Regeling vervallen per 15-03-2024

Beleidsregel deelvoertuigen gemeente Zwolle 2021

Geldend van 13-07-2021 t/m 14-03-2024

Intitulé

Beleidsregel deelvoertuigen gemeente Zwolle 2021

Gemeente Zwolle, bekendmaking beleidsregel deelvoertuigen gemeente Zwolle 2021

Burgemeester en wethouders van Zwolle,

gelet op artikel 5:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Overwegende:

dat op grond van artikel 5:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening vergunning kan worden verleend voor het commercieel aanbieden van deelvoertuigen op openbare plaatsen;

dat een beperkt aantal vergunningen voor het commercieel aanbieden van deelvoertuigen in de openbare ruimte kan worden verleend om te voorkomen dat er negatieve gevolgen ontstaan voor de kwaliteit, leefbaarheid en veiligheid van die openbare ruimte;

Het verlenen van een vergunning voor onbepaalde tijd in strijd is met het formele gelijkheidsbeginsel voor schaarse vergunningen, zoals dat is geformuleerd in de rechtspraak van de hoogste bestuursrechter in dit soort zaken. Die regels zijn ook van toepassing op de verdeling van vergunningen voor deelvoertuigen in Zwolle. Door de vergunning voor bepaalde tijd te verstrekken wordt gewaarborgd dat andere geïnteresseerden op termijn ook een kans hebben op het verkrijgen van een vergunning voor deelmobiliteit in Zwolle;

dat daarom in deze beleidsregel wordt bepaald voor welke voertuigen vergunning kan worden verleend, hoeveel vergunningen beschikbaar worden gesteld en voor hoeveel voertuigen vergunning wordt verleend;

dat in de bijbehorende procedureregels de bevoegdheid wordt gegeven om regels te stellen ten aanzien van onder meer de indieningsvereisten voor een aanvraag, de inhoud van de in te dienen documenten en de verdere vormgeving van de procedure voor verlening van de vergunning. Daarin kan het college van burgemeester en wethouders ook de criteria benoemen die worden gehanteerd bij de inhoudelijke beoordeling van de aanvraag.

besluiten 25 mei 2021

vast te stellen de ‘Beleidsregel deelvoertuigen gemeente Zwolle 2021’ en de ‘Procedureregels voor de indiening en beoordeling van een aanvraag vergunning deelvoertuigen’.

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

Artikel 1. Definities

Voor de toepassing van deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van gemeente Zwolle.

  • b.

    Commerciële doeleinden: het bedrijfsmatig aanbieden van deelvoertuigen of diensten met winstoogmerk.

  • c.

    (elektrische) Deelbakfiets: transportfiets op 2 of 3 wielen, voorzien van een bak, met of zonder trapondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994, zijnde fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen.

  • d.

    (elektrische) Deelfiets: fietsen met een maximale lengte van 2 meter met of zonder trapondersteuning als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder ea, van de Wegenverkeerswet 1994, zijnde fietsen die zijn voorzien van een elektrische hulpmotor met een nominaal continu vermogen van maximaal 0,25 kW en waarvan de aandrijfkracht geleidelijk vermindert en tenslotte wordt onderbroken wanneer het voertuig een snelheid van 25 km/h bereikt, of eerder, indien de bestuurder ophoudt met trappen.

  • e.

    Deelscooter: snorfiets, als bedoeld in artikel 1 van het RVV 1990, zijnde een bromfiets die blijkens de gegevens in het kentekenregister is geconstrueerd voor een maximumsnelheid die niet meer bedraagt dan 25 km per uur en is voorzien van een elektromotor.

  • f.

    Kleinschalige initiatieven: initiatieven met een beperkt aantal deelvoertuigen zoals bepaald in artikel 2.

  • g.

    Openbare plaats: hetgeen in artikel 1 van de Wet openbare manifestaties daaronder wordt verstaan.

  • h.

    Verboden gebied: het gebied binnen welke grenzen het college heeft bepaald dat deelvoertuigen niet geparkeerd en niet aangeboden mogen worden. Het gebied is opgenomen op een dynamische kaart.

  • i.

    Vergunning: vergunning om deelvoertuigen op openbare plaatsen ter gebruik aan derden aan te bieden tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden als bedoeld in artikel 5:3 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

  • j.

    Vergunninghouder: degene aan wie op basis van zijn aanvraag vergunning is verleend.

  • k.

    Verordening: Algemene plaatselijke verordening Zwolle 2021 (APV).

  • l.

    Wachtlijst: Een wachtlijst voor belangstellenden, die bij het beschikbaar komen van een vergunning op volgorde, een aanvraag mogen doen. Het tijdstip van binnenkomst is bepalend voor de positie op de wachtlijst.

Hoofdstuk 2: Bepalingen ten aanzien van de vergunning

Artikel 2: Vergunning algemeen

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van het college op een openbare plaats deelvoertuigen bedrijfsmatig ter gebruik aan derden aan te bieden tegen betaling of anderszins met commerciële doeleinden.

  • 2.

    Het college kan voor dezelfde periode een vergunning verlenen aan maximaal:

    • a.

      2 aanbieders voor de uitgifte van minimaal 75 en maximaal 150 deelscooters per aanbieder;

    • b.

      3 aanbieders voor de uitgifte van minimaal 75 en maximaal 150 (elektrische) deelfietsen per aanbieder;

    • c.

      3 kleinschalige initiatieven voor maximaal 25 (elektrische) deelfietsen en/of 5 (elektrische) deelbakfietsen.

  • 3.

    Het is verboden deelvoertuigen aan te bieden op openbare plaatsen zoals opgenomen op de bij deze beleidsregel behorende kaart van verboden gebieden en gebieden waar een stallingsverbod van kracht is.

  • 4.

    De bij deze beleidsregel behorende kaart van verboden gebieden is dynamisch en de actuele versie, zoals bekendgemaakt is op www.zwolle.nl, is geldend.

  • 5.

    Een vergunning kan uitsluitend worden verleend nadat aan potentiële gegadigden door het college gelegenheid is gegeven mee te dingen naar een vergunning.

  • 6.

    Het college maakt drie weken van te voren op overheid.nl bekend op welke wijze en op welk moment de in het vorige lid bedoelde gelegenheid tot mededinging wordt geboden. Het college kan daarbij verwijzen naar de procedureregels.

  • 7.

    Het college hanteert een wachtlijst voor belangstellenden, die bij het beschikbaar komen van een vergunning een aanvraag mogen doen. Het tijdstip van binnenkomst is bepalend voor de positie op de wachtlijst. Plaatsing op de wachtlijst betekent niet dat er vergunning verleend wordt maar dat er bij de juiste positie op de wachtlijst een aanvraag ingediend mag worden mits aan de overige voorwaarden is voldaan.

  • 8.

    De vergunning wordt verleend voor een periode van maximaal 2 jaar.

  • 9.

    Per deelvoertuig categorie dient er een aparte aanvraag te worden ingediend.

  • 10.

    De aanvrager mag maximaal éénmaal per categorie inschrijven.

Artikel 3 indieningsvereisten aanvraag vergunning en procedureregels

  • 1.

    Het college stelt een aanvraagformulier vast dat moet worden gebruikt voor de vergunningaanvraag.

  • 2.

    De termijn voor het indienen van de aanvraag is 6 weken na bekendmaking dat een aanvraag ingediend kan worden.

  • 3.

    De aanvrager dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:

    • a.

      Statuten van de rechtspersoon en de inschrijving bij de KvK of bij een gelijkwaardig register in een EU-lidstaat;

    • b.

      Kopie ID/paspoort en contactgegevens van de zaakvoerder(s), bestuurders(s) en/of vennoten;

    • c.

      Contactgegevens van minstens twee contactpersonen;

    • d.

      Een document ‘plan van aanpak deelmobiliteit’ met daarin in elk geval een beschrijving van de beoogde aanpak, en alle documenten die aantonen dat de aanbieder voldoet aan de toelatings- en exploitatievoorwaarden en de kwaliteitseisen die gesteld worden in de procedureregels;

  • 4.

    Het college is bevoegd procedureregels vast te stellen ten aanzien van:

    • a.

      de indieningsvereisten voor een aanvraag van een vergunning;

    • b.

      b. de procedure rondom het verlenen van een vergunning, waarmee aan gegadigden voor een vergunning ruimte wordt geboden om naar een vergunning mee te dingen.

Artikel 4 Beslistermijn

  • 1.

    Het college beslist binnen acht weken na de uiterste indieningstermijn van de aanvraag voor een vergunning mits de aanvraag volledig is en is voorzien van de bijbehorende bescheiden.

  • 2.

    De beslissing kan eenmaal voor ten hoogste acht weken worden verdaagd.

  • 3.

    Van het besluit doet het college voor het verstrijken van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk mededeling aan de aanvrager.

Artikel 5 Voorwaarden en gebruik vergunning

  • 1.

    De vergunning is niet overdraagbaar;

  • 2.

    Vergunninghouder draagt er zorg voor dat de deelvoertuigen voldoen aan de geldende regelgeving en kwaliteitsnormen;

  • 3.

    Vergunninghouder zorgt ervoor dat deelscooters alleen aangeboden worden aan personen van 18 jaar of ouder;

  • 4.

    Vergunninghouder zorgt ervoor dat de deelscooters tussen 01.00 en 06.00 uur niet gebruikt worden;

  • 5.

    Vergunninghouder zorgt ervoor dat hun servicegebied te allen tijde overeenkomt met de door het college vastgestelde dynamische kaart van het verboden gebied;

  • 6.

    Vergunninghouder is te allen tijde in staat om elk deelvoertuig te traceren;

  • 7.

    Vergunninghouder beschikt over een controlemechanisme dat er bij klanten op stuurt dat een deelvoertuig op de juiste manier wordt gestald, een en ander zoals aangegeven in het aangeleverde klachtenplan;

  • 8.

    Defecte of niet te gebruiken voertuigen dienen binnen 24 uur na melding door de aanbieder gerepareerd of verwijderd te worden uit de openbare ruimte. De aanbieder zorgt ervoor dat hij hierop actief handhaaft. Een en ander zoals aangegeven in het bij de aanvraag aangeleverde onderhoudsplan;

  • 9.

    Vergunninghouder handelt in overeenstemming met het bij de aanvraag aangeleverde klachtenplan;

  • 10.

    Vergunninghouder handelt in overeenstemming met het bij de aanvraag aangeleverde onderhoudsplan;

  • 11.

    Vergunninghouder exploiteert binnen 12 weken na vergunningverlening ten minste de helft en binnen 26 weken na vergunningverlening het volledige aantal van de vergunde deelvoertuigen;

  • 12.

    Vergunninghouder herverdeelt de deelvoertuigen overeenkomstig het (her)verdelingsplan dat bij de aanvraag is aangeleverd;

  • 13.

    Vergunninghouder neemt de maatregelen met betrekking tot het parkeren van deelvoertuigen in overeenstemming met het bij de aanvraag aangeleverde veiligheidsplan;

  • 14.

    Deelvoertuigen dragen uitsluitend reclame-uitingen met betrekking tot de onderneming van vergunninghouder;

  • 15.

    Vergunninghouder verzamelt en verwerkt persoonsgegevens en andere gegevens in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving;

  • 16.

    Vergunninghouder werkt mee aan onderzoeken van de gemeente een en ander zoals aangegeven in het aangeleverde data- en persoonsgegevensplan, waarvoor geldt:

  • a.

    De aanbieder past het principe van dataminimalisatie toe. Er wordt niet meer data van gebruikers verzameld en bewaard dan noodzakelijk is voor het functioneren van de dienst (conform geldende regelgeving);

  • b.

    De gemeente is nooit de opdrachtgever voor de verzameling van data;

  • c.

    De aanbieder biedt per kwartaal een rapportage aan hoe is voldaan aan de toelatings- en exploitatievoorwaarden, en plan van aanpak;

  • d.

    Wanneer de aanbieder een onderzoek doet onder zijn gebruikers, ontvangt de gemeente een(geanonimiseerde) rapportage van dit onderzoek om inzicht te krijgen in de behoeften van gebruikers;

  • e.

    Voor het ontvangen van de data beschreven in punt 16 a. t/m d. wordt een geheimhoudingsovereenkomst en indien noodzakelijk een verwerkersovereenkomst getekend door de gemeente.

Artikel 6 Weigerings- en intrekkingsgronden

  • 1.

    Het college kan een vergunning weigeren of intrekken indien het aanbieden:

  • a.

    gevaar of hinder oplevert voor de veiligheid van de gebruikers;

  • b.

    de verkeersveiligheid in gevaar brengt;

  • c.

    een nadelige invloed heeft op het milieu;

  • d.

    afbreuk doet aan de directe leefomgeving;

  • e.

    onevenredig beslag legt op de openbare ruimte;

  • f.

    afbreuk doet aan het uiterlijk aanzien van de openbare ruimte.

  • 2.

    Het college kan voorts een vergunning weigeren of intrekken indien:

  • a.

    de vergunninghouder handelt in strijd met de voorschriften die deel uitmaken van de vergunning;

  • b.

    blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige opgave is verleend;

  • c.

    de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel 6, lid 1;

  • d.

    blijkt dat de aanvrager niet zal voldoen of niet meer voldoet aan het gestelde in deze beleidsregel of aan de procedureregels.

  • 3.

    Indien de zeggenschap in de rechtspersoon wijzigt, kan het college de vergunning intrekken. Onder wijziging van zeggenschap wordt onder meer verstaan: een wijziging in aandeelhouderschap door overdracht van aandelen, fusie of splitsing alsmede het sluiten van overeenkomsten waarin aan een (ten tijde van de vergunningverlening) minderheidsaandeelhouder met betrekking tot bepaalde beslissingen een doorslaggevende stem wordt toegekend.

  • 4.

    Indien en voor zover het college de vergunning intrekt, kunnen zij gevolg geven aan het gestelde in de procedure als bedoeld in artikel 2 en de procedureregels.

  • 5.

    Indien een aanvraag buiten het aanvraagtijdvak wordt ingediend.

Artikel 7 Wisseling ondernemer

  • 1.

    Indien de vergunninghouder de exploitatie van zijn bedrijf beëindigt, vervalt de vergunning van rechtswege.

  • 2.

    In het geval dat beëindiging van de exploitatie het gevolg is van het overlijden van de vergunninghouder dient, indien voortzetting van de exploitatie wordt beoogd, door de rechtsopvolgers onder algemene titel binnen twaalf weken een nieuwe vergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de overleden ondernemer vergund.

  • 3.

    Indien de vergunning ingevolge het eerste lid is vervallen of ingevolge het tweede lid niet tijdig is aangevraagd, geeft het college toepassing aan de procedure als bedoeld in artikel 2 en de procedureregels voor zover het college opnieuw tot het verlenen van een vergunning wil overgaan.

  • 4.

    In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer dient binnen vier weken na overname van het bedrijf een nieuwe vergunning te worden aangevraagd ter voortzetting van de exploitatie voor de nog resterende termijn zoals aan de oorspronkelijke ondernemer is vergund.

  • 5.

    Zolang op een tijdig ingediende aanvraag als bedoeld in het tweede en vierde lid niet is beslist, is voortzetting van de exploitatie toegestaan met inachtneming van de voorschriften en beperkingen, verbonden aan de van rechtswege vervallen vergunning.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 8

Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel deelvoertuigen gemeente Zwolle 2021

Artikel 9

Deze beleidsregel treedt in werking de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten op, 25 mei 2021

Burgemeester en wethouders voornoemd,

P. Snijders, burgemeester

L. Borsboom, waarnemend secretaris