Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen

Geldend van 17-11-2023 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2023

Intitulé

Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen,

overwegende dat het wenselijk is om beleidsregels vast te stellen in het kader van Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

gelet op de artikelen 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

besluit:

de navolgende Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tholen

    • b.

      persoon: de ingezetene, die op grond van de Wet basisregistratie personen bij de gemeente Tholen is ingeschreven;

    • c.

      verzoeker: persoon die zich tot het college heeft gewend voor schuldhulpverlening;

    • d.

      belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

    • e.

      zelfstandige: de persoon als bedoeld in artikel 1 lid b van het besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004;

    • f.

      schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een integrale oplossing gericht voor financiële problemen of het voorkomen daarvan;

    • g.

      schuldregeling: het bemiddelen met schuldeisers en het komen tot een afbetalingsvoorstel eventueel met verstrekking van een saneringskrediet, gericht op het oplossen van schulden;

    • h.

      beleidskader: de inhoud van het plan zoals bedoeld in artikel 2 van de Wgs en vastgesteld door de gemeenteraad van Tholen;

    • i.

      plan van aanpak: aanbod van schuldhulpverlening dat wordt voorgelegd aan de verzoeker;

    • j.

      intake: een gesprek met verzoeker om te kunnen bepalen welke (financiële) ondersteuning nodig is;

    • k.

      Wgs: de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

    • l.

      WSNP: Wet schuldsanering natuurlijke personen

    • m.

      NVVK: de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet, de Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren

    • n.

      Fraudevordering: een vordering als bedoeld in artikel 3 derde lid van de Wgs;

    • o.

      Schuldregelingsovereenkomst: een overeenkomst waarin de rechten verplichtingen en voorwaarden van de verzoeker en het college ten behoeve van de schuldregeling zijn opgenomen.

    • p.

      Raad: raad van de gemeente Tholen

  • 2. Daar waar in deze beleidsregels wordt gesproken over schulddienstverlening heeft dit een gelijke betekenis als het begrip schuldhulpverlening zoals geformuleerd in de Wgs.

Artikel 2. Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Tholen die 18 jaar of ouder zijn kunnen zich tot het college wenden voor schuldhulpverlening.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

  • 1. Het college verleent aan verzoeker schuldhulpverlening indien het college schuldhulpverlening noodzakelijk acht. De aanvraag wordt getoetst aan de uitgangspunten zoals neergelegd in het Beleidsplan. Indien de noodzaak door het college niet aanwezig wordt geacht, kan een aanvraag worden geweigerd.

  • 2. De vorm waarin de gemeente schuldhulpverlening aanbiedt is van meerdere factoren afhankelijk en kan per situatie verschillen. De factoren die een rol kunnen spelen zijn:

    • a.

      de mate waarin de schuld te regelen is;

    • b.

      de psycho-sociale situatie van verzoeker;

    • c.

      houding en gedrag van verzoeker;

    • d.

      een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening door verzoeker.

Artikel 4 Verplichtingen college

  • 1. Het college zal op basis van de Gedragscode Schuldregeling van de NVVK, en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen, een schuldregeling tussen de schuldeisers en verzoeker tot stand proberen te brengen, tenzij dit naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet van het college kan worden verlangd.

  • 2. Het college zal verzoeker informeren over de voortgang van de in het eerste lid van dit artikel bedoelde schuldregeling. Deze informatie zal in ieder geval tenminste na een periode van vier maanden, gerekend vanaf de datum van ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst worden verstrekt.

Artikel 5 Verplichtingen verzoeker

  • 1. Verzoeker doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op schuldhulpverlening, zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het schuldregelingstraject.

  • 2. Verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende de aanvraagperiode en tijdens het schuldregelingstraject.

  • De medewerking bestaat onder anderen uit:

    • a.

      het nakomen van afspraken

    • b.

      geen nieuwe schulden aangaan

    • c.

      het zich houden aan de bepalingen van de schuldregelingsovereenkomst en of bepalingen van het plan van aanpak schuldhulpverlening. ‘indien van toepassing overeenkomst budgetbeheer’

  • 3. De verzoeker kan verplicht worden gesteld om zich maximaal in te spannen om het inkomen te verhogen, dan wel de lasten te verminderen. Te denken valt hierbij aan:

    • a.

      meewerken aan re-integratie en/of inburgering;

    • b.

      werk te vinden of meer uren te gaan werken. Dit geldt ook, voor zover van toepassing, voor de partner;

    • c.

      meerderjarige kinderen leveren een financiële bijdrage aan de huishouding;

    • d.

      indien autobezit niet noodzakelijk is , met uitzondering van medische noodzaak of inkomensbehoud dan wel inkomensverwerving, deze te verkopen of in te ruilen tegen een goedkoper exemplaar, mits de noodzaak is vastgesteld;

    • e.

      overige acties om de financiële ruimte te vergroten, zoals beroep doen op voorliggende voorzieningen.

Artikel 6 Weigeren-hersteltermijn

  • 1. Indien verzoeker niet of in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 5 van deze beleidsregels, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren dan wel te beëindigen.

  • 2. Alvorens te besluiten tot weigering dan wel beëindiging, als bedoeld in het eerste lid van dit artikel, wordt verzoeker eenmaal een redelijke hersteltermijn geboden om alsnog, binnen de gestelde termijn de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken.

  • 3. Indien verzoeker niet langer inwoner is van de gemeente Tholen.

Artikel 7 Beëindigingsgronden

Onverminderd de overige bepalingen in deze beleidsregels, kan het college besluiten tot beëindiging van de schuldhulpverlening indien:

  • a.

    verzoeker niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 5 van deze beleidsregels;

  • b.

    het schuldregelingstraject succesvol is afgerond;

  • c.

    verzoeker zijn beschikbare aflossingscapaciteit niet wil gebruiken ter delging van zijn schulden;

  • d.

    op grond van – zo later is gebleken – onjuiste gegevens schuldhulpverlening aan verzoeker is toegekend, terwijl, indien dit ten tijde van de besluitvorming bekend was geweest bij het college, een andere beslissing zou zijn genomen;

  • e.

    verzoeker zich misdraagt ten opzichte van de medewerkers, belast met werkzaamheden die voortkomen uit het schuldregelingstraject;

  • f.

    verzoeker in staat is zelf zijn schulden te regelen, dan wel in staat is de schulden zelfstandig af te lossen;

  • g.

    de geboden hulpverlening, gelet op de persoonlijke omstandigheden van de verzoeker, niet (langer) passend is;

  • h.

    De aanvrager niet over een inkomen beschikt;

  • i.

    De schulden zijn ontstaan omdat de verzoeker niet ter goeder trouw is geweest;

  • j.

    niet alle schuldeisers hun medewerking verlenen aan het schuldregelingstraject.

Artikel 8 Recidive – hernieuwde aanvraag

  • 1. Ten aanzien van de verzoeker met minderjarige thuisinwonende kinderen worden alle mogelijkheden ten aanzien van schuldhulpverlening bekeken om afsluiting van gas, water en energie of woningontruiming te voorkomen, onder de voorwaarde dat de ouders de vereiste medewerking verleen zoals bijvoorbeeld:

    • a.

      Het inkomen laten beheren of zich onder beschermingsbewind laten plaatsen;

    • b.

      Zij zich onder behandeling stellen van verslavingszorg;

    • c.

      Begeleiding accepteren van het maatschappelijk werk of een andere hulpverlenende instantie of vrijwilligersorganisatie.

  • 2. De verzoeker zonder minderjarige thuisinwonende kinderen die in de afgelopen 3 jaar, voorafgaande aan de dag waarop het verzoek voor schuldhulpverlening is ingediend, een hulpverleningsovereenkomst is aangegaan, wordt in het beginsel niet geholpen.

  • 3. Mocht er sprak zijn van een uitzonderlijke situatie, wordt overwogen de verzoeker toch te helpen onder de voorwaarde dat de vereiste medewerking wordt verleend, zoals onder artikel 8, lid 1 onder a t/m c van deze beleidsregels wordt bepaald.

  • 4. Een verzoeker die zicht voor de derde keer meldt met schulden komt niet in aanmerking voor een schuldregeling. Bij deze verzoeker kan hooguit ondersteuning worden geboden middels stabilisatie.

  • 5. Indien een verzoeker niet in aanmerking komt en er minderjarige inwonende kinderen wordt contact opgenomen met de proces coördinator sociaal domein van de gemeente Tholen.

Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

  • 1. Het college kan in zeer bijzondere gevallen gemotiveerd afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien onverkorte toepassing daarvan aanleiding geeft of zou leiden in disproportionele onredelijkheid of onbillijkheid.

  • 2. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het college.

Artikel 10 Intrekking

  • 1. De Beleidsregels schuldhulpverlening 2020 gemeente Tholen worden ingetrokken met ingang van het in artikel 11, lid 1, genoemde tijdstip.

  • 2. De Beleidsregels schuldhulpverlening 2020 gemeente Tholen blijven van toepassing op aanvragen die zijn ingediend tot het moment van intrekking van deze beleidsregels.

Artikel 11 Aanduiding en inwerkingtreding

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking op 1 juli 2021.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als “Beleidsregels schuldhulpverlening 2021 gemeente Tholen”.

Ondertekening

Tholen, 8 juni 2021

Burgemeester en wethouders van Tholen,

De secretaris,

w.g. J.K. Fraanje

De burgemeester

w.g. M.L.P Sijbers

Toelichting op Beleidsregels schuldhulpverlening 2021

Algemeen

Op 23 januari 2020 heeft de Gemeenteraad van Tholen het Beleidsplan Schuldhulpverlening en daarmee de visie op het terrein van schuldhulpverlening vastgelegd. De beleidsregels zijn hierop gebaseerd en op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs)

De Wgs valt onder de werking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Het is daarom van belang om regels over de toelating tot de schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van hulp in beleidsregels vast te stellen zodat het voor de burger helder is wat de spelregels zijn.

Bij de toelating van schuldhulpverlening worden de criteria gehanteerd die in deze beleidsregels zijn opgenomen. Naast algemene criteria kan voor specifieke groepen of situaties een op maat gesneden aanpak nodig zijn. Denk hierbij aan jongeren, mensen met zware psycho- sociale problemen en dreigende situatie volgens artikel 4 lid 2 van de Wgs, zoals huisontruiming en afsluiting van gas, water en elektriciteit.

De hulpvraag als bedoeld in artikel 4 van de Wgs vindt plaats binnen vier weken na het eerste contact met de gemeente. Bij crisissituaties (bijvoorbeeld dreigende huisuitzetting) wordt de hulpvraag binnen drie werkdagen na het eerste contact vastgesteld.

Bij de aanpak werkt de gemeente nauw samen met partners. De verzoeker is verplicht om alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is om de aanpak te doen slagen.

Het gebruik van schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening. De inspanningen zijn er op gericht om mensen financieel zelfstandig te maken. De schulddienstverlening is in principe gelimiteerd tot eens in de drie jaar.

De criteria in de beleidsregels geven invulling aan de juridische voorwaarden voor de toepassing van de Awb. Daarmee is de rechtszekerheid voor de burger gewaarborgd. Deze heeft immers de mogelijkheid om bezwaar en beroep aan te tekenen.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) en bepalingen uit andere wetten zoals de Participatiewet en het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004.

Artikel 2 Doelgroep gemeentelijke schuldhulpverlening

Alle inwoners van de gemeente Tholen die 18 jaar of ouder zijn. Onder de doelgroep vallen ook zelfstandigen zonder personeel (zzp-ers), ondernemers met een eenmanszaak of een vennootschap onder firma (VOF) met schulden.

Artikel 3 Aanbod schuldhulpverlening

In lid 1 is aangegeven dat het college schuldhulpverlening verleent indien het college dit noodzakelijk acht. Leidend daarbij zijn de zelfredzaamheid van de klant en de aard van de schulden. Wanneer het college van mening is dat zowel de zelfredzaamheid als de aard van de schulden daartoe aanleidinggeven, kan zij verzoeker eerst doorverwijzen naar flankerende hulpverlening en de aanvraag voor schuldhulpverlening (eventueel voorlopig) weigeren.

Daarnaast kan een verzoek tot schuldhulpverlening ook geweigerd worden wanneer verzoeker geen problematische schuldsituatie heeft. Op grond hiervan wordt een aanvraag tot schuldregeling afgewezen. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Daar waar de burger instaat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf aan te pakken en te regelen, kan schuldhulpverlening achterwege blijven.

Lid 2 toont de kern van integrale schuldhulpverlening aan: een gerichte en selectieve toepassing van schuldhulpverlening. Het gaat om maatwerk. De inzet van producten kan per situatie verschillen. In dit lid worden vijf factoren genoemd die bepalen in welke mate de gemeente één of meerdere producten schuldhulpverlening aanbiedt:

  • a.

    de mate waarin de schuld te regelen is;

  • b.

    psycho-sociale situatie;

  • c.

    houding en gedrag van de aanvrager:

  • d.

    een eventueel eerder gebruik van schuldhulpverlening.

Dit artikel geeft een indicatie van de afwegingen die de schuldhulpverlener maakt wanneer iemand zich aanmeldt voor schuldhulpverlening.

Ten eerste is daar de mate waarin de schulden te regelen zijn. Er zijn schulden die wettelijk tot 100% moeten worden afgelost en dus niet in aanmerking komen voor een schuldsanering. In zo’n geval kan schuldhulpverlening, behalve het aanbieden van een adviesgesprek, niets voor de verzoeker doen.

Ten tweede is de psycho-sociale situatie van de verzoeker van belang. In het geval bijvoorbeeld verslaving of andere psychische problemen wordt er de voorwaarde gesteld dat er reguliere hulpverlening ingeschakeld wordt. De verzoeker wordt daarom doorverwezen naar de geïndiceerde hulpverlening en daarnaast ondersteund door de schuldhulpverlener met het doel om de schulden te stabiliseren en budgetbeheer aan te bieden.

Ten derde is de houding en het gedrag van de verzoeker van cruciaal belang. Tijdens een schuldhulpverleningstraject dient de verzoeker alles te doen wat nodig is voor het oplossen van de schulden. Daaronder vallen bijvoorbeeld het aanpassen van het bestedingsgedrag en het niet aangaan van nieuwe schulden. Wanneer een verzoeker zich hieraan niet houdt, wordt de dienstverlening vanuit de schuldhulpverlening beëindigd.

De regels met betrekking tot een eerder gebruik van schuldhulpverlening staan beschreven in artikel 8.

Artikel 4 Verplichtingen college

Het college houdt zich aan de gedragscode van de Nederlandse Vereniging Van Kredietbanken (NVVK) als het gaat om de praktijk van de schuldhulpverlening en de informatievoorziening naar verzoeker.

Artikel 5 Verplichtingen en gevolgen schending daarvan

Met dit artikel wordt de eigen verantwoordelijkheid van verzoeker voorop gesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van verzoeker om tijdig de benodigde informatie te geven (eerste lid) en medewerking te verlening (tweede lid). Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject

Artikel 6 Weigeren – hersteltermijn

Indien verzoeker niet of niet in onvoldoende mate zijn verplichtingen nakomt zoals neergelegd in artikel 4, eerste en tweede lid, kan het college besluiten om schuldhulpverlening te weigeren, dan wel te beëindigen. Alvorens dat te doen wordt verzoeker, conform het tweede lid, eenmaal een termijn geboden om alsnog, de gevraagde medewerking te verlenen of informatie te verstrekken. De termijn die aan verzoeker wordt gesteld is in dit artikel bewust niet genoemd. De termijn dient een redelijke te zijn. Wat redelijk is, hangt samen met het type verplichting.

Wanneer verzoeker ook gedurende de herstelperiode zijn verplichting niet nakomt, kan het college besluiten tot weigering of beëindiging van de schuldhulpverlening In het kader van de eigen verantwoordelijkheid wordt een eenmalige hersteltermijn voldoende geacht.

Artikel 6 is geformuleerd als een zogenaamde “kan” bepaling. Het college heeft de bevoegdheid tot weigering of beëindiging, maar niet de verplichting. Dit geeft het college ruimte om, met name indien elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt, van een weigering of beëindiging af te zien.

Artikel 7 Beëindiginggronden

In dit artikel wordt beschreven wanneer schuldhulpverlening kan worden beëindigd. Het artikel laat de werking van artikel 5 onaangetast.

Artikel 8 Recidive

In artikel 3 lid 2 van de Wgs is de bevoegdheid van het college neergelegd om schuldhulpverlening te weigeren wanneer een persoon al eerder hiervan gebruik heeft gemaakt (recidive). Dit artikel is een uitwerking van de beleidskeuze.

Er is sprake van recidive wanneer een verzoeker zich binnen 10 jaar na het doorlopen of het door eigen toedoen beëindigen van een minnelijke of wettelijke schuldregeling zich opnieuw meldt voor een schuldregeling.

Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid, wordt hiermee een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen.

De grote beleidsvrijheid zoals aan de gemeente gegeven om een dergelijke recidivebepaling op te nemen, ontslaat de gemeente niet van de verplichting om, daar waar een onevenredige situatie ontstaat voor de burger, af te wijken van het bepaalde van artikel 8 indien nodig (in gevolge artikel 9: de hardheidsclausule). Bijvoorbeeld als er redenen zijn die de schuldenaar niet waren toe te rekenen. Uitgangspunt is en blijft evenwel het bepaalde in artikel 8.

In het geval van recidive wordt enkel het product stabilisatie ingezet om schulden beheersbaar te maken zodat de verzoeker minimaal blijft beschikken over een inkomen op het bestaansminimum.

Indien de verzoeker 1 of meerdere thuisinwonende minderjarige kinderen heeft worden alle mogelijkheden ten aanzien van schuldhulpverlening bekeken. Wanneer verzoeker niet geholpen kan worden of enkel stabilisatie kan worden geboden, wordt contact gelegd met de procescoördinator Sociaal Domein.

Schuldhulpverlening is een breed begrip en omvat alle producten zoals de gemeente die kent.

Een traject schuldhulpverlening is één van de gemeentelijke producten, maar kan ook betrekking hebben op een schuldregeling ingevolge de Wet schuldsanering natuurlijke personen.

Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening tellen de verleende schuldhulpverlening en/of de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.

Artikel 9 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden

Dit artikel geeft ruimte aan het college om in bijzondere (lid 1) c.q. onvoorziene (lid 2) gevallen af te wijken van de regels zoals neergelegd in deze regeling.

Artikel 10 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.