Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent professionele podiumkust (nadere regels ‘Professionele Podiumkunst 2022’)

Geldend van 16-07-2021 t/m 05-07-2023

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Flevoland houdende regels omtrent professionele podiumkust (nadere regels ‘Professionele Podiumkunst 2022’)

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 6 juli 2021, nummer 2747419 hebben vastgesteld de:

Nadere regels Professionele Podiumkunst 2022

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Overwegende dat:

Gedeputeerde Staten van Flevoland op 21 juli 2017 de nadere regels ‘Projecten Podiumkunst 2018’ hebben vastgesteld;

deze nadere regels waren gebaseerd op de Cultuurnota ‘Typisch Flevoland, net even anders 2017-2020’;

Provinciale Staten op 24 juni 2020 de ‘Cultuurnota Flevoland: Ruimte voor Cultuur 2021-2024’ hebben vastgesteld, waarin de mogelijkheid van tweejarige subsidiering is opgenomen;

in het cultuurconvenant 2021-2024 de afspraak is gemaakt de culturele codes toe te passen;

het door de adviescommissie Podiumkunsten Flevoland op 29 januari 2021 uitgebrachte advies over de subsidiëring van professionele podiumkunst waarin zij onder meer adviseren:

  • aanvragers minimaal 15.000 en maximaal 50.000 euro te laten aanvragen;

  • maximaal 35% te financieren vanuit de provincie;

  • afspraken met partners die onderdeel zijn van de Flevolandse culturele basisinfrastuctuur zoals in het verleden ingezet, soortgelijk financieringsniveau te financieren met een verhoging van 10% in het kader van de Fair Practice Code;

  • in de pas te lopen met de beleidsperioden van het Rijk/OCW;

  • De adviescommissie Podiumkunsten adviseert om de huidige definitie ‘professioneel’ niet te wijzigen.

het bovenstaande aanleiding geeft de Nadere regels ‘Projecten Podiumkunst 2018’ in te trekken en nieuwe nadere regels vast te stellen;

Gelet op het bepaalde in artikel 2, tweede lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012,

BESLUITEN

  • I.

    In te trekken de nadere regels ‘Projecten Podiumkunst 2018’;

  • II.

    vast te stellen de volgende nadere regels ‘Professionele Podiumkunst 2022’ .

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

Tweejarige subsidieaanvraag: een aanvraag voor subsidie voor een periode van twee jaar.

Podiumkunsten: de disciplines muziek, theater, dans, muziektheater of mengvormen daarvan.

Podiumkunstproject: een productie of festival in Flevoland op het gebied van professioneel theater, muziek, dans, muziektheater of mengvormen daarvan met een maximale looptijd van een jaar.

Podiumkunstinstelling: podiumkunstorganisatie met rechtspersoonlijkheid die zich primair richt op activiteiten op het gebied van professionele muziek, theater, dans, muziektheater of mengvormen daarvan. Of een rechtspersoon zonder winstoogmerk (een stichting of vereniging) die een festival organiseert. In beide gevallen heeft de organisatie een artistieke doelstelling.

Festival: reeks van presentaties op het gebied van de professionele podiumkunsten met artistiek-inhoudelijke samenhang, onder één noemer gepresenteerd en van beperkte tijdsduur.

Projectkosten: alle kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het project of activiteitenplan.

Professioneel uitgevoerd podiumkunstproject: een podiumkunstproject, waarbij de activiteiten die plaatsvinden op het podium volledig worden uitgevoerd en begeleid door personen die dat beroepsmatig en tegen betaling doen.

Flevolandse culturele infrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het culturele aanbod in Flevoland.

Flevolandse culturele basisinfrastructuur: het geheel van organisaties en voorzieningen die een bijdrage leveren aan het Flevolandse culturele aanbod, waarbij geldt dat deze organisaties minimaal 3 jaar actief zijn in Flevoland, een meerjarige subsidie ontvangen van een van de rijksfondsen of onderdeel zijn van de landelijke basisinfrastructuur en door de Raad voor Cultuur bestempeld zijn “als de ‘ruggengraat’ van het (podiumkunsten)bestel in Flevoland”.

BIS: Culturele basisinfrastructuur (het gaat hier om de landelijke culturele basisinfrastructuur).

Tweejarig activiteitenplan: plan dat inzicht verschaft in de voorgenomen culturele activiteiten van een aanvrager voor een tweejarige periode plus de daarbij behorende informatie over bedrijfsvoering en begroting en dekkingsplan.

Culturele Codes: de Fair Practice Code, Governance Code Cultuur en de Code Diversiteit & Inclusie.

Fair Practice Code: code die uitnodigt tot kritische reflectie op ondernemen en werken in kunst, cultuur en een handreiking biedt hoe de sector samen tot een toekomstbestendige arbeidsmarkt en beroepspraktijk komt.

Governance Code Cultuur: richtlijnen voor goed, verantwoord en transparant bestuur van culturele organisaties en het toezicht daarop.

Code Diversiteit & Inclusie: richtlijnen om een integraal diversiteitsbeleid te ontwikkelen op het terrein van het Personeel, Publiek, Programma en Partners.

Hoofduitvoerder: de partij binnen de samenwerkingsrelatie die bij het project of het tweejarig activiteitenplan het merendeel van de zakelijke en artistieke werkzaamheden uitvoert en daarmee de financiële eindverantwoordelijkheid draagt.

Artikel 2. Subsidiecriteria en puntensysteem

Subsidieaanvragen worden door de adviescommissie podiumkunsten getoetst aan de onderstaande criteria:

Instap-criterium: aansluiting bij de identiteit van Flevoland

In de aanvraag staat in een aparte paragraaf duidelijk verwoord op welke manier het podiumkunstproject of het tweejarige activiteitenplan aansluit bij de Flevolandse identiteit. Dit kan bijvoorbeeld door het te relateren aan:

  • de bijzondere ontstaansgeschiedenis van Flevoland (drooglegging, pioniers);

  • de Flevolandse manier van doen (avontuurlijk, ondernemend, net even anders);

  • de unieke Flevolandse landschappen (inrichting van het landschap, landschapskunst, erfgoed);

  • de groeiopgave van de Flevolandse culturele infrastructuur (het project voorziet in een leemte);

  • het beoogde Flevolandse publiek (bevolkingssamenstelling, specifieke Flevolandse publieksvraag);

  • een bijzonder cultureel evenement dat vanuit de provincie wordt georganiseerd (zoals het themajaar Ode aan het landschap of de Floriade).

  • 1.

    Artistieke kwaliteit:

  • Het podiumkunstproject of tweejarige activiteitenplan wordt getoetst op vakmanschap, oorspronkelijkheid en zeggingskracht.

    • Vakmanschap heeft betrekking op de artistieke vaardigheid van de betrokken maker(s) en/of de artistieke kwaliteit van de programmering.

    • Oorspronkelijkheid gaat over de eigenheid en de herkenbare artistieke signatuur van de activiteit.

    • Zeggingskracht heeft betrekking op de overdracht op het publiek. In hoeverre spreekt de activiteit het publiek aan en in welke mate weten de makers hun publiek te beroeren, prikkelen of verrassen?

  • 2.

    Cultureel ondernemerschap en professionaliteit:

    • De organisatie heeft een reële strategie ontwikkeld om eigen inkomsten te verwerven buiten overheidssubsidies.

    • Er is sprake van een goed kwaliteitsniveau van aanvraag, productie, organisatie en financieel beheer alsmede een realistische opgave van publieksbereik en aantal activiteiten.

    • Er is sprake van een deugdelijk gemotiveerd marketing- en publiciteitsplan met duidelijke strategie voor publieksbereik.

  • 3.

    Uitstraling:

    Het podiumkunstproject, of het tweejarige activiteitenplan heeft een bovenlokaal publieksbereik. De activiteit bereikt bezoekers uit meerdere Flevolandse gemeenten en trekt eventueel ook publiek uit andere provincies naar Flevoland.

  • 4.

    Spreiding:

    De activiteit vindt plaats in een gebied in Flevoland waar weinig (vergelijkbaar) aanbod is.

Puntensysteem:

Aan de criteria 1 t/m 4 zijn punten gekoppeld. Indien de adviescommissie het instapcriterium als voldoende heeft beoordeeld, kent de adviescommissie per criteria een aantal punten toe. Om voor subsidie in aanmerking te komen moet een aanvraag aan het instapcriterium voldoen én minimaal 5 punten scoren én in ieder geval een voldoende hebben op de criteria artistieke kwaliteit en cultureel ondernemerschap & professionaliteit. Wanneer de aanvraag niet aan het instapcriterium voldoet, wordt deze niet meer beoordeeld op de criteria 1 t/m 4, maar direct afgewezen.

Bij onvoldoende budget worden de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen op basis van het aantal toegekende punten gerangschikt. De aanvraag met de meeste punten wordt als eerste (gedeeltelijk) gehonoreerd en zo verder tot het subsidieplafond is bereikt.

Voor wat betreft het advies over de hoogte van de honorering is de adviescommissie gemachtigd hiertoe jaarlijks een andere methode te hanteren, passend bij het aantal en de kwaliteit van de ingediende aanvragen van het betreffende jaar.

Het puntensysteem ziet er per criteria als volgt uit:

Artistieke kwaliteit

Waardering

Punten

Toelichting

Zeer goed

4

Er zijn geen kritische kanttekeningen te plaatsen

Goed

3

Er zijn bijna geen kritische kanttekening te plaatsen

Ruim voldoende

2

Positief, maar wel met een aantal punten van kritiek

Voldoende

1

Nog wel positief, maar er is flinke verbetering nodig

Zwak

-1

Onder de maat; de aanvrager presteert op meerdere onderdelen niet goed

Onvoldoende

-2

Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen

Cultureel ondernemerschap & professionaliteit

Waardering

Punten

Toelichting

Zeer goed

4

Er zijn geen kritische kanttekeningen te plaatsen

Goed

3

Er zijn bijna geen kritische kanttekening te plaatsen

Ruim voldoende

2

Positief, maar wel met een aantal punten van kritiek

Voldoende

1

Nog wel positief, maar er is flinke verbetering nodig

Zwak

-1

Onder de maat; de aanvrager presteert op meerdere onderdelen niet goed

Onvoldoende

-2

Er zijn (nagenoeg) geen positieve elementen te benoemen

Uitstraling

Waardering

Punten

Toelichting

Zeer goed

2

Veel beter dan gemiddeld; het publieksbereik is hoog en een groot deel van het publiek is afkomstig uit andere gemeenten in Flevoland/delen van Nederland

(Ruim) voldoende

1

Beter dan gemiddeld; het publieksbereik is goed en een redelijk deel van het publiek is afkomstig uit andere gemeenten in Flevoland/delen van Nederland

Neutraal

0

Geen bijzondere bijdrage

Spreiding

Waardering

Punten

Toelichting

Zeer goed

2

Veel beter dan gemiddeld; de activiteit vindt plaats op plekken waar zeer weinig (vergelijkbaar) aanbod is

(Ruim) voldoende

1

Beter dan gemiddeld; de activiteit vindt plaats op plekken waar weinig (vergelijkbaar) aanbod is

Neutraal

0

Geen bijzondere bijdrage

Door dit systeem kan het voorkomen dat een activiteit het ene jaar wel en het andere jaar niet wordt ondersteund en/of dat de bijdrage aan een activiteit het ene jaar hoger is dan het andere jaar.

Artikel 3. Subsidieontvangers/doelgroepen

  • 1. Alleen podiumkunstinstellingen kunnen een subsidieaanvraag indienen voor een professioneel uit te voeren podiumkunstproject of voor een tweejarig activiteitenplan.

  • 2. Wanneer sprake is van een co-productie bij het uitvoeren van een podiumkunstproject of een tweejarig activiteitenplan wordt onder aanvrager verstaan de podiumkunstinstelling die als hoofduitvoerder kan worden beschouwd.

  • 3. Amateurkunstverenigingen en semiprofessionele organisaties kunnen geen subsidieaanvraag indienen, omdat zij niet behoren tot de doelgroep van deze nadere regels.

Artikel 4. Aanvraag en aanvraagtermijn

  • 1. De volledige subsidieaanvraag dient uiterlijk 1 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin het podiumkunstproject plaatsvindt of de tweejarige periode aanvangt, bij Gedeputeerde Staten te zijn ingediend. Aanvragen die later worden ingeleverd, worden niet meer in behandeling genomen. Ook later nagezonden ‘aanvullingen’ worden buiten beschouwing gelaten, tenzij deze zijn verstuurd op uitdrukkelijk verzoek van de provincie.

  • 2. De mogelijkheid van het indienen van een aanvraag voor een tweejarige activiteitenplan geldt

    • a.

      in het jaar 2022 voor de jaren 2023 en 2024 en

    • b.

      in het jaar 2024 voor de jaren 2025 en 2026

  • 3. Elke podiumkunstinstelling kan jaarlijks één aanvraag indienen.

  • 4. Er is één aanvraagronde per jaar.

  • 5. Een subsidieaanvraag wordt in behandeling genomen als deze tijdig en volledig bij Gedeputeerde Staten is ingediend.

  • 6. De eisen die aan een subsidieaanvraag worden gesteld zijn:

    • 1.

      De aanvraag wordt schriftelijk bij Gedeputeerde Staten ingediend, is ondertekend door een hiertoe bevoegd persoon en bestaat uit de volgende onderdelen:

      • A.

        inhoudelijk plan: een concrete omschrijving van het podiumkunstproject of het tweejarige activiteitenplan, waaronder een beschrijving van de organisatie, de doelstellingen van het project c.q. de activiteiten en het artistiek concept (regie, muzikaal, choreografisch) alsmede een duidelijke uitwerking van het plan en bijbehorende activiteiten. In het inhoudelijk plan wordt tevens in een aparte paragraaf aandacht besteed aan het instapcriterium ‘aansluiting bij de identiteit van Flevoland’.

      • B.

        werkplan met tijdspad : beknopte weergave van de tijdsduur en fasering van het plan vanaf de eventuele honorering van de aanvraag tot het tijdstip van voltooiing.

      • C.

        prestatieoverzicht: een duidelijke weergave van het geplande aantal uitvoeringen/activiteiten, de plaats en datum waarop deze plaatshebben en het verwachte publieksbereik. Tevens wordt een prognose gegeven van de ‘herkomst’ van het publiek: hoeveel publiek komt uit de standplaats, andere Flevolandse gemeenten, de rest van Nederland.

      • D.

        communicatie- en marketingplan: een omschrijving van de wijze waarop bekendheid wordt gegeven aan het podiumkunstproject of in geval van een tweejarige aanvraag de activiteiten.

      • E.

        strategie voor cultureel ondernemerschap: uiteenzetting van de strategie op het gebied van cultureel ondernemerschap; hoe verwerft de organisatie inkomsten buiten de overheidssubsidies om?

      • F.

        sluitende begroting : die inzicht geeft in de kosten en opbrengsten, inclusief een onderbouwing. Een verplicht onderdeel hiervan is een opgave van aanvragen die bij derden zijn ingediend voor subsidie, sponsoring of vergoeding voor dezelfde aanvraag. Bij deze opgave moet worden vermeld wat de stand van zaken is van de beoordeling en/of besluitvorming over die aanvragen.

      • G.

        culturele codes: beschrijving hoe binnen de organisatie uitvoering wordt gegeven aan de culturele codes.

    • 2.

      Bijlage 1: lijst van de belangrijkste medewerkers en (beoogde) uitvoerders, artistiek en overig, met hun Curriculum Vitae.

    • 1.

      Bijlage 2: statuten van de organisatie (geldt alleen voor nieuwe aanvragers).

Artikel 5. Weigeringsgronden

  • 1. Een aanvraag om subsidie wordt geweigerd wanneer:

    • a.

      de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze nadere regels;

    • b.

      door honorering ervan het subsidieplafond wordt overschreden;

    • c.

      de te verstrekken subsidie moet worden beschouwd als ontoelaatbare staatssteun;

    • d.

      de aanvrager voor het betreffende jaar al subsidie op grond van deze nadere regels heeft ontvangen;

    • e.

      de aanvraag is ingediend door een organisaties die twee achtereenvolgende jaren subsidie op grond van deze nadere regels of de nadere regels ‘Projecten Podiumkunst 2018’ heeft ontvangen en het betreffende project - of bij een tweejarige subsidie de activiteiten - tot twee keer toe niet heeft uitgevoerd, tenzij sprake is van uitzonderlijkeomstandigheden die de organisatie niet kan worden toegerekend.

  • 2. De in het eerste lid bij e genoemde weigeringsgrond geldt voor een periode van drie jaar.

Artikel 6. procedure en adviescommissie

Bij een subsidieaanvraag gaan wij eerst na of deze past binnen het cultuurbeleid, zoals uiteengezet in de cultuurnota ‘Flevoland: ruimte voor cultuur 2021-2024’ en de onderhavige nadere regels ‘Professionele Podiumkunst 2022’. Indien dit het geval is, wordt de aanvraag in behandeling genomen en ter beoordeling voorgelegd aan de adviescommissie podiumkunsten. De adviescommissie weegt de aanvragen binnen het beschikbare budget integraal tegen elkaar af aan de hand van de onder artikel 2 genoemde subsidiecriteria en het puntensysteem. Op basis van het advies van de adviescommissie neemt Gedeputeerde Staten een besluit over de aanvraag.

Indien er na de behandeling van de aanvragen nog budget resteert op de begrotingspost, kan dit door de provincie worden ingezet voor andere activiteiten op het gebied van de podiumkunst.

Artikel 7. Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten worden aangemerkt alle kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het podiumkunstproject of het tweejarige activiteitenplan.

Artikel 8. Niet subsidiabele kosten

In aanvulling op het bepaalde in artikel 6 van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 zijn de volgende kosten niet subsidiabel:

  • a.

    de reguliere exploitatiekosten;

  • b.

    kosten van (deel)activiteiten die plaatsvinden buiten Flevoland.

Artikel 9. Hoogte van de subsidie

  • 1. De subsidieaanvraag bedraagt minimaal € 15.000 en maximaal € 50.000 voor een podiumkunstproject en € 100.000 voor een tweejarig activiteitenplan met uitzondering van organisaties die:

    • a.

      zijn opgenomen in bijlage 1.2 behorende bij artikel 2 van het ‘Convenant cultuur 2021-2024’ dat de provincie en de gemeente Almere hebben afgesloten met het Rijk:

    • b.

      organisaties die onderdeel zijn van de Flevolandse culturele basisinfrastructuur.

  • 2. De subsidie bedraagt 35% van de totale subsidiabele kosten.

  • 3. Voor de in lid 1 bij a en b genoemde organisaties reserveert de provincie gedurende de cultuurnotaperiode, tot en met 2024 - jaarlijks per organisatie het in de bijlage bij deze nadere regels maximaal genoemde bedrag, dat jaarlijks wordt geïndexeerd.

Artikel 10. Subsidieplafond

Voor de nadere regels ‘Professionele Podiumkunsten 2022’ geldt een jaarlijks subsidieplafond van

€ 605.054 (prijspeil 2021). Dit bedrag wordt ieder jaar geïndexeerd.

Artikel 11. Hardheidsclausule

Gedeputeerde Staten kunnen, indien hiervoor naar hun oordeel dringende redenen zijn, gemotiveerd afwijken van deze nadere regels.

Artikel 12. Citeertitel

Deze nadere regels kunnen worden aangehaald als nadere regels ‘Professionele Podiumkunst 2022’.

Artikel 13. Inwerkingtreding

De nadere regels treden in werking met ingang van de dag na de dagtekening van het provinciaal blad, waarin zij worden geplaatst, onder gelijktijdige intrekking van de Nadere regels ‘Projecten Podiumkunst 2018’.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van gedeputeerde staten van 6 juli 2021

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

de secretaris,

de voorzitter

Bijlage 1 maximum bijdragen prijspeil 2021 (inclusief verhoging voor toepassing van de Fair Practice code met 10%)

BonteHond

€ 129.163

Vis à Vis

€ 70.453

Suburbia

€ 84.543

2Turven

€ 50.000 *

*Omdat de historische bijdrage voor 2Turven lager was dan de maximaal aan te vragen bijdrage binnen deze regeling, wordt uitgegaan van de maximaal aan te vragen bijdrage.