Regeling vervallen per 01-01-2025

Uitvoeringsregeling subsidie landschapsontwikkeling Westeinderscheg Noord-Holland 2021

Geldend van 22-07-2022 t/m 31-12-2024

Intitulé

Uitvoeringsregeling subsidie landschapsontwikkeling Westeinderscheg Noord-Holland 2021

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het wenselijk is door het vaststellen van een uitvoeringsregeling een juridische grondslag te bieden voor de verstrekking van subsidies voor het stimuleren van de landschappelijke ontwikkeling van de Westeinderscheg;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie landschapsontwikkeling Westeinderscheg Noord-Holland 2021

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Westeinderscheg: gebied dat loopt vanaf het IJ, door de Schinkel, langs de Oeverlanden en het Amsterdamse Bos via de Bovenlanden naar de Westeinderplassen. Gelegen in de gemeenten; Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Haarlemmermeer en grenzend aan de gemeente Uithoorn en valt onder het hoogheemraadschap Rijnland en Amstel, Gooi- en Vecht, zoals aangegeven op de kaart die als bijlage A bij deze uitvoeringsregeling is gevoegd;

  • b.

    Terrein beherende organisatie: publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersonen die het beheer van natuur of recreatiegebieden in haar statuten als doelstelling heeft opgenomen.

  • c.

    Natuurwaarden; zie “Inleiding wezenlijke kenmerken en waarden”, behorende bij de Omgevingsverordening, Artikel 6.43 Omgevingsverordening NH 2020

  • d.

    Bijzondere landschappelijke waarden; zie Omgevingsverordening NH 2020, bijlage: Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, ensemble Aalsmeer-Uithoorn 1 (art. 6.24).

  • e.

    Recreatie: de vrijetijdsbesteding van Noord-Hollanders in het buitengebied

  • f.

    Biodiversiteit: biodiversiteit is “de variabiliteit in organismen uit de gehele wereld, waaronder terrestrische, mariene en andere aquatische ecosystemen en de ecologische verbanden waar ze deel van uitmaken; de diversiteit betreft de variatie binnen soorten (genen), tussen soorten en tussen ecosystemen”.

  • g.

    Waardevolle en aantrekkelijke (agrarische) landschappen; zie Artikel 6.24 Omgevingsverordening NH 2020, bijlage: Leidraad Landschap en Cultuurhistorie, ensemble Aalsmeer-Uithoorn2 ;

  • h.

    VAT-kosten: de kosten voor het maken van een contract, tekeningen en berekeningen, de apparaatskosten van een organisatie die betrokken zijn bij het project, onderzoeken en het houden van toezicht tijdens de uitvoering;

  • i.

    Proces- en onderzoekskosten: kosten voor proces- en of onderzoek welke nog nodig zijn om over te gaan tot de uitvoering van fysiek maatregelen van een project, dit project moet dan wel onder de voorwaarden van deze regeling voldoen;

  • j.

    De minimis verklaring: Verklaring ten aanzien van de in de drie aan de aanvraag voorafgaande fiscale jaren ontvangen de minimis-steun, met het oog op de toepassing van vrijstelling op grond van de de-minimisverordening (Verordening (EU) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU, L 352);

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan:

  • a.

    Het Hoogheemraadschap Rijnland en het Waterschap Amstel, Gooi en Vechtstreek;

  • b.

    De gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Amsterdam, Haarlemmermeer en Uithoorn;

  • c.

    Recreatie Noord-Holland, alsmede de daaronder vallende het recreatieschappen (zoals Groengebied Amstelland);

  • d.

    Terrein beherende organisaties;

  • e.

    Verenigingen en stichtingen, die de behartiging van recreatieve, cultuurhistorische en natuurbelangen als hoofddoelstelling hebben;

  • f.

    Vervoersregio Amsterdam.

Artikel 3

  • 1.

    Subsidie kan worden verstrekt voor uitvoering van fysieke maatregelen, die als hoofddoel bijdragen aan ten minste één van de onderstaande doelstellingen:

    • a.

      Het versterken van de natuur waarden of bijzondere landschappelijke waarden van de Westeinderscheg;

    • b.

      Het verbeteren van de vindbaarheid of de zichtbaarheid van Westeinderscheg;

    • c.

      Het verbeteren van de recreatieve bereikbaarheid van de Westeinderscheg;

    • d.

      Het versterken van de beleefbaarheid van de Westeinderscheg;

    • e.

      Het versterken van de herkenbaarheid van de Westeinderscheg.

  • 2.

    In aanvulling op lid 1 dienen de maatregelen tevens bij te dragen aan ten minste één van de onderstaande doelstellingen:

    • a.

      Ontwikkeling en behoud van waardevolle en aantrekkelijke (agrarische) landschappen.

    • b.

      Behoud en versterking van de biodiversiteit;

    • c.

      Toename van recreatie in het groen;

Artikel 4

Gedeputeerde staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

Artikel 5

Bij subsidies tot en met € 10.000,- gaat geen subsidieverlening aan de subsidievaststelling vooraf.

Artikel 6

  • 1. Een aanvraag om subsidie bevat tenminste:

    • a.

      een begroting van de kosten van de activiteit;

    • b.

      een financieringsplan van de kosten van de activiteit, inclusief schriftelijk bevestigde/ verleende of aangevraagde subsidies van derden;

    • c.

      een projectplan met een voorlopig of definitief ontwerp en planning;

    • d.

      een kopie van de aanvraag omgevingsvergunning en eventuele overige vergunningen, voor zover deze voor de uitvoering van het project noodzakelijk zijn;

    • e.

      een door de aanvrager opgestelde toelichting waarin is aangegeven op welke wijze het project voldoet aan de in artikel 2 omschreven doelstellingen;

    • f.

      een plan waarin is aangegeven hoe na voltooiing van de activiteit beheer en onderhoud zijn geborgd;

    • g.

      een deminimis verklaring, voor zover de aanvrager een organisatie is als bedoeld in artikel 3 onder c, d en e;

  • 2. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

Artikel 7

  • 1. Gedeputeerde staten kunnen jaarlijks een subsidieplafond vaststellen voor de activiteiten genoemd in artikel 3, alsmede de periode waarbinnen aanvragen kunnen worden ingediend.

  • 2. Aanvragen die buiten de in het eerste lid genoemde periode worden ontvangen, worden geweigerd.

Artikel 8

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het derde lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 9

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    met de uitvoering van de activiteit is begonnen voordat de aanvraag is ingediend;

  • b.

    de activiteit niet plaatsvindt in en rondom de Westeinderscheg, zoals begrensd op de in artikel 1, onder c genoemde kaart;

  • c.

    voor dezelfde activiteit subsidie is of kan worden verkregen op grond van de Uitvoeringsregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Noord-Holland.

Artikel 10

  • 1. Voor subsidie komen in aanmerking de kosten voor de realisatie van fysieke maatregelen, inclusief de kosten van Voorbereiding, Administratie en Toezicht (VAT) tot maximaal 17% van de totale projectkosten.

  • 2. Bij projecten waarvan de totale subsidiabele kosten minder bedragen dan € 10.000,- komen naast de in het eerste lid genoemde kosten ook proces- en onderzoekskosten voor subsidie in aanmerking.

Artikel 11

Geen subsidie wordt verstrekt voor de volgende kosten:

  • a.

    Exploitatiekosten;

  • b.

    Voorbereidingskosten, anders dan de in de leden 1 en 2 van artikel 10 genoemde kosten van Voorbereiding, Administratie en Toezicht en de proces- en onderzoekskosten;

  • c.

    Interne loonkosten;

  • d.

    Kosten die worden gemaakt ten behoeve van aankoop van onroerend goed;

  • e.

    Kosten van grondverwerving, vervangingsinvesteringen of investeringen in materieel waarbij de afschrijving buiten de projectperiode plaatsvindt;

  • f.

    Kosten voor rente, leges, juridische bijstand, boetes en accountancy;

  • g.

    Bureaukosten;

  • h.

    Beheer- en exploitatiekosten;

  • i.

    Verrekenbare of te compenseren BTW.

Artikel 12

  • 1. De subsidie op grond van deze uitvoeringsregeling bedraagt 75% van de subsidiabele kosten tot een maximum van € 150.000,- per activiteit als bedoeld in artikel 3, eerste lid.

  • 2. Indien toepassing van het eerste lid zou leiden tot het overtreden van het verbod op het geven van staatssteun in de zin van artikel 107, eerste lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wordt het subsidiebedrag in afwijking van het eerste lid zodanig vastgesteld dat het totaal van alle subsidies voor de activiteit niet hoger is dan het bedrag dat op grond van de toepasselijke vrijstellingsverordening verstrekt mag worden.

Artikel 13

De subsidieontvanger is verplicht om de gesubsidieerde activiteit gedurende vijf jaren na de datum van vaststelling van de subsidie geen belangrijke wijziging te doen ondergaan die de aard van de gesubsidieerde activiteit raken.

Artikel 14

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling van de subsidie wordt ingediend binnen 13 weken na het tijdstip waarop de activiteit overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening moet zijn voltooid.

  • 2. Gedeputeerde staten stellen voor de aanvraag als bedoeld in het eerste lid een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/subsidies.

  • 3. Gedeputeerde staten beslissen binnen 16 weken na ontvangst van de aanvraag om vaststelling van de subsidie.

  • 4. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

Artikel 15

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij is geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie landschapsontwikkeling Westeinderscheg Noord-Holland 2021.

Ondertekening

Haarlem, 6 juli 2021.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland,

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris.

BIJLAGE A

afbeelding binnen de regeling