Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent een voorstel van een initiatiefgerechtigde tot het plaatsen van een onderwerp of voorstel op de agenda van de gemeenteraad (Verordening op het burgerinitiatief Tytsjerksteradiel 2021)

Geldend van 21-07-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent een voorstel van een initiatiefgerechtigde tot het plaatsen van een onderwerp of voorstel op de agenda van de gemeenteraad (Verordening op het burgerinitiatief Tytsjerksteradiel 2021)

De gemeenteraad van Tytsjerksteradiel;

Overwegende dat:

  • -

    de wens is de participatie en betrokkenheid van de mienskip van Tytsjerksteradiel te vergroten en de bewoners de mogelijkheid te bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda;

  • -

    met het vaststellen van de Verordening op het burgerinitiatief gemeente Tytsjerksteradiel 2021 aan deze wens tegemoet wordt gekomen;

Gelet op:

De bepalingen van de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht;

B e s l u i t:

vast te stellen de Verordening op het burgerinitiatief gemeente Tytsjerksteradiel 2021.

Hoofdstuk 1 - Definities

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaand onder:

  • 1. Burgerinitiatief; een voorstel van een initiatiefgerechtigde tot het plaatsen van een onderwerp of voorstel op de agenda van de gemeenteraad.

  • 2. Initiatiefgerechtigd; elke inwoner van de gemeente Tytsjerksteradiel ongeacht zijn leeftijd.

  • 3. Gemeentebestuur; de gemeenteraad en het college van de gemeente Tytsjerksteradiel.

Hoofdstuk 2 - Het burgerinitiatief

Artikel 2

  • 1. Een burgerinitiatief heeft betrekking op een onderwerp dat behoort tot de bevoegdheid van het gemeentebestuur.

  • 2. Een burgerinitiatief kan geen betrekking hebben op:

    • a.

      een initiatief buiten de gemeentegrenzen van Tytsjerksteradiel;

    • b.

      een vraag over het gemeentelijk beleid;

    • c.

      een onderwerp dat louter een privébelang betreft;

    • d.

      een klacht in de zin van hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • e.

      een bezwaar in de zin van hoofdstuk 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

    • f.

      een onderwerp waarover in de twee jaar voorafgaand aan het burgerinitiatief een besluit is genomen.

Artikel 3

  • 1. Een burgerinitiatief moet door ten minste 50 initiatiefgerechtigden worden ondersteund.

  • 2. Een burgerinitiatief wordt niet in behandeling genomen indien het:

    • a.

      niet voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 1, of

    • b.

      het een onderwerp betreft als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4

  • 1. Het verzoek tot plaatsing van een burgerinitiatief op de agenda van de vergadering van de raad wordt schriftelijk ingediend bij de voorzitter van de raad.

  • 2. Het verzoek bevat ten minste:

    • a.

      een nauwkeurige omschrijving van het burgerinitiatief;

    • b.

      een toelichting op het burgerinitiatief;

    • c.

      de achternaam, de voornamen, het adres, de geboortedatum en de handtekening van de initiatiefnemer en zijn plaatsvervanger;

    • d.

      een lijst met de achternaam, voornamen, het adres, geboortedata en handtekeningen van de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen.

Artikel 5

  • 1. De griffier toetst of het burgerinitiatief voldoet aan hetgeen is gesteld in de artikelen 1, 2, 3 lid 1 en 4 lid 2.

  • 2. Indien het burgerinitiatief niet voldoet aan het gestelde in lid 1 van dit artikel, dan stelt de griffier de initiatiefnemer gedurende een periode van maximaal 4 weken in de gelegenheid de gebreken te herstellen.

  • 3. Indien na de periode van 4 weken het burgerinitiatief niet voldoet aan de in lid 1 van dit artikel genoemde artikelen, wordt het burgerinitiatief buiten behandeling gelaten. De griffier stelt de initiatiefnemer hiervan op de hoogte.

Artikel 6

  • 1. Indien uit de toetsing van artikel 5 lid 1 van deze verordening blijkt dat het burgerinitiatief voldoet aan de gestelde eisen, dan wordt het in de eerstvolgende raadsvergadering voorgelegd aan de gemeenteraad.

  • 2. Indien het burgerinitiatief geagendeerd wordt heeft de initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger de mogelijkheid het voorstel mondeling in de raadsvergadering nader toe te lichten in maximaal twee termijnen.

  • 3. De gemeenteraad kan besluiten dat het burgerinitiatief verder uitgewerkt wordt en stelt het initiatief hiervoor in handen van het college.

  • 4. Indien de gemeenteraad besluit dat een initiatief verder uitgewerkt wordt, wordt tevens een afdoeningstermijn gesteld.

  • 5. De initiatiefnemer wordt door de griffier ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitwerking van het burgerinitiatief.

  • 6. De gemeenteraad neemt, binnen de afgesproken afdoeningstermijn een besluit over het voorstel van het college over het burgerinitiatief.

  • 7. Na uitwerking besluit de gemeenteraad of ingestemd kan worden met het uitgewerkte burgerinitiatief.

  • 8. Indien niet met het burgerinitiatief wordt ingestemd, is er sprake van een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht waartegen bezwaar en beroep open staat.

Hoofdstuk 3 - Slotbepaling

Artikel 7

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als de Verordening op het burgerinitiatief Tytsjerksteradiel 2021.

  • 2. Deze verordening wordt twee jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd.

  • 3. Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.

  • 4. Op het moment van inwerkingtreding van deze verordening wordt de Verordening op het burgerinitiatief d.d. 28 november 2002 ingetrokken.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van

10 juni 2021.

de griffier

dhr. O.E. de Vries

de voorzitter

dhr. drs. L.J. Gebben

Toelichting Algemeen

De doelstelling van de Verordening op het burgerinitiatief Tytsjerksteradiel is: de participatie en betrokkenheid van de mienskip van Tytsjerksteradiel vergroten en de bewoners de mogelijkheid bieden om direct invloed uit te oefenen op de politieke agenda.

Artikelsgewijze toelichting:

Artikel 1

Uit dit artikel volgt dat de gemeenteraad een burgerinitiatiefvoorstel op de agenda van een raadsvergadering moet plaatsen, indien er sprake is van een geldig verzoek, ingediend door een initiatiefgerechtigde. De gemeenteraad zal zich in dat geval dus tenminste moeten uitspreken over het burgerinitiatief.

Het ligt voor de hand om het initiatiefrecht toe te kennen aan de inwoners van de gemeente. Om ook jongeren bij de gemeentelijke politiek te betrekken is de leeftijdsgrens voor het initiatiefrecht gesteld op 16 jaar. Van een geldig verzoek is sprake als (a) het verzoek door tenminste 50 initiatiefgerechtigden wordt ondersteund, (b) het onderwerp van het burginitiatiefvoorstel niet in artikel 2.2 is uitgezonderd en (c) aan de in artikel 4 gestelde procedurele voorwaarden wordt voldaan. Voor de toetsing of aan de vereisten voor initiatiefgerechtigdheid is voldaan, is het moment van indiening van het verzoek het meest aangewezen. Het verzoek vindt immers formeel op dit moment plaats.

Artikel 2

De beperkingen die dit artikel stelt aan de inhoud van een burgerinitiatiefvoorstel vloeien vooral voort uit doelmatigheidsoverwegingen. Het is bijvoorbeeld weinig efficiënt om de raad te belasten met de beraadslaging over een onderwerp waarover de raad uiteindelijk geen beslissingsbevoegdheid heeft. Ook moet worden voorkomen, dat het burgerinitiatief andere procedures zoals de bezwaar- of de klachtenprocedure doorkruist. Daarnaast is het evenmin de bedoeling dat zaken die recent nog in de raad aan de orde zijn geweest opnieuw onderwerp van bespreking worden als gevolg van een burgerinitiatief. Tot slot lenen individuele kwesties zich naar hun aard niet voor de inzet van een burgerinitiatief.

Artikel 3

Het aantal van 50 ondersteunende handtekeningen is zodanig gekozen dat het een zekere garantie biedt dat het betreffende voorstel gedragen wordt door een gedeelte van de bevolking zonder dat deze drempel verhinderend geacht wordt.

Artikel 4

Het burgerinitiatief wordt ingediend bij de voorzitter van de raad. Aan het verzoek moet een aantal minimumvereisten gesteld worden. Uit praktische overwegingen is ervoor gekozen een formulier voor burgerinitiatieven in te laten vullen. De formulieren voor burgerinitiatieven zijn via de website van de gemeente, de website van de gemeenteraad en via de griffie verkrijgbaar. Op dit formulier zal de verzoeker naast het voorstel plus toelichting, in ieder geval zijn personalia en die van zijn plaatsvervanger moeten aangeven. Ook de initiatiefgerechtigden die het verzoek ondersteunen moeten worden vermeld. Om fraude met namen te voorkomen wordt naar personalia gevraagd, waaronder adressen en geboortedata. Op grond van deze gegevens kan de gemeente onderzoeken of het voorstel de steun van voldoende daartoe gerechtigde personen heeft.

Artikel 5

De griffie toetst het voorstel aan de hand van de criteria benoemd in deze verordening, om zo te bepalen of er sprake is van een geldig burgerinitiatief. De initiatiefnemer moet erop kunnen vertrouwen dat zijn voorstel spoedig wordt getoetst aan de vereisten.

Artikel 6

Zodra gebleken is dat het voorstel voldoet aan de vereisten van een burgerinitiatief wordt het burgerinitiatief zo spoedig mogelijk geagendeerd voor de raadsvergadering.

De griffier nodigt de initiatiefnemers schriftelijk uit voor de raadsvergadering waarvoor het burgerinitiatiefvoorstel is geagendeerd. De initiatiefnemer of zijn plaatsvervanger heeft tijdens deze vergadering de gelegenheid om zijn burgerinitiatief mondeling nader toe te lichten in maximaal twee termijnen.

Op basis van het ingediende burgerinitiatief en de mondeling toelichting maakt de gemeenteraad een afweging om het burgerinitiatief wel of niet verder uit te laten werken. Als de gemeenteraad besluit het burgerinitiatief verder uit te laten werken geeft zij hiertoe opdracht aan het college. Vervolgens wordt er een afdoeningstermijn afgesproken, het uitgangspunt is dat het college en de gemeenteraad samen tot een afdoeningstermijn komen.

Binnen de afgesproken afdoeningstermijn komt het voorstel volgens de reguliere procesgang weer terug op de agenda van de gemeenteraad, de gemeenteraad behandelt het burgerinitiatief en neemt een besluit.

Zo spoedig mogelijk nadat de gemeenteraad over het burgerinitiatief een besluit heeft genomen, wordt dit besluit bekend gemaakt door kennisgeving van het besluit of van de zakelijk inhoud daarvan. Dit wordt gedaan via de gemeentewebsite, social-mediakanalen en in een overheidswege blad of een dag-, nieuws- of huis-aan-huisblad, dan wel op een andere geschikte wijze. Gelijktijdig met de bekendmaking wordt het besluit ook gedeeld met de initiatiefnemers. Vervolgens wordt de initiatiefnemer ingelicht over de vervolgstappen inzake de uitvoering van het burgerinitiatief.

Artikel 7

Behoeft geen toelichting