Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland houdende regels omtrent het aanwijzen van buitengewoon opsporingsambtenaren

Het college van Burgemeester en wethouders van Westland;

gelet op artikel 7:610, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, artikelen 1 en 2 van de Ambtenarenwet 2017 en de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (Wnra) ;

gelezen de wettelijke voorschriften als bedoeld in de Wet Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, de Huisvestingswet, de Erfgoedwet , de Monumentenwet, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht , de Drank- en Horecawet en titel 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

overwegende dat het van belang is toezichthouders als bedoeld in artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht aan te wijzen met het oog op de naleving van de voorschriften als bedoeld in de hierna genoemde regelgeving en het bij of krachtens die regelgeving bepaalde;

gelet op het bepaalde in de Wet Ruimtelijke Ordening, de Woningwet, de Huisvestingswet, de Erfgoedwet , de Monumentenwet, de Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht , de Drank- en Horecawet, de Verordening afvalwaterverwerking, de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, de Waterwet en de Algemene Plaatselijke Verordening Westland

BESLUIT