Subsidieregeling Buurtbanen Amsterdam 2021

Geldend van 20-02-2025 t/m heden

Intitulé

Subsidieregeling Buurtbanen Amsterdam 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam,

gelet op artikel 8a, eerste lid, onder a, van de Participatiewet, artikel 1.5, achtste lid, en artikel 2.1, vierde lid, van de Re-integratieverordening Participatiewet en artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 (ASA 2023)

gezien het herstelplan ´Samen duurzaam uit de crisis´ van de coalitiepartijen en het raadsbesluit, d.d. 20 januari 2021, met betrekking tot het (gewijzigde) initiatiefvoorstel 'Van buurtwerk naar betaald werk', alsmede de Raadsinformatiebrief Doorontwikkeling gesubsidieerd werk in Amsterdam; opvolgen motie 272 d.d. 19 juli 2023 van raadslid Bentoumya c.s, d.d. 28 november 2023.

besluit de volgende regeling vast te stellen:

Subsidieregeling Buurtbanen Amsterdam 2021

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 – Begripsomschrijvingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    actieve bewoner: iemand die beschikt over een netwerk in de buurt, zich onbetaald en belangeloos inzet voor anderen die hulp of zorg nodig hebben en bijdraagt aan activiteiten (in de buurt);

  • b.

    ASA 2023: Algemene subsidieverordening Amsterdam 2023;

  • c.

    baan als Buurtmedewerker: tijdelijk gesubsidieerd dienstverband met als tweeledig doel het uitvoeren van praktische werkzaamheden waaraan in het stadsdeel Nieuw-West, Noord, dan wel Zuidoost een grote behoefte bestaat, en het ontwikkelen van de competenties van de werknemer voor doorstroom naar regulier werk;

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • e.

    gebiedsgerichte opgaven sociaal: beschrijving van de opgaven ten aanzien van de diverse thema’s en doelgroepen in het stadsdeel of stadsgebied, op basis waarvan door het stadsdeelbestuur wordt aangegeven waar prioriteiten liggen en op welke wijze invulling wordt gegeven aan het Beleidskader sociale basis Amsterdam 2025-2030;

  • f.

    minimumloon: bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onder b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

  • g.

    stedelijke Buurtbaan: tijdelijk gesubsidieerd dienstverband dat wordt aangegaan met een actieve bewoner in een buurt of wijk, met als tweeledig doel het versterken van de sociale basis van de buurt, aansluitend bij de gebiedsgerichte opgaven sociaal, en het ontwikkelen van de competenties van de betrokkene voor doorstroom naar regulier werk;

  • h.

    VOG: verklaring omtrent het gedrag, als bedoeld in afdeling 5 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens.

Artikel 2 – Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023

De Algemene Subsidieverordening Amsterdam 2023 is van toepassing, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Hoofdstuk 2 Stedelijke Buurtbanen

Artikel 3 – Doel van de subsidie voor stedelijke Buurtbanen

Deze subsidieregeling is een uitwerking van het raadsbesluit, d.d. 20 januari 2021, met betrekking tot het (gewijzigde) initiatiefvoorstel 'Van buurtwerk naar betaald werk' en het herstelplan ´Samen duurzaam uit de crisis’, d.d. 2 september 2021, en de Raadsinformatiebrief ‘Doorontwikkeling gesubsidieerd werk in Amsterdam; opvolgen motie 272 d.d. 19 juli 2023 van raadslid Bentoumya c.s.’, d.d. 28 november 2023. Het doel van deze regeling is door het realiseren van Buurtbanen verspreid over de stad de sociale basis van buurten te versterken met de inzet van actieve bewoners en hun kennis en ervaringen van de buurt, waarbij zij zich als werknemer kunnen ontwikkelen en door kunnen stromen naar regulier betaald werk.

Artikel 4 – Subsidiabele activiteit

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het realiseren en gedurende 24 maanden in stand houden van een Buurtbaan in een stadsdeel of stadsgebied.

Artikel 5 – Hoogte subsidie stedelijke Buurtbaan

  • 1. De subsidie bedraagt € 76.200, inclusief eventueel verschuldigde btw, in geval van een dienstverband van 24 maanden met een arbeidsduur van 30 uur per week of meer. De subsidie wordt naar rato aangepast indien de looptijd van het dienstverband korter dan twee jaar is of de arbeidsduur minder dan 30 uur per week bedraagt.

  • 2. Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt met ingang van elk kalenderjaar verhoogd met het percentage waarmee het minimumloon bij aanvang van dit jaar is gestegen ten opzichte van het minimumloon bij aanvang van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 120.

  • 3. Het gewijzigde bedrag en de dag waarop de wijziging ingaat, worden door of namens het college medegedeeld in het Gemeenteblad.

  • 4. In het bedrag genoemd in het eerste lid is geen rekening gehouden met toekomstige indexering van de subsidie.

Artikel 6 – Aantal stedelijke Buurtbanen

  • 1. Per stadsdeel, dan wel stadsgebied, kunnen gelijktijdig ten hoogste de volgende aantallen stedelijke Buurtbanen met een subsidie in stand worden gehouden:

    • a.

      3 Buurtbanen in Centrum;

    • b.

      3 Buurtbanen in Nieuw-West;

    • c.

      3 Buurtbanen in Noord;

    • d.

      3 Buurtbanen in Oost;

    • e.

      3 Buurtbanen in West;

    • f.

      3 Buurtbanen in Zuid;

    • g.

      3 Buurtbanen in Zuidoost;

    • h.

      1 Buurtbaan in Weesp.

  • 2. Indien financieel ruimte is geschapen voor het realiseren van een of meer extra stedelijke Buurtbanen in een stadsdeel, kan het college hiervoor in afwijking van het vorige lid subsidie verlenen.

  • 3. Per stadsdeel en stadsgebied wordt online inzichtelijk gemaakt of er actueel ruimte bestaat om een nieuwe stedelijke Buurtbaan te realiseren en op welke termijn hiervoor ruimte wordt verwacht.

Artikel 7 - De aanvrager

[vervallen]

Artikel 8 – Bij de aanvraag subsidie stedelijke Buurtbaan in te dienen gegevens

In afwijking van artikel 6, tweede lid, van de ASA 2023. worden bij de aanvraag subsidie stedelijke Buurtbaan de volgende stukken en gegevens overgelegd:

  • a.

    een opgave voor welk stadsdeel en voor welke buurt of buurten binnen dit stadsdeel de subsidie wordt ingezet;

  • b.

    een beschrijving van de wijze waarop de aanvrager al actief is binnen het stadsdeel;

  • c.

    een beschrijving van de werkzaamheden binnen de Buurtbaan met een onderbouwing op welke wijze deze aansluiten bij de gebiedsgerichte opgaven sociaal binnen de betreffende buurt of buurten en deze, indien van toepassing, aanvullend zijn op andere activiteiten van de aanvrager in het betreffende stadsdeel waarvoor deze subsidie ontvangt;

  • d.

    een opgave van kennis en ervaringen van de actieve bewoner met wie een dienstverband wordt beoogd, die deze geschikt maken voor een Buurtbaan, en van diens positie op de arbeidsmarkt;

  • e.

    een opgave van de omvang en duur van het dienstverband van de beoogde werknemer en de beoogde ingangsdatum van het dienstverband;

  • f.

    een beschrijving, hoe de werknemer begeleid gaat worden.

Artikel 9 – Aanvraag subsidie stedelijke Buurtbaan

  • 1. Een subsidieaanvraag voor een stedelijke Buurtbaan in een stadsdeel of stadsgebied kan worden ingediend vanaf twee maanden voordat in dit stadsdeel of stadsgebied ruimte voor een stedelijke Buurtbaan wordt verwacht.

  • 2. Aanvragen worden per stadsdeel of stadsgebied in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.

  • 3. Als tijdstip van ontvangst geldt het moment waarop de aanvraag compleet is.

Artikel 10 – Weigeringsgronden subsidie stedelijke Buurtbaan

In aanvulling op artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als naar het oordeel van het college:

  • a.

    het dienstverband waarvoor subsidie wordt aangevraagd al is gestart of heeft plaatsgevonden of als voor de (beoogde) werknemer eerder een subsidie Buurtbaan of een daarmee overeenkomende subsidie is verleend;

  • b.

    de werkzaamheden als bedoeld in artikel 8, onderdeel c, onvoldoende aansluiten bij de gebiedsgerichte opgaven sociaal voor de betreffende buurt of buurten;

  • c.

    de beoogde invulling van de Buurtbaan anderszins onvoldoende bijdraagt aan het doel van deze regeling;

  • d.

    in het betreffende stadsdeel of stadsgebied geen ruimte is voor het realiseren van een stedelijke Buurtbaan;

  • e.

    de aanvraag is ingediend, meer dan twee maanden voordat in dit stadsdeel ruimte voor een stedelijke Buurtbaan werd verwacht.

Artikel 11 – Verplichtingen die aan de subsidie stedelijke Buurtbaan kunnen worden verbonden

Naast de verplichtingen op grond van artikel 9 en 10 van de ASA 2023. worden aan de subsidieverlening de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de aanvrager sluit binnen twee maanden na de subsidieverlening met de beoogde werknemer een tijdelijk arbeidsovereenkomst;

  • b.

    de aanvrager gedraagt zich als een goed werkgever, ondersteunt de werknemer naar vermogen bij de vervulling van de werkzaamheden en stelt deze in staat maximaal 8 uur per week deel te nemen aan activiteiten gericht op de ondersteuning en ontwikkeling van werknemers in het kader van de Buurtbanen;

  • c.

    de aanvrager verleent medewerking aan de activiteiten genoemd onder b en andere gemeentelijke activiteiten om de effectiviteit van Buurtbanen te versterken en te evalueren;

  • d.

    voordat werkzaamheden plaatsvinden waarvoor een VOG is vereist, dient de werknemer hierover te beschikken;

  • e.

    wijzigingen in het dienstverband of de werkzaamheden worden direct doorgegeven.

Artikel 12 – Vaststelling van de subsidie stedelijke Buurtbaan

  • 1. In aanvulling op artikel 16, eerste lid, van de ASA 2023 worden bij de aanvraag tot vaststelling door de subsidieontvanger stukken ingediend waaruit de duur en de omvang van het dienstverband met de werknemer in het kader van een stedelijke Buurtbaan blijken en wordt een opgave gedaan van loonkosten en andere uitgaven in verband met de stedelijke Buurtbaan.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld naar rato van de looptijd en arbeidsduur van de gerealiseerde stedelijke Buurtbaan; voor zover dit dienstverband liep in een kalenderjaar na dat van de verlening, wordt de subsidie vastgesteld met inachtneming van de verhoging, als bedoeld in artikel 5, tweede en derde lid.

Hoofdstuk 3 Banen als Buurtmedewerker

Artikel 13 – Doel van de subsidie voor banen als Buurtmedewerker

Doel van de subsidie voor het realiseren van banen als Buurtmedewerker in de stadsdelen Nieuw-West, Noord en Zuidoost is om, aansluitend bij de integrale aanpakken in deze stadsdelen, te voorzien in de uitvoering van praktische werkzaamheden waaraan in een buurt een grote behoefte bestaat en het bieden van een dienstverband waarin deelnemende bewoners die behoren tot de doelgroep van de Participatiewet, als bedoeld in artikel 1.2 van de Re-integratieverordening Participatiewet Amsterdam, zich kunnen ontwikkelen en vervolgens door kunnen stromen naar regulier werk.

Artikel 14 - Subsidiabele activiteit

Het college kan een eenmalige subsidie verlenen voor het realiseren en gedurende 24 maanden in stand houden van een of meerdere banen als Buurtmedewerker in de stadsdelen Nieuw-West, Noord of Zuidoost. De subsidiabele activiteit omvat de uitoefening van het werkgeverschap in het kader van de banen als Buurtmedewerker, waaronder het aannemen, organiseren en doen uitvoeren van de werkzaamheden waarop de genoemde banen zijn gericht en het ondersteunen, aansturen en begeleiden van de deelnemende werknemers, zowel gericht op de uit te voeren werkzaamheden als op de ontwikkeling van hun competenties.

Artikel 15 - Hoogte subsidie voor banen als Buurtmedewerker

  • 1. De subsidie, bedoeld in artikel 14 bedraagt per te realiseren en gedurende 24 maanden in stand te houden baan als Buurtmedewerker € 49.200.

  • 2. Het bedrag genoemd in het eerste lid wordt met ingang van elk kalenderjaar verhoogd met het percentage waarmee het minimumloon bij aanvang van dit jaar is gestegen ten opzichte van het minimumloon dat gold met ingang van het voorafgaande jaar, en afgerond op een veelvoud van € 120.

  • 3. Het gewijzigde bedrag en de dag waarop de wijziging ingaat, worden door of namens het college medegedeeld in het Gemeenteblad.

  • 4. In het bedrag genoemd in het eerste lid is geen rekening gehouden met toekomstige indexering van de subsidie.

Artikel 16 – Aantal banen als Buurtmedewerker per stadsdeel

Per stadsdeel kunnen vanaf 1 maart 2025 cumulatief de volgende aantallen banen als Buurtmedewerker met een subsidie gerealiseerd en gedurende 24 maanden in stand gehouden worden:

  • a.

    54 banen als Buurtmedewerker in Nieuw-West;

  • b.

    36 banen als Buurtmedewerker in Noord;

  • c.

    30 banen als Buurtmedewerker in Zuidoost.

Artikel 17 – Bij de aanvraag om subsidie voor banen als Buurtmedewerker in te dienen gegevens 

  • 1. In afwijking van het bepaalde in artikel 6, tweede lid, onder a, van de ASA 2023 wordt bij de aanvraag om subsidie voor banen als Buurtmedewerker overgelegd een beschrijving van:

    • a.

      de werkzaamheden die binnen de baan als Buurtmedewerker zullen worden verricht en in welk stadsdeel zij worden verricht;

    • b.

      op welke wijze deze werkzaamheden voorzien in een grote behoefte in het stadsdeel en in mogelijkheden voor deelnemende bewoners om zich te ontwikkelen en door te stromen naar regulier werk;

    • c.

      hoe de werknemers begeleid gaan worden bij hun werkzaamheden en in hun ontwikkeling richting regulier werk;

    • d.

      de wijze waarop de aanvrager al actief is binnen het stadsdeel en met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden, en hoe dit kan bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de subsidie;

    • e.

      de wijze waarop de resultaten worden aangetoond.

  • 2. Het bepaalde in artikel 6, tweede lid, onder c, van de ASA 2023 is niet van toepassing.

Artikel 18 - Aanvraag subsidie voor banen als Buurtmedewerker 

  • 1. Een aanvraag om subsidie voor een aantal banen als Buurtmedewerker kan worden ingediend vanaf 1 maart 2025 en uiterlijk tot en met 31 december 2027.

  • 2. Aanvragen worden per stadsdeel in behandeling genomen in de volgorde van ontvangst daarvan.

  • 3. Als tijdstip van ontvangst geldt het moment waarop de aanvraag compleet is.

Artikel 19 – Weigeringsgronden subsidie voor banen als Buurtmedewerker

In aanvulling op artikel 8, tweede lid, van de ASA 2023 kan het college geheel of gedeeltelijk weigeren een subsidie te verlenen als naar het oordeel van het college:

  • a.

    in het betreffende stadsdeel geen of onvoldoende ruimte bestaat om met subsidie banen als Buurtmedewerker te realiseren;

  • b.

    de werkzaamheden als bedoeld in artikel 17, eerste lid, onder a, onvoldoende bijdragen aan het doel van deze regeling;

  • c.

    de begeleiding van de werknemers en/of de wijze waarop de aanvrager al actief is binnen het stadsdeel of met betrekking tot de te verrichten werkzaamheden onvoldoende bijdragen aan het realiseren van de doelstellingen van de subsidie.

Artikel 20 – Verplichtingen die aan de subsidie voor banen als Buurtmedewerker zijn verbonden

Naast de verplichtingen op grond van de artikelen 9 en 10 van de ASA 2023 worden aan de subsidieverlening de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de aanvrager sluit, zolang de subsidieverlening hiervoor ruimte biedt, elke drie maanden ten minste één arbeidsovereenkomst voor een baan als Buurtmedewerker;

  • b.

    de aanvrager gedraagt zich als een goed werkgever, ondersteunt de werknemers naar vermogen bij de vervulling van de werkzaamheden en stelt hen in staat deel te nemen aan activiteiten gericht op de ondersteuning en ontwikkeling van werknemers in het kader van de banen als Buurtmedewerker;

  • c.

    de aanvrager verleent medewerking aan de activiteiten genoemd onder b en andere gemeentelijke activiteiten om de effectiviteit van de banen als Buurtmedewerker te versterken en te evalueren;

  • d.

    voordat werkzaamheden plaatsvinden waarvoor een VOG is vereist, dient de werknemer hierover te beschikken;

  • e.

    wijzigingen in een arbeidsovereenkomst, als bedoeld in onderdeel a, worden direct doorgegeven.

Artikel 21 – Monitoringsmoment

Vanaf de subsidieverlening wordt ten minste halfjaarlijks de voortgang van de subsidiabele activiteit beoordeeld. Wanneer de voortgang hiertoe aanleiding geeft kan het college na overleg met de aanvrager de subsidie herzien.

Artikel 22 – Vaststelling van de subsidie voor banen als Buurtmedewerker

  • 1. In aanvulling op artikel 16, eerste lid, van de ASA 2023 worden bij de aanvraag tot vaststelling door de subsidieontvanger stukken ingediend waaruit de duur en de omvang van de dienstverbanden met werknemers in het kader van een baan als Buurtmedewerker blijken, en de periode waarin deze dienstverbanden liepen.

  • 2. De subsidie wordt vastgesteld naar rato van de looptijd van de gerealiseerde banen als Buurtmedewerker; voor zover deze dienstverbanden liepen in een kalenderjaar na dat van de verlening, wordt de subsidie vastgesteld met inachtneming van de verhoging, als bedoeld in artikel 15, tweede en derde lid.

  • 3. In het bedrag genoemd in het eerste lid is geen rekening gehouden met toekomstige indexering van de subsidie.

  • 4. De subsidie wordt ten hoogste vastgesteld op het bedrag van de door de aanvrager aantoonbaar gemaakte kosten in verband met de gerealiseerde baan of banen als Buurtmedewerker.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 23 – Evaluatie

Deze regeling wordt door het college ten minste elke vijf jaar geëvalueerd, voor het eerst in 2026.

Artikel 24 – Looptijd hoofdstuk 3 – Banen als Buurtmedewerker

Hoofdstuk 3 - Banen als Buurtmedewerker vervalt van rechtswege nadat de laatste subsidie die op basis van dit hoofdstuk is verleend, is vastgesteld, maar in ieder geval op 1 januari 2031.

Artikel 25 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als Subsidieregeling Buurtbanen Amsterdam 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 juli 2021.

De voorzitter

Femke Halsema

De gemeentesecretaris

Peter Teesink