Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 mei 2021, houdende regels omtrent het verstrekken van bijdragen aan rivierverruimingsprojecten in de Maas (Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant)

Geldend van 09-06-2021 t/m 02-06-2023

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 25 mei 2021, houdende regels omtrent het verstrekken van bijdragen aan rivierverruimingsprojecten in de Maas (Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten voor rivierverruimingsprojecten die ten goede komen aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant bijdragen willen verstrekken;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

§ 1 Lob van Gennep

Artikel 1.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv: Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

startbeslissing: tussen de provincie Noord-Brabant, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het waterschap Limburg, het waterschap Aa en Maas, de provincie Limburg, de provincie Noord-Brabant, de provincie Gelderland, de gemeente Gennep en de gemeente Mook en Middelaar op 23 april 2019 vastgelegde afspraken met betrekking tot het hoogwaterveiligheidsproject Lob van Gennep, opgenomen in bijlage 1 behorende bij deze regeling.

Artikel 1.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door het Waterschap Limburg.

Artikel 1.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de MIRT-verkenning van het project Lob van Gennep, bedoeld in de startbeslissing.

Artikel 1.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd in het gebied tussen Gennep en Mook;

  • b.

    de activiteiten zijn gericht op de MIRT-verkenning van het project Lob van Gennep, bedoeld in de startbeslissing;

  • c.

    de activiteiten, bedoeld onder b, zijn gericht op:

    • 1°.

      het verbeteren van de hoogwaterbescherming, zodat de kans op overstroming in het gebied kleiner wordt;

    • 2°.

      het verbeteren van de waterbergende functie van het gebied om bij extreem hoogwater stroomafwaarts te zorgen voor een waterstandsdaling en daarmee bij te dragen aan de hoogwaterbescherming van stroomafwaarts gelegen gebieden;

    • 3°.

      het versterken van de ruimtelijke kwaliteit in het gebied;

  • d.

    de effecten, bedoeld in onderdeel c, onder 2º, komen ten goede aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant.

Artikel 1.5 Vereisten aanvraag bijdrage;

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van 10 juni 2021 tot en met 1 december 2022.

Artikel 1.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 1.5, onder b, vast op € 415.000.

Artikel 1.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 415.000.

Artikel 1.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verstrekt op grond van de afspraken in de startbeslissing.

Artikel 1.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project af voor 31 december 2025.

  • b.

    zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

  • c.

    overlegt jaarlijks een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

Artikel 1.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 1.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag;

  • 2. Het voorschot wordt in een keer betaald.

Artikel 1.12 Wijze van vaststellen

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.

§ 2 Meanderende Maas

Artikel 2.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

addendum: Addendum nr1 bij de bestuursovereenkomst Meanderende Maas vanwege scopewijziging Ossekamp en de Waarden ter realisatie van doelen PAGW en NNB van 22 februari 2021, opgenomen in bijlage 2b behorende bij deze regeling;

bestuursovereenkomst: tussen de provincie Noord-Brabant, het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het waterschap Rivierenland, het waterschap Aa en Maas, de provincie Gelderland, de gemeente Oss, de gemeente West Maas en Waal, de gemeente Wijchen en Vereniging Natuurmonumenten op 7 september 2020 gesloten overeenkomst inzake het project Meanderende Maas, opgenomen in bijlage 2 behorende bij deze regeling;

MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

Artikel 2.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door het Waterschap Aa en Maas.

Artikel 2.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de MIRT- planuitwerking en de realisatie van het project Meanderende Maas, bedoeld in de bestuursovereenkomst en het addendum.

Artikel 2.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd tussen Ravenstein en Lith, aan beide zijden van de Maas;

  • b.

    de activiteiten zijn gericht op de MIRT-planuitwerking en de realisatie van het project Meanderende Maas;

  • c.

    de activiteiten zijn gericht op rivierverruiming, dijkversterking en gebiedsontwikkeling;

  • d.

    de activiteiten zijn gericht op het realiseren van een waterstandsdaling bij extreem hoogwater op de Maas;

  • e.

    de activiteiten, bedoeld onder c en d:

    • 1°.

      hebben een gunstig effect op de dijkverhogingsopgave in de provincie Noord-Brabant.

    • 2°.

      komen ten goede aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant; of

    • 3°.

      leveren een bijdrage aan de gebiedsontwikkeling in de provincie Noord-Brabant.

Artikel 2.5 Vereisten aanvraag bijdrage;

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van 10 juni 2021 tot en met 1 december 2029.

Artikel 2.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 2.5, onder b, vast op € 5.000.000.

Artikel 2.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 5.000.000.

Artikel 2.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verstrekt op grond van de afspraken in de bestuursovereenkomst.

Artikel 2.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project af voor 31 december 2029.

  • b.

    zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

  • c.

    overlegt een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

Artikel 2.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van:

  • a.

    een activiteitenverslag;

  • b.

    indien van toepassing, verantwoording door middel van SISA-medeoverheden.

Artikel 2.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag;

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

Artikel 2.12 Wijze van vaststellen

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.

§ 3 Verlengde brug veerweg Alphen

Artikel 3.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

bevoegdhedenovereenkomst: tussen de provincie Noord-Brabant, de provincie Gelderland, de gemeente West Maas en Waal en de commanditaire vennootschap Over de Maas CV op 2 maart 2020 gesloten overeenkomst inzake het project Verlengde brug veerweg Alphen, opgenomen in bijlage 3a behorende bij deze regeling;

aanvulling bevoegdhedenovereenkomst: brief van de provincie Noord-Brabant aan de provincie Gelderland van 15 maart 2020 inzake bevestiging van de aanvullende afspraken met betrekking tot de ophoging van het deel van de provincie Noord-Brabant aan het project Verlengde brug veerweg Alphen, opgenomen in bijlage 3b behorende bij deze regeling.

Artikel 3.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door de Provincie Gelderland.

Artikel 3.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de voorbereiding en de realisatie van het project Verlengde brug veerweg Alphen, bedoeld in de bevoegdhedenovereenkomst.

Artikel 3.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd in de uiterwaarden van de gemeente West Maas en Waal ter hoogte van het veer;

  • b.

    de activiteiten zijn gericht op de voorbereiding en realisatie van het project Verlengde brug veerweg Alphen;

  • c.

    de activiteiten betreffen het realiseren van een bredere instroomopening en de verlenging van de brug in de veerweg;

  • d.

    de activiteiten zijn gericht op het realiseren van een waterstandsdaling bij extreem hoog water in de Maas in het gebied dat bovenstrooms van het project is gelegen;

  • e.

    de effecten, bedoeld onder c en d, komen ten goede aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant;

Artikel 3.5 Vereisten aanvraag bijdrage;

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van 10 juni 2021 tot en met 1 december 2029.

Artikel 3.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 3.5 onder b, vast op € 350.000.

Artikel 3.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 350.000.

Artikel 3.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verstrekt op grond van de afspraken in de bevoegdhedenovereenkomst en de aanvulling bevoegdhedenovereenkomst.

Artikel 3.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project af voor 31 december 2029.

  • b.

    zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

  • c.

    overlegt een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

Artikel 3.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 3.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag;

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt in een keer betaald.

Artikel 3.12 Wijze van vaststellen

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.

§ 4 Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur

Artikel 4.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

MIRT: Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport dat alle rijksprojecten bevat van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;

startbeslissing: afspraken BO MIRT 2020, vastgelegd in de Kamerbrief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 november 2020, inzake Bestuurlijke Overleggen MIRT 25 en 26 november 2020, voortgang MIRT, moties en toezeggingen en de daarbij behorende bijlage Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT, 25 en 26 november 2020, inzake het project Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch Crèvecoeur, opgenomen in bijlage 4 behorende bij deze regeling.

Artikel 4.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door het Waterschap Aa en Maas.

Artikel 4.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op de voorbereiding en uitvoering van het project Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur, als bedoeld in de startbeslissing.

Artikel 4.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    de activiteiten worden uitgevoerd in de gemeente ’s-Hertogenbosch, ter hoogte van het fort Crèvecoeur;

  • b.

    de activiteiten zijn gericht op de voorbereiding en uitvoering van het project Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur;

  • c.

    de activiteiten zijn gericht op het verbinden van Maas-opgaven aan opgaven vanuit regionale watersystemen Aa en Dommel in samenhang met de ontwikkeling van natuur en cultuurhistorie;

  • d.

    de effecten, bedoeld onder b, komen ten goede aan de waterstandsdaling in de Maas in de provincie Noord-Brabant;

Artikel 4.5 Vereisten aanvraag bijdrage;

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van 10 juni 2021 tot en met 1 december 2029.

Artikel 4.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de periode, genoemd in artikel 4.5 onder b, vast op € 125.000.

Artikel 4.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 125.000.

Artikel 4.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verstrekt op grond van de startbeslissing.

Artikel 4.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project af voor 31 december 2029.

  • b.

    zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

  • c.

    overlegt een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

Artikel 4.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 4.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag;

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt op aanvraag betaald.

Artikel 4.12 Wijze van vaststellen

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.

§ 5 Deltaprogramma Maas

Artikel 5.1 Begripsbepalingen

In deze paragraaf wordt verstaan onder:

Abv : Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant;

DP Maas: Deltaprogramma Maas, zijnde een onderdeel van het nationale Deltaprogramma;

memo financieel en personeel beheer: door het OGO DP Maas op 7 januari 2021 vastgestelde afspraken inzake het financieel en het personeel beheer van het Deltaprogramma Maas, opgenomen in bijlage 5 behorende bij deze regeling;

OGO DP Maas: Opdrachtgeversoverleg Deltaprogramma Maas,

met als leden de gemandateerde managers van de provincies Limburg, Noord-Brabant en Gelderland, de waterschappen Limburg, Aa en Maas, Brabantse Delta en Rivierenland en Rijkswaterstaat-Zuid, zijnde de financierende SDM-partners;

SDM: Stuurgroep Deltaprogramma Maas, zijnde het samenwerkingsverband van bevoegde en verantwoordelijke partijen voor de inrichting en het beheer van het Nederlandse deel van het hoofdwatersysteem Maas van Maastricht tot Geertruidenberg.

Artikel 5.2 Doelgroep

Een bijdrage op grond van deze paragraaf kan worden aangevraagd door het Waterschap Aa en Maas.

Artikel 5.3 Activiteiten die in aanmerking komen voor een bijdrage

Een bijdrage kan worden verstrekt voor activiteiten gericht op administratieve ondersteuning en procesmatige begeleiding van het DP Maas.

Artikel 5.4 Vereisten voor een bijdrage

Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    activiteiten zijn gericht op administratieve ondersteuning en procesmatige begeleiding van het DP Maas;

  • b.

    de effecten komen ten goede aan beleidsontwikkeling en het mogelijk maken van projecten gericht op waterstandsdaling in de Maas met meerwaarde voor de omgeving.

Artikel 5.5 Vereisten aanvraag bijdrage;

Een aanvraag voor een bijdrage:

  • a.

    wordt ingediend met gebruikmaking van het daartoe door Gedeputeerde Staten vastgestelde aanvraagformulier;

  • b.

    wordt ingediend van:

    • 1°.

      10 juni 2021 tot en met 1 december 2021;

    • 2°.

      10 juni 2022 tot en met 1 december 2022;

    • 3°.

      10 juni 2023 tot en met 1 december 2023;

    • 4°.

      10 juni 2024 tot en met 1 december 2024;

    • 5°.

      10 juni 2025 tot en met 1 december 2025;

    • 6°.

      10 juni 2026 tot en met 1 december 2026;

    • 7°.

      10 juni 2027 tot en met 1 december 2027;

    • 8°.

      10 juni 2028 tot en met 1 december 2028;

    • 9°.

      10 juni 2029 tot en met 1 december 2029.

Artikel 5.6 Bijdrageplafond

Gedeputeerde Staten stellen het bijdrageplafond voor de perioden genoemd in artikel 5.5, onder b, vast op:

  • a.

    € 110.000 voor het jaar 2021;

  • b.

    € 110.000 voor het jaar 2022;

  • c.

    € 110.000 voor het jaar 2023;

  • d.

    € 110.000 voor het jaar 2024;

  • e.

    € 110.000 voor het jaar 2025;

  • f.

    € 110.000 voor het jaar 2026;

  • g.

    € 110.000 voor het jaar 2027;

  • h.

    € 110.000 voor het jaar 2028;

  • i.

    € 110.000 voor het jaar 2029.

Artikel 5.7 Hoogte van de bijdrage

De hoogte van de bijdrage bedraagt het aangevraagde en met bewijsstukken onderbouwde bedrag, genoemd in het aanvraagformulier, tot een maximum van € 110.000 per jaar.

Artikel 5.8 Verdelingswijze

De bijdrage wordt verstrekt op grond van de memo financieel en personeel beheer.

Artikel 5.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

De bijdrageontvanger:

  • a.

    rondt het project af voor 31 december van het desbetreffende kalenderjaar;

  • b.

    zorgt ervoor dat in publicaties wordt vermeld dat de activiteit geheel of gedeeltelijk met financiële steun van de provincie Noord-Brabant wordt of is gerealiseerd, indien door of namens de bijdrageontvanger een of meer publicaties worden gedaan met betrekking tot de te financieren activiteiten;

  • c.

    overlegt een voortgangsverslag, indien de periode van uitvoering van de activiteiten waarvoor de bijdrage wordt verstrekt meer dan twaalf maanden bedraagt.

Artikel 5.10 Verantwoording

De bijdrageontvanger toont aan dat de activiteiten, waarvoor de bijdrage is verleend, zijn verricht en aan de aan de bijdrage verbonden verplichtingen is voldaan door middel van overlegging van het verslag dat jaarlijks ten behoeve van het OGO DP Maas wordt opgesteld.

Artikel 5.11 Bevoorschotting en betaling

  • 1. Gedeputeerde Staten verstrekken een voorschot van 100% van het verleende bijdragebedrag;

  • 2. Het voorschot, bedoeld in het eerste lid, wordt op aanvraag betaald.

Artikel 5.12 Wijze van vaststellen

De bijdrage wordt verleend en op aanvraag vastgesteld op grond van artikel 12, onder c, van de Abv.

§ 6 Slotbepalingen

Artikel 6.1 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2022 en vervolgens telkens na een jaar aan Provinciale Staten een verslag over de doeltreffendheid en effecten van deze regeling in de praktijk.

Artikel 6.2 Terinzagelegging

  • 1. Deze regeling zal in het Provinciaal Blad worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1, 2, 3 en 5, die ter inzage worden gelegd.

  • 2. Van deze terinzagelegging zal mededeling worden gedaan in het Provinciaal Blad.

Artikel 6.3 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6.4 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 25 mei 2021

Gedeputeerde Staten voornoemd,

de voorzitter

mr. I.R. Adema

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Bijlage 1 behorende bij artikel 1.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.

Startbeslissing hoogwaterveiligheidsproject Lob van Gennep 

Bijlage 2 behorende bij artikel 2.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande linken.

2a Bestuursovereenkomst Meanderende Maas

2b Addendum Bestuursovereenkomst Meanderende Maas 

Bijlage 3 behorende bij artikel 3.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande linken.

3a Bevoegdhedenovereenkomst Verlengde brug veerweg Alphen

3b Aanvulling bevoegdhedenovereenkomst Verlengde brug veerweg Alphen

Bijlage 4 behorende bij artikel 4.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

Startbeslissing Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur

Kamerbrief van de minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 november 2020

“[…]

Integraal Riviermanagement

Op het Deltacongres van 12 november 2020 is de intentieverklaring Integraal Riviermanagement (IRM) gepresenteerd. De verklaring is mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondertekend samen met de Deltacommissaris en voorzitters van de Deltaprogramma’s Rijn en Maas. Met deze intentieverklaring verankeren we onze gezamenlijke ambities. We gaan regionale overheden, koepelorganisaties en andere stakeholders vragen om zich hierbij aan te sluiten om zo een brede basis te creëren voor het in ontwikkeling zijnde IRM. Ook hebben wij in het Infrastructuurfonds € 100 miljoen gereserveerd voor het aanpakken van laagwater/bodemknelpunten voor de scheepvaart op de grote rivieren. Deze reservering wordt nu verder uitgewerkt naar concrete projecten in IRM-verband vanwege de samenhang met andere opgaven in het rivierengebied. In Oost-Nederland wordt voortvarend gewerkt aan de in 2019 gestarte pilotprojecten IRM en in dit Bestuurlijk Overleg MIRT heb ik met Zuid-Nederland afspraken gemaakt over de start van zes nieuwe IRM-pilots. Daarbij is gelet op mogelijkheden voor het opdoen van leerervaringen voor IRM, zodat ervaringen op projectniveau bijdragen aan de beleidsontwikkeling op programmaniveau. Het gaat om vijf onderzoeken, namelijk (1) Maasoevers Maastricht, (2) Samenhangende uitwerking ten noorden van Venlo, (3) Alem en St. Andries, (4) Afweging doorstroombaar maken landhoofd Gelderse Zijde A2 en (5) Hoogwaterveiligheid ’s Hertogenbosch (Crèvecoeur), en een bijdrage aan een concreet regionaal voorstel voor het verlagen van een dam in het rivierbed van de Maas nabij Roermond. Dat is goed voor de waterveiligheid en biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor recreatie-ondernemers. […]”

Afsprakenlijst Bestuurlijke Overleggen MIRT, 25 en 26 november 2020

“[…]

Regio Zuid-Nederland Integraal riviermanagement (IRM)

Hoogwaterveiligheid ’s-Hertogenbosch, Crèvecoeur

Rijk en regionale partijen onderzoeken samen de haalbaarheid van een samenhangende gebiedsontwikkeling; waterschap Aa en Maas is initiatiefnemende partij. Als eerste stap is het uitwerken van kennisvragen aan de orde, hiervoor dragen Rijk en regio 50/50 de kosten, eerste indicatie is €0,5 miljoen voor 2021 en 2022. De regionale bijdrage bestaat uit €125.000 vanuit Waterschap Aa en Maas en €125.000 vanuit provincie Noord-Brabant.

Leervraag Integraal riviermanagement (IRM): Het verbinden van Maas-opgaven aan opgaven vanuit regionale watersystemen Aa en Dommel in samenhang met de ontwikkeling van natuur en cultuurhistorie. […]”

Bijlage 5 behorende bij artikel 5.1 van de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

Deze bijlage ligt overeenkomstig artikel 136 Provinciewet digitaal ter inzage bij de Provincie Noord-Brabant en is raadpleegbaar via onderstaande link.

Memo financieel en personeel beheer Deltaprogramma Maas

Toelichting behorende bij de Bijdrageregeling rivierverruimingsprojecten Maas Noord-Brabant

I. Algemeen deel

1.1. Achtergrond

Door de provincie Noord-Brabant wordt met diverse andere overheden samengewerkt aan de waterveiligheid in de Maas. Partijen realiseren in gezamenlijke integrale projecten waterveiligheid door een combinatie van dijkversterking en rivierverruiming. Daarbij draagt rivierverruiming, naast waterveiligheid, positief bij aan de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied en de realisatie van de provinciale doelen in Noord-Brabant, zoals de realisatie van natuur (NNB), het stimuleren van de lokale economie en het toerisme en versterking van het erfgoed. Partijen hebben afspraken gemaakt over doelbereik, governance en financiering en leggen die in overeenkomsten vast. Gedeputeerde Staten hebben ervoor gekozen om de beschikbare middelen voor deze rivierverruimingsprojecten via een Bijdrageregeling beschikbaar te stellen om de projecten flexibel en met minder administratieve lasten te kunnen beschikken.

1.2. Juridisch

Het juridisch kader van deze bijdragen wordt gevormd door de Algemene bijdrageverordening Noord-Brabant (Abv) en deze bijdrageregeling. Provinciale Staten hebben in artikel 2 van de Abv aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid gedelegeerd om nadere regels in de vorm van bijdrageregelingen vast te stellen voor het verstrekken van bijdragen op diverse beleidsterreinen. In deze bijdrageregeling is maatwerk voor de specifieke doelgroepen en de te verstrekken bijdragen vastgelegd, zodat Gedeputeerde Staten over een snel en flexibel instrumentarium beschikken.

Deze regeling is uitsluitend van toepassing op publiekrechtelijke rechtspersonen, omdat slechts dan voldaan wordt aan de criteria van artikel 4:21, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Verstrekking aan een andere doelgroep is niet mogelijk.

Aangezien deze bijdrageregeling is vastgesteld op grond van de Abv, betekent dit dat een aantal aspecten van de verstrekking van de bijdrage niet in de bijdrageregeling zijn vastgelegd, maar in de Abv. In de Abv staat onder meer wat de beslistermijnen zijn voor Gedeputeerde Staten en algemene verplichtingen voor de bijdrageontvanger, zoals de meldingsplicht. Voor een goed begrip van deze bijdrageregeling is dus bestudering van de Abv noodzakelijk.

1.3. Staatssteun

Ook bij de verstrekking van bijdragen dient rekening te worden gehouden met de staatssteunregels. Daarbij wordt getoetst of de steun wordt verleend aan een onderneming die een economische activiteit verricht, of de steun door staatsmiddelen wordt bekostigd, of deze staatsmiddelen een economisch voordeel verschaffen, dat niet via normale commerciële weg zou zijn verkregen (non-marktconformiteit), of de maatregel selectief is, dat wil zeggen of het geldt voor één of enkele ondernemingen, een specifieke sector of regio en of de maatregel de mededinging (in potentie) vervalst en (dreigt te) leiden tot een ongunstige beïnvloeding van het handelsverkeer in de EU. Over het algemeen zullen overheidstaken niet worden gekwalificeerd als economische activiteiten.

In deze regeling gaan Gedeputeerde Staten ervan uit dat de activiteiten, waarvoor de waterschappen een bijdrage ontvangen, geen economische activiteiten betreffen. Daar waar de waterschappen niet de eindbegunstigden zijn van deze bijdrageregeling zullen zij zelf de Europese staatssteunregels en aanbestedingsregels in acht dienen te nemen.

1.4. Meldingsplicht

Artikel 10 van de Abv verplicht de bijdrageontvanger om alle ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de hoogte van de bijdrage te melden. Hierbij wordt uitgegaan van de voorwaarden en verplichtingen die aan de bijdrage zijn gesteld. De bijdrageontvanger doet onverwijld melding aan Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten kunnen hierop naar bevind van zaken handelen. Een dergelijke melding kan leiden tot het intrekken of wijzigen van de bijdrageverlening, het opschorten van voorschotten of het aanpassen van verplichtingen of het lager of zelfs op nihil vaststellen van de bijdrage. De meldingsplicht geldt gedurende het hele proces van bijdrageverstrekking, dus vanaf de bijdrageverlening tot aan de bijdragevaststelling. Indien er geen melding is gedaan en pas bij een aanvraag voor vaststelling of bij een steekproef blijkt dat er wel een melding gedaan had moeten worden, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.

II. Artikelsgewijs deel

Artikelen 1.7, 2.7, 3.7, 4.7 en 5.7 Hoogte van de bijdrage

Gedeputeerde Staten denken bij het verstrekken van bewijsstukken ter onderbouwing van het aangevraagde bedrag aan een door de Stuurgroep Deltaprogramma Maas goedgekeurde kostenraming of ander document waaruit de instemming van de Stuurgroep Deltaprogramma Maas blijkt.

Artikelen 1.9, 2.9, 3.9, 4.9 en 5.9 Verplichtingen van de bijdrageontvanger

Eerste lid Algemeen

Indien de bijdrageaanvrager in deze regeling niet de eindbegunstigde is van de bijdrage dient hij er zorg voor te dragen dat aan de Europese regels voor staatssteun wordt voldaan. Deze verplichting geldt reeds rechtstreeks op basis van het Europese recht en is derhalve niet als verplichting opgenomen in artikel 1.9. Hetzelfde geldt voor de regels omtrent aanbestedingen.

Onder c Voortgangsverslag

Het voortgangsverslag is vormvrij.

Artikelen 1.11, 2.11, 3.11, 4.11, 5.11 Verantwoording

Onder a Activiteitenverslag

Aan het einde van het project vindt verantwoording plaats op basis van een activiteitenverslag. Uit het activiteitenverslag dient te blijken of het project geheel, gedeeltelijk of niet is uitgevoerd. Gedeputeerde Staten kunnen eventueel steekproefsgewijs aanvullende informatie opvragen of ter plekke controleren of de prestatie is verricht. Het activiteitenverslag is verder vormvrij, dus een verslag opgesteld voor de Stuurgroep of het Opdracht Gevers Overleg voldoet.

Artikel 1.12, 2.12, 3.12, 4.12 en 5.12 Wijze van verstrekken

De vaststelling van deze bijdragen vindt plaats op aanvraag. De Abv verplicht de bijdrageontvanger binnen 13 weken na het verrichten van de activiteiten de vaststelling aan te vragen. Gedeputeerde Staten beslissen op deze aanvraag eveneens binnen 13 weken.

Artikel 6.1 Evaluatie

De evaluatie is vormvrij. In deze bijdrageregeling zal de evaluatie onderdeel uitmaken van het jaarlijkse Regionaal waterprogramma Noord-Brabant (RWP) programmeringsdocument van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten.

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter

mr. I.R. Adema

de secretaris

drs. M.J.A. van Bijnen MBA