Beleidsregel inzake de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken

Geldend van 08-06-2005 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel inzake de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Putten;

gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Awb, artikel 7:15 Awb en artikel 2, eerste lid, aanhef en onderdeel a, Besluit proceskosten bestuursrecht juncto onderdeel C1 van de bij dat Besluit behorende bijlage;

besluit:

vast te stellen de volgende beleidsregel: Beleidsregel inzake de toepassing van de wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken.

  • 1.

    In deze beleidsregel wordt verstaan onder een belastingbedrag:

    • a.

      het bedrag van een belastingaanslag tezamen met de bij de belastingaanslag opgelegde bestuurlijke boete, of:

    • b.

      indien geen belastingaanslag is vastgesteld, maar wel een bestuurlijke boete is opgelegd: het bedrag van de boete, of:

    • c.

      het bedrag van de belasting die op aangifte is voldaan.

      Onder een belastingaanslag wordt mede verstaan een bedrag als bedoeld in artikel 233a, tweede lid, aanhef en onderdeel a, Gemeentewet.

  • 2.

    Voor de toepassing van de wegingsfactoren, die zijn genoemd in onderdeel C1 van de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht, wordt een zaak aangemerkt als

  • a.

    zeer licht indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van minder dan € 450, of:

    • 2.

      een waarde van minder dan € 45.000, of:

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van minder dan €450 dan wel met een waarde van minder dan € 45.000;

  • b.

    licht indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van €450 of meer, maar minder dan € 900, of:

    • 2.

      een waarde van € 45.000 of meer, maar minder dan € 90.000, of:

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 450 of meer, maar minder van € 900, dan wel met een waarde van € 45.000 of meer, maar minder dan € 90.000;

  • c.

    gemiddeld indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 900 of meer, maar minder dan € 6.750, of:

    • 2.

      een waarde van € 90.000 of meer, maar minder dan € 675.000, of:

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 900 of meer, maar minder dan € 6.750, dan wel met een waarde van € 90,000 of meer, maar minder dan € 675.000;

  • d.

    zwaar indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 6.750 of meer, maar minder dan € 22.500, of;

    • 2.

      een waarde van € 675.000 of meer, maar minder dan € 2.250.000, of:

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 6.750 of meer, maar minder dan € 22.500, dan wel met een waarde van € 675.000 of meer, maar minder dan € 2.250.000;

  • e.

    zeer zwaar indien in geschil is:

    • 1.

      een belastingbedrag van € 22.500 of meer, of:

    • 2.

      een waarde van € 2.250.000 of meer, of:

    • 3.

      een belang, niet zijnde een belastingbedrag of een waarde, dat in zwaarte vergelijkbaar is met een belastingbedrag van € 22.500 of meer, dan wel met een waarde van € 2.250.000 of meer.

  • 3.

    Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking op de in artikel 3:42 Awb voorgeschreven wijze.

  • 4.

    Deze beleidsregels wordt aangehaald als "Beleidsregel toepassing wegingsfactoren proceskosten in belastingzaken".

Putten 17 mei 2005.

Ondertekening

Burgemeester en wethouders van Putten,

secretaris,

mr. G.J. Pekelsma

burgemeester,

mr. B.J. van Putten