Regeling vervallen per 01-08-2022

Aanwijzingsbesluit krachtens artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (Aanwijzingsbesluit vast cameratoezicht juli 2021)

Geldend van 01-08-2021 t/m 31-07-2022

Intitulé

Aanwijzingsbesluit krachtens artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 (Aanwijzingsbesluit vast cameratoezicht juli 2021)

DE BURGEMEESTER VAN UTRECHT;

gehoord de beraadslaging met de driehoek;

overwegende dat:

• de burgemeester, indien dat in het belang van de handhaving van de openbare orde nodig is, bevoegd is om op basis van artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010 voor een bepaalde duur camera’s in te zetten ten behoeve van het toezicht op een openbare plaats;

• het cameratoezicht in de hierna genoemde straten en gebieden voldoet aan de eisen die artikel 151c van de Gemeentewet stelt aan het instellen van cameratoezicht (zoals kenbaarheid van cameratoezicht, proportionaliteit, subsidiariteit);

• de belangen van openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en van strafbare feiten in het onderhavige geval zwaarder wegen dan het individuele belang van de burgers (bescherming van de persoonlijke levenssfeer);

• de duur van de aanwijzing en de omvang van de gebieden proportioneel zijn in relatie tot het beoogde legitieme doel;

• het uitoefenen van voornoemde controlebevoegdheden in de bewuste gebieden een onderdeel is van een breder pakket aan maatregelen ter vergroting van leefbaarheid en veiligheid;

• aan het einde van voorgestelde periode van het vaste cameratoezicht een uitvoeringsplan zal worden opgesteld waaruit moet blijken of het cameratoezicht in genoemde gebieden dient te worden voortgezet;

• het maximaal aantal camera’s in Utrecht in 2018 door de gemeenteraad is vastgesteld op 75, waardoor het afbouwen van gebieden waar het toezicht vervalt en het invoeren van nieuwe gebieden gefaseerd plaatsvindt. Daarnaast zijn er 6 flexibele camera’s en 18 camera’s openbaar vervoer (CTOV) in het stationsgebied;

gelet op het bepaalde in artikel 151c van de Gemeentewet en artikel 2:5 van de Algemene plaatselijke verordening Utrecht 2010

BESLUIT het volgende:

Artikel I

Dat de volgende gebieden worden voor cameratoezicht aangewezen:

a. het gebied Kanaleneiland-noord, bestaande uit: Rooseveltlaan (vanaf Churchilllaan tot Peltlaan), Bernadottelaan, Auriollaan, Bevinlaan, Peltlaan, Marshalllaan, Trumanlaan, Spaaklaan, Van Heuven Goedhartlaan;

b. het gebied Kanaleneiland-zuid, bestaande uit: Marco Pololaan, Vasco da Gamalaan, deel Pizarrolaan;

c. het gebied Zuilen Oost, gelegen binnen de straten: Zwanenvechtlaan, Prinses Margrietstraat, dr. Max Euwestraat en Prinses Irenelaan;

d. het gebied Amsterdamsestraatweg, Amsterdamsestraatweg tussen Daalstraat en Korenbloemstraat, Anjelierstraat, tot aan Esdoornstraat, deel Fabriekstraat, Goudsbloemstraat, tot aan 2e Daalsedijk, Boorstraat, tot aan Spijkerstraat, deel 1e Daalsedijk, driehoek Tiendstraat/Kerkweg/Bethlehemweg, Mimosastraat tot aan Begoniastraat, Ondiep-zuidzijde tot aan Plantage, deel Egelantierstraat;

e. het gebied Overvecht Wolgadreef, bestaande uit Euterpedreef, Fortunadreef, Dianadreef, Wolgadreef, Medusadreef, Moldaudreef, Kronosdreef, Atlasdreef; en het gebied Gagelhof, gelegen tussen de straten: Gambiadreef, Bantoedreef, Oasedreef, Grote-Trekdreef, Pretoriadreef, Oranjerivierdreef, Kasaidreef, Zambesidreef, Kwangodreef.

f. het gebied Zandpad, volgt na uitvoering;

g. het gebied Lombok-Oost, bestaande uit: Wolff en Dekenplein, Vleutenseweg (tussen Bandoengstraat en Westplein, inclusief de kruising Westplein/Daalsetunnel/Vleutenseweg), Damstraat, Kanaalstraat (tussen J.P.Coenstraat en Westplein),Javastraat (tussen Vleutenseweg en Ceramstraat), Leidsche Rijn inclusief oevers, groenstroken en parken (tussen Timorkade en Westplein, inclusief hoek Leidsche Kade, tramhalte Van Sijpesteijnkade en kruising met Croeselaan), Leidseweg (tussen J.P.Coenstraat en Westplein), Westplein, Kanonstraat, Leidsekade (tussen Timorkade en Kanonstraat), J.J.A. Goeverneurstraat (tussen Vleutenseweg en J. Kinkerstraat), Javastraat (tussen Vleutenseweg en Ceramstraat), P.A. de Genestestraat (tussen Vleutenseweg en J. Kinkerstraat), Graadt van Roggenweg (tussen Westplein en ruim na de kruising met Croeselaan), Ceramstraat, Riouwstraat, Halmaherastraat;

h. het gebied rond stadion Galgenwaard, bestaande uit: Waterlinieweg, Stadionlaan, Herculesplein;

i. het gebied Binnenstad, bestaande uit: Westplein, Daalsetunnel, Catharijnekade, Vredenburg (inclusief de Sint Jacobsstraat tot de overbrugging met winkelcentrum La Vie), Lange Viestraat, Oudegracht, Jacobijnenstraat, Predikherenkerkhof, Breedstraat, Korte Lauwerstraat, Wijde Begijnestraat, Voorstraat, Boothstraat, Janskerkhof, Nobelstraat, Lange Jansstraat, Neude (met inbegrip van de zijstraat Kintgenshaven), Schoutenstraat, Korte Minrebroederstraat, Oudkerkhof, Janskerkhof, Wittevrouwensingel, Maliesingel, Achter Sint Pieter (tot Keistraat) Korte Jansstraat (tot en met de busbaan aan het Janskerkhof), Domstraat, Stadhuisbrug, Vismarkt, Servetstraat, Choorstraat, Lijnmarkt, Zadelstraat, Mariastraat, Mariaplaats, Mariahoek, Catharijnebaan, Moreelsepark, Laan van Puntenburg, Stationsplein (inclusief begin Adema van Scheltemabaan), denkbeeldige lijn van Stationsplein naar Jaarbeursplein, Jaarbeursplein, Croeselaan (tussen Westplein en Van Zijstweg), Mineurslaan, Van Sijpesteijnkade, Van Sijpesteijntunnel, Smakkelaarsveld, Nieuwe Daalstraat, Knipstraat, Leidseveer, Daalsesingel, Lange Koestraat (tussen Daalsesingel en Catharijnekade), Catharijnebaan (tussen Daalsetunnel en Mariaplaats), Rijnkade, Willemsplantsoen, Catharijnesingel (tussen Daalsesingel en Moreelsepark), Laan van Puntenburg, Herman Gorterstraat, Spoorstraat, Biltstraat (tussen Wittevrouwensingel en Kruisstraat), Wittevrouwensingel (vanaf Kruisstraat tot Sint Janshovenstraat), Wittevrouwenkade, Lange Jufferstraat (vanaf Lucasbolwerk tot Keizershof), Wittevrouwenstraat, Voorstraat (vanaf Wittevrouwenstraat tot aan Begijnesteeg), Plompetorengracht, Drift (vanaf Wittevrouwenstraat tot Janskerkhof), Nijntje pleintje, Van Asch van Wijckskade tussen Weerdbrug en van Asch van Wijkbrug deel 1e Achterstraat, Van Asch van Wijckskade tussen Weerdbrug en van Asch van Wijckbrug deel Oudegracht, deel Nieuwekade, Adelaarstraat (vanaf Bemuurde Weerd Oostzijde tot de kruising Hopakker / Merelstraat), Kaatstraat, Herenweg (vanaf einde Kaatstraat tot Monicahof) Bemuurde Weerd Oostzijde (Vanaf Flieruilensteeg tot Weerdsluis), Bemuurde Weerd Westzijde, (deels) Zeedijk (vanaf Kaatstraat); Gebied park Lepelenburg gelegen tussen de straten Herenbrug, Maliesingel, Bruntenhof en Lepelenburg.

Artikel II

dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2021 en geldt tot 1 augustus 2022.

Artikel III

dit besluit wordt aangehaald als Aanwijzingsbesluit vast cameratoezicht juli 2021.

Sharon A.M. Dijksma

Ondertekening

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 5 juli 2021,

de burgemeester van Utrecht,

Bezwaarclausule

Vindt u het besluit om bepaalde reden onjuist?

Als u vindt dat het besluit onjuist is, dan kunt u bezwaar maken. U kunt uw bezwaar digitaal indienen. Daarvoor kunt u alleen gebruik maken van het door de gemeente beschikbaar gestelde digitale formulier. Dit vindt u op www.utrecht.nl/bezwaar. U kunt het bezwaar niet per e-mail insturen. Maakt u liever per brief bezwaar, dan kunt u uw bezwaarschrift sturen aan de burgemeester van Utrecht.

Het adres is:

Postbus 16200

3500 CE Utrecht

Zorg ervoor dat u het bezwaarschrift indient binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit. Daarmee voorkomt u dat wij uw bezwaarschrift niet meer kunnen behandelen.

In het bezwaarschrift neemt u in ieder geval op:

uw naam, adres, datum en handtekening; graag ook het telefoonnummer waarop u overdag te bereiken bent;

een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift is gericht; vermeld hierbij de verzenddatum en het kenmerk van dat besluit of stuur een kopie daarvan mee;

de reden waarom u vindt dat het besluit onjuist is;

een volmacht, indien het bezwaarschrift niet door belanghebbende, maar door een ander, namens hem of haar wordt ingediend.

De indiener van het bezwaarschrift kan, als onverwijlde spoed dat – gelet op de betrokken belangen – vereist, eveneens een voorlopige voorziening vragen aan de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht, sector bestuursrecht, postbus 13023, 3507 LZ Utrecht. Voor het in behandeling nemen van een dergelijk verzoek bent u griffierecht aan de rechtbank verschuldigd.

Toelichting

In dit besluit worden gebieden aangewezen voor openbare orde- cameratoezicht. Het gaat in dit gebied om cameratoezicht als bedoeld in artikel 151c Gemeentewet en artikel 2:5 van de Algemene Plaatselijke Verordening Utrecht. Met ingang van 1 juli 2016 is artikel 151c van de Gemeentewet gewijzigd. Geschrapt is het vereiste van toezicht door middel van vaste camera’s. Daarmee heeft de burgemeester de mogelijkheid cameratoezicht flexibeler en meer passend bij de actuele noodzaak in te zetten in de publieke ruimte.

Vaste camera’s

De plaatsingsduur voor het cameratoezicht is 12 maanden, ingaande nadat het uitvoeringsplan is opgesteld. Dit geldt voor alle gebieden in Utrecht, met uitzondering van de binnenstad. Hiervoor geldt een plaatsingsduur van vier jaar, ingaande nadat het beleidskader is vastgesteld. Het gebruik van camera’s in dit gebied wordt wel ieder jaar geëvalueerd.

In het jaarlijkse uitvoeringsplan cameratoezicht wordt de effectiviteit van camera’s beoordeeld aan de hand van het door de raad vastgestelde Beleidskader. In het uitvoeringsplan staat hoe de effectiviteit van de camera’s verbeterd kan worden op basis van een analyse van cijfers, registraties door politie en signalen uit de wijken.

Criteria

In het beleidskader zijn criteria vastgesteld waaraan vast en flexibel cameratoezicht getoetst worden.

De Europese richtlijnen worden gevolgd voor cameratoezicht. Die richtlijnen zijn:

- Is er een maatschappelijke behoefte;

- Het proportionaliteitsbeginsel: is er een evenwichtige verhouding tussen de inzet van cameratoezicht en de geconstateerde criminaliteit en overlast;

- Het subsidiariteitsbeginsel: kan het geformuleerde doel met alternatieve (minder ingrijpende) maatregelen behaald worden.

Naast de Europese richtlijnen is een aantal aanvullende criteria opgesteld:

Het opstellen van een probleemanalyse: Er is een actuele analyse van incidenten en de veiligheidssituatie, bepaald wordt aan welke doelen het cameratoezicht bijdraagt en welke mechanismen in werking gezet moeten worden.

Cameratoezicht is altijd onderdeel van een pakket aan maatregelen. Denk hierbij aan:

fysieke maatregelen;

- (verhoogde) inzet toezichthouders / politie / jongerenwerk;

- persoonsgerichte aanpakken;

Er zijn afspraken gemaakt over het uitkijken en de opvolging door politie. Periodiek is er een evaluatie van de vooraf gestelde doelstelling voor het plaatsen van een camera.

Aanvullende criteria voor het plaatsen van camera's in de Binnenstad zijn als volgt:

- Er speelt uitgaansproblematiek op uitgaanspleinen en looproutes.

- Er spelen overlastproblemen en er vinden evenementen plaats.

- Het aantal geregistreerde incidenten is in vergelijking tot andere gebieden in de stad hoog.

In de Binnenstad gaat het met name om de incidenten, straatroof, autokraken en jeugdoverlast

De volgende criteria zijn aanvullend benoemd voor het plaatsen van een openbare orde camera in de wijken:

- Er is sprake van hardnekkige (jongeren) overlastproblematiek én

- Er is sprake van langdurige verstoring van de openbare orde.

- Het aantal geregistreerde incidenten is in vergelijking tot andere gebieden in de stad hoog. In de wijken gaat het met name om de incidenten straatroof, autokraken, woninginbraak, jeugdoverlast en de totale criminaliteit.

Door middel van bebording ter plaatse wordt aan het publiek duidelijk gemaakt dat men zich in een gebied bevindt waar cameratoezicht is.

Ook aan de eisen die aan de wijze waarop de beelden worden vastgelegd (afscherming van woningen), geregistreerd (op basis van de Wet Politiegegevens) en uitgekeken (eisen aan de ruimte en het personeel) wordt voldaan.

Toelichting op de gebieden:

1. Het doel van cameratoezicht in de Binnenstad is de handhaving van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten tijdens uitgaansavonden, het tegengaan van overlast van dealers en (drugs)gebruikers. Cameratoezicht in het Stationsgebied is naast het voorgaande ook gericht op preventie en bestrijding van terrorisme.

2. Het doel van cameratoezicht in de wijken is de handhaving van de openbare orde en het voorkomen van strafbare feiten, het tegengaan van overlast en criminaliteit door jeugd(groepen).

3. Buiten stadion Galgenwaard hangen drie camera's waarmee toezicht gehouden wordt op supporters direct voor, tijdens en na voetbalwedstrijden.