Gedragscode voor de leden van de gemeenteraad

Geldend van 01-11-2022 t/m heden

Intitulé

Gedragscode voor de leden van de gemeenteraad

De raad van de gemeente Geertruidenberg

Gelezen het voorstel van het presidium: 20 maart 2012

Gelet op; de artikelen 15 lid 3, 41c lid 2, 69 lid 2 van de Gemeentewet

Gezien; het voorstel van het presidium van 20 maart 2012

BESLUIT

De gedragscode voor de leden van de raad 2012 en de gedragscode voor de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders 2012 vast te stellen.

Deel I. Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit

Leden van de gemeenteraad stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente, en in het verlengde daarvan die van de burgers, zijn het primaire richtsnoer.

Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-politiek ambtsdragers, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie politiek ambtsdragers hun functie vervullen.

Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

Dienstbaarheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en burgers die daar onderdeel van uit maken.

Functionaliteit

Het handelen van een politiek ambtsdrager heeft een herkenbaar verband met de functie die hij vervult in het bestuur.

Onafhankelijkheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

Openheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in het handelen van de politiek ambtsdrager en zijn beweegredenen daarbij.

Betrouwbaarheid

Op een politiek ambtsdrager moet men kunnen rekenen. Die houdt zich aan zijn afspraken. Kennis en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel waarvoor die zijn gegeven.

Zorgvuldigheid

Het handelen van een politiek ambtsdrager is zodanig dat alle organisaties en burgers op gelijke wijze en met respect worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.

Deel II. Gedragscode bestuurlijke integriteit

1. Algemene bepalingen

  • 1.1

    Onder raad wordt verstaan: de raad van de gemeente Geertruidenberg

    Onder politieke ambtsdrager wordt verstaan: burgemeester en lid van de raad van de gemeente Geertruidenberg.

  • 1.2

    Deze gedragscode geldt voor de voorzitter en de leden van de raad.

  • 1.3

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in het presidium.

  • 1.4

    De code is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 1.5

    De leden van raad ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

2. Belangenverstrengeling en aanbesteding

Uitgangspunt is, dat een politiek ambtsdrager te allen tijde vrij moet zijn in zijn toekomstige beslissingen en keuzes, en zich niet verbindt aan particuliere belangen (eigen belangen of die van derden.

  • 2.1

    Een politiek ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen in ondernemingen en organisaties waarmee de gemeente zakelijke betrekkingen onderhoudt. De opgave is openbaar en door derden te raadplegen.

  • 2.2

    De politiek ambtsdrager maakt in eerste aanleg een eigen afweging rond mogelijke belangenverstrengeling. Bij twijfel wordt de politiek ambtsdrager in staat gesteld zijn afwegingen zelf publiek te maken.

  • 2.3

    De politiek ambtsdrager zal bij aangelegenheden die hem direct of indirect persoonlijk aangaan, of waarbij hij als vertegenwoordiger is betrokken, niet aan de beraadslagingen voorafgaande aan de besluitvorming deelnemen.

  • 2.4

    Een politiek ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 2.5

    Bij privaat-publieke samenwerkingsverbanden voorkomt de politiek ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 2.6

    Een oud-politiek ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente Geertruidenberg

  • 2.7

    Een politiek ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten aan de gemeente onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

3. Nevenfuncties

  • 3.1

    Een politiek ambtsdrager maakt melding van al zijn nevenfuncties waarbij tevens wordt aangegeven of de functie wel of niet bezoldigd is. Deze gegevens worden openbaar gemaakt.

4. Informatie

Uitgangspunt is, dat in principe alle bestuurlijke informatie openbaar is. Er moeten zwaarwegende belangen in het spel zijn wil geheimhouding worden opgelegd. Is geheimhouding opgelegd, dan zal de politiek ambtsdrager hier ook naar handelen.

  • 4.1

    Een politiek ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn ambt beschikt. Hij verstrekt geen vertrouwelijke informatie of informatie waaromtrent de geheimhoudingsplicht is opgelegd. Hij zorgt ervoor dat stukken veilig worden opgeborgen.

  • 4.2

    Een politiek ambtsdrager houdt geen informatie achter, tenzij deze geheim of vertrouwelijk is en het niet geven van informatie mogelijk is op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur.

  • 4.3

    Een politiek ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

  • 4.4

    Een politiek ambtsdrager gaat verantwoord om met de sociale media.

5. Meningsuitingen

Uitgangspunt is, dat een publiek debat wordt gevoerd op de inhoud. Respect voor de persoon is echter de norm. Dat betekent dat van een politiek ambtsdrager mag worden verwacht dat hij te allen tijde tracht te voorkomen, dat hij anderen kwetst met zijn wijze van debatteren of taalgebruik in woord en geschrift.

  • 5.1

    De politiek ambtsdrager onthoudt zich van beledigingen, laster en leugens.

  • 5.2

    De politiek ambtsdrager stelt de persoonlijke integriteit van leden van de raad, het college en ambtelijke organisatie pas dan ter discussie, indien daaraan een gedegen onderbouwing ten grondslag ligt.

  • 5.3

    De burgemeester draagt er zorg voor, dat de toonzetting van de beweringen niet geschiedt in persoonlijke grievende bewoordingen.

  • 5.4

    Naderhand onjuist gebleken publieke beweringen worden door de politiek ambtsdrager publiekelijk gerectificeerd.

6. Aannemen van geschenken

  • 6.1

    Geschenken, giften en uitnodigingen voor feestelijke activiteiten die een politiek ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt, worden gemeld en geregistreerd en zijn in desbetreffend geval eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht.

  • 6.2

    Indien een politiek ambtsdrager geschenken of giften ontvangt die een waarde van minder dan 50 euro vertegenwoordigen, kunnen deze in afwijking van het bovenstaande worden behouden maar dienen te worden gemeld, doch niet te worden geregistreerd.

  • 6.3

    Geschenken worden in de regel niet thuisbezorgd.

  • 6.4

    Een politiek ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 6.5

    Aanbiedingen voor privéwerkzaamheden of kortingen op privégoederen worden niet geaccepteerd.

  • 6.6

    Een politiek ambtsdrager bespreekt in het presidium uitnodigingen voor excursies en evenementen op kosten van derden.

7. Bestuurlijke uitgaven en declaraties

  • 7.1.

    Uitgaven worden uitsluitend vergoed als de hoogte en de functionaliteit ervan kunnen worden aangetoond. Ter bepaling van de functionaliteit van bestuurlijke uitgaven worden de volgende criteria gehanteerd.

    - Met de uitgave is het belang van de gemeente gediend

    en

    - De uitgave vloeit voort uit de functie.

  • 7.2

    Er kunnen geen kosten worden gedeclareerd die reeds op grond van andere regelingen worden vergoed.

  • 7.3

    Declaraties van politiek ambtsdragers worden ondertekend door de griffier.

8. Gebruik van gemeentelijke voorzieningen

  • 8.1

    Gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privé-doeleinden is niet toegestaan.

  • 8.2

    Politiek ambtsdragers kunnen op basis van een overeenkomst ter zake voor zakelijk gebruik een computer in bruikleen ter beschikking krijgen en deze in redelijkheid ook gebruiken voor privé gebruik.

9. Dienstreizen binnen– en buitenland

  • 9.1

    Een politiek ambtsdrager die het voornemen heeft een reis te maken, heeft toestemming nodig van de raad.

  • 9.2

    Een politiek ambtsdrager die het voornemen van een reis meldt, verschaft informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap en de geraamde kosten.

  • 9.3

    Uitnodigingen voor reizen, werkbezoeken en dergelijke op kosten van derden worden altijd besproken in het presidium en onder meer getoetst op het risico van belangenverstrengeling. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming.

  • 9.4

    Van de reis wordt een verslag opgesteld. Reizen worden vermeld in een jaarverslag.

  • 9.5

    Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politiek ambtsdrager is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming van het presidium betrokken.

  • 9.6

    Het anderszins meereizen van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming van het presidium betrokken.

  • 9.7

    Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privé-doeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming van het presidium. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politiek ambtsdrager.

  • 9.8

    De in verband met de buitenlandse dienstreis gedane functionele uitgaven worden vergoed conform de geldende regelingen. Uitgaven worden vergoed voorzover zij redelijk en verantwoord worden geacht.

Stappenplan bij Gedragscode gemeenteraad Geertruidenberg

Algemeen

  • 1.

    Onder raad wordt verstaan: de raad van de gemeente Geertruidenberg

  • 2.

    Onder politieke ambtsdrager wordt verstaan: burgemeester en lid van de raad van de gemeente Geertruidenberg.

  • 3.

    Dit stappenplan geldt voor de voorzitter en de leden van de raad.

Melding

  • 1.

    In eerste instantie spreken raadsleden elkaar aan op de Gedragscode. Mocht de situatie er aanleiding toe geven, dan wordt er een melding gedaan van een vermeende integriteitsschending.

  • 2.

    Meldingen van vermeende integriteitsschendingen worden gedaan bij de burgemeester.

  • 3.

    Meldingen over de burgemeester worden via de griffier gedaan bij de vertrouwenscommissie. Onderstaande procedure is van overeenkomstige toepassing op de vertrouwenscommissie indien er sprake is van een melding ten aanzien van de burgemeester.

Beoordeling melding

  • 1.

    De burgemeester beoordeelt de meldig op basis van acht onderdelen:

  • -

    Aard van het feit

  • -

    Ontvankelijkheid

  • -

    Ernst van de zaak

  • -

    Valideerbaarheid

  • -

    Positie of persoon van de bron

  • -

    Positie of persoon van de ambtsdrager op wie de melding betrekking heeft

  • -

    Waarschijnlijkheid

  • -

    Actualiteit

  • 2.

    De burgemeester kan de griffier raadplegen over de (beoordeling van de) melding.

  • 3.

    Op basis van de beoordeling kan de burgemeester besluiten tot één van de onderstaande mogelijkheden:

  • -

    De melding is te mager om nader onderzoek te rechtvaardigen.

  • -

    Er zijn onvoldoende aanwijzingen voor onderzoek.

  • -

    Er is aanvullende informatie nodig.

  • -

    Er is een ander traject van toepassing, zoals een klachtenprocedure.

  • -

    Er wordt een onderzoek ingesteld.

  • -

    Er wordt aangifte gedaan bij de officier van justitie vanwege een vermoedelijk strafbaar feit.

Melding niet behandelen

  • 1.

    Wanneer de burgemeester besluit de melding niet te behandelen kan de burgemeester de melding doorverwijzen.

  • 2.

    Wanneer de burgemeester besluit de melding niet te behandelen doet de burgemeester melding van deze conclusie bij degene die de melding heeft gedaan.

Melding in behandeling nemen en het instellen van een onderzoek

  • 1.

    Wanneer de burgemeester de melding in behandeling neemt, spreekt de burgemeester met de betrokkene(n). De griffier maakt hiervan een gespreksverslag.

  • 2.

    De burgemeester kan na het gesprek/de gesprekken met de betrokkene(n) besluiten een onderzoek in te stellen.

  • 3.

    Het onderzoek kan door een extern bureau uitgevoerd worden.

  • 4.

    De burgemeester kan ervoor kiezen om het presidium te informeren over het onderzoek en de bijbehorende kosten.

  • 5.

    Politieke ambtsdragers worden geacht medewerking te verlenen aan het onderzoek.

Uitkomsten van het onderzoek

  • 1.

    De burgemeester kan ervoor kiezen om geheimhouding op te leggen op het onderzoeksrapport.

  • 2.

    De burgemeester informeert het presidium over de uitkomsten van het onderzoek.

  • 3.

    Het presidium oordeelt of het onderzoeksrapport in de raadsvergadering wordt behandeld en kan besluiten om het rapport te behandelen in een besloten raadsvergadering.

  • 4.

    De raad kan beslissen of en welke consequenties verbonden worden aan de uitkomst van een onderzoek.

  • 5.

    De raad bepaalt of en op welke wijze wordt gecommuniceerd over de uitkomsten van een onderzoek en de eventuele consequenties vanuit de raad. De raad bepaalt ook of en welke kanalen worden ingezet ten behoeve van communicatie.