Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels omtrent schuilstallen (Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021)

Geldend van 19-06-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Helder, houdende regels omtrent schuilstallen (Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021)

Het college van de gemeente Den Helder;

Gezien het op 6 april 2021 door de gemeenteraad vastgestelde “Beleidskader Schuilstallen”;

Gelet op het bepaalde in artikel 2.12 lid 1, onder a, onder 2° en 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 4:81 en verder van de Algemene wet bestuursrecht;

BESLUIT:

De navolgende Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021 vast te stellen:

Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021

Inleiding

Al enige tijd zijn er verzoeken voor medewerking aan schuilstallen in het buitengebied van de gemeente Den Helder. Om deze verzoeken op een eenduidige en ruimtelijk aanvaardbare wijze te kunnen behandelen is heeft de gemeenteraad op 6 april 2021 het “Beleidskader Schuilstallen” vastgesteld. Het beleidskader schetst in welke gevallen gemeentelijke medewerking aan schuilstallen wordt gegeven en is ook input voor een eventuele benodigde herziening in het bestemmingsplan of het omgevingsplan in de toekomst. In deze beleidsregel is het beoordelingskader zoals vastgesteld in het “Beleidskader Schuilstallen” overgenomen door het college.

Wettelijk kader

Een aanvraag om omgevingsvergunning voor de activiteiten bouwen wordt onder meer getoetst aan het bestemmingsplan. Als een aanvraag in strijd is met het bestemmingsplan moet de omgevingsvergunning in beginsel worden geweigerd. In de Wabo is bepaald dat een aanvraag in dat geval van rechtswege een verzoek is om van het bestemmingsplan af te wijken. Burgemeester en wethouders moeten vervolgens afwegen of zij hieraan medewerking willen verlenen. Het gaat bij het afwijken van het bestemmingsplan om een bevoegdheid en niet om een verplichting. Burgemeester en wethouders mogen de aanvraag om vergunning weigeren indien medewerking ongewenst is.

Deze beleidsregel geeft inzicht in welke gevallen burgemeester en wethouders wel of niet bereid zijn medewerking te verlenen aan een verzoek tot het afwijken van het bestemmingsplan in het kader van een aanvraag omgevingsvergunning die betrekking heeft op een schuilstal.

Artikel 1 Toetsingskader schuilstallen

Een schuilstal is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    Het gaat om huisvesting van hobbydieren van een particulier. Dat wil zeggen het dusdanig houden van dieren dat er geen sprake is van bedrijfsmatige activiteiten, in een niet

  • b.

    Een schuilstal mag enkel gebruikt worden voor de huisvesting van hobbydieren. Het opslaan van bouwmateriaal, gemotoriseerde (landbouw)voertuigen, gebruik als berging of hobbyruimte is expliciet niet toegestaan. Wel is het toegestaan om klein materieel (zoals: schep, kruiwagen, afrastering) of voer ten behoeve van de verzorging van de dieren op te bergen. De opbergruimte moet geïntegreerd worden in de schuilstal. Zo wordt het opbergen van nodig materieel zo veel mogelijk aan het zicht onttrokken.

  • c.

    Een schuilstal mag enkel worden opgericht op percelen met de bestemming agrarisch, waarbij sprake moet zijn van een goede landschappelijke inpassing. Een schuilstal dient aan de rand van het perceel te worden gepositioneerd of in de hoek van een perceel bij voorkeur aansluitend bij bestaande opstanden.

  • d.

    Toegestaan is één schuilstal per perceel met een minimum omvang van 5.000 m2.

  • e.

    De afstand tot een woning of bedrijfswoning van derde moet minimaal 50 meter zijn.

  • f.

    Het dient te gaan om een solitair gelegen weiland. Indien een weiland aansluit op het huisperceel van de aanvrager, dient de schuilgelegenheid binnen het bouwperceel en binnen de vigerende bebouwingsvoorschriften te worden gerealiseerd.

  • g.

    Toegestaan is een maximale oppervlakte van 30 m2, een goothoogte van 2 meter en een nokhoogte van 3 meter.

  • h.

    De constructie mag maximaal drie dichte wanden hebben.

  • i.

    Materialiseringseisen: gepotdekselde houten gevelbekleding waarbij geen sterk contrasterende felle of bonte kleuren zijn toegestaan, schuine afdekking met een dakbedekking van bitumen singels, leitjes of donkere dakpannen. Een groen sedumdak is ook toegestaan. Niet toegestaan zijn stalen (damwand) profielen, gemetselde of anderszins stenen muren, kunststof of golfplaten.

Artikel 2 Overgangsrecht

Dit besluit is van toepassing op verzoeken om omgevingsvergunning welke na de dag van bekendmaken worden ingediend, dan wel verzoeken om omgevingsvergunning welke op een eerdere datum zijn ingediend en waarop op dat tijdstip nog niet is beschikt.

Artikel 3 Inwerkingtreding

De “Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021” treedt in werking op de dag volgende op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

Artikel 4 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel schuilstallen Den Helder 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 8 juni 2021.

Het college van de gemeente Den Helder,

Burgemeester,

Secretaris,