Beleidsregels bermmonumenten en gedenktekens langs de openbare weg

Geldend van 19-06-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels bermmonumenten en gedenktekens langs de openbare weg

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem;

Overwegende dat de gemeente Doetinchem de emotionele betekenis van bermmonumenten en gedenktekens voor nabestaanden onderkent en belangrijk vindt.

Gelet op de artikelen 4:81 tot en met 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Doetinchem 2016 en de Wegenwet

Besluit vast te stellen de Beleidsregels bermmonumenten en gedenktekens langs de openbare weg.

Gemeentelijk beleid en juridische grondslag.

Middels deze beleidsregels wordt een kader weergegeven voor het plaatsen van bermmonumenten en gedenktekens langs de openbare weg in de gemeente Doetinchem.

--Wegenwet; de gemeente is op grond van de Wegenwet verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van gemeentelijke wegen. Uit deze verantwoordelijkheid volgt al dat de gemeente de zorg voor veiligheid op gemeentelijke wegen heeft, en de afweging kan maken om wel of geen toestemming te geven voor plaatsing.

-- Artikel 2.10 van de Algemene Plaatselijke Verordening.

Met het oog op verkeersveiligheid en een doelmatig en veilig gebruik van de weg is voorts het volgende bepaald.

1. Het is verboden de weg of een weggedeelte of een andere openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, als dat gebruik:

a. schade toebrengt of kan toebrengen aan de weg, de bruikbaarheid van de weg belemmert of kan belemmeren, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het beheer of onderhoud van de weg; of

b. niet voldoet aan redelijke eisen van welstand.

Op grond van lid 4 en 5 van artikel 2.10 APV kan, voor bepaalde vormen van gebruik van de weg, ontheffing worden verleend (als omgevingsvergunning) van het verbod als genoemd in artikel 1.

Regels ontheffing in de gemeente Doetinchem artikelsgewijs.

Artikel 1

Een bermmonument/gedenktekens mag alleen geplaatst worden langs wegen met een snelheidsregime van 80 km/u of minder.

Artikel 2

Het bermmonument of gedenkteken mag niet in de tussenberm, middenberm of op een vluchtheuvel of viaduct worden geplaatst. Tevens is bevestiging aan bomen, verkeerstekens en lichtmasten verboden. Daarbij dient het veilig te bereiken zijn voor nabestaanden of belangstellenden.

Artikel 3

Eén bermmonument of gedenkteken per locatie.

Artikel 4

Het bermmonument of gedenkteken heeft maximaal de volgende afmetingen:

  • 1.

    gedenksteen of ander gedenkteken: 30 x 30 x 30 cm

  • 2.

    gedenktegel:

  • a.

    30 (breedte) x 30 (lengte) x 10 cm (dikte) (binnen bebouwde kom)

  • b.

    50 (breedte) x 50 (lengte) x 10 cm (dikte) (buiten bebouwde kom)

Artikel 5

Het bermmonument of gedenkteken ligt op gelijke hoogte met het maaiveld of het trottoir.

Artikel 6

Het gedenkteken bevat geen uitstekende delen en de afstand van de zijkant van het gedenkteken tot de verharding van de weg bedraagt:

  • a.

    bij een weg met een snelheidsregime van 80 km/u: minimaal 3 meter;

  • b.

    bij een weg met een snelheidsregime van 60 km/u: minimaal 1,80 meter. Een bermmonument of gedenkteken moet in omvang, constructie en vormgeving van beperkte omvangzijn om te voorkomen dat het weggebruikers afleidt en daarmee een gevaar voor het verkeer vormt. Dit betekent dat het monument/gedenkteken in vorm, kleur en vooral grootte niet dominant in de omgeving aanwezig mag zijn.

Artikel 7

Plaatsing is toegestaan voor een periode van 5 jaar. Deze periode kan op verzoek van de nabestaanden met maximaal 5 jaar verlengd worden.

Artikel 8

Nadere voorschriften. 

a. De plaatsing en aanwezigheid van een bermmonumenten of gedenkteken is voor risico van degene(n) die het bermmonument of gedenkteken plaatst; de gemeente aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade aan het bermmonument of gedenkteken. De kosten voor het vervaardigen en plaatsen van een bermmonument of gedenkteken zijn voor rekening van degene(n) die een bermmonument of gedenkteken wil plaatsen.

b. Degene(n) die het bermmonument of gedenkteken plaatst, is verantwoordelijk voor het onderhoud van het bermmonument of gedenkteken.

c. Na afloop van de termijn dienen nabestaanden die het bermmonument of gedenkteken hebben geplaatst deze zelf te verwijderen. Gebeurt dit niet, dan zal de gemeente het monument of gedenkteken verwijderen op kosten van degene die het geplaatst heeft.

d. Bij wegonderhoud of –werkzaamheden is de gemeente gerechtigd het monument of gedenktekentijdelijk voor zo lang dit nodig is te verwijderen. Indien door verandering aan de weg terugplaatsen van het monument of gedenkteken redelijkerwijs niet mogelijk is, zal de gemeente met nabestaanden in overleg treden over verplaatsing van het monument of gedenkteken.

e. Indien er klaarblijkelijk geen onderhoud aan het bermmonument of gedenkteken (meer) plaatsvindt, is de gemeente gerechtigd het monument of gedenkteken te verwijderen. De gemeente hecht eraan dat de openbare ruimte er verzorgd uitziet. Als er geen onderhoud aan het bermmonument of gedenkteken meer plaatsvindt en het monument of gedenkteken een verwaarloosde indruk maakt, is de gemeente gerechtigd het monument of gedenkteken verwijderen

f. Voor bestaande bermmonumenten of gedenktekens kan alsnog een ontheffing aangevraagd worden.

g. Mocht het bermmonument of gedenkteken ondanks de voorwaarden, als genoemd in de ontheffing, toch aanleiding geven tot verkeersonveilige situaties, dan zal de gemeente met degene die het monument of gedenkteken geplaatst heeft in overleg treden over aanpassing dan wel verplaatsing van het bermmonument of gedenkteken.

h. Bloemen, kaarten e.d. mogen zonder melding bij de gemeente in de berm worden neergelegd, echter wel op een zodanige wijze dat het verkeer hiervan geen hinder ondervindt noch in gevaar wordt gebracht. Nabestaanden zijn verantwoordelijk voor een verzorgde aanblik en het verwijderen van uitgebloeide bloemen e.d.

Artikel 9

Bij een aanvraag voor een ontheffing wordt bijgevoegd.

  • a.

    een duidelijke motivering van de aanvraag; welke gebeurtenis, persoon of zaak wordt met het bermmonument/gedenkteken herdacht?

  • b.

    een voorstel met betrekking tot de beoogde locatie;

  • c.

    de maatvoering van het bermmonument/gedenkteken en het te gebruiken materiaal;

  • d.

    de persoonsgegevens van de aanvrager;

  • e.

    de termijn van plaatsing.

Artikel 10

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist zo nodig het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 11

Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad waarin zij geplaatst worden.

Artikel 12

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels bermmonumenten en gedenktekens langs de openbare weg.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem d.d. 15 juni 2021.

secretaris,

burgemeester,

Toelichting.

Na een dodelijk verkeersongeluk kan het voor nabestaanden van grote emotionele betekenis zijn om een bermmonument of gedenkteken te plaatsen op de plaats van het ongeval. Dit ter nagedachtenis aan het slachtoffer, waarbij op deze wijze nabestaanden uiting willen geven aan hun gevoelens na het verlies van een dierbare als gevolg vaneen verkeersongeval. Hiervoor bestaat begrip en uit respect voor nabestaanden is deze uitingsvorm ook altijd door de gemeente gedoogd. Niettemin kan een bermmonument of gedenkteken langs de weg ook verkeersonveilige situaties veroorzaken en/of hinderlijk bij het onderhoud van de weg zijn. Om die reden is in zijn algemeenheid voor het plaatsen van voorwerpen of zaken op de weg – anders dan overeenkomstig de publieke functie van de weg – een ontheffing vereist. Daarnaast kunnen bermmonumenten of gedenktekens ook emoties oproepen bij voorbijgangers die juist niet hiermee geconfronteerd wensen te worden.

Omdat de gemeente, vanuit de Wegenwet, verantwoordelijk is voor het wegbeheer van gemeentelijke wegen en het beheer van de openbare ruimte, is het ook de taak van de gemeente om het plaatsen van bermmonumenten en gedenktekens goed te reguleren. Zoals gezegd is voor het plaatsen van voorwerpen op de weg op grond van de Algemene plaatselijke verordening in principe een ontheffing vereist, juist met het oog op de verkeersveiligheid en het onderhoud van wegen. Zo mag de verkeersveiligheid niet in gevaar worden gebracht, mag een monument of gedenkteken voorbijgangers niet afleiden en mogen voertuigen die bij het gedenkteken willen stoppen het verkeer niet hinderen. In zijn algemeenheid is de gemeente zeer terughoudend met het toestaan van voorwerpen e.d. in de berm van de weg, maar vanwege de betekenis van bermmonumenten of gedenktekens voor nabestaanden is de gemeente bereid om hiervoor een uitzondering te maken mits een aantal beleidsregels en voorschriften in acht worden genomen.

Indien de nabestaanden een verzoek indienen om een bermmonument of gedenkteken te plaatsen zal er een aanvraagprocedure voor een ontheffing in gang gezet worden. Zie hiervoor artikel 9. Er zal in het kader van de afhandeling zal contact opgenomen worden met de nabestaanden en zal vervolgens een onderhoud/gesprek plaatsvinden. In dit persoonlijke contact met de nabestaanden zal de menselijke benadering altijd voorop staan.

Precariobelasting

Voor het plaatsen en aanwezig hebben van een bermmonument of gedenkteken worden geen precariorechten in rekening gebracht.

Wegen.

Deze beleidsregels zijn alleen van toepassing op straten en wegen binnen en buiten de bebouwde kom die in beheer en onderhoud zijn van de gemeente Doetinchem.