Subsidieregeling verblijf en groepsexcursie 2021

Geldend van 10-02-2022 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2021

Intitulé

Subsidieregeling verblijf en groepsexcursie 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV: algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2013;

  • b.

    Begeleider: persoon, niet zijnde een leerling of student, die namens een school of instelling deelneemt aan een gesubsidieerde activiteit, teneinde die activiteit in goede banen te leiden;

  • c.

    Bevoegd gezag: het bevoegd gezag als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs en artikel 1, onderdeel w, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, alsook het instellingsbestuur als bedoeld in artikel 1.1 Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • d.

    College: het college van gedeputeerde staten van de provincie Fryslân;

  • e.

    Friese onderneming: iedere in Fryslân gevestigde entiteit, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent;

  • f.

    Groepsaccommodatie: een in Fryslân gelegen accommodatie met ten minste tien slaapplaatsen die logies overwegend aan personen in groepsverband verstrekt;

  • g.

    Groepsexcursie: activiteit met een educatief karakter, geschikt voor een groep;

  • h.

    Hoger beroepsonderwijs: onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel d, van de wet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

  • i.

    Instelling: instelling voor middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs;

  • j.

    Leerling: leerling aan een school;

  • k.

    Middelbaar beroepsonderwijs: middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • l.

    School: een school voor voortgezet onderwijs;

  • m.

    Student: degene die middelbaar beroepsonderwijs, hoger beroepsonderwijs of wetenschappelijk onderwijs volgt aan een instelling;

  • n.

    Voortgezet onderwijs: onderwijs als bedoeld in artikel 2 van de Wet op het voortgezet onderwijs;

  • o.

    Wetenschappelijk onderwijs: onderwijs als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel c, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2 Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening

De ASV is van toepassing op deze subsidie, tenzij daarvan in deze regeling uitdrukkelijk wordt afgeweken.

Artikel 3 Doel

Het doel van deze regeling is het stimuleren van scholen en instellingen om een reservering te maken bij groepsaccommodaties en Friese ondernemingen die groepsexcursies aanbieden, teneinde ook die aanbieders te ondersteunen.

Artikel 4 Doelgroep

Subsidie kan worden aangevraagd door het bevoegd gezag van een school of instelling in Fryslân.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verleend voor:

  • a.

    Verblijf in een groepsaccommodatie;

  • b.

    Een groepsexcursie in de buitenlucht.

Artikel 6 Subsidiabele kosten

  • 1. Voor subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, komen in aanmerking de kosten van:

    • a.

      Verblijf van leerlingen en studenten in een groepsaccommodatie, tot een maximum van 4 nachten;

    • b.

      Verblijf van begeleiders in een groepsaccommodatie, tot een maximum van 4 nachten, met dien verstande dat maximaal voor 1 begeleider per 5 leerlingen of studenten subsidie wordt verleend;

    • c.

      Kosten van maaltijden en niet alcoholische dranken, met inachtneming van het bepaalde in artikel 7, onderdeel a.

  • 2. Voor subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, komen in aanmerking de kosten van:

    • a.

      Een groepsexcursie voor leerlingen of studenten.

  • 3. Indien de gesubsidieerde activiteit door de subsidieontvanger wordt geannuleerd door of vanwege de beperkende maatregelen van de overheid in verband met het coronavirus, komen de eventuele kosten van die annulering voor subsidie in aanmerking, tot een maximum van 50% van het totale subsidiebedrag.

  • 4. Indien voor de kosten als bedoeld in het eerste en tweede lid reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen komen die kosten, in afwijking van artikel 1.10, eerste lid, onderdeel h, van de ASV, eveneens voor subsidie in aanmerking.

  • 5. In afwijking van artikel 1.10, eerste lid, onderdeel d, van de ASV komt omzetbelasting voor subsidie in aanmerking, voor zover de subsidieontvanger die omzetbelasting niet kan verrekenen of compenseren.

Artikel 7 Niet subsidiabele kosten

Onverminderd het bepaalde in artikel 1.10 van de ASV wordt geen subsidie verleend voor:

  • a.

    Kosten van maaltijden en dranken, anders dan die aangeboden door de groepsaccommodatie;

  • b.

    Vervoerskosten;

  • c.

    Personeelskosten;

  • d.

    Kosten voor deelname van een begeleider aan een groepsexcursie;

  • e.

    Kosten voor tickets of toegangskaarten;

  • f.

    Kosten voor de aanschaf van producten, anders dan educatieve lesmaterialen ten behoeve van een groepsexcursie;

  • g.

    Kosten van verzekeringen;

  • h.

    Kosten voor het opstellen van de subsidieaanvraag.

Artikel 8 Hoogte van de subsidie

De subsidie voor een activiteit, als bedoeld in artikel 5, onderdeel a of b, bedraagt 80% van de subsidiabele kosten met een maximum van € 10.000,- per school of per studierichting of studiesector van de instelling, met dien verstande dat:

  • a.

    indien een school bestaat uit meerdere vestigingen, per vestiging aanspraak kan worden gemaakt op het in de aanhef genoemde bedrag of indien sprake is van een instelling, per studierichting of studiesector, met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 eerste lid onder a of b;

  • b.

    per leerling, student of begeleider maximaal € 50,- subsidie wordt verleend per overnachting;

  • c.

    per leerling of student maximaal € 30,- subsidie wordt verleend voor een groepsexcursie.

Artikel 9 Subsidieplafond en verdeelsystematiek

  • 1. Het subsidieplafond voor de activiteiten als bedoeld in artikel 5, onderdeel a en b, bedraagt totaal € 500.000,-.

  • 2. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van datum van ontvangst van de subsidieaanvragen, waarbij geldt dat de datum van ontvangst die datum is waarop de aanvraag volledig is.

  • 3. Voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de rangschikking van die aanvragen bepaald door loting.

Artikel 10 Aanvraag en aanvraagperiode

  • 1. Subsidie kan worden aangevraagd door of namens het bevoegd gezag, ten behoeve van leerlingen of studenten aan een in de provincie Fryslân gevestigde school of instelling waarbij geldt:

    • a.

      Voor scholen voor voortgezet onderwijs: dat per vestigingslocatie in Fryslân een subsidieverzoek kan worden ingediend;

    • b.

      voor instellingen van MBO, HBO of WO: per studierichting of studiesector in Fryslân, zoals opgenomen in bijlage I bij deze regeling, een subsidieverzoek kan worden ingediend.

  • 2. Gedeputeerde Staten kunnen afwijken van de in het eerste lid onder b genoemde vereiste voor zover het gaat om de opname van de betreffende studierichting of studiesector in bijlage I van deze regeling, indien de toepassing ervan naar het oordeel van Gedeputeerde Staten onredelijk zou zijn en de aanvrager die onredelijkheid in zijn aanvraag voldoende heeft onderbouwd.

  • 3. Een aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier.

  • 4. Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 1 april 2022.

  • 5. Een aanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens en documenten:

    • a.

      Een vermelding van de school of instelling waarvoor subsidie wordt aangevraagd en, indien voor meerdere vestigingen subsidie wordt aangevraagd, een vermelding van het aantal vestigingen en het adres daarvan;

    • b.

      Een offerte of opdrachtbevestiging van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd, waarin in ieder geval de volgende informatie is opgenomen:

      • i.

        Een omschrijving van de activiteit;

      • ii.

        De datum waarop, of periode waarin, de activiteit plaatsvindt;

      • iii.

        Het aantal leerlingen, studenten of begeleiders dat deelneemt aan de activiteit;

      • iv.

        De kosten van de activiteit.

Artikel 11 Toetsingscriteria

  • 1. Om voor subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 5, onderdeel a, in aanmerking te komen moet zijn voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      Het verblijf vindt plaats in een groepsaccommodatie als bedoeld in artikel 1, onderdeel f, van deze regeling;

    • b.

      Het verblijf vindt plaats in de periode 1 juni 2021 tot en met 30 december 2022;

    • c.

      De groep bestaat uit minimaal 5 leerlingen of studenten.

  • 2. Om voor subsidie voor een activiteit als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, in aanmerking te komen moet zijn voldaan aan de volgende criteria:

    • a.

      De activiteit is aan te merken als een groepsexcursie als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van deze regeling;

    • b.

      De groepsexcursie vindt plaats in de periode 1 juni 2021 tot en met 30 december 2022;

    • c.

      De groepsexcursie vindt plaats in Fryslân en wordt georganiseerd door een Friese onderneming;

    • d.

      De groepsexcursie vindt plaats in de buitenlucht.

Artikel 12 Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.7 van de ASV wordt de subsidie in ieder geval geweigerd indien:

  • a.

    Subsidieverlening niet in overeenstemming is met het doel van deze regeling;

  • b.

    De aanvrager niet valt binnen de doelgroep van de regeling;

  • c.

    Niet wordt voldaan aan de in artikel 11 genoemde toetsingscriteria;

  • d.

    Een aanvraag is ontvangen buiten het in artikel 10, derde lid, genoemde tijdvak;

  • e.

    het college reeds eerder, vanaf 1 november 2021, subsidie heeft verstrekt op grond van deze regeling aan een vestiging als het een school betreft, of aan een studierichting of studiesector als het een instelling betreft;

  • f.

    De kosten voor de activiteit reeds op andere wijze zijn of worden vergoed.

Artikel 13 Subsidieverplichtingen

  • 1. De activiteiten moeten uiterlijk op 30 december 2022 zijn verricht.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen, op een daartoe strekkend gemotiveerd schriftelijk verzoek van de subsidieontvanger, eenmalig voor maximaal drie maanden uitstel verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn.

  • 3. De subsidieontvanger doet onverwijld een schriftelijke melding bij het college zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht.

  • 4. De subsidieontvanger doet eveneens onverwijld een schriftelijke melding bij het college zodra de gesubsidieerde activiteit door hem is geannuleerd door of vanwege de beperkende maatregelen van de overheid in verband met het coronavirus als bedoeld in artikel 6, derde lid. In voorkomend geval overlegt de subsidieontvanger daarbij schriftelijk bewijs van de annulering, alsook van de betaalde annuleringskosten.

Artikel 14 Verantwoording en vaststelling

  • 1. De subsidie wordt binnen acht weken na de in artikel 13, eerste lid, genoemde datum ambtshalve vastgesteld. Indien het college de subsidieontvanger overeenkomstig artikel 13, tweede lid, uitstel heeft verleend van de in het eerste lid van dat artikel genoemde termijn, wordt de subsidie binnen acht weken na die nieuwe uiterlijke datum ambtshalve vastgesteld.

  • 2. De subsidieontvanger is tot één jaar na de subsidieperiode verplicht op een daartoe strekkend verzoek van het college aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht.

Artikel 15 Bevoorschotting en betaling

De subsidie wordt voor 100% bevoorschot door betaling binnen dertig dagen op het in de subsidieaanvraag genoemde bankrekeningnummer van de school of instelling.

Artikel 16 Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad waarin het wordt gepubliceerd.

  • 2. Deze regeling, zoals deze luidde voor 1 november 2021, blijft van toepassing op aanvragen voor subsidie op grond van deze regeling die zijn ontvangen voor die datum.

Artikel 17 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling verblijf en groepsexcursie 2021.

Ondertekening

TOELICHTING

Artikel 1Begripsbepalingen

In dit artikel worden de specifieke begrippen van deze verordening gedefinieerd. Veel van de begrippen spreken voor zich. Hieronder wordt een drietal begrippen nader toegelicht.

Onderdeel e. Friese onderneming

Onder Friese onderneming wordt verstaan: iedere in Fryslân gevestigde entiteit, ongeacht haar rechtsvorm, die een economische activiteit uitoefent. De rechtsvorm van de onderneming doet derhalve niet ter zake, zo lang de onderneming maar in Fryslân is gevestigd. Daarvoor is niet noodzakelijk dat de onderneming statutair gevestigd is in Fryslân, zo lang de onderneming maar vanuit een vestiging in Fryslân een economische activiteit uitoefent.

Onderdeel f. Groepsaccommodatie

Om te worden aangemerkt als een groepsaccommodatie moet sprake zijn van een in Fryslân gelegen accommodatie met ten minste tien slaapplaatsen die logies overwegend aan personen in groepsverband verstrekt. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een kampeerboerderij, hostel, bungalow of camping met tenten, maar ook aan bijvoorbeeld een groot zeilschip. Hotels vallen niet onder de definitie van groepsaccommodatie als bedoeld in deze regeling.

Onderdeel g. Groepsexcursie

Onder groepsexcursie wordt verstaan: een activiteit met een educatief karakter, geschikt voor een groep. Een groep bestaat uit ten minste twee, maar bij voorkeur meer, personen. Individuele activiteiten vallen niet onder de definitie van groepsexcursie. Van een groepsexcursie is bovendien pas sprake indien de activiteit een educatief karakter heeft, waardoor de leerlingen en studenten iets wordt bijgebracht. Gedacht kan worden aan bijvoorbeeld een natuurwandeling of fietstocht onder leiding van een boswachter, wadlopen onder leiding van een natuurgids of een overtocht met een schip van de bruine zeilvloot waarbij een schipper vertelt over de geschiedenis van (de scheepvaart in) Fryslân. Ook andere activiteiten zijn denkbaar, mits de activiteit geschikt is voor een groep en een educatief karakter heeft.

Activiteiten die louter bestaan uit vermaak, zoals bijvoorbeeld paintballen, lasergamen, karten, midgetgolfen, adventure park, mountainbike/quad/segway/step rijden etc., vallen niet onder de definitie van groepsexcursie en komen daarom niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 2Toepasselijkheid Algemene Subsidieverordening

Naast de bepalingen uit deze verordening is ook de vigerende Algemene Subsidieverordening van de provincie Fryslân van toepassing op subsidies die op basis van deze regeling worden verstrekt. Dat is slechts anders indien in deze verordening uitdrukkelijk wordt afgeweken van het bepaalde in de ASV.

Artikel 3Doel

Het doel van deze regeling is het stimuleren van scholen en instellingen om activiteiten te ondernemen en daarvoor reserveringen te maken, zodat leerlingen en studenten daarvan profiteren. De laatste tijd zijn scholen en instellingen veelal terughoudend met het maken van reserveringen voor bijvoorbeeld een jaarlijkse ‘werkweek’, omdat het door de coronaperikelen onzeker is of dat wel doorgang kan vinden. Het niettemin maken van reservering brengt niet alleen onzekerheid, maar ook een (financieel) risico met zich mee. Met deze regeling wordt getracht scholen en instellingen een ‘steuntje in de rug’ te geven door hen middels een subsidie te stimuleren toch reserveringen te maken bij groepsaccommodaties en Friese ondernemingen die groepsexcursies aanbieden. Daarmee heeft de regeling het bijkomende voordeel dat ook de in Fryslân gelegen groepsaccommodaties en Friese ondernemingen, waarbij een reservering wordt gemaakt, worden ondersteund.

Artikel 4Doelgroep

Een subsidie op grond van deze verordening kan enkel worden aangevraagd door het bevoegd gezag van een school of instelling in Fryslân. Het bevoegd gezag vraagt de subsidie aan voor een bepaalde, in Fryslân gevestigde, school of instelling, ten behoeve van een bepaald aantal leerlingen of studenten. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk als (ouder van een) leerling of student subsidie aan te vragen. Evenmin kan subsidie worden aangevraagd voor een buiten Fryslân gelegen (vestiging van een) school of instelling.

Artikel 5Subsidiabele activiteiten

Deze regeling omvat een tweetal subsidiabele activiteiten. In de eerste plaats kan subsidie worden verleend voor een verblijf in een groepsaccommodatie (onderdeel a). Uit de definitie van ‘groepsaccommodatie’ in artikel 1 volgt dat het gaat om een accommodatie met ten minste tien slaapplaatsen die logies overwegend aan personen in groepsverband verstrekt. De kosten voor een verblijf in een groepsaccommodatie gelegen buiten Fryslân zijn bijvoorbeeld niet subsidiabel.

De tweede subsidiabele activiteit is een groepsexcursie in de buitenlucht. Uit de definitie van ‘groepsexcursie’ in artikel 1 volgt dat het moet gaan om een activiteit met een educatief karakter. Voor een nadere toelichting daarop wordt verwezen naar de toelichting op artikel 1.

Artikel 6Subsidiabele kosten

Uit dit artikel volgt welke kosten voor subsidie in aanmerking komen. Het eerste lid heeft betrekking op de kosten voor verblijf in een groepsaccommodatie. Die kosten zijn subsidiabel, tot een maximum van 4 nachten (onderdeel a). Tot die kosten behoren eveneens de gebruikelijke bijkomende kosten van een reservering (reserveringskosten, toeristenbelasting, schoonmaakkosten en servicekosten). Ook de kosten voor verblijf van een begeleider zijn subsidiabel, met dien verstane dat voor maximaal 1 begeleider per 5 studenten of leerlingen subsidie wordt verleend (onderdeel b). Daarmee wordt voorkomen dat de subsidie alleen, of voor een groot deel, ten goede komt aan begeleiders. Onder de kosten als bedoeld in dit artikellid zijn niet begrepen de kosten van activiteiten die worden georganiseerd door de groepsaccommodatie. Mogelijk komen die kosten wel voor subsidie op grond van het tweede lid in aanmerking, indien wordt voldaan aan de daarvoor geldende criteria.

Het derde lid biedt uitkomst indien de subsidieontvanger genoodzaakt is een gesubsidieerde activiteit te annuleren indien de coronamaatregelen de subsidieontvanger daartoe geen andere keuze laten. In dat geval zal de activiteit niet plaatsvinden en zal de subsidieontvanger het verleende subsidiebedrag in beginsel moeten terugbetalen. Voorstelbaar is dat voor de annulering bij de subsidieontvanger kosten in rekening worden gebracht. Om het financiële risico tot betaling van die annuleringskosten bij de subsidieontvanger (gedeeltelijk) weg te nemen, is in dit artikellid bepaald dat de eventuele annuleringskosten voor subsidie in aanmerking komen, tot een maximum van 50% van het verleende subsidiebedrag.

De subsidieontvanger is verplicht om onverwijld, maar uiterlijk binnen twee weken na het annuleren van de gesubsidieerde activiteit, daarvan mededeling te doen bij het college. Gelijktijdig daarmee moet de subsidieontvanger schriftelijk bewijs van de annulering, alsook van de betaling van de annuleringskosten, overleggen. Als blijkt dat aan de voorwaarden is voldaan, wordt het terug te betalen subsidiebedrag bij de vaststelling verminderd met de betaalde annuleringskosten. Zie hiervoor ook (de toelichting) bij artikel 14.

Van belang is dat het derde lid alleen geldt in de situatie waarin de coronamaatregelen maken dat de gesubsidieerde activiteit moet worden geannuleerd. Indien de activiteit wel doorgang kan vinden, maar de subsidieontvanger zelf besluit om te annuleren, bestaat geen aanspraak op subsidie voor de kosten van annulering. Dat geldt ook voor situaties waarin de subsidieontvanger om andere redenen (dan corona) besluit de gesubsidieerde activiteit te annuleren. Ook dan bestaat geen aanspraak op de subsidie.

Uit het vierde lid volgt dat de kosten waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen ook voor subsidie in aanmerking komen. Daarmee wordt afgeweken van artikel 1.10, eerste lid, onderdeel h, van de ASV, waaruit volgt dat voor dergelijke kosten geen subsidie wordt verstrekt. De kosten waarvoor reeds verplichtingen zijn aangegaan voordat de aanvraag is ontvangen komen alleen voor subsidie in aanmerking indien het kosten betreffen die vallen onder de kosten als genoemd in het eerste en tweede lid.

Artikel 7Niet subsidiabele kosten

Uit dit artikel volgt welke activiteiten in ieder geval niet subsidiabel zijn. Dat geldt onder meer voor maaltijden en dranken die niet door de groepsaccommodatie worden aangeboden (onderdeel a). De kosten voor maaltijden en dranken die door de school of instelling worden (in)gekocht om te nuttigen in of buiten de groepsaccommodatie komen niet voor subsidie in aanmerking. Kosten voor vervoer (bijv. van en naar de groepsaccommodatie en/of de groepsexcursie) komen evenmin voor subsidie in aanmerking (onderdeel b). Dat geldt ook voor de kosten van personeel van de school of instelling (onderdeel c) en de kosten van een begeleider voor deelname aan een groepsexcursie (onderdeel d). Er wordt alleen subsidie verleend voor deelname aan een groepsexcursie door een leerling of student. Geen subsidie wordt verleend voor kosten voor tickets of toegangskaarten van, bijvoorbeeld, attractie- of amusementsparken, musea, festivals of voorstellingen (onderdeel e). Dat geldt ook voor de aanschaf van producten, met uitzondering van educatieve lesmaterialen ten behoeve van een groepsexcursie (onderdeel f). De lesmaterialen moeten een educatieve inhoud hebben en verband houden met de groepsexcursie. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een boekje met informatie over natuur of geschiedenis, dat dient ter ondersteuning en verdieping van de groepsexcursie. Tot slot komen de kosten van verzekeringen (onderdeel g) en het opstellen van de subsidieaanvraag (onderdeel h) niet voor subsidie in aanmerking.

Artikel 8Hoogte van de subsidie

Uit dit artikel volgt dat per school maximaal € 10.000,- subsidie wordt verleend. Indien een school bestaat uit meerdere vestigingen, kan per vestiging aanspraak worden gemaakt op het maximale subsidiebedrag van € 10.000,-. Daarbij is van belang dat 80% van de subsidiabele kosten voor subsidie in aanmerking komen. Per instelling geldt, dat, vanwege de grote diversiteit in opleidingen die aan het MBO, HBO en WO, per studierichting of studiesector genoemd in de tabel in bijlage I, aanspraak kan worden gemaakt op het maximale subsidiebedrag van € 10.000,- .

Het is aan het bevoegd gezag van de school of instelling om te bepalen voor hoeveel leerlingen of studenten subsidie wordt aangevraagd. Om te voorkomen dat een kleine groep aanspraak maakt op het maximale subsidiebedrag, is in onderdeel a van dit artikel bepaald dat per leerling, student of begeleider maximaal € 50,- subsidie wordt verleend per overnachting in een groepsaccommodatie. Nu voor maximaal 4 nachten subsidie kan worden verleend (zie artikel 6, eerste lid onderdeel a) betreft de subsidie voor een verblijf in een groepsaccommodatie maximaal € 200,- per leerling, student of begeleider. In onderdeel b is bepaald dat per leerling of student maximaal € 30,- subsidie wordt verleend voor een groepsexcursie. Het totale subsidiebedrag voor verblijf in een groepsaccommodatie en deelname aan een groepsexcursie is daarmee maximaal € 230,- per leerling of student. Omdat de kosten van deelname van een begeleider aan een groepsexcursie niet subsidiabel zijn, bedraagt het totale subsidiebedrag voor een begeleider maximaal € 200,-.

Artikel 9Subsidieplafond en verdeelsystematiek

Uit het eerste lid volgt dat het totaal beschikbare subsidiebedrag (voor verblijf in een groepsaccommodatie en een groepsexcursie) op grond van deze regeling € 500.000,- bedraagt.

Het tweede lid bepaalt dat de subsidie wordt verdeeld volgens het systeem ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. De aanvraag die als eerst binnenkomt wordt, indien de aanvraag volledig is, als eerst behandeld. Als de aanvraag niet volledig is, en de aanvrager wordt verzocht de aanvraag binnen een door het college gestelde termijn aan te vullen, geldt de datum waarop de aangevulde volledige aanvraag door het college is ontvangen als datum van binnenkomst van de aanvraag.

Uit het derde lid volgt dat een loting zal plaatsvinden voor zover door verstrekking van subsidie voor volledige aanvragen, die op dezelfde dag zijn ontvangen, het subsidieplafond wordt overschreden. Voor zover een aanvraag op die datum onvolledig is, wordt de aanvraag niet meegenomen in de loting.

Artikel 10 Aanvraag en aanvraagperiode

Uit het eerste lid volgt dat subsidie enkel kan worden aangevraagd door of namens het bevoegd gezag, ten behoeve van een in de provincie Fryslân gevestigde school of instelling. Voor MBO-, HBO- en WO-instellingen geldt dat per studierichting of studiesector, zoals benoemd in de bijlage I van de regeling, een aanvraag kan worden ingediend. Hieronder vallen alle opleidingen die de instelling in het kader van de tabel genoemde studierichting of studiesector aanbiedt. Deze gelden samen als een studierichting of studiesector. Voor het MBO betekent dit concreet voor alle opleidingen die, bijvoorbeeld vallen onder de studierichting of studiesector Zorg en Welzijn (ROC Friese Poort), of Zorg, Service en Welzijn (ROC Friesland College), ongeacht de differentiatie of niveau, voltijd of deeltijd, een aanvraag kan worden ingediend. De aanvragende instelling mag de aanvraag bundelen, dat wil zeggen voor meerdere differentiaties in een studierichting of studiesector een aanvraag indienen.

Voorbeeld: bij ROC Friese Poort kent men binnen de studierichting of studiesector Zorg en Welzijn, 16 verschillende opleidingen. Als voor één van deze 16 opleidingen een aanvraag is ingediend, kan voor de overige 15 opleidingen geen separate aanvraag meer worden ingediend. Er kan wel één (gezamenlijke) aanvraag worden ingediend voor studenten van meerdere opleidingen binnen Zorg en Welzijn. Daarnaast kan vervolgens óók een aanvraag worden ingediend voor de studierichting of studiesector Techniek, Creatieve industrie, Pedagogiek & Onderwijs, enz.

Voor het HBO geldt hetzelfde: onder de genoemde studierichtingen vallen verschillende differentiaties: bijvoorbeeld onder de studierichting Onderwijs vallen bijvoorbeeld de PABO en de lerarenopleidingen. Er kan voor de gehele studierichting Onderwijs éénmalig een aanvraag worden ingediend. Dit mag dus een combinatie zijn van meerdere opleidingen binnen de studierichting Onderwijs.

Door niet voor elke differentiatie of opleiding toe te staan dat een aanvraag wordt ingediend wordt voor elke instelling voldoende kans geboden om een aanvraag gehonoreerd te krijgen.

Het derde lid bepaalt dat de aanvraag wordt ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Uit het vierde lid volgt dat de aanvraag kan worden ingediend tot en met 1 april 2022. Aanvragen die nadien worden ingediend worden geweigerd.

Uit het vijfde lid volgt welke gegevens en documenten in ieder geval bij de aanvraag moeten worden overgelegd. Zo moet uit de aanvraag in ieder geval blijken voor welke school of instellingsubsidie wordt aangevraagd (onderdeel a). Indien voor meerdere vestigingen van een school of instelling subsidie wordt aangevraagd, moet eveneens uit de aanvraag blijken hoeveel (en welke) vestigingen het betreft. Daarnaast is van belang dat een offerte wordt overgelegd van de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd (onderdeel b). Voorstelbaar is dat zowel voor verblijf in een groepsaccommodatie als voor een groepsexcursie subsidie wordt aangevraagd. Voor beide activiteiten moet in dat geval een offerte worden overgelegd. Uit die offerte moet duidelijk blijken op welke activiteit de offerte ziet (sub i), wanneer de activiteit plaatsvindt (sub ii), hoeveel leerlingen, studenten en begeleiders aan de activiteit deelnemen (sub iii) en welke kosten aan die activiteit zijn verbonden (sub iv) Indien één van deze onderdelen ontbreekt, is het niet mogelijk een subsidie te verlenen. Het verdient de voorkeur dat de offerte tevens inzicht geeft in de aard van de personen (student of leerling of begeleider) die deelnemen aan de activiteit. Indien uit de offerte niet blijkt of, en in hoeverre, die offerte tevens ziet op kosten voor begeleiders, dient de subsidieontvanger daarover in zijn aanvraag duidelijkheid te verschaffen.

Artikel 11Toetsingscriteria

In dit artikel zijn de toetsingscriteria opgenomen waaraan moet zijn voldaan om voor een subsidie in aanmerking te komen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een subsidie voor verblijf in een groepsaccommodatie (lid 1) en subsidie voor een groepsexcursie (lid 2).

Lid 1 – verblijf groepsaccommodatie

Ten eerste moet het verblijf plaatsvinden in een groepsaccommodatie (onderdeel a). Daarvoor moet zijn voldaan aan de definitie van groepsaccommodatie als bedoeld in artikel 1. Voor een nadere toelichting op dat begrip wordt verwezen naar de toelichting bij dat artikel. Daarnaast moet het verblijf plaatsvindenin de periode 1 juni 2021 tot en met 30 december 2022 (onderdeel b). Of dat het geval is zal moeten blijken uit de bij de aanvraag over te leggen offerte. Uit onderdeel c volgt dat de groepsgrote een ondergrens heeft van 5 studenten of leerlingen. Het wordt niet wenselijk geacht voor een kleinere groep subsidie te verlenen voor een verblijf in een groepsaccommodatie.

Lid 2 – groepsexcursie

Allereerst geldt als criterium dat de activiteit is aan te merken als een groepsexcursie zoals bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van deze regeling (onderdeel a). Voor een toelichting op dat begrip wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 1. Als een activiteit niet voldoet aan dit criterium, omdat het bijvoorbeeld geen educatief karakter heeft, wordt de subsidie geweigerd.

Ook voor dit onderdeel geldt dat de activiteit moet plaatsvinden in de periode 2021 tot en met 30 december 2022 (onderdeel b). Of dat het geval is zal moeten blijken uit de bij de aanvraag over te leggen offerte. Daarnaast is van belang dat de groepsexcursie plaatsvindt in Fryslân en wordt georganiseerd door een Friese onderneming (onderdeel c). Voor een definitie van het begrip ‘Friese onderneming’ wordt verwezen naar artikel 1 en de toelichting daarop. Tot slot moet de groepsexcursie plaatsvinden in de buitenlucht (onderdeel d). Mede gelet op de huidige coronaperikelen wordt een excursie binnen niet wenselijk geacht. Niet alleen is van een excursie in de buitenlucht aannemelijker dat deze doorgang zal vinden, ook is het risico op coronabesmetting kleiner en is een activiteit in de buitenlucht doorgaans beter voor de gezondheid.

Artikel 12Weigeringsgronden

Uit dit artikel volgt in welke gevallen een subsidie in ieder geval wordt geweigerd. In het navolgende worden enkele weigeringsgronden nader toegelicht.

Aanvrager valt niet binnen doelgroep (onderdeel b)

Een subsidie kan enkel worden aangevraagd door het bevoegd gezag van een school of instelling in Fryslân. Indien een aanvraag wordt gedaan door een andere (rechts)persoon, wordt die aanvraag op deze grond geweigerd. Dat geldt bijvoorbeeld voor een aanvraag die is ingediend door een (ouder van een) leerling of student.

Niet voldaan aan toetsingscriteria (onderdeel c)

Daarvan is in het geval van een aanvraag voor subsidie voor verblijf in een groepsaccommodatie bijvoorbeeld sprake indien het verblijf plaatsvindt in een hotel, de accommodatie niet is gelegen in Fryslan, de activiteit plaatsvindt na 30 december 2022 of de groep bestaat uit slechts 4 personen. In het geval van een aanvraag voor subsidie voor een groepsexcursie wordt subsidie bijvoorbeeld geweigerd indien de activiteit plaatsvindt na 30 december 2022, de excursie niet plaatsvindt in Fryslân, of de excursie niet plaatsvindt in de buitenlucht.

Reeds eerder subsidie verstrekt (onderdeel e)

Uit deze weigeringsgrond volgt dat per (vestiging van een) school of per opleiding uit de tabel in bijlage 1 als het een aanvraag van een instelling betreft, eenmaal subsidie kan worden ontvangen. Indien een subsidie wordt aangevraagd voor (een vestiging van) een school of (opleiding van) een instelling waarvoor op grond van deze regeling reeds subsidie is verstrekt, wordt de subsidie op deze grond geweigerd.

Kosten op andere wijze vergoed (onderdeel f)

Subsidie wordt geweigerd als blijkt dat de kosten zoals opgenomen in de bij de aanvraag overgelegde offerte op andere wijze zijn of worden vergoed. Dat is bijvoorbeeld het geval als die kosten zijn gedekt door middel van een subsidie van een ander bestuursorgaan. Deze weigeringsgrond is eveneens van toepassing op situatie als bedoeld in artikel 6, derde lid. De kosten voor annulering komen, behoudens de overige voorwaarden, slechts voor subsidie in aanmerking indien blijkt dat deze kosten niet op andere wijze zijn of worden vergoed, bijvoorbeeld door een verzekeraar.

Artikel 13 Subsidieverplichtingen

Uit het eerste lid volgt dat de gesubsidieerde activiteiten uiterlijk op 30 december 2022 moeten zijn verricht. Als sprake is van een verblijf in een groepsaccommodatie zal de gehele activiteit aldus uiterlijk op die datum moeten hebben plaatsgevonden. Het tweede lid bepaalt dat het college slechts in bijzondere gevallen uitstel kan verlenen van de in het eerste lid genoemde termijn. De subsidieontvanger moet in dat geval tijdig, maar in ieder geval vóór 30 november 2022, een gemotiveerd schriftelijk verzoek indienen. Van bijzondere omstandigheden is in ieder geval geen sprake als het niet halen van de termijn te wijten is aan een omstandigheid die aan de subsidieontvanger kan worden toegerekend.

Het derde lid omvat de (algemene) verplichting voor de subsidieontvanger om onverwijld te melden zodra aannemelijk is dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend niet, niet tijdig of niet geheel zullen worden verricht. Dergelijke meldingen moeten schriftelijk worden gericht aan het college, bij voorkeur onder vermelding van het in de verleningsbeschikking genoemde subsidiekenmerk.

Uit het vierde lid volgt dat de subsidieontvanger eveneens onverwijld een schriftelijke melding bij het college doet zodra de gesubsidieerde activiteit door hem is geannuleerd door of vanwege de beperkende maatregelen van de overheid in verband met het coronavirus als bedoeld in artikel 6, derde lid. In voorkomend geval overlegt de subsidieontvanger schriftelijk bewijs van de annulering, alsook van de betaalde annuleringskosten. Die gegevens worden vervolgens meegenomen bij de vaststelling van de subsidie als bedoeld in artikel 14.

Artikel 14Verantwoording en vaststelling

De subsidieverlening geeft slechts een voorlopige aanspraak op financiële middelen. Met de vaststelling wordt die verplichting onvoorwaardelijk en ontstaat de definitieve verplichting tot betaling van het vastgestelde bedrag. Het subsidiebedrag wordt in beginsel vastgesteld overeenkomstig de verlening, tenzij blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten niet hebben plaatsgevonden of niet aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan.

Uit het eerste lid volgt dat de subsidie binnen acht weken na de in artikel 13, eerste lid, genoemde datum ambtshalve wordt vastgesteld. Indien het college de subsidieontvanger overeenkomstig artikel 13, tweede lid, uitstel heeft verleend van de in het eerste lid van dat artikel genoemde termijn, wordt de subsidie binnen acht weken na die nieuwe uiterlijke uitvoeringsdatum ambtshalve vastgesteld.

Als (uit mededelingen van de subsidieontvanger) blijkt dat de gesubsidieerde activiteiten niet zijn verricht, wordt de subsidie in beginsel vastgesteld op nihil. De subsidieontvanger moet de ontvangen subsidie in dat geval geheel terugbetalen. Dat is anders indien de gesubsidieerde activiteiten door de subsidieontvanger zijn geannuleerd door of vanwege de beperkende maatregelen van de overheid in verband met het coronavirus als bedoeld in artikel 6, derde lid. In dat geval wordt het terug te betalen subsidiebedrag bij de vaststelling verminderd met de betaalde annuleringskosten, e.e.a. tot een maximum van 50% van het totale subsidiebedrag.

De subsidieontvanger hoeft aldus geen aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen. Wel is het mogelijk dat het college (steekproefsgewijze) controles uitvoert. Bij een dergelijke controle is de subsidieontvanger verplicht om, op een daartoe strekkend verzoek van het college, aan te tonen dat de activiteiten waarvoor subsidie is verleend zijn verricht en dat aan de subsidieverplichtingen is voldaan. In dat kader moeten (onder meer) kopieën van facturen en betaalbewijzen ten aanzien van de gemaakte en betaalde kosten van de gesubsidieerde activiteit worden overgelegd, alsmede foto’s die tijdens de activiteit zijn gemaakt. Als uit de steekproef onregelmatigheden blijken, dan kan de subsidievaststelling ten nadele van de subsidieontvanger worden gewijzigd of ingetrokken conform artikel 4:49 van de Awb.

Artikel 15 Bevoorschotting

Het subsidiebedrag wordt volledig bevoorschot door rechtstreekse overboeking op het in de subsidieaanvraag genoemde bankrekeningnummer van de school of instelling. De betaling vindt plaats binnen 30 dagen na de subsidieverlening.

Bijlage I Studierichting of studiesector waarvoor een aanvraag kan worden ingediend

MBO

ROC Friese Poort:

Bouw & Infra

Creatieve industrie

Economie & ondernemen

Horeca & Hospitality management

IT ( informatietechnologie)

Pedagogiek & Onderwijs

Startcollege Entree

Techniek

Veiligheidsberoepen

Zorg & Welzijn

ROC Friesland College

Bouwkunde, Bouw & onderhoud

CIOS Sport & Bewegen

Design, Ambacht & Fashion

Handel & Ondernemen

Horeca, Bakkerij & management

Hout, meubel & interieur

MBO Life Sciences

(onderdeel van Friesland College en Aeres MBO Leeuwarden)

Mediadesign & IT

Pedagogisch werk & onderwijs

Podiumkunsten, Productie & Events

Techniek & engineering

Toerisme, Wellness & Recreatie

Transport & logistiek

Voertuigtechniek

Zakelijke dienstverlening & communicatie

Zorg, Service & Welzijn

Aeres MBO, Friese vestigingen

Teelt & Biologisch-dynamische landbouw

Bloem en styling

Dier/Paard/Vee

Food

Groen

Ondernemen & Handel en logistiek

Loonwerk en techniek

Natuur en milieu

HBO

NHL Stenden

Bestuur & Recht

Communicatie & media

Economie & management

Hotelmanagement

ICT

Maritiem

Onderwijs

Techniek

Toerisme & vrije tijd

Zorg & Welzijn

Van Hall Larenstein, vestiging Leeuwarden

Business

Dieren

Gebiedsontwikkeling

Groene leefomgeving

Landbouw

Life sciences and technology

Paard

Voeding

Water

Hanzehogeschool Groningen: Minerva Academie voor Popcultuur, vestiging Leeuwarden

Bachelor Popular Culture

WO

Campus Fryslân RUG/ University College Fryslân

Bachelor:

Global Responsibility & Leadership

Rechtsgeleerdheid (BA)

 

Master:

Sustainable Entrepreneurship (MSc)

Governance and Law in Digital Society

Tourism Geography and Planning (MSc)

Climate Adaptation Governance (MSc)

Multilingualism (MA)

Voice Technology (MSc)

Water Technology - Wetsus