Verordening op de raadscommissies gemeente Putten 2021

Geldend van 17-06-2021 t/m 17-10-2023

Intitulé

Verordening op de raadscommissies gemeente Putten 2021

De raad van de gemeente Putten;

gelezen het voorstel van het presidium van 10 mei 2021, nr. 1231163;

gelet op artikel 82, eerste lid van de Gemeentewet;

besluit:

de volgende verordening vast te stellen: Verordening op de raadscommissies gemeente Putten 2021

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissielid:

    lid van een raadscommissie of diens vervanger;

  • b.

    voorzitter:

    voorzitter van een raadscommissie;

  • c.

    commissiegriffier:

    griffier van een raadscommissie of diens vervanger;

  • d.

    griffier:

    griffier van de raad of diens vervanger;

  • e.

    vergadering:

    vergadering van een raadscommissie.

Artikel 2 Instelling raadscommissies

  • 1.

    De raad stelt de volgende raadscommissies in:

    • a.

      de commissie Ruimte;

    • b.

      de commissie Samenleving;

    • c.

      de commissie Economie, Bestuur en Openbare Ruimte.

  • 2.

    De raadscommissie Ruimte overlegt over ruimtelijke ordening, wonen/volkshuisvesting, vergunningverlening/bouwen, milieu (ODNV), grondzaken, project Omgevingswet en monumenten.

  • 3.

    De raadscommissie Samenleving overlegt over welzijn, Wmo-zorg, jeugdbeleid en jeugdzorg, participatie en sociale zaken, sport, onderwijs, volksgezondheid, cultuur en erfgoed.

  • 4.

    De raadscommissie Economie, Bestuur en Openbare Ruimte overlegt over financiën, economie, recreatie en toerisme, openbare ruimte (inclusief mobiliteit), openbare orde en veiligheid, organisatieontwikkeling en bedrijfsvoering, burgerzaken, internationale betrekkingen, handhavingsbeleid, regionale samenwerking, burgerparticipatie en communicatie, projecten dorpscentrum, dienstverlening (incl. gebouwen), nieuwe woningbouwlocaties en duurzaamheid.

Artikel 3 Taken

Een raadscommissie heeft de volgende taken:

  • a.

    Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over een voorstel of onderwerp dat betrekking heeft op de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid, genoemde onderwerpen dan wel het uitbrengen van een advies over een dergelijk voorstel of onderwerp.

  • b.

    Het voeren van overleg met het college of de burgemeester over door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur over de in artikel 2, tweede, derde of vierde lid genoemde onderwerpen.

  • c.

    Het uitbrengen van een advies aan de raad uit eigen beweging.

Artikel 4 Samenstelling; benoeming commissievoorzitter

  • 1.

    Een raadscommissie bestaat uit maximaal twee commissieleden per fractie.

  • 2.

    De raad benoemt de commissieleden op voordracht van de desbetreffende fractie.

  • 3.

    De raad kan zowel raadsleden als niet-raadsleden benoemen tot commissielid. Voor de benoeming van niet-raadsleden geldt het vereiste dat zij op de kandidatenlijst van de voordragende partij, zoals die is gebruikt bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen, moeten staan.

  • 4.

    De artikelen 10, 11, 12, 13 en 15 van de Gemeentewet zijn van toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn.

  • 5.

    Voordat een niet-raadslid zijn functie als commissielid mag uitoefenen, legt hij in het openbaar in handen van de burgemeester de volgende eed (verklaring of belofte) af:

    "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de raadscommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in deze functie te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de commissie naar eer en geweten zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!" ("Dat verklaar en beloof ik!").

  • 6.

    Als een commissielid een vergadering niet kan bijwonen, kan deze zich laten vervangen door een commissielid van een andere commissie (raadslid of niet-raadslid). Dit plaatsvervangende commissielid heeft in dit geval dezelfde rechten en plichten als het commissielid dat wordt vervangen.

  • 7.

    De raad benoemt een poule van commissievoorzitters.

Artikel 5 Zittingsduur en vacatures

  • 1.

    De zittingsperiode van een commissielid en van een voorzitter eindigt in ieder geval aan het einde van de zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een commissielid eindigt als hij niet meer voldoet aan de in artikel 4, vierde lid, gestelde eisen.

  • 3.

    De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het commissielid voor benoeming heeft voorgedragen.

  • 4.

    De raad kan een voorzitter ontslaan.

  • 5.

    Een commissielid en een voorzitter kunnen op ieder moment ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.

  • 6.

    Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.

Artikel 6 Griffier en commissiegriffier

  • 1.

    De griffier van de raad wijst ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame medewerker of, in samenspraak met de gemeentesecretaris, een niet op de griffie werkzame medewerker aan als commissiegriffier.

  • 2.

    De commissiegriffier is in iedere vergadering aanwezig.

  • 3.

    Bij afwezigheid vervangt een andere medewerker van de griffie de commissiegriffier.

HOOFDSTUK 2 VERGADERINGEN

Paragraaf 1 Voorbereiding

Artikel 7 Oproep en agenda

  • 1.

    De commissiegriffier zendt namens het presidium ten minste zeven dagen voor een vergadering de commissieleden een oproep onder vermelding van de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering.

  • 2.

    De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de oproep aan de commissieleden ter beschikking gesteld door plaatsing in het raads-informatiesysteem.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan het presidium na het verzenden van de oproep een aanvullende agenda opstellen. Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering wordt deze met de daarbij behorende stukken aan de commissieleden ter beschikking gesteld.

  • 4.

    Op de stukken bedoeld in het eerste en tweede lid is artikel 8, tweede lid van toepassing.

  • 5.

    Bij aanvang van de vergadering stelt de raadscommissie de agenda vast.

  • 6.

    Wanneer de meerderheid van de raadscommissie een onderwerp of voorstel niet rijp voor besluitvorming vindt, dan kan het voorstel worden teruggezonden naar het college. De in de vorige zin genoemde meerderheid moet qua partijpolitieke verdeling ook een meerderheid vormen in de raad. Het presidium bepaalt in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt.

Artikel 8 Ter beschikking stellen van stukken

  • 1.

    De agenda met de bijbehorende stukken worden gelijktijdig met de verstrekking aan de commissieleden voor iedereen ter beschikking gesteld via het raadsinformatiesysteem.

  • 2.

    Stukken waarop op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven in afwijking van het eerste lid, onder beheer van de commissiegriffier. De commissiegriffier verleent een commissielid op verzoek inzage.

Artikel 9 Bespreeknotitie

  • 1.

    Als een raadslid een voor de raad ingekomen stuk wil bespreken in een raadscommissie, levert hij een bespreeknotitie aan.

  • 2.

    In een bespreeknotitie worden in ieder geval opgenomen:

    • a.

      de aanleiding van de bespreeknotitie;

    • b.

      het doel van de bespreeknotitie;

    • c.

      duidelijk geformuleerde vragen waarover het raadslid met de raadscommissie wil spreken.

  • 3.

    Een commissielid kan ook op eigen initiatief een bespreeknotitie aanleveren. Op deze bespreeknotitie is lid 2 van dit artikel van kracht.

  • 4.

    Een bespreeknotitie, zoals bedoeld in lid 1 en lid 3, mag niet gaan over:

    • a.

      een onderwerp waarover in de voorliggende 12 maanden een besluit door de raad is genomen of een discussie in de commissie is gevoerd;

    • b.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar of beroep bij de rechter openstaat;

    • c.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • d.

      een gedraging waarop een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden ingediend.

  • 5.

    Een bespreeknotitie moet uiterlijk een week voor de vergadering van het presidium worden ingediend bij de griffier.

  • 6.

    Het presidium agendeert de bespreeknotitie op de voorlopige agenda van de desbetreffende commissievergadering.

Artikel 10 Openbare kennisgeving

  • 1.

    De vergadering wordt bekend gemaakt door aankondiging in een plaatselijk verschijnend blad en door plaatsing op de website van de gemeente.

  • 2.

    De openbare kennisgeving vermeldt:

    • a.

      datum, aanvangstijd en plaats van de vergadering;

    • b.

      de wijze waarop de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken kunnen worden ingezien;

    • c.

      de mogelijkheid tot het uitoefenen van het spreekrecht als bedoeld in artikel 15.

  • 3.

    In spoedeisende gevallen kan de openbare kennisgeving uitsluitend langs elektronische weg plaatsvinden.

Paragraaf 2 Ter vergadering

Artikel 11 Presentielijst

  • 1.

    De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van ver-gaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekent ieder commissielid de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.

Artikel 12 Advies; geen stemmingen

  • 1.

    Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 2.

    Nadat de beraadslaging is gesloten, beslist de raadscommissie of er een advies aan de raad wordt uitgebracht.

  • 3.

    Als de raadscommissie een advies aan de raad uitbrengt, beslissen de commissieleden op voorstel van de voorzitter over de inhoud van het advies.

  • 4.

    In het advies worden de standpunten van alle fracties opgenomen.

  • 5.

    In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding en met betrekking tot de orde.

Artikel 13 Aantal spreektermijnen

  • 1.

    Bij de behandeling van de agendapunten treedt per agendapunt per fractie één commissielid als woordvoerder op.

  • 2.

    De beraadslaging over een onderwerp of voorstel gebeurt in maximaal twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist. Een bespreeknotitie of discussienotitie wordt in één termijn behandeld, tenzij de raadscommissie anders beslist.

  • 3.

    Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten.

  • 4.

    Een commissielid voert in een termijn niet meer dan éénmaal het woord over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5.

    Bij de bepaling hoe vaak een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde of een interruptie.

Artikel 14 Deelname aan de beraadslaging door anderen

  • 1.

    De raadscommissie kan bepalen dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

  • 2.

    Een beslissing om anderen deel te laten nemen aan de beraadslaging wordt op voorstel van de voorzitter of een commissielid genomen voordat de beraadslaging over het desbetreffende agendapunt begint.

Artikel 15 Spreekrecht burgers

  • 1.

    Burgers kunnen het woord voeren over elk willekeurig onderwerp dat tot het taakveld van de desbetreffende raadscommissie behoort.

  • 2.

    Een inspreker kan het woord niet voeren over:

    • a.

      een besluit van het gemeentebestuur waartegen bezwaar en beroep openstaat of heeft opengestaan;

    • b.

      benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen;

    • c.

      een gedraging waarover een klacht ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend.

  • 3.

    De maximale spreektijd is dertig minuten. Elke inspreker krijgt maximaal drie minuten het woord. De voorzitter verdeelt de spreektijd over de sprekers als er meer dan tien insprekers zijn. De voorzitter kan in bijzondere gevallen afwijken van de maximale lengte van de spreektijd.

  • 4.

    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken, meldt dit voor het begin van de vergadering aan de commissiegriffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam en telefoonnummer en het onderwerp waarover hij het woord wil voeren.

  • 5.

    Burgers die het woord willen voeren over een onderwerp dat niet op de agenda staat, krijgen het woord bij het agendapunt 'Spreekrecht burgers'. Burgers die het woord willen over een onderwerp dat op de agenda staat, krijgen het woord voorafgaand aan de behandeling van het desbetreffende agendapunt.

  • 6.

    De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van de volgorde afwijken, als dit in het belang is van de orde van de vergadering.

  • 7.

    De inspreker voert het woord, nadat de voorzitter hem dit heeft verleend.

  • 8.

    De voorzitter geeft de commissieleden gelegenheid korte, verhelderende vragen te stellen aan de inspreker. Er vindt geen discussie plaats tussen de inspreker en de commissieleden.

  • 9.

    De voorzitter of een commissielid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de burger.

  • 10.

    Wanneer commissieleden het agendapunt waarover is ingesproken in eerste termijn hebben behandeld en de wethouder heeft gereageerd, krijgt de inspreker vóór de behandeling in tweede termijn nog eenmaal de gelegenheid hierop te reageren gedurende maximaal 1,5 minuut. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en de commissieleden.

Artikel 16 Handhaving orde en schorsing

  • 1.

    De voorzitter handhaaft de orde in de vergadering.

  • 2.

    Als een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert of op een andere manier de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de spreker hier niet naar luistert en handelt, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering over het desbetreffende onderwerp het woord ontzeggen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - als na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.

  • 4.

    De voorzitter kan een raadscommissie voorstellen om een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Nadat de commissie met dit voorstel heeft ingestemd, verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig laat de voorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor maximaal drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.

Artikel 17 Voorstellen van orde

  • 1.

    De voorzitter en ieder commissielid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort kan worden toegelicht.

  • 2.

    Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen.

  • 3.

    Over een voorstel van orde beslist de raadscommissie direct.

Artikel 18 Verslag

  • 1.

    De commissiegriffier zorgt voor het verslag van de vergadering.

  • 2.

    Het verslag moet in ieder geval inhouden:

    • a.

      de namen van de voorzitter, de commissiegriffier en de commissieleden, allen voor zover aanwezig, en van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

    • b.

      een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

    • c.

      een zakelijke samenvatting van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers/fracties;

    • d.

      voor zover de commissie advies verstrekt, een samenvatting van het advies aan de raad onder vermelding van de commissieleden/fracties die mededeling hebben gedaan van hun goed- of afkeuring en met aantekening van de commissieleden/fracties die zich niet uitgelaten hebben;

    • e.

      als op basis van artikel 14 anderen deelnemen aan de beraadslagingen, bij het desbetreffende agendapunt de naam en de hoedanigheid van die personen.

  • 3.

    Het conceptverslag van de voorgaande vergadering wordt, zo mogelijk, gelijktijdig met de agenda en de bijbehorende stukken aan de commissieleden verstrekt.

  • 4.

    Bij het begin van de vergadering wordt het verslag van de vorige vergadering vastgesteld.

  • 5.

    De commissieleden en de voorzitter hebben het recht een voorstel tot wijziging van het verslag aan de raadscommissie te doen, als het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft wat gezegd of besloten is. Een voorstel tot verandering moet voor het vaststellen van het verslag bij de commissiegriffier worden ingediend.

  • 6.

    De voorzitter en de commissiegriffier ondertekenen het vastgestelde verslag.

Paragraaf 3 Besloten vergaderingen

Artikel 19 Toepassing verordening op besloten vergaderingen

Op een besloten vergadering is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet in strijd is met het besloten karakter van de vergadering.

Artikel 20 Verslag besloten vergadering

  • 1.

    Het conceptverslag van een besloten vergadering wordt aan de commissieleden ter vaststelling verstrekt gelijktijdig met de agenda en vergaderstukken voor de volgende besloten vergadering, tenzij niet bekend is wanneer de volgende besloten vergadering wordt gehouden. In dat geval wordt dit verslag ter vaststelling aan de commissieleden verstrekt gelijktijdig met de agenda en vergaderstukken voor de volgende openbare vergadering. Een besloten vergadering wordt dan na afloop van de openbare vergadering gehouden.

  • 2.

    Tijdens de besloten vergadering neemt de raadscommissie een beslissing over het al dan niet openbaar maken van het verslag.

  • 3.

    De voorzitter en de commissiegriffier ondertekenen het vastgestelde verslag.

Artikel 21 Opheffing geheimhouding

Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet van plan is de geheimhouding op te heffen, wordt daarover, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.

Paragraaf 4 Toehoorders en pers

Artikel 22 Toehoorders en pers

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen openbare vergaderingen bijwonen.

  • 2.

    Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden.

  • 3.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die de orde van de vergadering verstoren, te doen vertrekken.

  • 4.

    De voorzitter is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren, voor maximaal drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.

Artikel 23 Geluid- en beeldregistraties

Degenen die in de vergaderzaal tijdens de vergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken, melden dit aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.

HOOFDSTUK 3 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Uitleg verordening

In de gevallen waarin deze verordening niet voorziet of bij twijfel over de toepassing van de verordening, beslist de raadscommissie op voorstel van de voorzitter.

Artikel 25 Inwerkingtreding en citeertitel; intrekking oude verordening

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na die van haar bekendmaking.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening op de raadscommissies gemeente Putten 2021'.

  • 3.

    Op het tijdstip dat de Verordening op de raadscommissies gemeente Putten 2021 in werking treedt, vervalt de Verordening op de raadscommissies van de gemeente Putten, vastgesteld bij raadsbesluit van 4 september 2003 en voor het laatst gewijzigd op 17 mei 2018.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad der gemeente Putten van 10 juni 2021,

Ondertekening

de griffier,

E.G. van Drie-Timmer

de voorzitter,

H.A. Lambooij