal) dient de eigenaar een aanvraag tot wijziging in;

  • f.

    De vergunning/huurovereenkomst dient schriftelijk door de vergunninghouder te worden opgezegd. Na oplevering van de ligplaats wordt restitutie verleend van de precario/huur vanaf de eerste dag van het kwartaal dat volgt na de ontvangst van de opzegging.

8. Voorschriften (gebruik) vaartuig/innemen ligplaats

  • a.

    De ter plaatse geldende waterverkeersregels, alsmede de beperkingen ten aanzien van doorvaarbreedte en -hoogte dienen in acht te worden genomen;

  • b.

    In het belang van de openbare orde, volksgezondheid, veiligheid, milieuhygiëne en het aanzien van de gemeente kan het college nadere regels stellen aan het innemen, of hebben van een ligplaats. Ingevolge artikel 4 lid 5 van de Verordening zijn onderstaande regels van toepassing verklaard op het innemen van een ligplaats in openbaar water;

  • c.

    Het vaartuig moet voorzien zijn van de registratiesticker;

  • d.

    Het is niet toegestaan om anders te recreëren dan op het vaartuig;

  • e.

    Het vaartuig mag niet gebruikt worden voor overnachting;

  • f.

    Het vaartuig moet in behoorlijke staat van onderhoud verkeren. Bij gebrekkig of onvoldoende onderhoud moet onder andere gedacht worden aan niet lekvrije en niet waterdichte, verwaarloosde en/of beschadigde vaartuigen;

  • g.

    Het vaartuig moet parallel langs de bermen worden aangelegd/afgemeerd, tenzij de ligplaatsen als zodanig zijn gebouwd door de gemeente. Dit om het beeld van een brede vaarweg met een sterke lengtewerking niet te verstoren. Dit is mede wenselijk vanwege het minimaal vastgesteld doorvaartprofiel door de Provincie Noord-Holland en historische zichtlijnen en het onderhouden van de bermen;

  • h.

    Het is zonder een daartoe verleende vergunning/huurovereenkomst niet toegestaan in openbaar water herstelwerk- of sloopwerkzaamheden aan het vaartuig te verrichten, of te laten verrichten, danwel een vaartuig te bouwen of verbouwen. De ligplaatshouder heeft geen vergunning nodig voor werkzaamheden aan de binnenzijde van het vaartuig of voor noodreparaties;

  • i.

    Het is verboden om reclame op het vaartuig aan te brengen;

  • j.

    Het is niet toegestaan om motoren te laten draaien anders dan om het vaartuig te verplaatsen.

9. Voorschriften (gebruik) voorwerpen in het water

  • a.

    Bij het afmeren van het vaartuig moet schade aan de ligplaats worden voorkomen door gebruik te maken van voldoende beveiliging door middel van stootwillen aan het vaartuig;

  • b.

    Het is niet toegestaan om stootwillen, autobanden e.d. aan de (openbare) walkant of de gemeentelijke voorzieningen te bevestigen;

  • c.

    Het is verplicht het vaartuig vast te maken aan de daarvoor bestemde aanlegvoorziening(en);

  • d.

    Het vastmaken van het vaartuig aan bomen, struiken, verkeersborden, lichtmasten of hekwerken is verboden.

10. Voorschriften gebruik openbare weg langs afmeervoorziening

  • a.

    Op de walkant mogen geen voorwerpen worden geplaatst;

  • b.

    Het is niet toegestaan de oever/walkant/openbare weg, waarlangs het vaartuig is afgemeerd, als recreatieplaats te gebruiken.

Ondertekening

Bijlage I Handhavingsbeleid voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal

Het geldende kader voor het innemen van een ligplaats in de gemeente Bloemendaal wordt geboden door de Verordening voor vaartuigen en ligplaatsen Bloemendaal en de daarop gebaseerde Beleidsregels. Om de naleving daarvan te waarborgen, heeft het college dit handhavingsbeleid vastgesteld.

Met de handhaving van illegaal ingenomen ligplaatsen zijn de toezichthouders en gemeentelijke opsporingsambtenaren in samenwerking met juridisch medewerkers belast. Het toepassen van bestuursrechtelijke handhavingsinstrumenten door de gemeente is een van de middelen om het ligplaatsenbeleid te effectueren.

Primair zal bestuursrechtelijk worden gehandhaafd - door middel van het opleggen van een last onder dwangsom - als met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen zonder een vergunning of huurovereenkomst, of indien de ligplaatshouder in strijd handelt met een van de verboden uit de Verordening.

Als de eigenaar/bezitter van de boot bekend is, dan wordt de last onder dwangsom per post naar de eigenaar gestuurd. Is de eigenaar niet bekend, dan wordt de last onder dwangsom bekend gemaakt door een sticker op de boot te plakken. Ook wordt dit in de lokale kranten en gemeentelijke website bekend gemaakt als de eigenaar/bezitter onbekend is. Er wordt een begunstigingstermijn van twee weken gehanteerd. Binnen deze termijn moet de eigenaar/bezitter de boot zelf verwijderen. Als de boot niet binnen deze termijn is verwijderd, dan zal de gemeente door het toepassen van bestuursdwang de boot verwijderen. De gemeente zal het vaartuig dan laten wegslepen om deze elders op te slaan. Na 13 weken wordt het vaartuig vernietigd indien de eigenaar het vaartuig niet heeft opgehaald.

1. Aanwijzing bevoegde ambtenaren en opsporingsambtenaren

In artikel 14 van de Verordening worden de toezichthouders genoemd. Dit zijn de bijzondere opsporingsambtenaren die zijn aangewezen in het Aanwijzingsbesluit toezichthoudende en handhavende ambtenaren voor vaartuigen en ligplaatsen 2021. De basis voor toezichthoudende bevoegdheid wordt gevonden in hoofdstuk 5 van de Awb. In dit hoofdstuk zijn algemene regels gegeven voor de bestuursrechtelijke handhaving van algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften. Afdeling 1 van dit hoofdstuk geeft de regels voor het toezicht.

Op basis van artikel 142 lid 1 sub c van het Wetboek van Strafvordering hebben personen die bij de Verordening zijn belast met het toezicht op de naleving van de Verordening, een en ander voor zover het die feiten betreft en die personen zijn beëdigd, bijzondere opsporingsbevoegdheid. De aanwijzing als toezichthouder in de Verordening is de grondslag voor de aanwijzing als buitengewoon opsporingsambtenaar. Met het toezicht op naleving van het bepaalde bij of krachtens deze Verordening zijn dus zowel toezichthouders in de zin van de Awb bevoegd, als buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) in de zin van het Wetboek van Strafrecht.

2. Werkwijze handhaving

Met betrekking tot de handhaving van illegaal ingenomen ligplaatsen is het handhavingsbeleid VTH van toepassing (zoals opgenomen in het Uitvoeringsbeleid VTH omgevingsrecht, gepubliceerd op 31 maart 2020 in de Staatscourant). Het toezicht vindt uiting in zowel willekeurige en vaste controlemomenten. In het vaarseizoen, te weten van 1 april tot 1 oktober vindt tenminste drie keer een controleronde plaats, zodat er actief kan worden opgetreden. In het overige half jaar vindt tenminste één keer een controleronde plaats.

2.1.Onderzoek

De daartoe bevoegde ambtenaar controleert of het vaartuig een vergunning heeft en of het vaartuig op de juiste plaats is aangelegd. Hierbij wordt tevens gecontroleerd of de precario/huur is betaald.

Na een controleronde, tussentijdse constatering of melding van een illegale situatie wordt door de daartoe bevoegde ambtenaar een formulier ingevuld, dat de basis vormt voor een handhavingsdossier. Op basis van dit formulier wordt een waarschuwing opgesteld.

2.2. Waarschuwing

Indien wordt geconstateerd dat met een vaartuig een ligplaats wordt ingenomen waarvoor de eigenaar/bezitter niet in het bezit is van een vergunning of huurovereenkomst, wordt een waarschuwing op schrift afgegeven. In deze waarschuwing staat:

  • a.

    dat voor het innemen van een ligplaats een vergunning of huurovereenkomst vereist is;

  • b.

    dat het bestuur op grond van de Verordening de bevoegdheid heeft handhavend op te treden;

  • c.

    dat een begunstigingstermijn van twee weken wordt gesteld, waarbinnen de eigenaar/bezitter het vaartuig zelf moet verwijderen;

  • d.

    dat indien het vaartuig niet binnen deze termijn is verwijderd, de gemeente zal overgaan tot het opleggen van een last onder dwangsom.

Indien de eigenaar/bezitter van het vaartuig bekend is, wordt de waarschuwing per post gestuurd. Is deze niet bekend, dan wordt de waarschuwing bekend gemaakt door de waarschuwing op de boot te plakken. Tevens wordt dit in de lokale kranten en op de gemeentelijke website bekend gemaakt.

2.3. Herstelsanctie/Aankondiging en zienswijzen

In de aankondiging krijgt de overtreder een termijn van twee weken om het illegaal innemen van een ligplaats alsnog te beëindigen door het vaartuig te verwijderen. Als het vaartuig niet binnen deze termijn is verwijderd, zal de gemeente een dwangsom opleggen, die iedere twee weken dat het vaartuig niet is verwijderd zal worden verhoogd. De last onder dwangsom wordt na een periode van 6 weken opgevolgd door de sanctie bestuursdwang. Dit betekent dat de gemeente door middel van het toepassen van bestuursdwang het vaartuig kan verwijderen. Voorafgaand aan het opleggen van deze lastgevingen met sancties krijgt de overtreder de gelegenheid om zijn zienswijze in te dienen, conform 4:8 Awb.

2.4. Herstelsactie/Opleggen en begunstigingstermijn

Bij de oplegging van de last onder dwangsom, krijgt de eigenaar van het vaartuig een begunstigingstermijn van twee weken om de overtreding te beëindigen. Het college beslist over de sanctie op basis van het handhavingsdossier. De lastgeving vermeldt concreet wat de overtreder moet doen om de illegale situatie ongedaan te maken. Tegen de beschikking kan de eigenaar bezwaar maken, maar dit heeft geen schorsende werking. De overtreder kan dus tijdens het voortraject de overtreding opheffen of anders tijdens de begunstigingstermijn. Na afloop van de begunstigingstermijn wordt de sanctie geeffectueerd.

2.5. Effectuering

Als na verloop van de begunstigingstermijn uit het bevindingenrapport van de daartoe bevoegde ambtenaar blijkt dat de eigenaar het vaartuig niet heeft verwijderd, zal het vaartuig door de gemeente worden verwijderd:

  • a.

    De verwijdering zal bestaan uit het te laten wegslepen en elders te laten opslaan van het vaartuig;

  • b.

    Binnen een termijn van 13 weken kan de eigenaar het vaartuig ophalen, nadat de kosten onder c zijn voldaan;

  • c.

    De kosten van de bestuursdwang en het opslaan worden op de eigenaar/bezitter verhaald;

  • d.

    Na deze termijn zal het vaartuig worden vernietigd.

3. Controles

Het aantal controles wordt bepaald door het aantal ligplaatsen. Deze controle is altijd integraal. Elke ligplaatshouder kan erop rekenen dat controle plaatsvindt als de ligplaats verleend is. Bij vaartuiggericht toezicht is de controle vooral inventariserend bedoeld. De ligplaatshouder krijgt een termijn om de gebreken op te heffen en er volgt een hercontrole. Bij controle op de vergunningen en huurovereenkomsten ligt de nadruk op corrigerend optreden. Indien de ligplaatshouder geen gehoor geeft aan de termijn kan een last onder dwangsom worden opgelegd.

3.1. Handhaving intrekkingsgronden ligplaats

De in artikel 8 van de Verordening genoemde intrekkings- of weigeringsgronden hebben een facultatief karakter. Als de eigenaar van een vaartuig de voorwaarden van de ligplaats niet naleeft, dan is intrekking van de vergunning of beëindiging van de huurovereenkomst een mogelijke bestuurlijke maatregel. Het hangt van de omstandigheden af of er tot intrekking wordt overgegaan. Het zal niet bij iedere overtreding proportioneel zijn om direct tot intrekking van de ligplaats over te gaan. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding en de vraag of er sprake is van recidive.

Bij constatering van een overtreding, maakt de daartoe bevoegde ambtenaar een constateringsrapport op. Indien het college op basis hiervan overweegt om de vergunning in te trekken of de huurovereenkomst te beëindigen, dient het de belanghebbenden in de gelegenheid te stellen hun bedenkingen in te dienen als wordt voldaan aan de vereisten van artikel 4:8 Awb. Bij lichtere overtredingen, ontvangt de overtreder eerst een waarschuwing. Daarin wordt aangegeven dat constatering van deze of een vergelijkbare overtreding binnen één jaar na de eerste constatering tot intrekking dan wel beëindiging van de ligplaats kan leiden.

Factoren die worden meegewogen bij de te nemen beslissing zijn:

  • -

    Is de overtreder al eerder gewaarschuwd/beboet;

  • -

    Zijn er onomkeerbare gevolgen;

  • -

    De omstandigheden waaronder de overtreding heeft plaatsgevonden (was het onwetendheid of calculerend gedrag);

  • -

    Zijn de voorschriften handhaafbaar;

  • -

    Heeft de overtreder schuld;

  • -

    Kan de situatie worden gelegaliseerd of is er reden om tijdelijk te gedogen.

3.2. Handhaving in geval van gebrekkig of voldoende onderhoud

In geval van gebrekkig of onvoldoende onderhoud van een vaartuig kan het college ingrijpen om te voorkomen dat het aanzien van de gemeente wordt aangetast. Bij gebrekkig of onvoldoende onderhoud moet onder andere gedacht worden aan niet lekvrije en niet waterdichte, verwaarloosde en/of beschadigde vaartuigen. Onbeheerde vaartuigen of wrakken in openbaar water worden nadat deze zijn aangeplakt met een waarschuwing (voor rekening van de eigenaar) weggehaald. Het college kan onder meer met de toepassing van bestuursdwang besluiten zulke vaartuigen te verwijderen. Ook niet legaal aangebrachte steigers in openbaar water zullen (voor rekening van de eigenaar) worden verwijderd.

Bijlage II Aangewezen zones door het College

Zone 1

afbeelding binnen de regeling

Zone 2

afbeelding binnen de regeling

Zone 3

afbeelding binnen de regeling

Zone 4

afbeelding binnen de regeling

Zone 5

afbeelding binnen de regeling

Zone 6

afbeelding binnen de regeling

Deze kaarten zijn toegevoegd als externe bijlages