Regeling vervallen per 01-06-2022

Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021

Geldend van 01-06-2021 t/m 31-05-2022

Intitulé

Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021

Toelichting

Ten behoeve van het primair onderwijs in Den Haag is er een nieuwe Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021 opgesteld conform de uitgangspunten van de Kadernota subsidiebeleid Den Haag 2020-2023 (RIS305416), de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020 (RIS305417) en de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019 (RIS301035). De Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021 volgt de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2020 (RIS306280) op. Na de inwerkingtreding van de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2020 is gebleken dat deze in 2021 op meerdere punten bijstelling en aanvulling zou behoeven. Om deze reden is ervoor gekozen een nieuwe subsidieregeling op te stellen.

Besluitvorming

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag,

gelet op:

  • -

    artikel 5 van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2020,

  • -

    de artikelen 1.2 en 1.6 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019,

besluit vast te stellen de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

activiteitenprogramma:

programma van met samenhangende activiteiten en begroting voor de duur van één kalenderjaar, dat onderdeel is van een lopend meerjarenprogramma;

ASV:

Algemene subsidieverordening Den Haag 2020;

basisschool:

basisschool als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

Brochure Vonk:

brochure, gericht op het primair onderwijs, uitgegeven door kenniscentrum cultuureducatie CultuurSchakel met het gebundelde aanbod van culturele instellingen;

college:

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Den Haag;

CBS:

Centraal Bureau voor de Statistiek;

doelgroepkinderen:

kinderen op de basisschool die volgens de definitie van het CBS een hoog risico op een onderwijsachterstand lopen;

doelgroeppeuters:

kinderen tussen de 2,5 en 4 jaar die op indicatie van het CJG (Centrum voor Jeugd en Gezin) in aanmerking komen voor voorschoolse educatie;

Haagse Onderwijskamer:

het bestuurlijk overleg tussen de gemeente en de bevoegde gezagsorganen van scholen, zoals bedoeld in artikel 118a van de wet op het voortgezet onderwijs;

Haagse Sporttuin:

een laagdrempelige sportvoorziening die met het gebouw waarin een school is gevestigd is verbonden en door deze school wordt geëxploiteerd, maar niet valt onder de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Den Haag 2015;

HEA:

Haagse Educatieve Agenda 2018-2022 “Ontwikkel kansen in Den Haag”;

kenniswerkplaats:

een samenwerking tussen scholen en een hogeschool, universiteit of onderzoeksinstelling, die in de praktijk onderzoek doen, of kennis of leerprogramma’s ontwikkelen voor de lespraktijk op scholen in een grote stad;

kinderopvang met ve:

voorziening met één of meer lokalen met voorschoolse educatie voor peuters als bedoeld in 1.1 van de Wet kinderopvang;

IKC:

Integraal Kind Centrum; een centrum waarin een school als één organisatie samenwerkt met kinderopvang of peuteropvang aan de optimale brede ontwikkeling van 0- tot 13-jarige kinderen;

kopklas:

een voorziening van een jaar na groep 7 of 8 voor leerlingen die goed kunnen leren, maar door een taalachterstand nog niet kunnen doorstromen naar een passend niveau op het voortgezet onderwijs;

lerend netwerk:

een netwerk waarin onderwijsprofessionals van verschillende scholen kennis en ervaringen uitwisselen over hun dagelijkse praktijk;

LKP:

Leerkansenprofiel; dit profiel omvat een verplichte verlenging van de leer- en ontwikkeltijd voor alle kinderen die hieraan meedoen;

meerjarenprogramma:

integraal programma van activiteiten gericht op het realiseren van een of meer van de doelen uit de HEA waarin meerdere partijen met elkaar kunnen samenwerken;

nieuwkomer:

kind in de leeftijd van 6 tot en met 12 jaar, afkomstig uit het buitenland, dat minder dan twee jaar onderwijs op een Nederlandse school gevolgd heeft;

nieuwkomersgroep:

een groep met 10 tot maximaal 15 nieuwkomers uit de groepen 3 tot en met 8, die in een aparte ruimte les krijgen. Deze groepen zijn aangewezendoor de Haagse Onderwijskamer;

NT2:

Nederlands als tweede taal;

OA:

onderwijsachterstand;

OA schoolscore:

score van een school op basis van het aantal kinderen met een risico op onderwijsachterstand, conform de definitie en berekeningen door het CBS, deze score is beschikbaar met of zonder een drempel van 15%;

Onderwijsloket:

digitaal loket als bedoeld in artikel 1.1 van de Verordening gelijkstelling onderwijs Den Haag 2019;

onderwijsprofessional:

iemand die zich beroepsmatig met onderwijs bezighoudt zoals een onderwijzer, leraar, leerkracht, docent, onderwijsassistent of schooleider;

onderwijs

jeugdhulparrangement:

een integrale samenwerking rondom kind en ouders tussen onderwijs, jeugdhulp of zorg;

opleidingsschool:

voorziening waarbinnen lerarenopleidingen en scholen nauw samen werken om aankomende leraren voor te bereiden op de onderwijspraktijk en toe werken naar de status van erkende opleidingsschool;

OOGO Passend Onderwijs - Jeugd: 

het 'op overeenstemming gericht overleg' tussen het samenwerkingsverband voortgezet onderwijs en de gemeente over het ondersteuningsplan zoals bedoeld in artikel 18a, negende lid van de WPO;

RSO:

de richtlijn sportdeelname onderzoek: een gestandaardiseerde vragenlijst om de frequentie, sporttak, sportvorm, organisatievorm en accommodatiebenutting van grote bevolkingsgroepen in kaart te brengen;

samenwerkingsverband:

een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

samenwerkend koppel:

een samenwerking tussen een school voor primair onderwijs en een organisatie voor kinderopvang die een doorgaande lijn hebben en samenwerkingsafspraken;

school:

een school als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

schoolbestuur:

het bevoegd gezag van volgens de WPO bekostigde scholen;

schoolsportclub:

naschoolse activiteiten voor leerlingen die niet kunnen deelnemen aan het reguliere sportaanbod, wekelijks georganiseerd door de school zodat leerlingen kunnen sporten en bewegen bij een sportvereniging;

schoolsportcoördinator:

vakleerkracht lichamelijke opvoeding die naast het verzorgen van bewegingsonderwijs verantwoordelijk is voor de coördinatie en deels voor de uitvoering van het naschoolse sportaanbod;

SBO:

school voor speciaal basisonderwijs, als bedoeld in artikel 1 van de WPO;

voorschoolse educatie:

voorschoolse educatie voor peuters als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;

vroegschoolse educatie:

vroegschoolse educatie voor kinderen in groep 1 en 2 van de basisschool als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs;

vve:

voor- en vroegschoolse educatie;

WPO:

Wet op het primair onderwijs.

Artikel 1.2 Toepassingsbereik

Deze subsidieregeling is van toepassing op de verstrekking van subsidies door het college voor de in artikel 2.2.2, 2.3.2, 2.4.2, 2.5.2, 2.6.2, 2.7.2, 3.2.2, 3.3.2, 3.4.2, 3.5.2, 3.6.2, 4.2.2, 5.2.2, 5.3.2, 5.4.2, 5.5.2, 5.6.2, 6.2.2, 6.3.2 en 7.2.2 bedoelde activiteiten.

Artikel 1.3 Subsidieaanvraag

  • 1.

    Een aanvraag om een subsidie voor het kalenderjaar 2021 wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, digitaal ingediend via het Onderwijsloket met behulp van door het college vastgestelde digitale aanvraagformulier.

  • 2.

    De periode van indiening is, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV:

    a. 1 juni tot en met 31 augustus in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    b. 1 oktober tot en met 30 november van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar, waarin de activiteiten waarvoor subsidie is aangevraagd, zullen plaatsvinden;

    c. 1 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft tot en met 30 september van het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.

Artikel 1.4Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de redelijkerwijs gemaakte kosten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college direct zijn verbonden met en noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, coördinatie, evaluatie of kwaliteitsverhoging en uitvoering van de activiteiten als bedoeld in de artikelen 2.2.2, 2.3.2, 2.4.2, 2.5.2, 2.6.2, 2.7.2, 3.2.2, 3.3.2, 3.4.2, 3.5.2, 3.6.2, 4.2.2, 5.2.2, 5.3.2, 5.4.2, 5.5.2, 5.6.2, 6.2.2, 6.3.2 en 7.2.2.

Artikel 1.5Verplichtingen

Onverminderd de artikelen 4:37 van de Awb en artikel 12 tot en met 14 van de ASV, gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a. de subsidieontvanger werkt mee aan het onderzoek op grond van de door het college aangewezen toezichthouder;

    b. de subsidieontvanger werkt mee aan inhoudelijk onderzoek ten behoeve van monitoring en evaluatie;

    c. de subsidieontvanger stelt, op verzoek van het college, de ervaringen en ontwikkelde producten ter beschikking aan andere scholen of instellingen.

Artikel 1.6Beslistermijn

Het college beslist, in afwijking van artikel 10, tweede lid, van de ASV, binnen 12 weken na sluiting van de aanvraagtermijn bedoeld in artikel 1.3, tweede lid, onder a en b, nadat de volledige digitale subsidieaanvraag om subsidie is ingediend.

Artikel 1.7Bevoorschotting

Bevoorschotting vindt plaats op de volgende wijze:

  • a. subsidies bedoeld in artikel 1.3 tweede lid, onder a, worden bevoorschot in twee termijnen:

    bij de subsidieverlening een voorschot van 60% van de verleende subsidie en in juli 2022 een voorschot van 40% van de verleende subsidie;

    b. subsidies bedoeld in artikel 1.3 tweede lid, onder b of c, worden bevoorschot met 100% van de verleende subsidie in één keer.

Artikel 1.8 Wijze van verantwoorden

In aanvulling op artikel 17, vierde en vijfde lid, van de ASV bevat de subsidieaanvraag tot vaststelling tevens:

  • a. een bestuursverklaring volgens het door burgemeester en wethouders vastgestelde model;

    b. een voor openbaarmaking geschikt inhoudelijk en financieel verslag, waarbij afwijkingen op hoofdposten van de begroting die groter zijn dan 10% worden toegelicht en waarbij de BTW zichtbaar is in de financiële verantwoording.

Hoofdstuk 2Subsidie meer kansengelijkheid in het Haagse onderwijs

Paragraaf 2.1Algemene bepaling

Artikel 2.1.1Doel van de subsidies van hoofdstuk 2

Het achterliggende maatschappelijke doel is om de kansengelijkheid voor alle Haagse kinderen te verbeteren, zodat zij hun potentieel optimaal kunnen benutten en later succesvol deel kunnen nemen aan de maatschappij.

Paragraaf 2.2Subsidie versterken van de kwaliteit van het onderwijs

Artikel 2.2.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het verbeteren van de kwaliteit van onderwijs op scholen met veel leerlingen uit een kansarme (thuis)omgeving, zodat scholen leerlingen beter kunnen toerusten op het vervolgonderwijs.

Artikel 2.2.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor een lerend netwerk dat of een kenniswerkplaats die:

  • a, vernieuwende onderwijsconcepten en didactische methoden toepast of ontwikkelt;

    b.dit uitvoert in samenwerking met een kennisinstelling zoals universiteit of hogeschool en ten minste één ander schoolbestuur; en

    c. gericht is op het delen van kennis met andere Haagse scholen.

Artikel 2.2.3Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen die behoren tot 35% groep scholen met de hoogste OA-score op 1 oktober 2020.

  • 2.

    Een schoolbestuur kan slechts voor een periode van maximaal drie opeenvolgende jaren jaarlijks een aanvraag doen ten behoeve van dezelfde activiteiten en dezelfde school of scholen.

Artikel 2.2.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 50.000,- per subsidieaanvraag.

Artikel 2.2.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.2.2 geldt een subsidieplafond van € 50.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.2.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen grond van artikel 2.2.2 die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst van de aanvraag aan aanvragers die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het derde uitvoeringsjaar ingaan;

    b. daarna worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst aan aanvragers die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het tweede uitvoeringsjaar ingaan.

  • 3.

    Daarna worden de aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst aan aanvragers die een nieuw lerend netwerk of kenniswerkplaats willen faciliteren.

  • 4.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden door ontvangst van aanvragen die hetzelfde uitvoeringsjaar ingaan, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

  • 5.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 2.2.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 2.3Subsidie extra en intensieve leertijd

Artikel 2.3.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is dat Haagse leerlingen uit een minder kansrijke thuisomgeving gebruik kunnen maken van extra en intensieve leertijd ter aanvulling op het reguliere onderwijsprogramma.

Artikel 2.3.2Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

    a. LKP, en;

    b. extra en intensieve leertijd voor scholen met een samenwerking met kinderopvang met ve.

  • 2.

    De uitvoering van de activiteiten, genoemd in het eerste lid, moeten:

    a. tijdens en buiten schooltijd plaats vinden door of onder supervisie van een bevoegde leerkracht.;

    b. bijdragen aan de beheersing van de Nederlandse taal om onderwijsachterstanden zoals genoemd in artikel 165 WPO te voorkomen en te bestrijden; en,

    c. gericht zijn op het verbreden van de leefwereld en het ontwikkelen van creativiteit, talent, persoonlijke vorming en samenleven.

Artikel 2.3.3Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

    a. een schoolbestuur met in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs dat een samenwerking heeft met voorschoolse educatie, of;

    b. een rechtspersoon die namens een schoolbestuur met in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs dat een samenwerking heeft met voorschoolse educatie.

  • 2.

    Ten behoeve van de activiteit, bedoeld in artikel 2.3.1, eerste lid, onder a, kan slechts een schoolbestuur of door een schoolbestuur aangewezen rechtspersoon aanvragen dat in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin subsidie wordt aangevraagd, reeds subsidie heeft ontvangen voor dezelfde activiteit.

Artikel 2.3.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie ten behoeve van de activiteit, bedoeld in artikel 2.3.2 eerste lid, onder a, bedraagt maximaal 75% van de subsidie die in het voorgaande kalenderjaar aan het desbetreffende schoolbestuur ten behoeve van deze activiteit is verstrekt.

Artikel 2.3.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, eerste lid, onder a, geldt een subsidieplafond van € 6.464.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.3.2, eerste lid, onder b, geldt een subsidieplafond van € 8.211.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.3.6Wijze van verdeling op grond van artikel 2.3.2, eerste lid onder a

  • 1.

    Honorering van aanvragen op grond van artikel 2.3.2, eerste lid, onder a, die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Wanneer het totaalbedrag van de te honoreren aanvragen ten behoeve van activiteiten, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, onder a, hoger is dan het vastgesteld subsidieplafond bepaalt het college de rangschikking door middel van loting totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 2.3.7Wijze van verdeling op grond van artikel 2.3.2, eerste lid onder b

  • 1.

    Honorering van aanvragen op grond van artikel 2.3.2, eerste lid, onder b, die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze:

    a. eerst worden de schoolscores zonder drempel van alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld, waarbij voor LKP scholen de schoolscore zonder drempel 30% lager wordt gehanteerd, en voor SBO scholen een schoolscore zonder drempel van 400 wordt gehanteerd;   

    b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 2.3.5 tweede lid, gedeeld door de totale schoolscore als genoemd onder a, wat resulteert in een bedrag per scorepunt;  

    c. het subsidiebedrag is het bedrag per scorepunt, bedoeld onder b, vermenigvuldigd met de schoolscore, bedoeld onder a; 

    d. de te verlenen subsidie aan het schoolbestuur bestaat uit de som van de bedragen, bedoeld onder c, van alle onder het schoolbestuur ressorterende scholen.

Artikel 2.3.8Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 2.4Subsidie doorgaande lijn vve

Artikel 2.4.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het bevorderen van de ontwikkeling van het jonge kind met een doelgroepindicatie voor een goede start in het basisonderwijs met zo min mogelijk taal- en ontwikkelingsachterstand.

Artikel 2.4.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het inzetten van de intern begeleider ten behoeve van de doelgroeppeuters in de kinderopvang met ve.

Artikel 2.4.3Voorwaarden aanvraag subsidie

  • 1.

    Met de kinderopvang met ve is minder dan vijf jaar geleden een samenwerkingsovereenkomst afgesloten.

  • 2.

    Voor de samenwerkingsovereenkomst moet gebruik gemaakt worden van de modelovereenkomst samenwerking peuter- of kinderopvang en school Den Haag 2018, welke is vastgesteld in overleg met de scholen en kinderopvangorganisaties.

Artikel 2.4.4Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen met een samenwerkingsovereenkomst met een kinderopvang met ve.

Artikel 2.4.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.4.2 geldt een subsidieplafond van € 770.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.4.6Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze:

  • a. eerst wordt het aantal doelgroeppeuters op alle voorscholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

    b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 2.4.5 eerste lid, gedeeld door het totaal aantal doelgroeppeuters als genoemd onder a, wat resulteert in een bedrag per doelgroeppeuter;

    c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per doelgroeppeuter, bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het totale aantal doelgroeppeuters per aanvrager, bedoeld onder a.

Artikel 2.4.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 2.5Subsidie soepele overgangen

Artikel 2.5.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is dat alle kinderen in dezelfde periode aangemeld worden bij de school van hun keuze en zodoende evenveel kans hebben op een plek op deze school.

Artikel 2.5.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het in stand houden en verbeteren van een applicatie die het proces van aanmelden in het primair onderwijs ondersteunt en voor de coördinatie en uitvoering van de aanmeldprocedure voor het primair onderwijs in Den Haag, zodat de aanmeldprocedure eerlijk, transparant en soepel verloopt.

Artikel 2.5.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur dat namens alle in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs de activiteiten zoals bedoeld in artikel 2.5.2 uitvoert ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 2.5.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 210.000,- per aanvrager.

Artikel 2.5.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.5.2 geldt een subsidieplafond van € 210.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.5.6Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 2.6Subsidie kopklas

Artikel 2.6.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het laten instromen van NT2 leerlingen op een passend niveau in het voortgezet onderwijs.

Artikel 2.6.2Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het realiseren van een kopklas waarbij geselecteerde Haagse leerlingen staan ingeschreven bij een school voor primair onderwijs en op locatie van het voortgezet onderwijs een intensief taalprogramma volgen.

  • 2.

    De activiteiten, genoemd in het eerste lid, bestaan uit:

    a. het selecteren van leerlingen voor een kopklas; en,

    b. het in stand houden van een kopklas.

Artikel 2.6.3Doelgroep

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur met één of meerdere in Den Haag gevestigde scholen dat één of meer kopklassen wil organiseren, ten behoeve van alle Haagse leerlingen.

  • 2.

    Het schoolbestuur, bedoeld in het eerste lid, wordt aangewezen in de Haagse Onderwijskamer.

Artikel 2.6.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie voor de activiteit:

  • a. bedoeld in artikel 2.6.2, onder a, bedraagt maximaal € 40.000,- per aanvraag; en,

    b. bedoeld in artikel 2.6.2, onder b, bedraagt maximaal € 73.000,- per kopklas.

Artikel 2.6.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.6.2 geldt een subsidieplafond van € 332.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    ​Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.6.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van subsidieaanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de digitale indiening bij het college, tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.  

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.  

Artikel 2.6.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 2.7Subsidie ondersteuning in de advisering en de overstap naar het voortgezet onderwijs

Artikel 2.7.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is dat alle kinderen een objectief en passend advies naar het voortgezet onderwijs krijgen dat recht doet aan hun capaciteiten.

Artikel 2.7.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. activiteiten gericht op het trainen of coachen van onderwijsprofessionals, zodat zij zich meer bewust worden van de rol die zij spelen bij schooladvisering en schoolloopbaankeuzes en meer interculturele competenties kunnen ontwikkelen; en,

    b. activiteiten gericht op het versterken van vaardigheden van ouders en leerlingen ter voorbereiding van de overstap naar het voortgezet onderwijs.

Artikel 2.7.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen die behoren tot de 35% in Den Haag gevestigde scholen met de hoogste OA-score op 1 oktober van het voorafgaande jaar.

Artikel 2.7.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000,- per aanvraag.

Artikel 2.7.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 2.7.2 geldt een subsidieplafond van € 50.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 2.7.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college tot het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 1.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 2.7.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 3Subsidie voldoende, bekwame en innoverende onderwijsprofessionals

Paragraaf 3.1Algemene bepaling

Artikel 3.1.1Doel van de subsidies van hoofdstuk 3

Het achterliggende maatschappelijke doel is om te zorgen dat er in Den Haag voldoende bekwame onderwijsprofessionals beschikbaar zijn, zodat iedere leerling kwalitatief goed onderwijs in Den Haag kan krijgen.

Paragraaf 3.2Subsidie leren en innoveren in netwerken

Artikel 3.2.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is dat onderwijsprofessionals in het Haagse onderwijs van elkaar leren en samen innoveren, zodat zij beter toegerust zijn voor het geven van onderwijs in de grootstedelijke context en daardoor gelijke onderwijskansen kunnen bevorderen.

Artikel 3.2.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die onderwijsprofessionals de mogelijkheid bieden om deel te nemen aan een lerend netwerk dat:

  • a. het thema kansengelijkheid en onderwijs in de grootstedelijke context omvat;

    b. bestaat uit onderwijsprofessionals van meerdere scholen en van meerdere besturen;

    c. onderwijsprofessionals de mogelijkheid biedt om samen met vakgenoten hun kennis te delen en zich te ontwikkelen in hun vakgebied in een grootstedelijke context;

    d. activiteiten ontplooit om de opgedane kennis met andere netwerken of onderwijsprofessionals jaarlijks te delen; en,

    e, waarin wordt samengewerkt met een universiteit of hogeschool.

Artikel 3.2.3 Voorwaarden aanvraag subsidie

Een schoolbestuur kan slechts voor een periode van maximaal drie opeenvolgende jaren een aanvraag doen ten behoeve van dezelfde activiteiten en dezelfde school of scholen.

Artikel 3.2.4Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 3.2.5Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 35.000,- per subsidieaanvraag.

Artikel 3.2.6Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.2.2 geldt een subsidieplafond van € 210.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 3.2.7Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het derde uitvoeringsjaar ingaan;

    b. als tweede worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst die een lerend netwerk of kenniswerkplaats faciliteren en het tweede uitvoeringsjaar ingaan;

    c. als derde worden aanvragen gehonoreerd op volgorde van digitale ontvangst die een lerend netwerk of kenniswerkplaats willen starten.

  • 3.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die hetzelfde uitvoeringsjaar ingaan, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

  • 4.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 3.2.8Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 3.3Subsidie opleidingsscholen

Artikel 3.3.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het realiseren van opleidingsscholen in Den Haag waarmee voldoende onderwijsprofessionals in de praktijk opgeleid kunnen worden om de vacatures in het Haagse onderwijs voor de komende jaren in te vullen.

Artikel 3.3.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten ten behoeve van een opleidingsschool, bestaande uit:

  • a. de ontwikkel- en opstartfase, waarin samenwerkingsafspraken worden opgesteld en een opleidingsplan wordt opgesteld;

    b. de uitvoeringsfase, waarin studenten opgeleid worden volgens het opgestelde opleidingsplan.

Artikel 3.3.3Voorwaarden aanvraag subsidie

  • 1.

    In aanvulling op artikel 3.3.2 gelden voor de aanvraag de volgende voorwaarden:

    a. de bij de opleidingsschool betrokken scholen zijn op het moment van indiening van de subsidieaanvraag niet gekwalificeerd als zwak of zeer zwak door de Inspectie van het Onderwijs;

    b. een deel van het programma binnen de opleidingsschool is gericht is op het verwerven van competenties die benodigd zijn voor de grootstedelijke context waarbinnen onderwijsprofessionals in Den Haag werkzaam zijn, en;

    c. aan de uitvoeringsfase van de opleidingsschool nemen minimaal vijf basisscholen en minimaal één lerarenopleiding deel.

  • 2.

    Onverminderd artikel 8, tweede en derde lid, van de ASV legt de aanvrager bij een aanvraag ten behoeve van de uitvoeringsfase een opleidingsplan van de opleidingsschool de volgende gegevens over:

    a. een beschrijving van de samenhang tussen het deel van het curriculum dat in de school wordt verworven en het gedeelte van het curriculum dat in de lerarenopleiding wordt verworven;

    b. een heldere visie van de opleidingsschool op opleiden, begeleiden en beoordelen van hun studenten;

    c. een plan gericht op professionalisering van de betrokken opleiders van de opleidingsschool en de wijze waarop systematisch de kwaliteit van die opleiders wordt geborgd;

    d. een beschrijving van de afspraken over de rol, de taken en de verantwoordelijkheden van de bij de opleidingsschool betrokken scholen en lerarenopleiding over de beoordeling en toetsing van de studenten;

    e. een overzicht van de duur van het traject en het aantal uren dat de student doorloopt binnen de school en het aantal uren en de wijze van begeleiding van de student;

    f. een beschrijving van de wijze van toetsen en beoordelen van de voortgang van de studenten; en,

    g. een ondertekende samenwerkingsovereenkomst waarin betrokken partijen bovengenoemde afspraken formeel bekrachtigen.

Artikel 3.3.4 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 3.3.5Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor activiteiten, bedoeld in artikel 3.3.2, onder a, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten per aanvrager met een maximum van € 50.000,- per opleidingsschool.

  • 2.

    Een subsidie voor activiteiten, bedoeld in artikel 3.3.2, onder b, bedraagt 50% van de subsidiabele kosten per aanvrager met een maximum van € 95.000,- per opleidingsschool.

Artikel 3.3.6Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.3.2 geldt een subsidieplafond van € 145.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 3.3.7Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 3.3.8Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 3.4Subsidie convenant noodplan lerarentekort Den Haag

Artikel 3.4.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is om uitvoering te geven aan het ‘Convenant noodplan lerarentekort Den Haag’ zoals vastgelegd op 9 juli 2020 en afgesproken in de Haagse Onderwijskamer.

Artikel 3.4.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de maatregelen zoals opgenomen in het ‘Convenant noodplan lerarentekort Den Haag’.

Artikel 3.4.3Doelgroep

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.4.2 wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur voor primair onderwijs dat namens alle betrokken schoolbesturen met in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs deze activiteiten uitvoert.

Artikel 3.4.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 500.000,- per aanvrager.

Artikel 3.4.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.4.2 geldt een subsidieplafond van € 500.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 3.4.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 3.4.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 3.5Subsidie Programma zij-instroom primair onderwijs Den Haag

Artikel 3.5.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is om bij te dragen aan de uitvoering van het Programma zij-instroom primair onderwijs Den Haag.

Artikel 3.5.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de activiteiten zoals opgenomen in het Programma zij-instroom primair onderwijs Den Haag.

Artikel 3.5.3Doelgroep

Subsidie voor activiteiten als bedoeld in artikel 3.5.2 wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur voor primair onderwijs dat namens alle aan het in artikel 3.5.2 genoemde Programma deelnemende schoolbesturen met in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs deze activiteiten uitvoert.

Artikel 3.5.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 600.000,- per aanvrager.

Artikel 3.5.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.5.2 geldt een subsidieplafond van € 600.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 3.5.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 3.5.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 3.6Subsidie conciërge

Artikel 3.6.1Doel van de subsidie

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is scholen te stimuleren conciërges of personeel voor het vervullen van conciërgetaken in dienst te nemen zodat leerkrachten zich beter kunnen richten op hun kerntaken.

Artikel 3.6.2Activiteiten 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de loonkosten van conciërges binnen en buiten schooltijden.

Artikel 3.6.3Doelgroep 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van alle in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs.

Artikel 3.6.4Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 3.6.2 geldt een subsidieplafond van € 492.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 3.6.5Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze:

    a. eerst wordt het aantal leerlingen (peildatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de aanvraag) op alle scholen waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

    b. daarna wordt het totaal beschikbare bedrag, bedoeld in artikel 3.6.4 eerste lid, gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a, wat resulteert in een bedrag per leerling;

    c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het totale aantal leerlingen per aanvrager, bedoeld onder a.

  • 2.

    De subsidie bedraagt ten minste € 2.000,-, ook indien de in het vorige lid bedoelde berekening op een lager bedrag uitkomt.

  • 3.

    Indien toepassing van het tweede lid ertoe zou leiden dat het subsidieplafond wordt overschreden, zal de berekening van de hoogte van de subsidie opnieuw worden uitgevoerd en zullen de aanvragen van die schoolbesturen die het minimumbedrag ontvangen buiten die berekening worden gehouden.

Artikel 3.6.6Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Hoofdstuk 4Subsidie leren samenleven op school

Paragraaf 4.1Algemene bepaling

Artikel 4.1.1Doel van de subsidies van hoofdstuk 4

Het achterliggende maatschappelijke doel is dat leerlingen op Haagse scholen met elkaar leren samenleven, elkaar leren respecteren en de school een (sociaal) veilige omgeving is waarin zij weloverwogen keuzes kunnen maken en tot verantwoorde wereldburgers kunnen opgroeien.

Paragraaf 4.2Subsidie burgerschap en schoolveiligheid

Artikel 4.2.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is het bevorderen van een veilig schoolklimaat waarin leerlingen zich op eigen wijze kunnen ontwikkelen en zichzelf durven zijn.

Artikel 4.2.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. activiteiten gericht op het ontwikkelen van een klimaat op school waarin leerlingen zich veilig voelen;

    b. activiteiten gericht op het doorontwikkelen van een anti-pestprogramma;

    c. activiteiten gericht op het ontwikkelen van democratisch burgerschap;

    d. activiteiten die professionals in scholen ondersteunen bij het omgaan met actuele thema’s op het gebied van veiligheid in en om de school;

    e. het door de school inzetten van een expert op het gebied van schoolveiligheid voor ondersteuning in het opstellen of actualiseren van een schoolveiligheidsplan.

Artikel 4.2.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 4.2.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 5.000,- per subsidieaanvraag.

Artikel 4.2.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 4.2.2 geldt een subsidieplafond van € 50.000,- voor kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 4.2.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag volledig is aangevuld.

Artikel 4.2.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 5Subsidie een brede leer en ontwikkelomgeving

Paragraaf 5.1Algemene bepaling

Artikel 5.1.1Doel van de subsidies van hoofdstuk 5

Het achterliggende maatschappelijke doel is om door een intensieve samenwerking tussen school, opvang, ouders en omgeving de onderwijs- en ontwikkelkansen van kinderen te vergroten.

Paragraaf 5.2Subsidie integrale aanpak brede ontwikkeling leerlingen

Artikel 5.2.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is de vorming of instandhouding van een brede buurtschoolvoorziening of IKC te bevorderen.

Artikel 5.2.2Activiteiten 

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor IKC ontwikkeling:

    a. tijdelijke extra personele inzet op het IKC;

    b. tijdelijke inhuur van specifieke externe deskundigheid;

    c. deskundigheidsbevordering en gezamenlijke studiedagen van personeel ten aanzien van de ontwikkeling van een IKC.

  • 2.

    Subsidie wordt daarnaast uitsluitend verstrekt voor de uitvoering van activiteiten binnen een brede buurtschool, waaronder begrepen een IKC, op scholen zonder vve voor:

    a. tijdelijke extra personele inzet op het IKC;

    b. tijdelijke inhuur van specifieke externe deskundigheid;

    c. deskundigheidsbevordering en gezamenlijke studiedagen van personeel ten aanzien van de ontwikkeling van een IKC;

    d. de activiteiten, voor leerlingen tijdens en buiten schooltijd gericht op het verbreden van de leefwereld en die meerwaarde hebben voor creativiteit, talent, persoonlijke groei en vorming en samen leren.

Artikel 5.2.3Doelgroep 

  • 1.

    Subsidie voor een activiteit, bedoeld in artikel 5.2.2, eerste lid, wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur die in het kalenderjaar 2021 subsidie heeft ontvangen op grond van artikel 5.1 van de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019.

  • 2.

    Subsidie voor een activiteit, bedoeld in artikel 5.2.2, eerste lid, wordt maximaal vier jaar achtereen verstrekt aan een schoolbestuur.

  • 3.

    Subsidie voor een activiteit, bedoeld in artikel 5.2.2, tweede lid, wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen zonder vve.

Artikel 5.2.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie ten behoeve van de activiteit bedoeld in artikel 5.2.2 eerste lid, bedraagt maximaal € 30.000,- per IKC per jaar.

Artikel 5.2.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.2.2 geldt een subsidieplafond van € 575.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 5.2.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van door het college aangebrachte rangschikking op de hierna vermelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als eerste worden aanvragen gehonoreerd, bedoeld in artikel 5.2.2, eerste lid.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond nog niet bereikt is wordt het resterende bedrag verdeeld onder de aanvragen, bedoeld in artikel 5.2.2, tweede lid, op de volgende wijze:

    a. eerst wordt het aantal leerlingen, met inachtneming van peildatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de aanvraag, op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

    b. daarna wordt het bedrag, bedoeld in artikel 5.2.4, na aftrek van het bedrag van de gehonoreerde aanvragen, bedoeld in het tweede lid, gedeeld door het totaal aantal leerlingen als hiervoor genoemd onder a, wat resulteert in een bedrag per leerling;

    c. het subsidiebedrag per aanvrager is het bedrag per leerling, bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het totale aantal leerlingen per aanvrager, bedoeld onder a.

Artikel 5.2.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 5.3Subsidie cultuureducatie

Artikel 5.3.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is de brede, culturele ontwikkeling stimuleren van Haagse kinderen.

Artikel 5.3.2Activiteiten 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt ten behoeve van de uitvoering van de culturele activiteiten zoals opgenomen in de Brochure Vonk.

Artikel 5.3.3Doelgroep 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 5.3.4Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.3.2 geldt een subsidieplafond van € 480.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 5.3.5Wijze van verdeling

Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze:

  • a. eerst wordt het aantal leerlingen op alle scholen, waarvoor een aanvraag om subsidie is ingediend, bij elkaar opgeteld;

    b. daarna wordt € 480.000,- gedeeld door het totaal aantal leerlingen als genoemd onder a, wat resulteert in een bedrag per leerling;

    c. het subsidiebedrag per schoolbestuur is het bedrag per leerling, bedoeld onder b, vermenigvuldigd met het totale aantal leerlingen per schoolbestuur.

Artikel 5.3.6 Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 5.4Subsidie schoolsportcoördinator

Artikel 5.4.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is kennis maken met verschillende sporten, worden gestimuleerd en begeleidt naar structurele sportdeelname en tegelijkertijd een gezonde leefstijl aanleren door inzet van de vakleerkracht lichamelijke opvoeding.

Artikel 5.4.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op:

  • a. het geven van maximaal 10 uur per week lichamelijke opvoeding door een vakleerkracht;

    b. welke bovenop de wettelijk verplichte lessen lichamelijke opvoeding komen en;

    c. aan alle leerlingen van groep 3 tot en met groep 8 van de school worden aangeboden.

Artikel 5.4.3Doelgroep 

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen.

Artikel 5.4.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 14.710,- per school.

Artikel 5.4.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.4.2 geldt een subsidieplafond van € 900.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 5.4.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in de stadsdelen Laak, Centrum, Escamp, Loosduinen en Leidschenveen-Ypenburg;

    b. als tweede worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in stadsdeel Segbroek;

    c. als derde worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in stadsdeel Haagse Hout;

    d. als vierde worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in stadsdeel Scheveningen.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die uit hetzelfde stadsdeel afkomstig zijn, stelt het college de onderlinge volgorde van die aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 5.4.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 5.5Subsidie schoolsportclub

Artikel 5.5.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is de drempel voor de naschoolse sport te verlagen voor leerlingen die niet of nauwelijks met sportverenigingen in aanraking komen.

Artikel 5.5.2Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor activiteiten op een school die een schoolsportclub na schooltijd organiseert voor haar leerlingen.

  • 2.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de kosten van een clustercoördinator van een schoolsportclub van ten minste 4 samenwerkende scholen.

Artikel 5.5.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen, daaronder begrepen scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra.

Artikel 5.5.4Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 5.5.2, eerste lid, bedraagt maximaal € 20.000,- per school per jaar.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 5.5.2, tweede lid, bedraagt maximaal € 29.415,- per clustercoördinator per jaar.

Artikel 5.5.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.5.2, eerste lid, geldt een subsidieplafond van maximaal € 250.000,-.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.5.2, tweede lid, geldt een subsidieplafond van € 88.245,-.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 5.5.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende wijze totdat het vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van schoolsportclubs die de subsidie uitsluitend gebruiken om een sportaccommodatie te huren om de activiteiten uit te voeren;

    b. daarna worden aanvragen gehonoreerd van scholen in het SBO die de subsidie inzetten om de drempel van naschoolse sport voor hun leerlingen te verlagen;

    c. daarna worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van sportclusters die gericht zijn op stadsdelen, waarin sprake is van een lage sportdeelname en veel gezondheidsproblemen op grond van de RSO, waarbij de aanvragen uit het stadsdeel met de laagste sportdeelname als eerste in aanmerking worden genomen.

  • 3.

    Indien het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die op dezelfde activiteit worden aangevraagd of uit hetzelfde stadsdeel afkomstig zijn, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

  • 4.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie ten behoeve van activiteiten als bedoeld in artikel 5.5.2, tweede lid, en die niet worden geweigerd, geschiedt op volgorde van leerlingaantallen per school, waarbij de aanvraag ten behoeve van de school met de meeste leerlingen als eerste wordt gehonoreerd, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

Artikel 5.5.7Aanvraag termijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Paragraaf 5.6Subsidie Haagse sporttuinen

Artikel 5.6.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is kinderen in gebieden waar niet of nauwelijks sportverenigingen aanwezig zijn, kennis te laten maken met verschillende sporten, te stimuleren naar structurele sportdeelname en de kinderen op deze wijze de gelegenheid geven hun sporttalent te ontwikkelen.

Artikel 5.6.2Activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor de exploitatiekosten van een Haagse sporttuin.

  • 2.

    Onder exploitatiekosten vallen:

    a. de uren inzet van een projectleider;

    b. de inhuurkosten van gespecialiseerde trainers met een maximum van € 50,- per uur;

    c. de aanschaf sportmaterialen;

    d. promotie en bekendmaking;

    e. verzekeringen en abonnementen;

    f. gas, water, licht en overige exploitatiekosten.

Artikel 5.6.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan:

  • 1. een schoolbestuur ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs die een Haagse sporttuin exploiteren;

    2. een organisatie aangewezen door een schoolbestuur met in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs, die een Haagse sporttuin exploiteren.

Artikel 5.6.4Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 5.6.2, eerste lid, bedraagt maximaal € 108.830,- per aanvrager.

  • 2.

    Een subsidie als bedoeld in artikel 5.6.2, tweede lid, bedraagt maximaal € 150.000,- per aanvrager.

Artikel 5.6.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.6.2, eerste lid, geldt een subsidieplafond van maximaal € 267.660,-.

  • 2.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 5.6.2, tweede lid, geldt een subsidieplafond van € 150.000,-.

  • 3.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 5.6.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt op de volgende door het college vastgestelde wijze, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in het stadsdeel Centrum;

    b. vervolgens worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in het stadsdeel Escamp;

    c. tot slot worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen die gevestigd zijn in de overige stadsdelen.

  • 3.

    Als het subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van aanvragen die uit hetzelfde stadsdeel of uit de overige stadsdelen afkomstig zijn, stelt het college de onderlinge rangschikking van die aanvragen vast door middel van loting.

Artikel 5.6.7Aanvraag termijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Hoofdstuk 6Subsidie elke leerling een passende plek

Paragraaf 6.1Algemene bepaling

Artikel 6.1.1Doel van de subsidies van hoofdstuk 6

Het achterliggende maatschappelijke doel is het bieden van voldoende integrale ondersteuning en begeleiding op het gebied van onderwijs, jeugdhulp op school of in Nederlandse taal en cultuur voor in Den Haag wonende leerlingen die dit nodig hebben om het voor hen hoogst haalbare diploma of certificaat te behalen.

Paragraaf 6.2Subsidie passend onderwijs en jeugdhulp

Artikel 6.2.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is om te voorzien in integrale ondersteuning voor leerlingen met een ondersteuningsvraag middels samenwerking tussen professionals uit het onderwijs en de jeugdhulp en -zorg.

Artikel 6.2.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor het realiseren van de volgende activiteiten: 

  • a. onderwijs jeugdhulparrangementen in het primair onderwijs conform de bestuurlijke afspraken in het OOGO Passend Onderwijs - Jeugd; 

    b. een passend onderwijsaanbod voor leerlingen die extra ondersteuningsbehoeften in het speciaal (primair) onderwijs nodig hebben; en, 

    c. een structuur om de samenwerking te bevorderen tussen ketenpartners om een passend onderwijsaanbod voor leerlingen met extra zorg, jeugdhulp of ondersteuningsbehoeften te realiseren. 

Artikel 6.2.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan het bestuur van een samenwerkingsverband ten behoeve van het primair onderwijs in Den Haag.

Artikel 6.2.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 405.000,- per aanvrager.

Artikel 6.2.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 6.2.2 geldt een subsidieplafond van € 405.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 6.2.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van digitale indiening bij het college, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 6.2.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder b.

Paragraaf 6.3Subsidie nieuwkomers opvanggroepen

Artikel 6.3.1Doel van de subsidies

Het doel van de subsidie in deze paragraaf is om extra (taal)ondersteuning voor nieuwkomers te organiseren, in aanvulling op de Rijksbekostiging voor nieuwkomers, zodat zij daarna beter kunnen aansluiten in het reguliere onderwijs.

Artikel 6.3.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor extra activiteiten voor nieuwkomers, aanvullend op die door het Rijk worden bekostigd en gericht zijn op:

  • a. intensief NT2 onderwijs en extra begeleiding voor Haagse nieuwkomers in het reguliere onderwijs

    b. centrale en uniforme toetsing van nieuwkomers na 15 maximaal onderwijs.

Artikel 6.3.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur, ten behoeve van in Den Haag gevestigde scholen met nieuwkomersgroepen.

Artikel 6.3.4Hoogte van de subsidie

  • 1.

    Een subsidie voor de activiteit, bedoeld in artikel 6.3.2, tweede lid, onder a, bedraagt maximaal:

    a. € 38.500,- per nieuwkomersgroep waar de leerlingen minimaal 880 uur per schooljaar les krijgen; of,

    b. € 23.500,- per nieuwkomersgroep waar leerlingen minimaal 440 uur les per schooljaar krijgen,

  • 2.

    Een subsidie voor de activiteit, bedoeld in artikel 6.3.2, tweede lid, onder b, bedraagt maximaal € 84.000,- per subsidieaanvraag.

Artikel 6.3.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 6.3.2 geldt een subsidieplafond van € 1.450.000,- voor kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 6.3.6Wijze van verdeling

  • 1.

    Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door het college aangebrachte rangschikking totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 2.

    De rangschikking is als volgt:

    a. als eerste worden aanvragen gehonoreerd ten behoeve van scholen met nieuwkomersgroepen aan wie in het kalenderjaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag reeds subsidie werd verstrekt voor nieuwkomers.

    b. daarna worden aanvragen van de overige aanvragers gehonoreerd, waarbij de volgorde wordt vastgesteld door middel van loting.

  • 3.

    Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de subsidieaanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de subsidieaanvraag de datum waarop de digitale subsidieaanvraag is aangevuld.

Artikel 6.3.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag om een subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak overeenkomstig artikel 1.3, tweede lid, onder a.

Hoofstuk 7Subsidie facilitering bestuurlijk overleg

Paragraaf 7.1Algemene bepaling

Het achterliggende maatschappelijk doel van de subsidie in dit hoofdstuk is het bevorderen en faciliteren van het bestuurlijk overleg tussen gemeente en schoolbesturen.

Paragraaf 7.2Subsidie facilitering bestuurlijk overleg

Artikel 7.2.1Doel van de subsidie

  • 1.

    Het doel van de subsidie is het faciliteren van inhoudelijke en secretariële ondersteuning ten behoeve van het bestuurlijk overleg tussen de schoolbesturen en de gemeente.

  • 2.

    Het achterliggende maatschappelijke doel is het gelijkwaardig betrekken, informeren en ondersteunen van alle kinderopvangorganisaties in Den Haag.

Artikel 7.2.2Activiteiten

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt voor:

  • a. het coördineren, afstemmen en consulteren van instellingen en besturen vertegenwoordigd in het po-platform, ten behoeve van het ambtelijk overleg ter voorbereiding van de Haagse Onderwijskamer;

    b. het terugkoppelen naar instellingen en besturen uit diverse ambtelijke overleggen en vice versa;

    c. het organiseren van draagvlak voor gemeentelijk beleid bij instellingen en besturen; en

    d. het voorbereiden en deelnemen aan het bestuurlijk overleg en de Haagse Onderwijskamer.

Artikel 7.2.3Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan een schoolbestuur voor primair onderwijs, ten behoeve van alle in Den Haag gevestigde scholen voor primair onderwijs.

Artikel 7.2.4Hoogte van de subsidie

Een subsidie bedraagt maximaal € 90.000,- per aanvrager.

Artikel 7.2.5Subsidieplafond

  • 1.

    Voor subsidieverlening op grond van artikel 7.2.2 geldt een subsidieplafond van € 90.000,- voor het kalenderjaar 2022.

  • 2.

    Het college kan het subsidieplafond verlagen conform artikel 7 van de ASV.

Artikel 7.2.7Aanvraagtermijn

Een aanvraag voor subsidie wordt, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de ASV, ingediend in het tijdvak, overeenkomstig artikel 1.3 tweede lid, onder b.

Hoofdstuk 8Overige bepalingen

Artikel 8.1 Hardheidsclausule

Het college kan een of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken voor zover toepassing ervan gelet op het belang van het doel van deze regeling leidt tot onbillijkheid van overwegende aard.

Artikel 8.2 Evaluatie

Het college evalueert deze subsidieregeling jaarlijks voor 1 december, voor het eerst in 2021.

Artikel 8.3Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 juni 2021.

  • 2.

    Deze regeling vervalt op 31 december 2022.

Artikel 8.4Intrekking

De Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2020 wordt ingetrokken.

Artikel 8.5Overgangsrecht

De bepalingen van de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 en de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2020 blijven van toepassing op subsidies die vóór inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd op basis van de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2019 en de Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2020.

Artikel 8.6Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als Subsidieregeling primair onderwijs Den Haag 2021.

Den Haag, 25 mei 2021

Het college van burgemeester en wethouders van Den Haag,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Ondertekening