Verordening op de organisatie van de gemeenteraad Leidschendam-Voorburg 2021

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a.

  raadscommissies: de commissies, ingesteld bij de Verordening op de raadscommissies Leidschendam-Voorburg 2021;

• b.

  concept voorlopige agenda: een onder verantwoordelijkheid van het presidium opgestelde agenda voor bespreking in de fracties;

• c.

  voorlopige agenda: een onder verantwoordelijkheid van het presidium opgestelde agenda voor een raadscommissie of de raad, die wordt vastgesteld door de raad of een raadscommissie aan het begin van zijn of haar vergadering.

Artikel 2. Cyclus van vier weken

• 1.

  De raad hanteert een cyclus van vier weken van beeldvorming en oordeelsvorming in raadscommissies, en een cyclus van vier weken van beeldvorming en besluitvorming in de gemeenteraad. Vanwege nationale feestdagen of vakantieperiodes kan hiervan afgeweken worden.

• 2.

  In de eerste week in de cyclus vindt beeldvorming plaats.

• 3.

  In de tweede week in de cyclus vindt oordeelsvorming in raadscommissies plaats.

• 4.

  In de derde week in de cyclus vindt beeldvorming plaats.

• 5.

  In de vierde week in de cyclus vindt besluitvorming in de raad plaats.

• 6.

  Het presidium stelt de agenda’s voor de bijeenkomsten in de artikelen 3, 4, 5 en 6 op.

• 7.

  Het presidium stelt een planning vast voor de dagen waarop de raad en de raadscommissies bijeenkomen, inclusief reservedagen voor raadscommissies en raad.

• 8.

  De commissievergaderingen, raadsvergaderingen en beeldvorming starten om 19.30 uur. De commissievergaderingen en raadsvergaderingen hebben als streef-eindtijd 23.00 uur.

Artikel 3. Agendabepaling voor raadscommissies

• 1.

  De concept voorlopige agenda’s voor de raadscommissies en raad zijn tenminste twintig dagen voorafgaand aan de dag van raadscommissievergaderingen beschikbaar. Deze agenda’s betreffen de volgende vergadercyclus.

• 2.

  Op de concept voorlopige agenda van de raadscommissies staan raadsvoorstellen en raadsbesluiten, ingedeeld naar hamerstukken en bespreekstukken. Het presidium stelt deze indeling voor.

• 3.

  Indien tenminste twee fracties hierom verzoeken, worden hamerstukken verandert naar bespreekstukken op de voorlopige agenda van de raadscommissies.

• 4.

  Raadsbrieven en overige ingekomen stukken staan niet op de concept voorlopige agenda’s van de raadscommissies.

• 5.

  Indien tenminste twee fracties hierom verzoeken, worden raadsbrieven en overige ingekomen stukken aan de agenda toegevoegd. Voor raadsbrieven geldt, dat zij op de agenda komen van de raadscommissies in de lopende cyclus. Voor overige ingekomen stukken kan het presidium voorstellen deze in de volgende of de daaropvolgende vergadercyclus te agenderen.

• 6.

  Verzoeken als bedoeld in lid 2 en lid 5 worden uiterlijk op maandag 12.00 uur voorafgaand aan de presidiumvergadering waarin de betreffende voorlopige agenda wordt vastgesteld, ingediend bij de griffie.

Artikel 4. Agendabepaling voor de raad

• 1.

  De voorlopige agenda van de raad is na de raadscommissies en tenminste elf dagen voorafgaand aan de raadsvergadering beschikbaar.

• 2.

  Op de voorlopige agenda van de raad staan alle raadsvoorstellen en raadsbesluiten, ingedeeld naar hamerstukken en bespreekstukken. Het presidium stelt deze indeling voor, gehoord de beraadslaging in de raadscommissies.

• 3.

  Gehoord de beraadslaging in de raadscommissies, plaatst het presidium betreffende raadsbrieven op de voorlopige raadsagenda voor een afrondend 10 minutendebat.

Artikel 5. Lange termijnagenda

• 1.

  In samenspraak met het college, stelt de gemeenteraad een lange termijnagenda vast. Hierop staan:

  • a.

    voor tenminste een periode van zes maanden raadsvoorstellen die het college bij de raad zal indienen, en de verwachte planning van behandeling in commissies en raad.

  • b.

    onderwerpen waarover de gemeenteraad nader geïnformeerd wil worden, door externen of door het college.

  • c.

    onderwerpen van inwoners die hierover de raad willen informeren.

• 2.

  Het presidium doet periodiek een voorstel voor een actualisatie van de lange termijn agenda aan de raad.

Artikel 6. Inbreng door burgers

• 1.

  Burgers kunnen een onderwerp ter kennis brengen aan de raad.

• 2.

  Inbreng door burgers betreffen geen commerciële proposities aan de gemeente.

• 3.

  Degene die hiervan gebruik wil maken, meldt dit de griffier onder vermelding van naam, contactgegevens en het onderwerp.

• 4.

  Het presidium stelt agendering van inbreng door burgers voor.

• 5.

  Het presidium kan nadere regels opstellen voor inbreng door burgers.

Artikel 7. De bestuurlijke organisatie

• 1.

  De raad besluit tot het instellen of aanwijzen van de volgende organen:

  • a.

    raadscommissies op grond van artikel 82 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening op de raadscommissies Leidschendam-Voorburg 2021.

  • b.

    commissie rekening en audit op grond van artikel 84 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening op de commissie rekening en audit Leidschendam-Voorburg 2019.

  • c.

    adviesraad Stompwijk op grond van artikel 84 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening Adviesraad Stompwijk.

  • d.

    presidium op grond van artikel 147 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in het Reglement van orde van de raad Leidschendam-Voorburg 2021.

  • e.

    fractievoorzittersoverleg op grond van artikel 147 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening op het fractievoorzittersoverleg Leidschendam-Voorburg 2019.

  • f.

    geloofsbrievencommissie op grond van artikel 147 van der Gemeentewet. De instelling, samenstelling, taak en bevoegdheden van de geloofsbrievencommissie worden geregeld in het Reglement van orde van de raad Leidschendam-Voorburg 2021.

  • g.

    vertrouwenscommissie op grond van artikel 61 e.v. en 84 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening op de vertrouwenscommissie.

  • h.

    werkgeverscommissie op grond van artikel 83 van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening werkgeverscommissie”

  • i.

    rekenkamercommissie op grond van artikel 81 oa van de Gemeentewet. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze worden geregeld in de Verordening op de rekenkamercommissie Leidschendam-Voorburg, Oegstgeest, Voorschoten en Wassenaar 2013.

  • j.

    ombudsman op grond van art 81 p van de Gemeentewet voor de behandeling van verzoekschriften als bedoeld in artikel 9:18, eerste lid van de Algemene Wet Bestuursrecht.

• 2.

  De raad kan besluiten tot het instellen of aanwijzen van:

  • a.

    een onderzoekscommissie op grond van artikel 155a van de Gemeentewet. De taak en bevoegdheden van de onderzoekscommissie worden geregeld in de Verordening op het onderzoekrecht van de raad.

  • b.

    werkgroepen uit zijn midden instellen die een bepaald onderwerp van de raad behandelen/voorbereiden/bespreken. Van deze werkgroepen kunnen ook anderen dan raads- en commissieleden deel uitmaken. De instelling, samenstelling, werkterrein en werkwijze van een werkgroep wordt bij raadsbesluit geregeld. Een werkgroep kiest een voorzitter uit zijn midden. De hoeveelheid werkgroepen wordt beperkt gehouden. De opdracht wordt zo geformuleerd dat de werkgroep kan stoppen zodra de opdracht is voltooid. Een werkgroep wordt voor maximaal één raadsperiode ingesteld en wordt opgeheven zodra de opdracht is afgerond.

  • c.

    een activiteit als een groot project overeenkomstig de Procedureregeling Grote Projecten op grond van artikel 147 van de Gemeentewet.

• 3.

  De raad besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden:

  • a.

    of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid met toepassing van de Inspraakverordening Leidschendam-Voorburg 2006.

  • b.

    een burgerinitiatief op de agenda van zijn vergadering te plaatsen met toepassing van de Verordening burgerinitiatief Leidschendam-Voorburg.

Artikel 8. De griffier

De taak en bevoegdheden van de griffier worden geregeld in de Organisatieverordening raadsgriffie Leidschendam-Voorburg.

Artikel 9. Rechtspositie

De rechtspositie van de raads- en commissieleden wordt geregeld in de Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Leidschendam-Voorburg 2021.

Artikel 10. Ondersteuning

De ondersteuning van raadsleden en fracties wordt geregeld in de Verordening ambtelijke bijstand en fractieondersteuning.

Artikel 11. Gedragscode

Op de raad, de raads- en commissieleden is van toepassing de Gedragscode van het gemeentebestuur Leidschendam-Voorburg 2018.

Artikel 12. Klachten

Op de gedragingen van de raad, raads- en commissieleden is van toepassing de Klachtenregeling gemeente Leidschendam-Voorburg 2016.

Artikel 13. Privacy

(gereserveerd)

Artikel 14. Bezwaar

In de gevallen dat de raad een beslissing op bezwaar moet nemen geldt de Verordening behandeling bewaarschriften gemeente Leidschendam-Voorburg 2018.

Artikel 15 Inwerkingtreding en intrekking

• 1.

  Dit besluit treedt in werking op de dag volgende op zijn bekendmaking.

• 2.

  De Verordening op de organisatie van de gemeenteraad Leidschendam-Voorburg 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 16 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de organisatie van de gemeenteraad Leidschendam-Voorburg 2021.