Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent buurtfietsenstalingen (Subsidieregeling pilot buurtfietsenstalling)

Geldend van 23-06-2021 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam houdende regels omtrent buurtfietsenstalingen (Subsidieregeling pilot buurtfietsenstalling)

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van wethouder Mobiliteit, Jeugd en Taal van 25 mei 2021; BS21/00571;

gelet op de artikelen 3, 4, 5, 6, 12a, 13 en 14 van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    het van belang is dat er voldoende fietsparkeeroplossingen worden aangeboden in woonbuurten in Rotterdam;

  • -

    voldoende, veilige en kwalitatief goede fietsparkeeroplossingen in woonbuurten het fietsgebruik in de stad stimuleert;

  • -

    de aanwezigheid van buurtstallingen als één van de oplossingen wordt gezien voor fietstrommels, fietsnietjes en los geparkeerde fietsen op het trottoir;

  • -

    meer en betere fietsparkeervoorzieningen striktere handhaving van verkeerd geparkeerde fietsen mogelijk maakt;

  • -

    het college buurtfietsenstallingen middels een pilot wil faciliteren en de ervaringen uit deze pilot wil gebruiken voor het opstellen van een subsidieregeling in vastere vorm;

  • -

    het om die reden wenselijk is om in het kader van een pilot deze subsidieregeling vast te stellen;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    bestaande buurtfietsenstalling: buurtfietsenstalling die op 1 januari 2020 reeds bestond en werd geëxploiteerd;

  • -

    buurtfietsenstalling: afsluitbare inpandige stalling of een stalling op een binnenterrein in een buurt in Rotterdam;

  • -

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    fietsparkeerplaats: plek waar één fiets, elektrische fiets, speed pedelec, bakfiets, snorfiets, bromfiets, cargobike of deelfiets kan worden gestald.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.

Artikel 3 Activiteiten

  • 1. Een eenmalige subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

    • a.

      het beheren en exploiteren van een bestaande buurtfietsenstalling;

    • b.

      het doen van investeringen in een bestaande buurtfietsenstalling om zodoende de kwaliteit te verhogen door:

      • 1°.

        het installeren of vernieuwen van een geautomatiseerd slot en toebehoren;

      • 2°.

        het installeren van een inbraakbestendige deur;

      • 3°.

        het plaatsen of vernieuwen van fietsenrekken die voldoen aan de eisen van Fietsparkeur, zie http://fietsparkeur.nl/;

      • 4°.

        het aanbrengen van adequate verlichting;

      • 5°.

        het schilderen van de binnenruimte van de buurtfietsenstalling;

      • 6°.

        het installeren van oplaadpunten voor e-bikes;

      • 7°.

        het installeren van een door de gemeente geleverd herkenbaar beeldmerk of naambord bij de ingang van de buurtfietsenstalling, om op uniforme wijze kenbaar te maken dat de stalling een buurtfietsenstalling betreft.

    • c.

      het doen van investeringen in de realisatie van een nieuwe buurtfietsenstalling en het beheren en exploiteren van een nieuwe buurtfietsenstalling.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een natuurlijke persoon die blijkens de Basisregistratie Personen in Rotterdam woont of een rechtspersoon die blijkens het Handelsregister van de Kamer van Koophandel in Nederland is gevestigd.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijk gemaakte kosten, die resteren na aftrek van directe en indirecte bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn.

  • 2. De in het eerste lid genoemde kosten van beheer en exploitatie van een bestaande buurtfietsenstalling, zoals genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, hebben betrekking op de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022.

  • 3. Niet voor subsidie in aanmerking komen de kosten voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan een bestaande buurtfietsenstalling.

  • 4. De btw over de gesubsidieerde kosten komt niet voor subsidie in aanmerking tenzij de aanvrager de btw niet kan verrekenen met de door de aanvrager af te dragen btw.

Artikel 6 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, bedraagt € 2,50 per fiets per maand tot ten hoogste € 3.750.

  • 2. Een subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, bedraagt ten hoogste € 5.000.

  • 3. Een subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel c, bedraagt ten hoogste € 50.000, waaronder begrepen een bedrag van € 2,50 per fiets per maand voor beheer- en exploitatiekosten.

Artikel 7 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor de looptijd van deze regeling bedraagt € 100.000.

  • 2. Het subsidieplafond is onderverdeeld in de volgende deelplafonds:

    • a.

      het deelplafond voor bestaande buurtfietsenstallingen bedraagt € 50.000;

    • b.

      het deelplafond voor nieuwe buurtfietsenstallingen bedraagt € 50.000.

  • 3. Niet benutte middelen van een deelplafond kunnen worden toegevoegd aan het andere deelplafond.

Artikel 8 Wijze van verdeling

  • 1. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde deelplafond is bereikt.

  • 2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt online ingediend via het digitale subsidieloket van de gemeente Rotterdam.

  • 2. Met het aanvraagformulier worden in ieder geval de volgende gegevens verstrekt:

    • a.

      een activiteitenplan dat ten minste de volgende elementen bevat:

      • 1°.

        een beschrijving van de activiteiten;

      • 2°.

        de doelstelling;

      • planning; en

      • 4°.

        organisatie;

    • b.

      een toelichting waaruit blijkt dat de planning van de activiteiten, de uitvoering van de activiteiten en de te verwachten resultaten realistisch en haalbaar zijn;

    • c.

      indien een aanvraag wordt gedaan voor het doen van investeringen in een bestaande buurtfietsenstalling, een volledig ingevuld format kwaliteitsverbetering als bedoeld in bijlage 1;

    • d.

      een volledig ingevulde checklist kwaliteitscriteria als bedoeld in bijlage 2 en een toelichting dat hierover advies is ingewonnen bij de gemeente Rotterdam directie Stadsbeheer, afdeling Parkeervoorzieningen;

    • e.

      een sluitende activiteitenbegroting inclusief beheer en onderhoud, met, indien van toepassing, de onderliggende gespecificeerde offertes van de beoogde investeringen;

    • f.

      akte van eigendom, een afschrift van een huurcontract of een verklaring waaruit blijkt dat de eigenaar van de ruimte instemt met de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt aangevraagd;

    • g.

      een vijftal duidelijke foto’s van de huidige buurtfietsenstalling of beoogde ruimte voor een nieuwe buurtfietsenstalling, inclusief een foto van de toegang of ingang tot de ruimte voor personen die fietsen komen stallen;

    • h.

      een plattegrond van de bestaande of te realiseren buurfietsenstalling inclusief het aantal fietsen of voertuigen dat kan worden gestald;

    • i.

      een plattegrond met daarop het aantal fietstrommels en fietsnietjes binnen 150 meter afstand van de nieuwe buurtfietsenstalling;

    • j.

      een toelichting dat het project een aantoonbaar belang dient voor een specifieke buurt in Rotterdam;

    • k.

      een ondertekende deelnemersverklaring voorwaarden en vereisten voor de Pilot buurtfietsenstalling, als bedoeld in bijlage 3.

Artikel 10 Aanvraagtermijn

  • 1. Een aanvraag om subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, wordt uiterlijk op 15 september 2021 ingediend.

  • 2. Een aanvraag om een subsidie voor de activiteiten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen, b en c, wordt uiterlijk vier weken voor het tijdstip waarop een aanvang met de activiteit wordt gemaakt ingediend.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

Aan de subsidieverlening zijn de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    de werkzaamheden in het kader van de subsidieaanvraag voor een nieuwe buurtfietsenstalling worden binnen vier maanden na de datum van subsidieverlening afgerond;

  • b.

    de nieuwe buurtfietsenstalling wordt na verlening van de subsidie ten minste gedurende vijf jaar geëxploiteerd;

  • c.

    de subsidieontvanger levert gedurende de looptijd van de subsidie eens per kwartaal cijfers aan over het aantal verhuurde fietsparkeerplaatsen, actuele informatie over de buurtfietsenstalling en de tarieven, waarbij het college het recht heeft om deze informatie te plaatsen op de gemeentelijke website of andere publicatie kanalen;

  • d.

    de subsidieontvanger werkt mee aan het delen van niet-concurrentiegevoelige projectresultaten en -gegevens die zijn opgedaan tijdens de pilot Buurtfietsenstalling.

Artikel 12 Verantwoording en vaststelling

  • 1. Een subsidie tot € 25.000 wordt direct bij subsidieverlening vastgesteld.

  • 2. Een subsidie vanaf € 25.000 wordt vastgesteld nadat er een aanvraag tot vaststelling is ingediend.

  • 3. De aanvraag tot vaststelling wordt vóór 1 juli 2022 ingediend.

  • 4. De aanvrager legt bij deze aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      verantwoording over de inzet van de verleende subsidie;

    • b.

      gespecificeerde facturen van de gemaakte kosten;

    • c.

      indien van toepassing foto’s waar op de gerealiseerde investeringen in de buurtfietsenstalling wordt weergegeven.

Artikel 13 Inwerkingtreding

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2023.

  • 2. Deze subsidieregeling blijft van toepassing op subsidies die op grond van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 14 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling pilot buurtfietsenstalling.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 25 mei 2021.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Bijlage 1 als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onderdeel c van de Subsidieregeling pilot buurtfietsenstalling

Format voor beschrijving kwaliteitsverbetering bestaande buurtfietsenstalling

Bij de subsidieaanvraag voor een eenmalige investeringsbijdrage voor een kwaliteitsverbetering van een bestaande buurtfietsenstalling wordt onderstaand format gebruikt. Hierin wordt aangegeven welke activiteiten voor kwaliteitsverbetering (a tot en met g) het betreft.

Een eenmalige subsidie voor een investering ten behoeve van een bestaande buurtfietsenstalling is bedoeld voor de volgende activiteiten:

  • a.

    de kosten van het installeren/vernieuwen van een geautomatiseerd slot en toebehoren;

  • b.

    het installeren van een inbraakbestendige deur;

  • c.

    het plaatsen of vernieuwen van fietsenrekken die voldoen aan de eisen van Fietsparkeur, zie https://fietsparkeur.nl/;

  • d.

    het aanbrengen van adequate verlichting;

  • e.

    het schilderen van de binnenruimte van de buurtfietsenstalling;

  • f.

    het installeren van oplaadpunten voor e-bikes;

  • g.

    het installeren van een herkenbaar door de gemeente geleverd beeldmerk of naambord bij de ingang van de buurtfietsenstalling, om op uniforme wijze kenbaar te maken dat de stalling een buurtfietsenstalling betreft.

Kwaliteitsverbetering

Categorie

Slecht

Voldoende

Goed

Voorgestelde kwaliteitsverbetering

a. Slot en toebehoren

 
 
 
 

b. Toegangsdeur

 
 
 
 

c. Fietsenrekken

 
 
 
 

d. Verlichting

 
 
 
 

e. Schilderwerk binnenruimte

 
 
 
 

f. Oplaadpunten e-bikes

 
 
 
 

g. Herkenbaarheid

 
 
 
 

Voor het ontvangen van een eenmalige subsidie voor het investeren in kwaliteitsverbetering van een bestaande buurtfietsenstalling, zoals benoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, dient de subsidieaanvrager in ten minste één van bovenstaande gedefinieerde categorieën kwaliteitsverbeteringen door te voeren.

Aanwijzing voor het invullen van voorgaande tabel:

  • -

    De gemeente Rotterdam wil graag een beeld krijgen van het kwaliteitsniveau van alle buurtfietsenstallingen in Rotterdam. Het is dus gewenst dat bij alle aanvragen voor een bestaande buurtfietsenstalling, hetzij exploitatiesubsidie, hetzij subsidie voor een investering in kwaliteitsverbetering, voor alle categorieën a t/m g, de huidige stand van zaken door de aanvrager wordt beoordeeld als ‘slecht, ‘voldoende’ of ‘goed’.

  • -

    Indien een subsidie wordt aangevraagd voor de investering in de kwaliteitsverbetering van een bestaande buurtfietsenstalling is het een vereiste om in de laatste kolom, voor die categorieën waarop de kwaliteitsverbetering van toepassing is, te omschrijven welke specifieke kwaliteitsverbetering zal worden doorgevoerd.

Bijlage 2 Kwaliteitscriteria als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder d van de subsidieregeling pilot Buurtfietsenstalling

Bij de subsidieaanvraag voor een exploitatiebijdrage of investeringsbijdrage wordt de onderstaande checklist met kwaliteitscriteria ingediend.

Deze informatie wordt gebruikt om lessen te trekken uit de pilot(s) buurtfietsenstallingen en functioneert als input bij het opstellen van een structurele subsidieregeling buurtfietsenstallingen.

Kwaliteitscriteria (in te vullen door subsidieaanvrager)

Beheren/exploitatie en investeringsbijdrage

Ja

Nee

N.v.t.

De buurtfietsenstalling is of wordt inpandig of op een binnenterrein gerealiseerd.

 
 
 

De buurtfietsenstalling is bestemd voor abonnementhouders.

 
 
 

Ten minste 50% van de ruimte van de buurtfietsenstalling wordt gebruikt voor fietsparkeerplekken.

 
 
 

De buurtfietsenstalling betreft een in het bestemmingsplan passende afsluitbare stalling.

 
 
 

De buurtfietsenstalling bedraagt minimaal 10 fietsparkeerplaatsen.

 
 
 

Bijlage 3 Deelnemersverklaring als bedoeld in artikel 9, tweede lid, onder j van de subsidieregeling pilot Buurtfietsenstalling

Verklaring voorwaarden en vereisten deelname pilot buurtfietsenstalling

Voor deelname aan de pilot buurtfietsenstalling moet door de deelnemer worden voldaan aan de navolgende voorwaarden en vereisten.

  • 1.

    De deelnemer zorgt ervoor dat de stalling te allen tijde toegankelijk is voor de abonnementhouder door middel van een sleutel, tag, of toegangscode.

  • 2.

    De deelnemer is bereikbaar voor contact voor abonnementhouders, inwoners, gemeente of derden.

  • 3.

    De stalling wordt geregeld schoongemaakt en verkeert in een goede staat van onderhoud.

  • 4.

    De deelnemer verplicht zich tot het aanbrengen van een bord of raamsticker met herkenbaar beeldmerk dat de betreffende stalling een buurtfietsenstalling is. Dit beeldmerk wordt door de gemeente Rotterdam aan de subsidieaanvrager ter beschikking gesteld.

  • 5.

    Per kwartaal vindt een kwaliteitscontrole en een monitoringsgesprek met de gemeente Rotterdam plaats. Dit op basis van:

    • a.

      cijfers over het gebruik, tarieven, de staat van onderhoud, de kosten en inkomsten van de buurtfietsenstallingen (aan te leveren door de eigenaar van de buurtfietsenstalling);

    • b.

      stand van zaken met betrekking tot de kwaliteitseisen zoals beschreven in de subsidieregeling Subsidies pilot Buurtfietsenstalling;

    • c.

      lessen te trekken uit de pilot(s) buurtfietsenstallingen die gebuikt kunnen worden bij het opstellen van een structurele subsidieregeling buurtfietsenstallingen, waaronder onderzoek naar verbeteringen om bestaande buurtfietsenstallingen op het door de gemeente gewenste kwaliteitsniveau te brengen en de daaraan gekoppelde investeringsopgave.

  • 6.

    De deelnemer is verplicht om mee te werken aan een gebruikersonderzoek (enquête onder de abonnementhouders).

  • 8.

    Waar mogelijk kan de deelnemer worden geholpen om de kwaliteit en deugdelijkheid van de organisatie te versterken door actief samen te werken met een sociaal maatschappelijke bedrijfscoach.

[naam deelnemer] bevestigt en verklaart door ondertekening van deze verklaring (i) de inhoud van deze verklaring te hebben begrepen, (ii) in overeenstemming met de bepalingen zoals opgenomen in deze verklaring te zullen handelen, dan wel te zullen nalaten.

Aldus verklaard en ondertekend:

[naam deelnemer],

namens deze de [functie]

Datum: …

Handtekening: -------------------------

Dit gemeenteblad is uitgegeven op 16 juni 2021 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)

Toelichting Subsidieregeling pilot Buurtfietsenstalling

Algemene toelichting

Rotterdam wil een prettige, aantrekkelijke, gezonde, klimaatbestendige en inclusieve stad zijn en heeft een mobiliteitstransitie ingezet. Daarbij staan actieve vormen van mobiliteit voorop, gevolgd door gezonde en ruimte-efficiënte vormen zoals deelmobiliteit. Lopen, fietsen, deeltweewielers zonder uitstoot en Openbaar Vervoer (OV) spelen daarbij een belangrijke rol. Belangrijke randvoorwaarden zijn het waarborgen en verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit, de toegankelijkheid voor voetgangers en hulpdiensten en voldoende hoogwaardige voorzieningen voor zowel de rijdende als de stilstaande/geparkeerde fiets.

In Rotterdam is in de afgelopen tien jaar het aantal fietsverplaatsingen met 45% toegenomen. Dat is goed nieuws, want fietsen is gezond, duurzaam en draagt bij aan een prettige leefomgeving. Ook blijft Rotterdam inzetten op fietsstimulering waarbij de verwachting is dat het aantal fietsverplaatsingen en daarmee de parkeerbehoefte verder blijft stijgen.

Het Rotterdamse fietsbeleid, vastgelegd in de Fietskoers 2025, is erop gericht om de potentie van de fiets in Rotterdam verder te vergroten. Want Rotterdam staat voor grote uitdagingen. De stad groeit, ruimte wordt schaarser, de economie verandert, het klimaat vraagt om andere keuzes én de stad moet gezonder en inclusiever gemaakt worden. Daarbij heeft actieve mobiliteit een groot transformatief potentieel: fietsen en lopen verbinden de verschillende opgaven waar Rotterdam voor staat. Duidelijke en grote keuzes voor actieve mobiliteit vormen een hefboom in de mobiliteitstransitie. Met de Fietskoers 2025 wordt zichtbaar welke kansen de fiets creëert om de verschillende transities in de stad te versnellen.

De Fietskoers 2025 wil vanuit de fiets de mobiliteitstransitie naar meer lopen, fietsen en OV versnellen door in te zetten op:

  • 1.

    Keuzes maken in het netwerk: ruimte voor snelle en langzame fietsers.

  • 2.

    Optimale voorzieningen voor de fiets: hubs, deelmobiliteit en fietsparkeren.

  • 3.

    Meer nieuwe en veilige fietsers

  • 4.

    Rotterdamse fietsalliantie. De alliantie verbindt partijen in de stad die het fietsen hoog in het vaandel hebben staan, deelt kennis en ervaring en maakt de activiteiten die partijen alleen of gezamenlijk ondernemen sterker en krachtiger.

In Fietskoers 2025 staat het streven om de fiets overal makkelijk te kunnen parkeren: in de woonwijk, bij het station, werk, school, winkel, sport en culturele locatie. Dit betekent dat in woonbuurten voldoende fietsparkeermogelijkheden moeten zijn. Bij voorkeur inpandig in of bij de woning zelf (garages, bergingen en schuurtjes). Voor de resterende fietsparkeervraag wordt gedacht aan een mix van (inpandige) buurtstallingen, kleine stallingen op straat, tijdelijke stallingen, fietstrommels, fietsvlonders, fietsnietjes en fietsparkeervakken.

In woonbuurten wordt echter ook gestreefd naar een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit en goede toegankelijkheid voor voetgangers en hulpdiensten. Een overmaat aan fietstrommels, fietsnietjes en los geparkeerde fietsen kunnen daar afbreuk aan doen. Een inpandige buurtfietsenstalling kan dan een oplossing bieden.

Daarnaast is er een gemeentelijke target om in de periode 2019 t/m 2022 in totaal 320 fietstrommels bij te plaatsen; oftewel gemiddeld 80 fietstrommels per jaar. In verband met toenemende druk in de openbare ruimte, het belang dat Rotterdam hecht aan de kwaliteit van de openbare ruimte en de toenemende maatschappelijke weerstand tegen fietstrommels staat het behalen van deze target steeds meer onder druk. Vooral in de oude stadswijken in de gebieden Noord en Delfshaven, waar ruim 60% van de in totaal ruim 1.000 geplaatste fietstrommels staan. Aan de andere kant is er een toenemende wachtlijst voor fietstrommels, wat aangeeft dat er behoefte is aan meer veilige fietsparkeerplekken. Zowel voor een plek in een fietstrommel als voor een plek in een buurtfietsenstalling is de eigenaar van een fiets een maandelijkse bijdrage verschuldigd. Door meer buurtfietsenstallingen te realiseren is er waarschijnlijk binnen een straal van 150 meter minder vraag naar fietstrommels. Hierdoor kunnen fietstrommels in de directe omgeving mogelijk verdwijnen en kan het straatbeeld mede daardoor ruimtelijk opgeruimder en aantrekkelijker worden. Daarnaast is een buurtfietsenstalling beter geschikt om ook een plek te bieden aan een toenemende parkeervraag van bakfietsen, scootmobielen, elektrische fietsen en dergelijke.

In Den Haag zijn dankzij een succesvolle subsidieregeling ruim 40 inpandige stallingen gerealiseerd. Deze regeling stimuleert eigenaren van lege garages, winkelruimtes, bergruimtes, binnenterreinen et cetera, om hier buurtstallingen van te maken. In de Fietskoers 2025 staat het voornemen om de mogelijkheden voor een dergelijke regeling in Rotterdam te onderzoeken en pilots op te zetten.

Om de grote ambities uit de Fietskoers 2025 waar te kunnen maken, zijn grootschalige ingrepen nodig. Dit zijn vaak ook ingewikkelde projecten met een complexe ruimtelijke inpassing en keuzes. Denk hierbij aan grote fietsenstallingen en buurtfietsenstallingen. Voor dergelijke maatregelen zal de komende jaren extra financiering nodig zijn. Om deze ambities uit de Fietskoers 2025 te kunnen verwezenlijken volstaat het oude subsidie-instrumentarium niet. Bij deze regeling was het bijvoorbeeld alleen mogelijk een investeringsbijdrage te ontvangen en was het niet mogelijk om een exploitatiebijdrage te ontvangen om een onrendabel gedeelte van de exploitatie mee te financieren, ondanks de maatschappelijke waarde van de buurtfietsenstalling.

Doelstelling pilot Buurtfietsenstalling

Het doel van de pilot is het bevorderen van de mogelijkheden van het fietsparkeren in Rotterdam - zonder dat dit gepaard gaat met overlast voor de omgeving - door aan buurtfietsenstallingen een financiële bijdrage te verstrekken. Met de ervaringen uit de pilot kan de meest geschikte wijze van de inzet van het subsidie instrument worden bepaald. Deze ervaringen zullen worden gebruikt bij de subsidieregeling die in 2021 zal worden opgesteld en in de loop van 2022 of op zijn vroegst per 1 januari 2022 zal ingaan.

Er is gekozen voor een aanpak gericht op:

  • -

    bestaande buurtfietsenstallingen om een onderbouwd onrendabel deel van de exploitatie mee te financieren;

  • -

    maximaal één nieuwe buurtfietsenstalling waarbij een met de gemeente afgesproken deel van de investering en een onderbouwd eventueel onrendabel deel van de exploitatie meegefinancierd wordt.

Artikelsgewijze toelichting Subsidieregeling subsidies pilot Buurtfietsenstalling

Artikel 3 Activiteiten In het eerste lid, onder b wordt gesproken over investeringen in kwaliteitsverbeteringen van buurtfietsenstallingen. Hiervoor is subsidie beschikbaar, omdat de ervaring leert dat meer wijkbewoners gebruik maken van de buurtfietsenstalling als deze een zeker kwaliteitsniveau heeft. Conform het format van bijlage 1 kan de status en eventuele kwaliteitsverbeteringen worden aangegeven.

Artikel 5 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen In het eerste lid wordt bepaald welke kosten in aanmerking komen. Kosten die in aanmerking komen voor subsidie dienen bij te dragen aan het functionele doel van de buurtfietsenstalling en niet ter verbetering, waardevermeerdering of verfraaiing van het pand zelf. Als voorbeeld: vervanging van kozijnen wordt gezien als regulier of achterstallig onderhoud. Het stroever en daarmee veilig maken van een gladde vloer wordt wel gezien als subsidiabel. Een fictieve marktconforme huurprijs is ook niet subsidiabel. Het gaat om werkelijk gemaakte kosten. Het is echter onmogelijk om met een uitputtende lijst te beschrijven wat wel en niet subsidiabel is. Bij twijfel en/of meningsverschillen beslist het college.

Artikel 6 Hoogte van de subsidieAan de hand van twee rekenvoorbeelden wordt aangegeven hoe de subsidie tot stand komt:

Rekenvoorbeeld 1:

Stel de buurtfietsenstalling heeft een huurprijs van € 350,- per maand (incl. energiekosten) en beheerskosten van € 150,- per maand. Er staan 70 fietsen in de stalling met een betaald abonnement van € 5,- per maand.

De maandelijkse kosten zijn dan € 500,- tegen € 350,- (70 x € 5,-) maandelijkse opbrengsten. Het maandelijkse exploitatietekort bedraagt dus € 150,-.

De maximale exploitatiesubsidie bedraagt € 175,- (70 x € 2,50). In de praktijk wordt een subsidie ontvangen van € 150,- per maand. Stel de buurtfietsenstalling is geopend op 1 april 2021 dan bedraagt de exploitatiesubsidie over de periode 1 april 2021 tot en met 30 juni 2022 (15 maanden x € 150,-) in totaal € 2.250,-.

Rekenvoorbeeld 2:

Stel de buurtfietsenstalling heeft een huurprijs van € 600,- per maand (incl. energiekosten) en beheerskosten van € 150,- per maand. Er staan 90 fietsen in de stalling met een betaald abonnement van € 5,- per maand.

De maandelijkse kosten zijn dan € 750,- tegen € 450,- (90 x € 5,-) maandelijkse opbrengsten. Het maandelijkse exploitatietekort bedraagt dus € 300,-.

De maximale exploitatiesubsidie bedraagt € 225,- (90 x € 2,50). In de praktijk wordt een subsidie ontvangen van € 225,- per maand. Stel de buurtfietsenstalling is geopend op 1 juni 2019 dan zou de exploitatiesubsidie over de periode 1 januari 2021 tot en met 30 juni 2022 (18 maanden x € 225,-) in totaal € 4.050,- bedragen. Door het vastgestelde maximale subsidiebedrag voor exploitatie bedraagt de totale subsidie € 3.750,- in totaal.

Artikel 9 Subsidieaanvraag

In het tweede lid wordt uiteengezet welke documenten moeten worden meegestuurd bij de aanvraag. De genoemde punten worden door de gemeente Rotterdam gezien als belangrijke randvoorwaarden om de continuïteit van de stalling te waarborgen, zodat de subsidie ook op langere termijn bijdraagt aan de beschikbaarheid van fietsparkeerplekken voor buurtbewoners en niet wordt besteed aan initiatieven die minder levensvatbaar zijn.

Artikel 11 Verplichtingen subsidieontvanger

In dit artikel wordt in onderdeel c de aanvrager verplicht om bepaalde gegevens over de subsidiabele activiteit met de gemeente te delen.

Door het delen van cijfers van o.a. tarieven, financiën en bezettingsgraad krijgt de gemeente de beschikking over waardevolle data die helpen bij het vormgeven van een permanente subsidieregeling voor buurtfietsenstallingen. De gemeente krijgt zo immers een beter beeld van de drempels en belemmeringen die spelen bij het starten en/of beheren van een buurtfietsenstalling. Door deze kennis te verwerken in de permanente subsidieregeling voor 2022 en verder verwacht de gemeente meer initiatieven op de juiste wijze te kunnen ondersteunen en zo een belangrijke bijdrage te kunnen leveren aan de beschikbaarheid van voldoende kwalitatieve fietsparkeerplekken in de buurten van Rotterdam.