Beleidsregel handhaving verkeerd aanbieden afval

Geldend van 15-07-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel handhaving verkeerd aanbieden afval

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel;

overwegende:

  • -

    dat huishoudelijke afvalstoffen die verkeerd worden aangeboden zorgen voor vervuiling, overlast en verloedering;

  • -

    dat het verkeerd aanbieden van afval in strijd is met de Afvalstoffenverordening en het daarop gebaseerde Uitvoeringsbesluit;

  • -

    dat op grond van artikel 125 van de Gemeentewet en de afdelingen 5.3.1 en 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht, het college in het kader van de bestuurlijke handhaving bevoegd is tot het opleggen van een last onder bestuursdwang en een last onder dwangsom;

  • -

    dat gezien de negatieve gevolgen van het verkeerd aanbieden van afvalstoffen een spoedeisend belang gemoeid is met de directe verwijdering van verkeerd aangeboden afvalstoffen en de gemeente daarom gebruik maakt van de toepassing van spoedbestuursdwang;

  • -

    dat de wens bestaat herhaaldelijke overtreders strenger te straffen door het opleggen van een (preventieve) last onder dwangsom;

gelet op:

  • -

    de Gemeentewet, artikelen 125 en 160 eerste lid sub a;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4:81, en afdeling 5.3.1 en 5.3.2.;

  • -

    de Afvalstoffenverordening gemeente Capelle aan den IJssel;

  • -

    het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening gemeente Capelle aan den IJssel,

besluit:

vast te stellen de Beleidsregel handhaving verkeerd aanbieden afval.

Artikel 1 Handhaving heterdaad

Bij het onjuist aanbieden van (huishoudelijke) afvalstoffen wordt de volgende beleidslijn in acht genomen:

  • 1.

    Indien een overtreding op heterdaad wordt geconstateerd, zal de toezichthouder een waarschuwing of boete geven. Dit hangt af van de omstandigheden en zal door de toezichthouder ter plaatse worden bepaald. De overtreder krijgt de kans om de verkeerd ter inzameling aangeboden afvalstoffen binnen een korte redelijke begunstigingstermijn op de juiste wijze af te voeren.

  • 2.

    Wanneer de overtreder weigert om de afvalstoffen binnen de begunstigingstermijn op juiste wijze af te voeren, zal spoedeisende bestuursdwang worden toegepast.

Artikel 2 Handhaving niet heterdaad

  • 1. Spoedeisende bestuursdwang zal direct worden toegepast bij het niet op heterdaad constateren van afvalstoffen die onjuist zijn aangeboden. Gelet op het spoedeisend belang worden overtreders bij niet heterdaad situaties niet in de gelegenheid gesteld om vooraf een zienswijze in te dienen en wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast zonder begunstigingstermijn.

  • 2. Bij recidive wordt er opnieuw spoedeisende bestuursdwang toegepast.

Artikel 3 Toezending beschikking

De beschikking tot oplegging van spoedeisende bestuursdwang, gebaseerd op een door een toezichthouder opgesteld rapport van bevindingen met daarin opgenomen foto’s van de geconstateerde overtreding, wordt na het ongedaan maken van de overtreding zo spoedig mogelijk door de gemeente aan de overtreder toegezonden.

Artikel 4 Last onder dwangsom

  • 1. Bij recidive binnen twee jaar wordt er, naast de toepassing van spoedeisende bestuursdwang, ook een preventieve last onder dwangsom opgelegd van € 500,- per overtreding, welke bij een derde en volgende overtreding van rechtswege wordt verbeurd.

  • 2. Bij niet betaling van deze kosten vindt invordering van het bedrag plaats overeenkomstig het bepaalde in titel 4.4 (bestuurlijke geldschulden) van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5 Kostenverhaal

Bij spoedeisende bestuursdwang als bedoeld in artikel 1 en 2 van deze beleidsregel worden door het college van burgemeester en wethouders de kosten verhaald op de overtreder als bedoeld in artikel 5:25 Algemene wet bestuursrecht, tenzij de overtreder aannemelijk kan maken dat hij/zij geen wettelijk voorschrift heeft overtreden.

Artikel 6 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de dag na bekendmaking hiervan.

Artikel 7 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: “Beleidsregel handhaving verkeerd aanbieden afval”.

Ondertekening

Capelle aan den IJssel, 6 juli 2021

het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

A.L. Duijmaer van Twist

de burgemeester,

mr. P. Oskam

Toelichting

In de gemeente Capelle aan den IJssel wordt regelmatig afval op een verkeerde manier aangeboden. Er wordt bijvoorbeeld een vuilniszak naast een container of in een verkeerde container geplaatst, of grofvuil wordt aan de weg geplaatst zonder afspraak. Dit zorgt voor verspreiding van afval, trekt ongedierte aan en heeft nadelige gevolgen voor het milieu. Daarom krijgen overtreders een last onder spoedbestuursdwang opgelegd. Dit houdt in dat het afval wordt verwijderd en afgevoerd door de gemeente, op kosten van de overtreder. Het algemene belang bij een schone leefomgeving is groot. Daarnaast is het bekend dat afval, meer afval aantrekt. Hierdoor wordt de vervuiling en het gevaar voor de volksgezondheid vergroot. Tegen het onjuist aanbieden van afval wordt daarom streng opgetreden.

Artikel 1 Handhaving heterdaad

Bij heterdaad situaties wordt aan de overtreder een korte redelijke begunstigingstermijn toegekend waarin de overtreder het afval alsnog op de juiste wijze kan afvoeren. Wanneer de overtreder weigert om het afval binnen de begunstigingstermijn op juiste wijze af te voeren, wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast.

De wettelijke basis voor het opleggen van een last onder bestuursdwang is de afdeling 5.3.1. van de Awb. In artikel 125 van de Gemeentewet staat dat het gemeentebestuur bevoegd is tot oplegging van een last onder bestuursdwang. Op grond van artikel 5:31 van de Awb is het bestuursorgaan bevoegd om in spoedeisende gevallen direct bestuursdwang toe te passen zonder een voorafgaande last en zonder het verlenen van een begunstigingstermijn. Spoedeisende bestuursdwang wordt toegepast ter onmiddellijke beëindiging van overtredingen van de Afvalstoffenverordening, wanneer afval verkeerd wordt aangeboden.

Artikel 2 Handhaving niet heterdaad

Gelet op het spoedeisend belang worden overtreders bij niet heterdaad situaties niet in de gelegenheid gesteld om vooraf een zienswijze in te dienen en wordt spoedeisende bestuursdwang toegepast zonder begunstigingstermijn.

Wanneer er sprake is van plaatsing van grofvuil, kan er eerst een buurtonderzoek worden ingesteld om de overtreder te achterhalen. Wanneer spoedeisende bestuursdwang wordt toegepast, wordt het afval afgevoerd naar het gemeentelijke afvalbrengstation. Door toezichthouders wordt dit onderzocht op de aanwezigheid van (persoons)gegevens om de herkomst te kunnen achterhalen.

Artikel 3 Toezending beschikking

Indien er persoonsgegevens worden gevonden, maakt de toezichthouder een rapportage op, en wordt het toepassen van bestuursdwang op schrift gesteld. Dit wordt zo spoedig mogelijk aan de overtreder toegezonden.

Bezwaar kan worden gemaakt tegen het besluit tot toepassen van spoedeisende bestuursdwang binnen zes weken na dagtekening van het besluit. Bij de bezwaar- en beroepsprocedure worden de procedurele waarborgen uit de Awb in acht genomen.

Artikel 4 Last onder dwangsom

Bij een tweede overtreding binnen twee jaar door dezelfde overtreder zal opnieuw spoedeisende bestuursdwang worden toegepast en worden de kosten opnieuw verhaald op de overtreder. Vervolgens krijgt de overtreder een vooraankondiging last onder dwangsom toegestuurd. Daarin staat aangegeven dat de gemeente van plan is een dwangsom van € 500 op te leggen bij elke volgende overtreding. De overtreder krijgt de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Vervolgens kan de preventieve dwangsom opgelegd worden, die bij een derde en volgende overtreding direct wordt verbeurd. Op deze manier worden herhaaldelijke overtreders strenger gestraft.

Artikel 5 Kostenverhaal

In de regel gaan bestuursdwang en kostenverhaal samen. Uit de artikelen 5:24, derde lid, en 5:25 eerste en tweede lid, van de Awb volgt dat de last onder bestuursdwang aan de overtreder bekend wordt gemaakt en dat in de bestuursdwangbeschikking wordt aangezegd dat de kosten voor de

toepassing op die overtreder zullen worden verhaald, tenzij de kosten redelijkerwijs niet of niet geheel voor zijn last hoort te komen.

Artikel 5:25 zesde lid van de Awb bepaalt dat het bestuursorgaan de hoogte van de te verhalen kosten vaststelt. De gemeente heeft dus de vrijheid om het bedrag voor toepassing van spoedeisende bestuursdwang te bepalen, waarbij het te verhalen bedrag niet hoger mag zijn dan de maximaal gemaakte kosten. Onder de kosten worden begrepen de kosten verbonden aan de voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze kosten zijn gemaakt na het tijdstip waarop de eventuele begunstigingstermijn is verstreken.

De verplichting tot betaling van de kosten wordt bij beschikking vastgesteld. In deze beschikking wordt in ieder geval het te betalen bedrag vermeld, en de termijn waarbinnen de betaling dient plaats te vinden. Deze invorderingsbeschikking is een besluit in de zin van de Awb, waar bezwaar en beroep voor open staat. Indien de overtreder niet betaalt, zal een aanmaning worden verstuurd, waar extra kosten voor worden berekend. De overtreder dient dan binnen twee weken te betalen. Wanneer ook dan niet wordt betaald kan een dwangbevel worden uitgevaardigd overeenkomstig de bepalingen in afdeling 4.4.4, bestuurlijke geldschulden van de Awb.

Artikel 6 en 7

Deze artikelen spreken voor zich.