Beleidsregels Bijstand voor reiskosten bezoek gedetineerde

Geldend van 01-07-2016 t/m heden

Intitulé

Beleidsregels Bijstand voor reiskosten bezoek gedetineerde

* Omschrijving van de kosten 

De kosten voor het vervoer van het woonadres van de bezoeker (=belanghebbende) naar inrichting waar de gedetineerde verblijft.

* Voorliggende voorziening 

Er bestaat geen recht op bijzondere bijstand als een beroep kan worden gedaan op een voorliggende voorziening (artikel 15 Participatiewet; zie ook “Voorliggende voorzieningen”). Voorzover bekend is er geen voorliggende voorziening.

* Recht op bijzondere bijstand 

De noodzaak voor het bezoeken van een gedetineerde wordt aanwezig geacht indien:

  • de gedetineerde behoort tot het gezin (zie “Wettelijke omschrijving gezin”) van belanghebbende + familie in de 1e graad, en;

  • de gedetineerde verblijft in een gesloten inrichting (= geen recht op verlof), en;

  • de inrichting buiten de gemeente is gelegen (maar binnen Nederland; zie ook ), en;

  • de bezoekfrequentie maximaal 1 keer per maand per gezin bedraagt;

  • van het genoemde aantal bezoeken kan worden afgeweken als daar een medische en/of sociale indicatie voor is.

* Hoogte van de bijzondere bijstand 

De hoogte van de bijzondere bijstand is gelijk aan goedkoopste vorm van openbaar vervoer voor het betreffende traject. Om die reden worden kinderen jonger dan 12 jaar, in voorkomende gevallen, geacht mee te reizen met de ouder. In bepaalde gevallen kan ook aansluiting gezocht worden bij de reiskosten van € 0,19 per kilometer (zoals de Belastingdienst dat hanteert), bijvoorbeeld als het meereizen van overige/meerdere gezinsleden aan de orde is. De reisafstand wordt bepaald op de kortste route op grond van de ANWB-reisplanner.

Op deze voor bijstand in aanmerking komende kosten worden het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen (artikel 35 lid 1 Participatiewet) in mindering gebracht. Zie voor de gemeentelijke beleidsregels inzake het in aanmerking te nemen inkomen en vermogen en het al dan niet toepassen van het drempelbedrag “Hoogte en vorm van de bijstand”.

* Vorm van de bijzondere bijstand 

De bijzondere bijstand wordt verleend om niet.

* Aan de bijstand verbonden verplichtingen 

Naast de algemene verplichtingen wordt op grond van artikel 55 Participatiewet een bestedingsverplichting opgelegd (zie “Verplichtingen die verband houden met de aard en het doel van de bijstand”). Er moeten vervoers- of bezoekbewijzen moeten worden overgelegd ter controle van de bestedingsverplichting. Zie “Afstemming (maatregelen)” voor de gevolgen van het niet voldoen aan deze verplichting.