Subsidieregel amateurkunst, volkscultuur en culturele projecten

Geldend van 10-07-2021 t/m heden

Intitulé

Subsidieregel amateurkunst, volkscultuur en culturele projecten

Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van 8 juni 2021;

gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening 2020 van de gemeente Venlo, zoals vastgesteld tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 19 februari 2020;

overwegende, dat overwegende dat de geldende subsidieregel Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele projecten, vastgesteld op 6 mei 2020, op een aantal punten wordt herzien;

besluiten:

Tot vaststellen van de Subsidieregel Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele projecten.

Artikel 1 Naam

Subsidieregel Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele projecten

Artikel 2 Grondslag

De subsidieregel vindt zijn grondslag in artikel 3 van de Algemene subsidieverordening Venlo 2020 (hierna: ASV Venlo 2020)

Artikel 3 Beleidskader/-doelstellingen en uitgangspunten

  • 1.

    Doel van deze subsidieregeling is tweeledig:

    • a.

      De aanvrager biedt laagdrempelig gelegenheid tot deelname aan kunstzinnige en culturele activiteiten en genereert daarmee ook een maatschappelijke meerwaarde. De organisatie zet zich in voor de samenleving. Dat betekent concreet dat naast het feit dat leden in gezamenlijkheid hun hobby beoefenen, de vereniging ook activiteiten uitvoert waardoor inwoners, wijkbewoners, of bijzondere doelgroepen kunnen genieten van de verenigingsactiviteiten en/of zelfs kunnen deelnemen.

    • b.

      De aanvragers worden gestimuleerd om samen met andere verenigingen, stichtingen, scholen, organisaties, culturele instellingen en/of dorps- en wijkcentra activiteiten, initiatieven of projecten te ontwikkelen met als doel om te komen tot meer verbinding en samenwerking, meer verbeelding en innovatie en meer bundeling van verschillende competenties.

  • 2.

    Uitgangspunten

Op basis van de cultuurvisie, en de daarin opgenomen ‘bouwstenen’ Amateurkunst, Volkscultuur en Projectsubsidies, zijn onderstaande uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot het subsidiëren van verenigingen, stichtingen en projecten op het gebied van kunst en cultuur.

Deze subsidieregel wil bevorderen dat:

  • De kwaliteit van kunst- en cultuuractiviteiten gewaarborgd wordt;

  • De toegankelijk van kunst- en cultuur gewaarborgd wordt;

  • Aanvragers zich gesteund weten de jeugd te interesseren en aan zich te binden (kennismaking en talentontwikkeling);

  • Aanvragers zich aangemoedigd voelen om zich artistiek en/of organisatorisch verder te ontwikkelen;

  • Nieuwe verbindingen en samenwerkingen worden aangegaan;

  • De beoefening van kunst en cultuur ook van maatschappelijke meerwaarde is, zowel voor de eigen leden en deelnemers als voor derden;

  • Aanvragers uittreden als de pit er uit is en plaats maken voor nieuwe toetreders en nieuwe genres.

Artikel 4 Definities

  • a.

    Amateurkunst: deelname aan kunst- en cultuuractiviteiten zonder beroepsmatig karakter. De meest voorkomende rechtspersoon is die van vereniging (met leden en een jaarlijkse contributie). In Venlo onderscheiden we o.a. muziek-, zang-, dans-, theater-, toneel- beeldende en literaire activiteiten.

  • b.

    Volkscultuur: alle collectieve, al of niet traditionele uitingen van het (gewone) volksleven, vaak gekend als gebruiken, steeds onder verwijzing naar traditie, verleden en nationale, regionale of lokale identiteiten, en onderdeel van het cultureel erfgoed. Omdat elke generatie haar eigen keuzes maakt, is volkscultuur een dynamisch fenomeen. De meest voorkomende rechtspersoon is die van stichting (geen leden en geen contributie) en het meest voorkomende bereik is een specifiek dorp of stadsdeel.

  • c.

    Stadsdeel: een geografisch onderdeel van de gemeente, onderverdeeld in wijken of buurten, volgens de CBS-wijk- en buurtindex.

  • d.

    Wijk: deel van een stad of dorp, volgens de CBS-wijk- en buurtindex.

  • e.

    Buurt: deel van een wijk, volgens de CBS-wijk- en buurtindex.

  • f.

    Aandachts-groep / specifieke doelgroep: een groep die aandacht behoeft vanwege het feit dat zij achtergesteld is op basis van inkomen, ras of als gevolg van een beperking en daarom extra steun, zorg en aandacht nodig heeft met als doel dat iedereen kan meedoen in de samenleving in de meeste brede zin.

  • g.

    Maatschappelijke partners/-organisaties: organisaties die gepositioneerd zijn tussen overheid, markt en gemeente, die bijdragen aan een goed leefklimaat waarin burgers, veilig, gezond en vertrouwd kunnen leven; zij zijn vaak ontstaan uit maatschappelijk initiatief en zetten zich in voor de publieke zaak

  • h.

    Cultureel ondernemers: rechtspersonen (ook die met winstoogmerk) of rechtsvormen die aantoonbaar werkzaam zijn in of voor de Venlose culturele en creatieve sector en als zodanig vanaf eind 2019 of eerder staan ingeschreven bij de kamer van koophandel.

Artikel 5 Doelgroep Subsidies

De subsidieregel heeft betrekking op rechtspersonen zonder winstoogmerk en cultureel ondernemers die door middel van hun activiteiten een substantiële bijdrage leveren aan culturele sector in Venlo en de ambities zoals opgenomen in de cultuurvisie.

Artikel 6 Aanvraagprocedure

  • 1.

    Ten behoeve van de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van het daartoe bestemde digitale aanvraagformulier;

  • 2.

    Bij de aanvraag worden, in aanvulling op het bepaalde in artikel 7 lid 2 en verder van de ASV Venlo 2020, de volgende gegevens overgelegd:

    • a.

      een jaarrekening waaruit de omvang van het eigen vermogen van de aanvrager blijkt.

    • b.

      In geval de aanvraag betrekking heeft op een stimuleringssubsidie: een uitgewerkt projectplan. Dit projectplan voldoet aan de eisen die de ASV Venlo 2020 stelt aan een activiteitenplan.

  • 3.

    Een aanvrager kan zowel een structurele subsidie als een stimuleringssubsidie aanvragen.

  • 4.

    Ook aanvragers die geen structurele subsidie ontvangen kunnen een aanvraag indienen voor een stimuleringssubsidie.

Artikel 7 Subsidiesoorten

Deze regeling kent de volgende subsidiesoorten:

  • a.

    Structurele subsidie.

  • b.

    Stimuleringssubsidie: eenmalige subsidie.

Artikel 8 Voorwaarden / verplichtingen om voor subsidie in aanmerking te komen

  • 1.

    Algemene subsidiecriteria

    • a.

      De organisatie voldoet aan de criteria zoals vermeld in de ASV Venlo 2020.

  • 2.

    Specifieke subsidiecriteria structurele subsidies

    Om voor structurele subsidie in aanmerking te komen dient de aanvrager:

    • a.

      een rechtspersoon zonder winstoogmerk te zijn die gedurende ten minste 1 jaar voorafgaand aan de indiening van de aanvraag actief is op het gebied van kunst en cultuur;

    • b.

      gevestigd en werkzaam te zijn in de gemeente Venlo;

    • c.

      in het geval van een vereniging, tenminste 20 leden te hebben en in het geval van een stichting een bereik van tenminste 20 actieve deelnemers te hebben;

    • d.

      naast subsidie, contributie of het heffen van een eigen bijdrage ook andere middelen te verwerven voor de uitvoering van activiteiten;

    • e.

      bij de subsidieaanvraag moet duidelijk worden aangegeven op welke uitgangspuntenpunten, zoals genoemd in artikel 3 lid 2 de aanvrager de meeste nadruk wil leggen en op welke wijze dat in de activiteit gerealiseerd wordt;

    • f.

      indien van toepassing, inzicht te geven in de opleidingskosten van jeugdleden;

    • g.

      indien de organisatie professionele begeleiding inzet, inzicht te geven in de kosten voor de inzet van professionele begeleiding.

3. Specifieke subsidiecriteria stimuleringssubsidies

  • a.

    Een stimuleringssubsidie betreft een eenmalige subsidie;

  • b.

    Om voor een stimuleringssubsidie in aanmerking te komen dient de aanvrager een rechtspersoon zonder winstoogmerk of cultureel ondernemer te zijn.

  • c.

    Stimuleringssubsidies hebben betrekking op eenmalige projecten die een toegevoegde waarde hebben ten opzichte van de structureel gesubsidieerde activiteiten.

  • d.

    Een stimuleringssubsidie kan worden aangevraagd als aanvulling op de structurele subsidie maar kan ook worden aangevraagd door rechtspersonen die geen gebruik maken van een structurele subsidie.

  • e.

    De stimuleringssubsidie heeft betrekking op projecten die plaatsvinden in Venlo of projecten die een meerwaarde creëren voor Venlo.

  • f.

    Om in aanmerking te komen voor een stimuleringssubsidie moet het project aansluiten bij tenminste drie van de vier op de cultuurvisie gebaseerde criteria:

    • i.

      Sociaal: het project heeft een culturele en/of maatschappelijke meerwaarde en bereikt nieuwe doelgroepen en/of nieuw publiek;

    • ii.

      Artistiek: de inhoudelijke/ artistieke activiteiten dragen bij aan vernieuwing en/of kwaliteitsverbetering en vergroten het artistieke en/of culturele bereik;

    • iii.

      Co-creatie: het project komt tot stand in samenwerking met andere verenigingen, stichtingen en/of maatschappelijke partners met een substantiële eigen inbreng;

    • iv.

      Waarde-creatie: het eindresultaat draagt (duurzaam) bij aan nieuwe verbindingen, nieuwe verbeelding en/of nieuwe competenties.

  • g.

    Het project moet binnen een jaar na ontvangst van de subsidie worden gestart en daarna binnen een jaar worden afgerond.

Artikel 9 Liquidatie, splitsing, fusie of faillissement

  • Een subsidieontvanger informeert het college terstond over het voornemen een fusie aan te gaan, dan wel de organisatie te liquideren of te splitsen. Deze informatieplicht geldt ook als surseance van betaling of een faillissement aanstaande is.

  • Verleende subsidies worden bij liquidatie, splitsing of fusie voor het nog niet gerealiseerde deel van het doel waarvoor subsidie is verleend terugbetaald aan de gemeente.

  • Bij liquidatie worden het batig saldo van de liquidatierekening en een overblijvend eigen vermogen, voor zover deze direct of indirect gevormd zijn met subsidies van de gemeente Venlo, door het college teruggevorderd.

  • Bij splitsing of fusie besluit het college, na overleg met de betrokken instellingen, over de bestemming van het eigen vermogen voor zover dat direct of indirect gevormd is met subsidies van de gemeente.

  • Het is de subsidieontvanger niet toegestaan om vrije reserves te vervreemden of onder te brengen bij gelieerde instellingen, behoudens voorafgaande schriftelijke goedkeuring van het college.

Artikel 10 De berekeningswijze van de subsidie(s)

  • 1.

    Het eigen vermogen van de organisatie mag in het jaar voorafgaande aan de aanvraag, maximaal 100% van de eigen begroting inclusief het aangevraagde subsidiebedrag, zijn. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd. Een uitzondering hierop zijn vermogensbestanddelen waarvoor expliciet bij bestuursbesluit van voor 31 december van het jaar voorafgaande aan de aanvraag, een duidelijk vastgestelde bestemming is aangegeven inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit dient gedateerd te zijn en te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering. De reserves dienen tevens te blijken uit de jaarrekening van het jaar voorafgaande aan de aanvraag. De bestemmingsreserves dienen in verband te staan met de doelstellingen/activiteiten van de organisatie, en dienen noodzakelijk en reëel te zijn.

  • 2.

    Wanneer de subsidie betrekking heeft op een bijdrage of tegemoetkoming ten aanzien van kosten van jeugdopleiding of professionele begeleiding, mag het hiervoor aangevraagde subsidiebedrag de daadwerkelijk gemaakte kosten niet overstijgen. Het meerdere wordt op de subsidie ingehouden/ gecorrigeerd.

  • 3.

    Er wordt in deze regeling een onderscheid gemaakt in de volgende categorieën

    • i.

      Amateurpodiumkunst: muziek, zang, dans (niet zijnde dansgarde), theater, toneel;

    • ii.

      Amateurkunst overig: beeldend, literair en geschiedkundig;

    • iii.

      Volkscultuur: o.a. kinderfeesten, carnaval, oranjeactiviteiten en herdenkingen;

    • iv.

      Culturele projecten in alle bovenstaande categorieën.

  • I.

    Amateurpodiumkunst (muziek, zang, dans, theater, toneel)

  • Een bedrag van € 100,- per actief jeugdlid of jeugddeelnemer t/m 23 jaar;

  • Een bedrag van € 100,- per actief lid of deelnemer die tot een aandachts-groep of specifieke doelgroep behoort;

  • Een vast bedrag per vereniging of stichting als bijdrage in de organisatiekosten van €500,-;

  • Een vereniging of stichting ontvangt vanaf 5 jeugdleden of jeugddeelnemers in opleiding een bedrag van € 500,- euro per jaar per jeugdlid als tegemoetkoming in de opleidingskosten tot een maximum van € 5.000,-;

  • Een bijdrage in de kosten voor de inzet van professionele begeleiding:

    • Theater / toneel / dans: € 50 per lid tot een max. van € 1.000,-

    • Zang: € 50 per lid tot een max. van € 2.000,-

    • Harmonie / Fanfare: € 50 per lid tot een max. van € 5.000,-

  • II.

    Amateurkunst overig (beeldend, literair en geschiedkundig)

  • Een bedrag van € 50,- per actief jeugdlid of jeugddeelnemer t/m 23 jaar;

  • Een bedrag van € 50,- per actief lid of deelnemer die tot een aandachts-groep of specifieke doelgroep behoort;

  • Een vast bedrag per vereniging of stichting als bijdrage in de organisatiekosten van €500,-;

  • Een vereniging of stichting ontvangt vanaf 5 jeugdleden of jeugddeelnemers in opleiding een bedrag van € 500,- euro per jaar per jeugdlid als tegemoetkoming in de opleidingskosten tot een maximum van €5.000,-.

  • III.

    Volkscultuur (o.a. kinderfeesten, carnavalsoptochten, oranjeactiviteiten en herdenkingen)

Kinderfeesten

  • Een vast bedrag van € 500,- als bijdrage in de organisatiekosten voor de organisatie van elk van de volgende kinderfeesten: Sinterklaasintocht, Sint Maartenfeest, Palmhöltje en Allerkinder;

  • Per kern of kerkdorp wordt slechts één organisatie gesubsidieerd.

Carnaval

  • Een vast bedrag van € 500,- als bijdrage in de organisatiekosten voor de carnavalsoptocht en/of activiteiten voor specifieke doelgroepen;

  • Een bedrag van € 50,- per deelnemer van een dansgarde voor de inzet van professionele leiding tot een maximum van € 1.000,-;

  • Een bedrag van € 50,- per actief jeugdlid t/m 23 jaar tot een maximum van € 2.000,-;

Oranjeactiviteiten

  • Voor het organiseren van activiteiten op Koningsdag: een vast bedrag van €500,- als bijdrage in de organisatiekosten;

  • Voor het organiseren van activiteiten op Bevrijdingsdag: een vast bedrag van €500,- als bijdrage in de organisatiekosten;

  • Specifieke activiteiten zoals de activiteiten m.b.t. gedecoreerden, Veteranen dag en dodenherdenking worden centraal door de gemeente Venlo georganiseerd en bekostigd, in overleg met de plaatselijke Oranjeverenigingen en oranjecomités.

  • Per kern of kerkdorp wordt slechts één organisatie gesubsidieerd.

  • IV.

    Culturele projecten

  • Voor culturele projecten wordt een stimuleringssubsidie toegekend op basis van een projectplan met een begroting.

  • De bijdrage vanuit deze regeling is minimaal € 500,- en maximaal € 5.000,- per project.

Artikel 11 Wijze van uitbetaling / wijze bevoorschotting

  • 1.

    Subsidiebedragen tot € 10.000,-- worden in één keer betaald en wel voor 1 februari van het betreffende subsidiejaar.

  • 2.

    Subsidiebedragen van meer dan € 10.000,-- worden in twee termijnen bevoorschot en wel voor 1 februari en 1 juli van het betreffende subsidiejaar.

Artikel 12 Subsidieplafond en de wijze van verdeling van de subsidie in het geval van overschrijding

  • 1.

    Voor subsidies op basis van deze subsidieregel stelt het college van burgemeester en wethouders jaarlijks twee subsidieplafonds vast. De subsidieplafonds worden voor aanvang van elk subsidiejaar bekend gemaakt.

  • 2.

    Voor structurele subsidies geldt dat bij overschrijding van het subsidieplafond het beschikbare budget naar evenredigheid wordt verdeeld over de ingediende ontvankelijke aanvragen.

  • 3.

    Voor stimuleringssubsidies vindt de verdeling plaats op volgorde van binnenkomst van ontvankelijke aanvragen. De aanvraag wordt als compleet beschouwd wanneer aan alle indieningseisen is voldaan.

Artikel 13 Algemene subsidieverordening

Voor zover daarvan in deze subsidieregel niet wordt afgeweken, geldt de Algemene Subsidieverordening Venlo 2020 onverkort.

Artikel 14 Overgangsbepaling

  • 1.

    Deze subsidieregel is van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op het subsidietijdvak 2021 en verder. Voor andere verleningen blijft de oude subsidieregel van toepassing.

  • 2.

    Indien deze regeling tot een sterke afname van de subsidie leidt zal de gemeente met de aanvrager in gesprek gaan over een eventuele afbouwregeling.

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in artikel 10 lid 1, geldt voor aanvragen voor het jaar 2022, dat bestemmingsreserves expliciet bij bestuursbesluit van vóór 1 oktober 2021 duidelijk dienen te zijn vastgesteld inclusief vastgesteld plan van aanpak en tijdsplanning. Het bestuursbesluit is gedateerd en dient te blijken uit een verslag van een bestuursvergadering.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Het college kan in individuele gevallen een of meer bepalingen van deze regeling gemotiveerd buiten toepassing laten of daarvan gemotiveerd afwijken. Dit kan alleen gemotiveerd en in die gevallen dat de toepassing van die bepaling(en) een onwenselijk gevolg heeft, dat strijdig is met de doelstelling van deze subsidieregel.

Artikel 16 Slotbepaling inhoudende inwerkingtreding regel, intrekken oude en citeertitel

  • 1.

    Deze regel wordt aangehaald als “Subsidieregel Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele Projecten” en treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling komt de subsidieregel Amateurkunst, Volkscultuur en Culturele projecten, vastgesteld op 6 mei 2020, te vervallen.

Ondertekening

Venlo, 8 juni 2021

Burgemeester en wethouders van Venlo

de secretaris de burgemeester

Twan Beurskens Antoin Scholten