Parkeerverordening Texel 2021

Geldend van 28-05-2021 t/m heden

Intitulé

Parkeerverordening Texel 2021

De raad van de gemeente Texel;

gelezen het advies van burgemeester en wethouders van 13 april 2021

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

gehoord de raadscommissie van 28 april 2021;

overwegende

dat de op 21 oktober 2020 vastgestelde Parkeerverordening Texel 2021 op een tweetal punten dient te worden gewijzigd:

  • de omschrijving van de bewonersparkeerkaart wordt uit de begripsbepalingen geschrapt en verplaatst naar het Aanwijzingsbesluit parkeren Texel 2021;

  • artikel 3, lid 1 wordt aangevuld met de tekst “of op plaatsen c.q. terreinen die aangewezen zijn voor betaald parkeren (waaronder parkeerapparatuurplaatsen)”;

Besluit

vast te stellen de Parkeerverordening Texel 2021.

Paragraaf 1 Definities en begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Begrip

Omschrijving

Bedrijvenparkeerkaart

een vergunning voor een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren.

Belanghebbendenplaats

een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd.

Centrale computer

computer van het bedrijf waarmee de gemeente Texel een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

College

het college van burgemeester en wethouders.

Gereserveerde parkeerplaats

een vergunning voor een bewoner of een bedrijf, waarvan de parkeerplaats is aangeduid door middel van het bord E4 van bijlage 1 van het RVV 1990, plus onderbord met daarop vermeld het kenteken van een voertuig.

Houder

degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven.

Motorvoertuig

wat daaronder wordt verstaan in het RVV 1990.

Parkeerapparatuur

parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan.

Parkeerapparatuurplaats

een parkeerplaats behorend bij parkeerapparatuur.

Parkeren

het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbare verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

RVV 1990

het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990.

Vergunning

een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen.

Vergunninghouder

de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend.

Paragraaf 2 Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningbewijzen

Artikel 2 Plaatsen voor vergunninghouders

  • 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders.

  • 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 Verlening vergunning

  • 1.

    Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of op plaatsen c.q. terreinen die aangewezen zijn voor betaald parkeren (waaronder parkeerapparatuurplaatsen).

  • 2. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte.

  • 3. Het college aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die betrekking hebben op de wijze waarop de vergunning dient te worden gebruikt.

Artikel 4 Afdoening vergunningaanvraag

  • 1. Het college beslist binnen 8 weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning.

  • 2. Het college kan de in het tweede lid genoemde termijn met ten hoogste 4 weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Artikel 5 Vergunningbewijs

  • 1. Een vergunning is geldig gedurende een dag, week of jaar.

  • 2. Een vergunning bevat de gegevens die noodzakelijk zijn voor het doel waarvoor zij wordt verleend.

Artikel 6 Vervallen vergunning

Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen:

  • 1.

    op verzoek van de vergunninghouder;

  • 2.

    wanneer de vergunninghouder het gebied, waarvoor de vergunning is verleend, verlaat of het daar uitgeoefende beroep of bedrijf beëindigt;

  • 3.

    wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning;

  • 4.

    wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen;

  • 5.

    wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften;

  • 6.

    wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt;

  • 7.

    om redenen van openbaar belang.

Paragraaf 3 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 7 Naleving

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen personen.

Artikel 8 Slotbepalingen

  • 1. De Parkeerverordening van 21 oktober 2020 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum.

  • 2. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na vaststelling.

  • 3. Vergunningen die zijn verleend krachtens de in lid 1 genoemde parkeerverordening worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 12 mei 2021.

De griffier,

M. de Porto,

De burgemeester,

M.C. Uitdehaag.