Uitvoeringsbesluit Parkeren 2021

1. In deze regels voor de verlening van parkeervergunningen wordt onder verordening verstaan de Parkeerverordening 2018.

1. Als gebieden bestemd voor het parkeren met een parkeervergunning op parkeerapparatuurplaatsen worden volgens de bij dit besluit gevoegde tekening (bijlage A) aangewezen en genoemd:

• a.

  gebied A, Binnenstad;

• b.

  gebied B, Singelring en Spoorzone West;

• c.

  gebied C, Roerzicht / Voorstad St. Jacob;

• d.

  gebied D, Buitenop / Maashaven;

• e.

  gebied C3, ECI / achterzijde ECI cultuurfabriek;

• f.

  gebied E, Spoorzone Oost;

• g.

  terrein P01, Maashaven;

• h.

  terrein P02, Arlo;

• i.

  terrein P08, Brandweerkazerne;

• j.

  terrein P12, Wilhelminaplein;

• k.

  terrein P14, ECI;

• l.

  terrein P21, Roerzicht.

2. Als gebieden of weggedeelten bestemd voor het parkeren met een parkeervergunning op vergunninghouderplaatsen, die zijn aangeduid middels de (zone)borden, volgens model E9 van Bijlage I van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990, worden volgens de bij dit besluit gevoegde tekening (bijlage A) aangewezen en genoemd:

• a.

  gebied B1, Veeladingstraat;

• b.

  gebied B2, Venloseweg;

• c.

  gebied C1, Roerzicht;

• d.

  gebied C2, Voorstad.

1. Bij verlening van een vergunning worden de hieraan verbonden voorschriften (bijlage B) verstrekt alsmede een plattegrond met toepassingsbereik conform artikel 2 (bijlage A).

2. Bij wijziging van omstandigheden die relevant zijn voor de verlening van een vergunning dient de vergunninghouder dit terstond te melden.

3. Met een vergunning kan niet geparkeerd worden op “ kortparkeerplaatsen” alwaar een maximale parkeerduur van 30 minuten geldt, zoals aangegeven op de plattegrond in bijlage A.

4. Alle vergunningen worden verleend ten behoeve van één kenteken. Het kenteken kan door of op verzoek van de vergunninghouder veranderd worden in een ander kenteken, mits er voldaan wordt aan alle voorwaarden die gelden voor desbetreffende vergunning.

5. Indien omstandigheden van sociaal-maatschappelijke aard waarin de aanvrager verkeert daartoe noodzaken dan wel op grond van invaliditeit van de aanvrager, kan worden afgeweken van het gestelde onder artikel 20 en kan een vergunning worden verleend voor een aangrenzend gebied of weggedeelte.

6. Aan de afgifte van de vergunningen kunnen beperkingen worden gesteld.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder a en b, van de verordening kan worden verleend aan een bewoner indien:

• a.

  de aanvrager in de Basisregistratie Personen (BRP) als bewoner van het opgegeven adres in het betreffende vergunninghoudersgebied is geregistreerd en

• b.

  kan aantonen dat hij de houder is van het aangegeven motorvoertuig (artikel 1, aanhef en onder d, van de Parkeerverordening 2018) en

• c.

  kan aantonen dat het aangegeven motorvoertuig (artikel 1, aanhef en onder d, van de Parkeerverordening 2018) zich rechtmatig in de openbare ruimte mag bevinden.

2. Ingeval van een geleased motorvoertuig dient de aanvrager bij het indienen van de aanvraag het leasecontract of een kopie daarvan bij te voegen.

3. Ingeval het een bedrijfsmotorvoertuig betreft, dient de aanvrager bij het indienen van de aanvraag een werkgeversverklaring inzake het autogebruik van het bedrijf waar hij werkzaam is bij te voegen.

4. Indien sprake is van een buitenlands kenteken moet bij het indienen van de aanvraag een bewijs overgelegd worden waaruit blijkt dat men gerechtigd is in Nederland met een buitenlands kenteken te rijden.

5. In gebied A (Binnenstad) wordt per woonadres maximaal één bewonersvergunning 1 (laag tarief, volgens de Tarieventabel bij de “Verordening parkeerbelastingen”) verleend en wordt maximaal één bewonersvergunning 2 (hoog tarief, volgens de Tarieventabel bij de “Verordening parkeerbelastingen”) verleend. Voor de overige gebieden worden per woonadres maximaal twee bewonersvergunningen 1 verleend.

6. Wanneer een woonadres wordt gesplitst in meerdere woonadressen, komen deze woonadressen tezamen in aanmerking voor het in het vijfde lid genoemde maximaal aan bewonersvergunningen.

7. Indien bij een woonadres eigen parkeergelegenheid aanwezig is dan wordt het aantal eigen parkeergelegenheden in mindering gebracht op het maximum aantal parkeervergunningen dat volgens het vijfde lid per woonadres wordt verleend. Er is sprake van een eigen parkeergelegenheid wanneer:

• a.

  het mogelijk is een auto te parkeren in de nabijheid van het woonadres op grond:

  • i.

    die in eigendom is van de bewoners van het woonadres, of

  • ii.

    waartoe de bewoners van het woonadres gerechtigd zijn te gebruiken;

• b.

  de mogelijkheid genoemd onder a, onderdeel i, ooit heeft bestaan;

• c.

  een mogelijkheid genoemd onder a in de nabije toekomst zal ontstaan, of

• d.

  de omgevingsvergunning daarin heeft voorzien.

8. Wanneer het aantal parkeervergunningen op grond van het zevende lid, in mindering is gebracht, ontvangt de aanvrager slechts een parkeervergunning voor elke volgende auto waarover hij kan beschikken meer dan het aantal in mindering gebrachte parkeervergunningen, tot het maximum aantal parkeervergunningen.

9. In bijzondere gevallen en nadat is aangetoond dat de woonomstandigheden daartoe noodzaken kan het college van lid 5 t/m 8 afwijken.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder c, van de verordening kan worden verleend aan een bewoner voor eigen bezoekers indien:

• a.

  aanvrager in de Basisregistratie Personen (BRP) als bewoner van het opgegeven adres in het betreffende vergunninghoudersgebied is geregistreerd, en

• b.

  de bewoner een zelfstandig huishouden heeft met een eigen woonadres en huisnummer dat niet behoort tot een residentiële zorginstelling.

2. De vergunning is geldig op belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen in het aangewezen gebied dat ook voor de bewoner geldt.

3. De vergunning wordt afgegeven in de vorm van digitale parkeerrechten met een maximum van 270 uren per kalenderjaar voor bewoners in gebied A (binnenstad) en 405 uren per kalenderjaar voor bewoners in gebieden B (Singelring en Spoorzone West), C (Roerzicht/ Voorstad St. Jacob), D (Buitenop / Maashaven) en E (Spoorzone Oost).

4. Indien er voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning voor het betreffende adres is aangegeven dat het bezoekersparkeren op eigen terrein of elders voorzien wordt (bijv. in een openbare parkeergarage) en niet op de openbare weg, dan komt de bewoner van dit adres niet in aanmerking voor een bezoekersvergunning.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder d, van de verordening kan worden verleend aan de ontvanger van mantelzorg, die:

• a.

  in de Basisregistratie Personen (BRP) als bewoner van het opgegeven adres in het betreffende vergunninghoudersgebied is geregistreerd;

• b.

  afhankelijk is van derden voor:

  • i.

    dagelijks huishoudelijk werk;

  • ii.

    het doen van boodschappen;

  • iii.

    dagelijkse lichamelijke verzorging;

• c.

  niet samenwoont met een persoon die de onder b. genoemde taken kan uitvoeren;

• d.

  minimaal drie maal per week mantelzorg ontvangt, en

• e.

  meer uren mantelzorg nodig heeft dan het maximum aantal bezoekersparkeerrechten, genoemd in artikel 6, derde lid.

2. De vergunning wordt in de vorm van bezoekersparkeerrechten verleend. Het in het artikel 6, derde lid, genoemde maximum aantal bezoekersrechten wordt aangevuld met het aantal uren dat de aanvrager in het lopende kalenderjaar additioneel voor mantelzorg nodig heeft.

3. De bezoekersparkeerrechten, genoemd in het tweede lid, kunnen ten behoeve van mantelzorg en bezoekers worden gebruikt, met dien verstande dat de rechten waarvoor een hoger tarief in de Verordening parkeerbelastingen is vastgesteld, eerst worden gebruikt.

4. De vergunning wordt alleen verleend als uit een niet ouder dan vijf jaar zijnde medische keuring, uitgevoerd door een door de gemeente aangewezen onafhankelijk medisch adviesbureau, blijkt hoeveel uur mantelzorg de aanvrager nodig heeft of indien er een Wmo-dossier bekend is waaruit blijkt hoeveel uur mantelzorg noodzakelijk is.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder f, van de verordening, kan worden verleend aan een bedrijf of uitoefenaar van een zelfstandig beroep en een vergunning, genoemd in genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder i, kan worden verleend aan een non-profit instelling, indien:

• a.

  deze in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd;

• b.

  het vestigingsadres in het gebied met parkeerregulering ligt waarvoor de vergunning wordt gevraagd;

• c.

  de aanvrager aantoont dat voor een goede bedrijfsvoering c.q. beroepsuitoefening het voor ambulante werknemers noodzakelijk is het motorvoertuig in desbetreffend gebied te parkeren, en

• d.

  het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd tenminste 20 keer per week, niet meegerekend de woon-werkverplaatsingen, wordt gebruikt ten behoeve van de bedrijfsvoering c.q. beroepsuitoefening.

• e.

  het genoemde onder c en d is niet van toepassing bij een Ondernemersvergunning 1, Gebied E (Spoorzone Oost) en non-profit vergunning, Gebied E (Spoorzone Oost).

2. Per vestigingsadres van een bedrijf worden maximaal twee parkeervergunningen verleend, in gebied E (Spoorzone Oost) worden maximaal vijf parkeervergunningen per vestigingsadres verleend.

3. In bijzondere gevallen, mits het algemeen belang niet ernstig benadeeld wordt, en nadat is aangetoond dat het maximaal aantal parkeervergunningen onvoldoende is voor een behoorlijke beroeps- c.q. bedrijfsuitoefening kan van het voorgaande onder lid twee worden afgeweken.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder g, van de verordening, kan worden verleend aan een onderneming (zoals aannemers, installatiebedrijven, schilderbedrijven), indien:

• a.

  deze in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd, en

• b.

  de aanvrager aantoont in het lopende jaar met grote regelmaat en over een lange periode van tenminste één kalendermaand civieltechnische of bouwkundige werkzaamheden uit te voeren binnen een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

2. Afhankelijk van het aantal werkbezoeken met verschillende bedrijfsmotorvoertuigen kunnen meerdere vergunningen worden verleend.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder h, van de verordening, kan worden verleend aan een onderneming (zoals aannemers, installatiebedrijven, schilderbedrijven), indien:

• a.

  deze in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd, en

• b.

  het bedrijf incidenteel en over een kortere periode civieltechnische of bouwkundige werkzaamheden uitvoert binnen een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn.

2. De vergunning kan worden verleend voor één dag tot een maximum van 7 aaneengesloten dagen.

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder j, van de verordening, kan worden verleend aan een zorgverlenende organisatie of uitoefenaar van een zelfstandig beroep in de eerstelijnszorg (zoals huisartsen, fysiotherapeuten, verloskundigen), indien:

• a.

  deze in het handelsregister van de Kamer van Koophandel is geregistreerd;

• b.

  de aanvrager aantoont met grote regelmaat en over een lange onbepaalde periode eerstelijnszorg in de gezondheidszorg te verlenen binnen een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn;

• c.

  de aanvrager aantoont dat voor een goede zorgverlening een vergunning voor ambulante zorgverleners noodzakelijk is, en

• d.

  het motorvoertuig waarvoor de vergunning wordt aangevraagd tenminste 20 keer per week, niet meegerekend de woon-werkverplaatsingen, wordt gebruikt ten behoeve van de beroepsuitoefening.

2. Met deze vergunning kan met gebruik van parkeerschijf maximaal 3 uur op eenzelfde locatie geparkeerd worden.

3. Afhankelijk van het aantal werkbezoeken met verschillende bedrijfsmotorvoertuigen kunnen aan zorginstellingen meerdere vergunningen worden verleend.

1. Aan een bedrijf, geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, kan een vergunning, genoemd in artikel 1, derde lid, aanhef en onder m, van de verordening, worden verleend, indien het bedrijf gevestigd is op een adres aan de Eci te Roermond.

2. Aan de geldigheid van de vergunning zijn de navolgende criteria verbonden:

• a.

  uitsluitend bestemd voor werknemers bij bedrijven gevestigd in het op de vergunning genoemd gebied;

• b.

  geldig voor een periode van minimaal één kalendermaand met uiterlijke einddatum 31 december van het lopende jaar, en

• c.

  geldig voor het parkeren met onbeperkte duur (24 uur, 7 dagen in de week).

1. Aan een bedrijf, geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel, kan een vergunning, genoemd in artikel 1, derde lid, aanhef en onder n, van de verordening, worden verleend, indien het bedrijf gevestigd is in de Reinaldresidentie of Gelreresidentie aan de Graaf Reinaldstraat 1,7 en 35a, Bisschop Boermansstraat 27 en 37, Bisschop Drehmansstraat 6 en Secretaris Moonenstraat 2 te Roermond.

2. Aan de geldigheid van de vergunning zijn de navolgende criteria verbonden:

• a.

  uitsluitend bestemd voor werknemers bij bedrijven gevestigd in het op de vergunning genoemd gebied;

• b.

  geldig voor een periode van minimaal één kalendermaand met uiterlijke einddatum 31 december van het lopende jaar, en

• c.

  geldig voor het parkeren met onbeperkte duur (24 uur, 7 dagen in de week).

1. Een vergunning, genoemd in artikel 3, derde lid, aanhef en onder o, van de verordening, kan worden verleend aan een bewoner van een residentiële zorginstelling voor hun eigen bezoek.

2. De vergunning wordt afgegeven in de vorm van digitale parkeerrechten met een maximum van 200 uren per kalenderjaar.

1. De vergunning kan niet worden overgeschreven op naam van een ander persoon of bedrijf.

2. De vergunninghouder kan zijn vergunning alleen opzeggen door beëindiging van parkeerrechten in het digitale systeem via zijn account of door indiening van een verzoek.

3. De vergunning kan op iedere dag van de maand ingaan en beëindigd worden.

4. De parkeerbelasting wordt berekend over hele kalendermaanden ongeacht de ingangsdatum. Bij beëindiging van de parkeervergunning volgt restitutie over de resterende volledige kalendermaanden (met uitzondering van een parkeervergunning van Gebied E).

1. Deze regels worden aangehaald als: "Uitvoeringsbesluit Parkeren 2021".

2. Deze regels treden in werking op 1 september 2021.

3. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van deze regels wordt het Uitvoeringsbesluit Parkeren 2020 ingetrokken.