Regeling vervallen per 01-01-2024

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland houdende regels omtrent subsidieverstrekking om nieuwe of vernieuwende kunst- en cultuuractiviteiten, die nog niet eerder hebben plaatsgevonden, eenmalig te stimuleren (Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2022)

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2023

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Midden-Delfland houdende regels omtrent subsidieverstrekking om nieuwe of vernieuwende kunst- en cultuuractiviteiten, die nog niet eerder hebben plaatsgevonden, eenmalig te stimuleren (Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2022)

Het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente Midden-Delfland;

gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Midden-Delfland 2016;

overwegende dat:

  • -

    Kunst en Cultuur een positieve bijdrage leveren aan de Sociale Verbinding en de identiteit van een samenleving;

  • -

    het wenselijk is nadere regels te stellen voor de subsidieverlening voor vernieuwende Kunst- en Cultuuractiviteiten;

B E S L U I T:

vast te stellen de subsidieregeling Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2022.

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 1. In deze regeling wordt verstaan onder:

    • a.

      ASV: Algemene Subsidieverordening Midden-Delfland 2016;

    • b.

      Cultuur: de levenswijze van een groep mensen zoals die zich op verschillende manieren manifesteert en tot uitdrukking komt in waarden, normen, gewoontes, regels, tradities, rituelen, symbolen en Kunst;

    • c.

      College: het College van burgemeester en wethouders van de Gemeente Midden-Delfland;

    • d.

      Gemeente: Gemeente Midden-Delfland;

    • e.

      Kunst: het product van creatieve menselijke uitingen in onder meer de volgende disciplines: beeldende Kunst, muziek, drama, dans, literatuur, erfgoed en media;

    • f.

      Kunst- en Cultuuractiviteit: een laagdrempelige en openbaar toegankelijke activiteit op het gebied van Kunst en Cultuur, waaraan inwoners van de Gemeente actief en/of passief kunnen deelnemen;

    • g.

      Vrijwilligersorganisatie: een bij de Kamer van Koophandel ingeschreven (rechts)persoon zonder winstoogmerk, die statutair en feitelijk gevestigd is en activiteiten aanbiedt in de Gemeente.

Artikel 2. Doelstelling

De doelstelling van deze subsidieregeling is om door middel van subsidieverstrekking een nieuwe of vernieuwende Kunst- en Cultuuractiviteiten, die nog niet eerder hebben plaatsgevonden, eenmalig te stimuleren.

Artikel 3. Reikwijdte

Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door het College voor de in artikel 4 bedoelde activiteiten.

Artikel 4. Activiteiten

Het College verstrekt uitsluitend eenmalig subsidie voor activiteiten die een bijdrage leveren aan het realiseren van de in artikel 2 genoemde doelstelling. Op grond van deze regeling kunnen aanvragers een subsidie aanvragen voor het lopende kalenderjaar voor nieuwe of vernieuwende Kunst- en Cultuuractiviteiten.

Artikel 5. Doelgroep

Het College verstrekt uitsluitend subsidie aan Vrijwilligersorganisaties of groepen betrokken inwoners, die actief en aantoonbaar hun activiteiten ontplooien binnen de Gemeente.

Artikel 6. Subsidieplafond

  • 1. Voor subsidies op basis van deze subsidieregeling geldt een subsidieplafond.

  • 2. De hoogte van het subsidieplafond is maximaal € 15.000,-.

  • 3. In uitzondering van lid 2, wanneer in de Gemeentebegroting het budget lager is dan € 15.000,-, geldt dat het subsidieplafond gelijk is aan het budget dat jaarlijks bij de vaststelling van de Gemeentebegroting wordt vastgesteld.

  • 4. Voor subsidieaanvragen op basis van deze subsidieregeling geldt dat de hoogte van een subsidietoekenning maximaal € 2.500,- is.

Artikel 7. Bijzondere verplichtingen ten aanzien van de aanvraag

  • 1. Een aanvrager vraagt subsidie conform deze regeling aan bij het College door gebruik te maken van een door het College vastgesteld aanvraagformulier Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2022.

  • 2. In afwijking van artikel 6, lid 2 ASV geldt dat een aanvraag voor een subsidie conform deze regeling vanaf 1 januari tot en met uiterlijk 15 februari van het betreffende kalenderjaar wordt ingediend.

  • 3. Naast de gegevens zoals vastgelegd in de ASV overlegt een aanvrager de volgende gegevens:

    • a.

      in geval van een eerste aanvraag van een organisatie:

      • i.

        de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd en het huishoudelijk reglement dan wel andere nader aan te wijzen stukken waaruit de doelstelling van de organisatie blijkt;

      • ii.

        een opgave van de samenstelling van het bestuur op het moment van de subsidieaanvraag.

    • b.

      in geval van een aanvraag door een groep natuurlijke personen: de naam en woonplaats van de organisatoren;

    • c.

      een omschrijving van de wijze waarop de activiteiten voldoen aan de toetsingscriteria zoals beschreven onder artikel 8 en:

      • i.

        de (groepen) inwoners (aantallen en omschrijving) die u wilt bereiken;

      • ii.

        de (groepen) inwoners en/of de organisaties waarmee u samenwerkt;

      • iii.

        eventuele andere te verwerven inkomsten.

Artikel 8. Toetsingscriteria

  • 1. Aanvragen voor een subsidie op grond van deze regeling komen in aanmerking voor toekenning wanneer zij naar het oordeel van het College aanwijsbaar ten goede komen aan de inwoners van de Gemeente én voldoen aan de volgende criteria:

    • a.

      de activiteiten zijn primair gericht op één of meer van de volgende disciplines: Cultuur, beeldende Kunst, muziek, drama, dans, literatuur, erfgoed;

    • b.

      de activiteiten zijn nieuw of vernieuwend van karakter;

    • c.

      de activiteiten vinden plaats in de Gemeente;

    • d.

      de activiteiten zijn primair gericht op de inwoners van de Gemeente;

    • e.

      de activiteiten dragen bij aan de Sociale Verbinding onder de inwoners van de Gemeente;

  • 2. Het College kan activiteiten met meer dan 1.000 deelnemers uitsluiten.

  • 3. Consumptieve kosten, kosten voor inhuur van professionals en kosten voor techniek zijn niet subsidiabel.

Artikel 9. Wijze van verdeling

  • 1. De hoogte en verdeling van het subsidiebudget wordt beoordeeld aan de hand van het puntensysteem, zoals omschreven in lid 2 van dit artikel.

  • 2. Bij de beoordeling van een aanvraag kent het College punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximumaantal van 30 punten:

    • a.

      kwalitatieve versterking en/of artistieke vernieuwing (15);

    • b.

      bereik van potentiele deelnemers (5);

    • c.

      samenwerking met andere culturele organisaties, inwoners en fondsen (5);

    • d.

      verwerven van andere inkomstenbronnen naast Gemeentelijke subsidie (5).

  • 3. Toekenning van de hoogte van de subsidie vindt plaats aan de hand van de rangschikking, met een maximum subsidietoekenning tot aan het vastgestelde hoogte per subsidieaanvraag zoals omschreven in artikel 6 lid 4.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Het College kan één of meer bepalingen uit deze regeling in individuele gevallen buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover de toepassing van die bepalingen voor de subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die onevenredig zijn in verhouding tot de met de betrokken bepalingen te dienen doelen.

Artikel 11. Slotbepalingen en citeertitel

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 januari 2022.

  • 2. Per 1 januari 2022 wordt de Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2021 ingetrokken.

  • 3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Kunst, Cultuur en Sociale Verbinding 2022.

Ondertekening

Aldus besloten in de collegevergadering van 15 juni 2021,

Martien Born

gemeentesecretaris

Arnoud Rodenburg

Burgemeester

Nadere toelichting per artikel

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2. Doelstelling

Voor de nadere toelichting van het begrip ‘(ver)nieuw(end)’, zie nadere toelichting artikel 8.

Onder Sociale Verbinding bedoelt het College de mate waarin inwoners van de Gemeente zich verbonden en medeverantwoord voelen voor de bestuurlijke opdracht van de Gemeente om het platteland en de steden te verbinden.

Artikel 3. Reikwijdte

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 4. Activiteiten

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 5. Doelgroep

De subsidieactiviteiten dienen actief en aantoonbaar binnen de Gemeente Midden-Delfland plaats te vinden. Subsidieactiviteiten die plaatsvinden buiten de Gemeente Midden-Delfland komen niet in aanmerking voor een subsidie.

Artikel 6. Subsidieplafond

In de jaarlijkse begrotingsraadvergadering stelt de Gemeenteraad jaarlijks de begroting vast voor het daaropvolgende kalenderjaar. Bij het vaststellen van de begroting besluit de Gemeenteraad het beschikbare subsidiebudget voor deze subsidieregeling. Het subsidieplafond voor deze subsidieregeling is maximaal € 15.000,-. Wanneer de Gemeenteraad in de begroting een lager bedrag vaststelt dan € 15.000,-, is dit vastgestelde bedrag het subsidieplafond.

Artikel 7. Bijzondere verplichtingen ten aanzien van de aanvraag

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 8. Toetsingscriteria

In dit gedeelte licht het College toe wat er wordt verstaan onder ‘nieuw/vernieuwend’, ‘consumptieve kosten’, ‘inhuur van professionals’ en ‘inhuur van techniek’. Het doel met deze artikelbeschrijving is om helder, duidelijk en transparant te zijn over de begrippen.

Wat betekent ‘nieuw/vernieuwend’?

Met ‘nieuw’ of ‘vernieuwend’ bedoelt het College:

  • Activiteiten die in het verleden, vanaf de vaststelling van de regeling in 2017, nog niet hebben plaatsgevonden in de Gemeente Midden-Delfland. Bijvoorbeeld het HomeTown Golden Oldies waarbij ouderen een ‘muziekfestival’ konden bezoeken, een dergelijk ‘muziekfestival’ voor ouderen was er nog niet;

  • Activiteiten die daarmee een nieuwe inhoud en/of vorm van Cultuurparticipatie creëren. Bijvoorbeeld op de ‘Ambachtenmarkt’ op de Boeren- en Paardendag in Schipluiden waarbij vanuit het gedachtegoed van Cittaslow de klassieke, traditionele ambachten door bezoekers zelf ervaren konden worden;

  • Activiteiten die de samenwerking tussen maatschappelijke organisaties, verenigingen en de inwoners van de Gemeente op pakt en bevordert;

  • Activiteiten die zorgen voor een ontwikkeling voor/bij andere Cultuurorganisaties.

Wat betekent ‘nieuw/vernieuwend' niet?

Met ‘nieuw’ of ‘vernieuwend’ bedoelt het College niet:

  • Activiteiten die één op één hetzelfde zijn als in het verleden sinds de vaststelling van de regeling in 2017, maar onder een andere naam. Bijvoorbeeld het organiseren van een huiselijk, kleinschalig, intiem muziekoptreden. Het ene jaar heet deze activiteit ‘Huiskamerconcerten’ en het volgende jaar ‘Huiselijke optreden’;

  • Activiteiten binnen hetzelfde concept, maar in een andere variant. Bijvoorbeeld: het uitbrengen van een jaarboek met historische verhalen, maar met jaarlijks andere type verhalen. Het concept ‘jaarboek’ blijft echter hetzelfde en is daarmee niet ‘nieuw’ of ‘vernieuwend’;

  • Activiteiten die binnen de Kunst- en Cultuursector veelal worden opgezet en daarmee niet uniek zijn. Bijvoorbeeld: een fototentoonstelling, zangkoor voor ouderen of mensen met een beperking, of portretschilderen;

  • Activiteiten die al worden aangeboden aan de inwoners van de Gemeente door een andere ‘aanbieder’. Een voorbeeld hiervan is de activiteit van het organiseren van een schrijfwedstrijd met schrijflessen voor basisschoolleerlingen. Het Onderwijs op de basisscholen verzorgt al schrijfvaardigheid voor de jongste inwoners van de Gemeente;

  • Activiteiten die al op een andere manier een subsidiebijdragen ontvangen van de Gemeente. Bijvoorbeeld het opzetten van muzieklessen, terwijl de plaatselijke muziekverenigingen een jaarlijkse subsidie ontvangen.

Wat betekent ‘consumptieve kosten’, ‘inhuur van professionals’ en ‘kosten voor techniek’?

  • Onder ‘consumptieve kosten’ verstaat het College opgevoerde kosten in de aanvraag zoals bijvoorbeeld eten, drinken, presentjes/cadeautjes;

  • Onder ‘inhuur van professionals’ verstaat het College: personen die hun medewerking verlenen in de uitvoering van de activiteiten op basis van een zakelijk/professional inhuurtarief;

  • Onder ‘kosten voor techniek’ verstaat het College opgevoerde kosten in de aanvraag zoals bijvoorbeeld podia, licht en/of geluid.

Artikel 9. Wijze van verdeling

In dit gedeelte licht het College toe hoe de wijze van verdeling verloopt. In de periode van 1 januari tot en met 15 februari dienen de subsidieaanvragers hun subsidieaanvraag in. Het College toetst iedere individuele aanvraag op de toetsingscriteria zoals in artikel 8 beschreven. Subsidieaanvragen die niet aan de toetsingscriteria voldoen, krijgen een beschikking met een afwijzing. De subsidieaanvragen die wel aan de toetsingscriteria voldoen, worden beoordeeld via het puntensysteem. Bij een score van 30 van de maximale 30 punten ontvangt een subsidieaanvrager 100% van het aangevraagde subsidiebedrag. Bij 20 van 30 punten ontvangt een subsidieaanvrager 66,67% van het aangevraagde subsidiebedrag.

Bij de beoordeling van een aanvraag die aan alle toetsingscriteria voldoet, kent het College punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximumaantal van 30 punten:

  • a.

    kwalitatieve versterking en/of artistieke vernieuwing (15);

  • b.

    bereik van potentiele deelnemers (5);

  • c.

    samenwerking met andere culturele organisaties, inwoners en fondsen (5);

  • d.

    verwerven van andere inkomstenbronnen naast Gemeentelijke subsidie (5).

Wat betekenen de beoordelingscriteria?

Beoordelingscriteria onder a: zie artikelbeschrijving artikel 8 nieuw/vernieuwend;

Beoordelingscriteria onder b: de mate van intentie/inspanning door de subsidieaanvrager hoe de potentiele bezoekers/deelnemers te gaan bereiken/uitnodigen;

Beoordelingscriteria onder c: de mate van intentie/inspanning door de subsidieaanvrager om haar subsidieactiviteiten in samenwerking met andere culturele organisaties, inwoners en fondsen op te zetten.

Beoordelingscriterium onder d: de mate van intentie/inspanning door de subsidieaanvrager om via meerdere inkomstenbronnen de financiering te faciliteren.

Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden en hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11. Slotbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.