Beleidsregel handhaving overhangend groen (ex artikel 2:15 Algemene plaatselijke verordening)

1. Inleiding

Groen op en langs het trottoir of de openbare weg is belangrijk voor een leefbare groene omgeving.

Groen kan echter ook overlast veroorzaken als bijvoorbeeld takken gaan overhangen en verkeerssituaties daardoor onoverzichtelijk worden. Veiligheid van de weggebruiker is de hoofdreden dat er wordt gehandhaafd op overhangend groen. Beplanting in tuinen mag het zicht op bijvoorbeeld kruispunten niet belemmeren, weggebruikers en voetgangers niet hinderen en geen gevaar veroorzaken. Ook is het van belang dat de openbare verlichting, verkeersborden en andere voor verkeersdeelnemers belangrijke aanwijzingsborden niet achter het groen verdwijnen.

Op grond van artikel 2:15 van de Algemeen plaatselijke verordening Capelle aan den IJssel 2018 (APV) kan de gemeente eigenaren verzoeken om overhangend groen te snoeien en kan indien nodig bestuursdwang worden toegepast. Om tot een goede en effectieve handhaving te kunnen komen van het in de APV gegeven verbod dient een geschikt handhavings- en toezichtbeleid te worden ontwikkeld, vastgesteld, bekendgemaakt en uitgevoerd. In dit beleid zijn de criteria opgenomen waaraan kan worden getoetst of overhangend groen zodanig hinderlijk is dat moet worden gesnoeid. Dit geeft duidelijkheid voor zowel de toezichthouders als voor de inwoners van Capelle aan den IJssel.

2. Algemeen uitgangspunt snoeien overhangend groen

Artikel 2:15 van de APV verbiedt onder meer om beplanting aan te brengen of te hebben op een zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat. De gemeente zal zelf het goede voorbeeld geven en snoeit waar nodig ook haar eigen groen voldoende terug. Het mag niet zo zijn dat gemeentelijk groen (het zicht op) door de gemeente aangebrachte voorzieningen, zoals straatverlichting, straatnaamborden en verkeersborden belemmert.

Privé-groen moet door de eigenaar/gebruiker van een perceel tot op de erfgrens worden gesnoeid.

Bij handhaving moeten enerzijds de regels strikt zijn ten behoeve van de duidelijkheid, anderzijds moet een redelijke afweging worden gemaakt tussen de ingreep en het resultaat.

Het kan zo zijn dat de boom, struik of plant onherstelbaar zal worden beschadigd wanneer deze volledig wordt teruggesnoeid tot de erfgrens. Uitgangspunt is dat volledig terugsnoeien tot de erfgrens niet nodig is wanneer er “voldoende ruimte” is voor weggebruikers en voetgangers om te passeren.

Er is geen sprake van “voldoende ruimte” bij trottoirs met een vrije doorgang van minder dan 1,20 meter.

3. Grenzen aan groei

Ondanks artikel 5:42 uit het Burgerlijk Wetboek worden vooral heesters en heggen vaak op of direct tegen de erfgrens geplant. Grensoverschrijding is dan na enige jaren bijna niet te voorkomen. Aan de hand van de volgende criteria wordt beoordeeld of en zo ja, tot hoever groen moet worden gesnoeid.

4. Procedure toezicht en handhaving

Tijdens de dagelijkse surveillance in de wijken zal door de toezichthouders van de gemeente worden gecontroleerd of er sprake is van hinderlijk overhangend groen. De eigenaar/gebruiker van een perceel waar sprake is van hinderlijk overhangend groen, zal in eerste instantie door middel van een korte brief van de toezichthouders verzocht worden om het betreffende groen binnen twee weken terug te snoeien. Het is hierbij van belang te weten wie de overtreder is. De overtreder moet het in zijn macht hebben om de overtreding te beëindigen. Bij een afzonderlijke eigenaar en huurder, wordt in beginsel de gebruiker van het perceel waarop de beplanting zich bevindt aangeschreven. Deze heeft het direct in zijn macht de beplanting te snoeien of te verwijderen.

Na de gegeven termijn van twee weken vindt vervolgens een nacontrole plaats. Als uit de nacontrole blijkt dat de snoeiwerkzaamheden nog niet hebben plaatsgevonden, stelt de toezichthouder vervolgens een vooraankondiging tot opleggen van een last onder bestuursdwang op. De eigenaar/gebruiker van het bewuste perceel krijgt nog de gelegenheid om het opleggen van de last onder bestuursdwang te voorkomen door alsnog binnen twee weken de snoeiwerkzaamheden uit te voeren. De eigenaar/gebruiker krijgt ook de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Wanneer vervolgens uit de nacontrole blijkt dat de snoeiwerkzaamheden opnieuw niet zijn uitgevoerd, zal de eigenaar/gebruiker door de toezichthouder met een last onder bestuursdwang worden aangeschreven. De in de last op te nemen begunstigingstermijn zal ook twee weken bedragen. Wanneer de termijn van twee weken voorbij is, kan bestuursdwang worden toegepast. Als daadwerkelijk bestuursdwang wordt toegepast, zullen de kosten daarvan op de overtreder verhaald worden.

5. Vaststelling en inwerkingtreding

De Beleidsregel “handhaving overhangend groen gemeente Capelle aan den IJssel” wordt vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

6. Communicatie

Na de inwerkingtreding van deze beleidsregel, zullen de inwoners van Capelle aan den IJssel jaarlijks regelmatig actief over dit beleid worden geïnformeerd via de gemeenterubriek in de IJssel- en Lekstreek en de gemeentelijke website.