Regeling vervalt per 01-01-2028

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 6 juli 2021, nr. 1612586/1612587, houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor activiteiten die leiden tot het verbeteren van de kleine infrastructuur op het gebied van waterrecreatie (Uitvoeringsregeling subsidie waterrecreatie: kleine voorzieningen en diensten Noord-Holland 2021)

Geldend van 08-05-2024 t/m 31-12-2027

Intitulé

Besluit van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland van 6 juli 2021, nr. 1612586/1612587, houdende regels omtrent het verstrekken van subsidie voor activiteiten die leiden tot het verbeteren van de kleine infrastructuur op het gebied van waterrecreatie (Uitvoeringsregeling subsidie waterrecreatie: kleine voorzieningen en diensten Noord-Holland 2021)

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Overwegende dat het wenselijk is om subsidie te verstrekken voor activiteiten die leiden tot het verbeteren van de kleine infrastructuur op het gebied van waterrecreatie in Noord-Holland alsmede het versterken van de kwantiteit en de kwaliteit van de non-professionele dienstverlening in de waterrecreatiesector;

Besluiten vast te stellen:

Uitvoeringsregeling subsidie waterrecreatie: kleine voorzieningen en diensten Noord-

Holland 2021

Artikel 1

Op deze regeling is titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstige toepassing.

Artikel 2

Subsidie wordt verstrekt aan privaatrechtelijke en publiekrechtelijke rechtspersonen.

Artikel 3

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten in de provincie Noord-Holland:

  • a.

    kleine voorzieningen ten behoeve van waterrecreatie:

    • 1.

      het realiseren van kano(-overstap)steigers en het aanbrengen van bebording voor kanovaren;

    • 2.

      het realiseren van visplekken;

    • 3.

      het maken en aanbrengen van informatieborden, het aanschaffen en aanbrengen van belijning als scheiding tussen recreatieve gebruikersgroepen, het obstakelvrij maken van nieuwe locaties en het uitvoeren van zandsuppleties ter verondieping van de eerste waterzone voor durfsporten;

    • 4.

      het realiseren van openbare aanlegplekken voor de watersport, inclusief de bebording ter plaatse van die aanlegplek waaruit blijkt dat maximaal 24 uren aangelegd kan worden;

    • 5.

      het aanpassen of realiseren van trailerhellingen, voor het te water laten van pleziervaartuigen, inclusief de bij de trailerhelling behorende voorzieningen, zoals parkeerplaatsen voor het laden en lossen van vaartuigen en informatieborden;

    • 6.

      het leveren en aanbrengen van bebording voor recreatieve vaarroutenetwerken;

    • 7.

      voor de toegankelijkheid tot waterrecreatievoorzieningen van minder validen aanschaffen, aanbrengen of aanpassen van faciliteiten die het gebruik voor waterrecreatie (beter) mogelijk maken.

  • b.

    diensten ten behoeve van de waterrecreatie:

    • 1.

      het opleiden van vrijwilligers voor brug- of sluisbediening;

    • 2.

      het leveren van een bijdrage in de kosten van voorbereiding en uitvoering van maatschappelijke acties gericht op het inzamelen van zwerfafval op, in of rond recreatief (vaar)water.

Artikel 4

Een aanvraag om subsidie bevat ten minste:

  • a.

    een begroting van de kosten van de activiteit;

  • b.

    een financieringsplan van de kosten van de activiteit;

  • c.

    een inhoudelijke beschrijving van de activiteit alsmede een beschrijving van de wijze waarop het met de activiteit beoogde doel wordt gerealiseerd;

  • d.

    een planning van de uitvoering van de activiteit.

Artikel 5

  • 1. Een aanvraag om subsidie is tijdig ingediend indien de aanvraag is ontvangen binnen de periode, bedoeld in artikel 6.

  • 2. Een aanvraag die buiten de in het eerste lid genoemde periode wordt ontvangen, wordt geweigerd.

  • 3. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag om subsidie.

  • 4. Per aanvrager wordt één aanvraag om subsidie per kalenderjaar in behandeling genomen.

    [Artikel 5 lid 4 bevat een kennelijke verschrijving, hier wordt bedoeld: Per aanvrager wordt één aanvraag om subsidie per kalenderjaar gehonoreerd.]

Artikel 6

Gedeputeerde Staten stellen een subsidieplafond en de periode waarbinnen de aanvragen kunnen worden ingediend, vast.

Artikel 7

  • 1. Aanvragen om subsidie worden behandeld op volgorde van ontvangst.

  • 2. Wanneer een aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld.

  • 3. Indien meerdere aanvragen op dezelfde dag worden ontvangen en door honorering van deze aanvragen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de aanvraag met de hoogste projectkosten als eerste in behandeling genomen.

  • 4. Indien toepassing van het vorige lid er toe leidt dat aanvragen gelijk eindigen, wordt rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 8

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    de activiteit financieel niet haalbaar is;

  • b.

    de uitvoering van de activiteit is gestart voordat de aanvraag is ontvangen;

  • c.

    de activiteit niet openbaar toegankelijk is;

  • d.

    voor activiteiten genoemd onder artikel 3, eerste lid, onder a geen verklaring omtrent het beheer en onderhoud is overgelegd voor de gesubsidieerde activiteit voor tenminste vijf jaren.

Artikel 9

  • 1. Subsidie wordt verstrekt voor de kosten die naar het oordeel van gedeputeerde Staten direct samenhangen met de uitvoering van de activiteit, alsmede:

    • a.

      voor de activiteiten genoemd in artikel 3, onder a:

      • a)

        Staartkosten tot ten hoogste 20% van de directe bouwkosten van de activiteit:

      • b)

        VAT-kosten tot ten hoogste 16% van de totale directe en indirecte bouwkosten van de activiteit.

    • b.

      voor de activiteiten genoemd in artikel 3, onder b:

      • a)

        cursuskosten voor het opleiden van vrijwilligers;

      • b)

        kosten van de aanschaf van persoonlijke materialen die nodig zijn voor het uitoefenen van de functie door de vrijwilliger voor de brug of sluisbediening.

  • 2. Subsidie wordt niet verstrekt voor de kosten van:

    • a.

      regulier beheer en onderhoud van de gesubsidieerde activiteit;

    • b.

      leges;

    • c.

      personele en huisvestingskosten van de aanvrager, die niet direct samenhangen met de uitvoering van de activiteit, en;

    • d.

      compensatie van vrijwilligersvergoedingen;

    • e.

      Indien het een aanvraag om subsidie, genoemd in artikel 3, onderdeel b, subonderdeel 2, betreft, de voorbereiding en uitvoering van de feitelijke werkzaamheden door andere partijen dan de aanvrager.

Artikel 10

  • 1. De subsidie bedraagt 50 % van de subsidiabele kosten tot maximaal € 50.000,- voor de activiteiten genoemd in artikel 3, onder a.

  • 2. De subsidie voor de activiteiten, genoemd in artikel 3, onderdeel b, bedraagt 100% van de subsidiabele kosten tot maximaal € 6.000,-.

  • 3. Gedeputeerde Staten verstrekken geen subsidies van minder dan € 5.000,-.

  • 4. Bij subsidies van minder dan € 10.000,- wordt volstaan met subsidievaststelling zonder voorafgaande subsidieverlening.

Artikel 11

  • 1. Aan de subsidieontvanger wordt de verplichting opgelegd om bij een subsidieverlening op grond van artikel 3, onder b, een rapportage in te dienen waarin verslag wordt gedaan van het behaalde resultaat van het projectdoel zoals dat is beschreven in het plan van aanpak.

  • 2. In de beschikking tot subsidieverlening kunnen nadere verplichtingen worden opgelegd

Artikel 12

  • 1. Een aanvraag tot vaststelling wordt ingediend binnen 13 weken na voltooiing van de activiteit.

  • 2. Indien de subsidieontvanger een gemeente, of een openbaar lichaam dat is ingesteld op grond van hoofdstuk I, II of IV van de Wet gemeenschappelijke regelingen is, wordt de aanvraag tot vaststelling van de subsidie ingediend uiterlijk 1 augustus van het jaar volgend op het jaar waarin de activiteit is voltooid.

  • 3. Gedeputeerde Staten stellen voor de aanvraag tot vaststelling een formulier beschikbaar op www.noord-holland.nl/Loket/Subsidies.

  • 4. Gedeputeerde Staten beslissen binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Artikel 13

  • 1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin zij wordt geplaatst.

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2028.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling subsidie waterrecreatie: kleine voorzieningen en diensten Noord-Holland 2021.

Ondertekening

Haarlem, 6 juli 2021.

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

A.Th.H. van Dijk, voorzitter.

R.M. Bergkamp, provinciesecretaris