Regeling vervallen per 01-04-2023

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening 2021

Geldend van 10-06-2021 t/m 31-03-2023

Intitulé

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening 2021

Besluit van de raad van West Maas en Waal tot vaststelling van de verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening

De raad van de gemeente West Maas en Waal;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 maart 2021;

overwegende dat,

het gewenst is om de verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening van juni 2006 te actualiseren;

omdat er wijzigingen zijn geweest en aanstaande zijn in de onderliggende wetgeving en in de organisatiestructuur;

gelet op artikel 3.8 lid 1 Wet ruimtelijke ordening en artikel 82 Gemeentewet;

b e s l u i t vast te stellen de volgende verordening:

Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening 2021

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

a. Commissie: de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening.

b. Belanghebbende: de indiener van een zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid.

c. Raad: de gemeenteraad van de gemeente West Maas en Waal.

d. College: het college van de gemeente West Maas en Waal.

Artikel 2. Instelling en taak Commissie

1. De raad stelt bij deze verordening in de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening.

2. De Commissie is een adviescommissie voor de raad.

3. De taak van de Commissie betreft het horen van indieners van zienswijzen in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.

Artikel 3. Lidmaatschap en voorzitterschap Commissie

1. De Commissie bestaat uit vier leden.

2. De leden van de Commissie worden door de raad uit zijn midden benoemd.

3. De Commissie kiest uit haar midden een voorzitter.

4. Bij ontstentenis van de voorzitter wijzen de aanwezige leden van de Commissie uit hun midden een voorzitter aan.

5. De voorzitter en de leden hebben zitting tot de datum waarop zittingsperiode van de raad afloopt.

6. Het lidmaatschap eindigt tussentijds zodra men ophoudt lid te zijn van de raad of door een desbetreffend besluit van de raad.

7. De leden van de Commissie kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij dienen dit ontslag schriftelijk in bij de raad, onder gelijktijdige schriftelijke kennisgeving aan de voorzitter van de Commissie.

8. De raad kan tevens drie plaatsvervangende leden uit zijn midden benoemen.

De leden 5, 6 en 7 van dit artikel zijn tevens van toepassing op de plaatsvervangende leden.

9. Als er een vacature in de Commissie ontstaat, benoemd de raad uit zijn midden zo spoedig mogelijk een nieuw lid.

Artikel 4. Secretariaat

Het secretariaat van de Commissie wordt vervuld door een afvaardiging vanuit de ambtelijke organisatie van de Gemeente West Maas en Waal.

Artikel 5. Hoorzittingen

1. De Commissie gaat over tot horen indien bij de raad zienswijzen naar voren zijn gebracht in het kader van ruimtelijke plannen voor zover de raad bevoegd is tot het vaststellen van deze ruimtelijke plannen.

2. Bij het beleggen van de hoorzitting neemt de voorzitter de wettelijk gestelde termijnen in acht.

3. Een hoorzitting is openbaar, tenzij de Commissie beslist dat deze achter gesloten deuren dient plaats te vinden.

4. Indien de hoorzitting achter gesloten deuren plaatsvindt, kan de commissie geheimhouding opleggen overeenkomstig het in artikel 86 van de Gemeentewet bepaalde.

5. De voorzitter draagt er zorg voor, dat dag en uur van de hoorzitting ter openbare kennis worden gebracht.

6. De voorzitter van de Commissie draagt er zorg voor dat elk lid van de Commissie tijdig voor de aanvang van de vergadering wordt opgeroepen. De te behandelen zaken worden zo spoedig mogelijk bij de oproep vermeld.

7. De voorzitter stelt degene die zich met een zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid tot de raad heeft gewend, schriftelijk in de gelegenheid zich persoonlijk of bij gemachtigde te doen horen tijdens de hoorzitting waarin de zienswijze wordt behandeld. De voorzitter nodigt degene die zijn zienswijze naar voren heeft gebracht en/of diens gemachtigde daartoe tenminste tien dagen voor de hoorzitting uit.

8. De voorzitter is bevoegd, eigener beweging of daartoe uitgenodigd door de Commissie om ambtenaren, andere deskundigen of anderen voor het verstrekken van inlichtingen uit te nodigen. De hiervoor gemaakte kosten zijn voor rekening van de gemeente.

Artikel 6. In behandeling nemen stukken

1. Op een ingediende zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid wordt de datum van ontvangst aangetekend. Aan de indiener van de zienswijze wordt een bericht van ontvangst verstrekt.

2. Indien de zienswijzen worden ingediend bij een onbevoegd gemeentelijk orgaan, worden deze, nadat de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden naar het wel bevoegde orgaan onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender.

3. Een zienswijze als bedoeld in artikel 2, derde lid wordt door de voorzitter van de raad onmiddellijk in handen van de Commissie gesteld.

4. Het College doet de Commissie zo spoedig mogelijk de voor de behandeling van de zienswijze verstrekte stukken toekomen en, na een verzoek daartoe, aanvullende informatie, indien de Commissie van mening is dat zij daarover voor een goede taakuitoefening dient te beschikken.

Artikel 7. Quorum

1. Voor het houden van een hoorzitting van de Commissie is vereist, dat behalve de voorzitter, twee leden aanwezig zijn.

2. Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen, kan de voorzitter bepalen dat de vergadering niettemin doorgang vindt indien de verschenen indieners van zienswijzen daarmee kunnen instemmen.

3. Indien de zitting in verband met het ontbreken van het vereiste aantal leden geen doorgang vindt, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering.

Artikel 8. Herstel van verzuimen

1. Indien een zienswijze niet is gemotiveerd of niet is ondertekend, wijst de voorzitter van de Commissie degene die de zienswijze heeft ingediend op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit voor de hoorzitting te herstellen.

2. Indien in de zienswijze gesteld wordt dat deze is ingediend namens of mede namens een andere (natuurlijke of rechts-)persoon en daarbij geen schriftelijke machtiging van die andere (natuurlijk of rechts-)persoon is overgelegd, wijst de voorzitter van de Commissie de belanghebbende op dit verzuim en stelt hij hem in de gelegenheid dit uiterlijk tijdens de hoorzitting te herstellen.

Artikel 9. Behandeling tijdens de hoorzitting

1. De leden van de Commissie en eventueel aanwezige genodigden, hebben de mogelijkheid verduidelijkende vragen te stellen.

2. Een lid van de Commissie neemt niet deel aan de hoorzitting indien het een aangelegenheid betreft die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken of waarbij anderszins belangenverstrengeling mogelijk is. Doet zich zodanig geval voor, dan wordt dit lid vervangen.

3. De voorzitter kan de Commissie voorstellen in het belang van de naar voren gebrachte zienswijzen derden te horen.

4. Een gemachtigde moet ter zitting een schriftelijke en door de belanghebbende ondertekende machtiging overleggen, tenzij hij als advocaat is ingeschreven of de belanghebbende zelf met de gemachtigde verschijnt.

5. Degene die de zienswijze heeft ingediend kan ter zitting ter toelichting van zijn standpunten getuigen en deskundigen meebrengen.

6. Indien meer dan één belanghebbende wordt gehoord, geschiedt dat in elkaars aanwezigheid, tenzij de Commissie het nodig oordeelt dat belanghebbenden afzonderlijk worden gehoord. De Commissie besluit, al dan niet op verzoek van belanghebbenden, tot het afzonderlijk horen, indien aannemelijk is dat het gezamenlijk horen van een zorgvuldige behandeling van de zienswijzen kan belemmeren.

Artikel 10. Verslag hoorzitting en advies Commissie

1. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt.

2. Het verslag vermeldt de namen van de aanwezigen met daarbij een vermelding van hun hoedanigheid. Het houdt een korte vermelding in van al hetgeen is gezegd en van al hetgeen het overige ter zitting is voorgevallen. Indien de zitting geheel of gedeeltelijk niet openbaar was, of indien belanghebbenden, respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars tegenwoordigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

3. De Commissie beraadt en beslist direct na afloop van de hoorzitting achter gesloten deuren over het door haar aan de raad uit te brengen advies.

4. De Commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Van minderheidsstandpunten in de Commissie wordt in het advies melding gemaakt indien de minderheid zulks verlangt.

5. Het verslag en het advies zijn openbaar met inachtneming van het in artikel 5, vierde lid, gestelde.

7. Het advies wordt samen met het verslag en eventueel door de Commissie ontvangen adviezen, tijdig aan de raad uitgebracht. Het college ontvangt ter kennisgeving een afschrift van het advies en het verslag.

Artikel 11. Beslissing op de zienswijzen

1. De beslissing op de ingediende zienswijze door de raad dient te zijn gemotiveerd.

2. Indien de raad afwijkt van het advies van de Commissie dient de raad dat te motiveren.

Artikel 12. Citeertitel en datum inwerkingtreding besluit

1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking. Op dat tijdstip vervalt de Verordening regelende de bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening van juni 2006.

2. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Hoorcommissie Ruimtelijke Ordening 2021.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente West Maas en Waal in de vergadering van 20 mei 2021.

De griffier,

J.A. (Joyce) Satijn

De voorzitter,

V.M. (Vincent) van Neerbos