Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR658489
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR658489/1
Beleidskader Kleine Windmolens Winterswijk (tot 25 meter tiphoogte)
Geldend van 05-06-2021 t/m heden
Intitulé
Beleidskader Kleine Windmolens Winterswijk (tot 25 meter tiphoogte)Ruimtelijke (landschappelijk) en sociale inpassing
1. Inleiding
Energieneutraal: besparen en duurzame energie
Gemeente Winterswijk wil in 2030 energieneutraal zijn. We zetten ons al jaren volop in om energie te besparen en het toepassen van zonne-energie te bevorderen. Dit zal zo blijven. We zitten echter niet stil en kijken ook naar andere vormen van duurzame energie.
De ontwikkeling van kleine windmolens heeft een vlucht genomen. Sinds enige tijd zijn er diverse windmolens op de markt met verbeterde opbrengsten. De vraag naar het toepassen van kleine windmolens neemt ook toe. Dit geldt zeker bij agrarische bedrijven in de noordelijke provincies. Daar zien we dat kleine windmolens, vaak in combinatie met zonnepanelen op dak, worden gebruikt om een agrarisch bedrijf van stroom te voorzien. Ook zien we mogelijkheden voor een ‘dorpsmolen’ aan de rand van bijvoorbeeld een buurtschap of een ‘woonerf-molen’ op een voormalige agrarisch erf.
Kleinschalig landschap en kleine molens
De reden om grote windmolens niet toe te staan is omdat deze molens niet passen in het coulisselandschap van Winterswijk (bron: moratorium grote windmolens). Het criterium ‘kleine’ windmolen is begrenst door de mate waarin deze in het heersend beeld van het landschap kan passen. Een molen van maximaal 25 meter past, afhankelijk van de situatie, in dit heersende beeld. Dit komt door dat deze molens onder de gemiddelde boomhoogte blijven. De inpasbaarheid wordt versterkt als het materiaal en uiterlijk van de molen aansluit bij het landschap. Dit geldt bijvoorbeeld voor de EAZ-molen (zie afbeelding titelblad). Door toepassing van houten onderdelen en een groene kleur is de EAZ molen veel minder opvallend en past deze beter in een kleinschalig landschap dan een (grote) witte molen. Het beleidskader Kleine Windmolens Winterswijk beschrijft de voorwaarden en het proces om te komen tot het zorgvuldig inpassen van kleine windmolens. Daarbij is rekening gehouden met de kaders van de Omgevingsvisie Buitengebied. De Omgevingsvisie Buitengebied nodigt uit en biedt ruimte aan ontwikkelingen. De kwaliteiten van gebied waarin deze ontwikkeling plaat vindt moet daarbij worden behouden of versterkt.
Bij nieuwe ontwikkelingen hanteren we de volgende uitgangspunten:
Door:
|
figuur 1: uitgangspunten ruimtelijke ontwikkeling
2. Werkproces
Inleiding
Het beleidskader Kleine Windmolens Winterswijk geeft een proces van zes stappen. Van de initiatiefnemers wordt verwacht dat ze deze stappen volgen en op een juiste wijze uitvoeren. Mocht je als initiatiefnemer twijfelen aan de juistheid van de uitvoering, neem dan contact op met de afdeling ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Winterswijk.
Stappen |
Activiteit |
Actie |
Stap 1: eerste check |
initiatief krijgt projectkader op basis van uitgangspunten en ontwerpprincipes |
gemeente |
Stap 2: gebiedskennis en participatie |
verkenning van sociale en ruimtelijke inpassing |
initiatiefnemer |
Stap 3: initiatiefvoorstel |
beschrijving van het initiatief en onderbouwing |
initiatiefnemer |
Stap 4: principebesluit |
beoordelen van initiatiefvoorstel |
gemeente |
Stap 5: planvorming |
planmatige uitvoering van procedure, inhoud en communicatie |
initiatiefnemer |
Stap 6: besluitvorming |
informele en formele besluitvorming |
gemeente |
Figuur 2: werkproces kleine windmolens
Stap 1. Eerste Check: proceskader per initiatief kleine windmolen(s)
Elke ontwikkeling in het buitengebied moet rekening houden met de unieke landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische kwaliteit. Zo ook bij het realiseren van een kleine windmolen. In stap 1 geeft de gemeente, op verzoek van de initiatiefnemer, een beschrijving van het initiatief en een programma van uitgangspunten. Daarbij houdt de gemeente Winterswijk rekening met het beleidskader, de beschikbare informatie over de locatie en de eigenschappen van het initiatief.
Bijzonder kwetsbare landschapselementen (incl. cultuurhistorische objecten) zijn onder andere:
|
Figuur 3: kwetsbaar landschap en kwetsbare landschapselementen (niet limitatief)
Stap 1 bestaat uit twee onderdelen. De resultaten worden met de initiatiefnemer besproken.
- 1a:
beoordeling van de omvang het initiatief (kleine windmolen) in relatie tot de kwetsbaarheid van de omgeving;
- 1b:
beoordeling van de situering van het initiatief in relatie tot andere ontwikkelingen.
1a. Toetsing aan landschappelijke, ecologische en cultuurhistorische kwaliteiten
Het Nationaal Landschap Winterswijk biedt een aantrekkelijke variatie aan landschappen. Dit waardevolle landschap met de bijbehorende flora en fauna en cultuurhistorische waarden moet beschermd worden. Een eenmaal verdwenen landschapselement is niet (eenvoudig) meer terug te krijgen. Een nieuwe ontwikkeling moet zich daarom schikken naar dit landschap. Een kleine windmolen op of in nabijheid van kwetsbare landschapselementen, kwetsbare natuur of cultuurhistorisch object of ensemble is alleen mogelijk met behoud van kwaliteit. Kennis over het landschap en de ecologie is daarom essentieel. De beoordeling van de kwaliteit in deze fase van het project is aan de gemeentelijke landschapsecoloog. Kleine windmolens zijn, wanneer goed is gekeken naar de bestaande kwaliteiten, veelal goed in te passen.
Hieronder staan de algemene ontwerpprincipes voor omgevingskwaliteit en de uitwerking hiervan in de richtlijnen voor ontwikkeling van kleine windmolens. De ontwerpprincipes zijn in lijn met de Omgevingsvisie Buitengebied Winterswijk. Elk initiatief voor kleine windmolens zal moeten voldoen aan de richtlijnen kleine windmolens voor omgevingskwaliteit.
(Algemene) ontwerpprincipes voor omgevingskwaliteit:
|
Richtlijnen kleine windmolens voor omgevingskwaliteit:
|
1b. Het initiatief in relatie tot andere ontwikkelingen
Het unieke Winterswijkse landschap moet in stand worden gehouden. Deze kwaliteiten staan al lange tijd onder druk. Inmiddels zijn deze opgaven (o.m. droogte, stikstof en leegstand) zo complex en urgent geworden dat landelijk, regionaal en lokaal wordt gewerkt aan een samenhangend programma vitaal platteland. Daarbij is de inzet om zoveel mogelijk oplossingsrichtingen slim te combineren tot lokale oplossingen met toekomstperspectief. Ook bij het situeren van een kleine windmolen houden we hier zoveel mogelijk rekening mee. Daarbij houdt de gemeente onder meer rekening met de kaders opgenomen in de Omgevingsvisie Buitengebied.
Kleine windmolen aangesloten op het elektriciteitsnet Elke kleine windmolen moet aangesloten worden op het elektriciteitsnet. Het is belangrijk vroegtijdig informatie in te winnen over de afstand (=kosten) tot het dichtstbijzijnde aansluitpunt en de beschikbare capaciteit. Vraag daarom voortijdig de mogelijkheden voor aansluiting bij Liander worden aangevraagd (www.liander.nl). |
Stap 2: Verkenning van sociale en ruimtelijke inpassing
De gemeente Winterswijk wil een goede fysieke en sociale inpassing van kleine windmolens. Het is daarvoor belangrijk dat de initiatiefnemer in gesprek gaat met omwonenden en zo nodig andere belanghebbenden. De manier waarop de participatie gebeurt staat niet vast. Dit is afhankelijk van de omvang en kwetsbaarheid van het voorstel. Het kan gaan om een ’gesprek’ met de enige buur tot het organiseren van één of meerdere gesprekken met omwonenden uit een ernaast gelegen woonwijk. Ook is het soms nodig om belangenorganisaties mee te laten denken. De verantwoordelijkheid voor een ruimtelijk en sociaal ingepast initiatief voor één of meerdere kleine windmolen ligt bij de initiatiefnemer. Vanwege de beperkte productie en het redendement van een kleine windmolen is het niet noodzakelijk dat omwonenden financieel mee kunnen doen. Wel wordt gewezen op de mogelijkheid om samen met buren één of meerdere molen te realiseren.
Stap 3. Initiatiefvoorstel
Voor ja, mits-initiatieven die vanuit stap 2 voldoende zijn onderbouwd, kunnen door de initiatiefnemer een initiatiefvoorstel bij de gemeenten worden ingediend. Om het initiatief te kunnen beoordeling is een initiatiefvoorstel nodig met minimaal:
- 1.
een zo volledig mogelijke beschrijving van het voorgenomen initiatief
- 2.
ruimtelijke onderbouwing vanuit de ruimtelijke en sociale inpassing
- 3.
verklaring van Liander dat een aansluiting mogelijk is of mogelijk wordt gemaakt
Stap 4. Principebesluit
Wanneer voldoende informatie beschikbaar is kan de gemeente beoordelen of een initiatief kansrijk is en in behandeling kan worden genomen. Het principebesluit bestaat uit een beoordeling van het initiatiefvoorstel (uit stap 3). Indien een initiatiefvoorstel onvoldoende duidelijk is, dan zal nadere informatie worden gevraagd. Een positief principebesluit betekent dat het een kansrijk project is en met de formele procedure kan worden begonnen ofwel de aanvraag kan worden ingediend. Wanneer een principeaanvraag volledig is, streven wij naar een beslissing binnen 8 weken. Een positieve beslissing op een principebesluit is geen vergunning of toestemming om te starten met de uitvoering, maar een uitnodiging om een vergunningaanvraag uit te werken.
Stap 5. Planvorming
Na een positief principebesluit is in de meeste gevallen aanvullend technisch en financieel onderzoek nodig. Daarbij gaat het meestal om wettelijk benodigde onderzoeken zoals bijvoorbeeld naar de flora en fauna (Wet Natuurbescherming) en technische/financieel onderzoek naar bijvoorbeeld de aansluiting op het elektriciteitsnet of integriteitsonderzoek (Wet Bibob). De gemeente Winterswijk wil initiatiefnemers niet belasten met onnodig onderzoek. Er zal altijd worden gezocht naar een praktische oplossing. Het wettelijk minimum zal echter altijd gevraagd worden. In alle gevallen is aandacht nodig voor de communicatie rondom het project.
Stap 6. Besluitvorming
Kleine windmolens passen veelal niet binnen het huidig bestemmingsplan. Voor het realiseren van een kleine windmolen dient om die reden een ruimtelijke procedure afwijking bestemmingsplan(wijziging) te worden gevolgd. De gemeente Winterswijk adviseert om de proceduretijd te verkorten en een projectbesluit te volgen. Dit betekent dat de vergunningprocedure en de afwijking van het bestemmingsplan in één wordt gevolgd. Een aanvraag hiervoor kan worden ingediend nadat een positief principebesluit is genomen door de gemeente (burgermeester en wethouders) en de daarin aangegeven onderzoeken zijn uitgevoerd. Bij de vergunningprocedure hoeft dan niet een aparte toestemming (of zogezegd: verklaring van geen bedenkingen) door de gemeenteraad te worden afgegeven. Dit is mogelijk gemaakt doordat het beleidskader kleine windmolens door de gemeenteraad is vastgesteld. Daarmee is het proces en de ruimtelijke en sociale inpassing geborgd. Het is daarom goed om dit beleidskader te volgen. Bij de vergunningprocedure en afwijkingsprocedure bestemmingsplan in één moeten wel procedureel stappen doorlopen worden. Onder andere de inzagetermijn van 6 weken van het ontwerpbesluit. De proceduretermijn van de vergunning ligt daardoor in de regel langer dan 8 weken maar de totale proceduretijd kan zo met 2 maanden worden teruggebracht.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl