Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent het voorkomen en bestrijden van onderwijs- en ontwikkelachterstanden bij jonge kinderen (Subsidieregeling 2: Voorschoolse educatie Brunssum 2021)

Geldend van 17-06-2021 t/m heden

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brunssum houdende regels omtrent het voorkomen en bestrijden van onderwijs- en ontwikkelachterstanden bij jonge kinderen (Subsidieregeling 2: Voorschoolse educatie Brunssum 2021)

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

Deze regeling is gebaseerd op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Brunssum 2018. In deze regeling wordt verstaan onder:

  • 1.

    Kinderopvang: het aanbieden van kinderopvang en peuteropvang aan Brunssumse peuters van 2-4 jaar door kinderopvangorganisaties die staan ingeschreven in het LRK, incl. het CMWW, waarbij de kinderen een erkend programma van voorschoolse educatie krijgen aangeboden.

  • 2.

    VE-aanbod: Aanbod van voorschools educatie voor Brunssumse kinderen van 2 tot 4 jaar conform de Wet IKK, waarin volgens een erkend VVE-programma de ontwikkeling van het jonge kind wordt gestimuleerd.

  • 3.

    Wet IKK: Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang.

  • 4.

    Wet OKE: Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit en Educatie.

  • 5.

    Wet Harmonisatie: Wet Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.

  • 6.

    VVE: Voor- en Vroegschoolse Educatie

  • 7.

    VVE-aanbod: dit is een erkend leer-, zorg- en preventieprogramma voor kinderen van 2 tot 6 jaar en hun opvoeders.

  • 8.

    JGZ: Jeugdgezondheidszorg (0 tot 4 jaar), onderdeel van de GGD.

  • 9.

    PM’er: pedagogisch medewerker die voldoet aan het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie en die in bezit is van een VVE-certificaat.

  • 10.

    LRK: Landelijk Register Kinderopvang.

  • 11.

    CMWW: Centrum voor Maatschappelijk Werk en Welzijnswerk.

  • 12.

    KOT: Kinderopvangtoeslag die wordt aangevraagd bij de Belastingdienst

  • 13.

    Uurprijs: De prijs die de ouders betalen voor één uur voorschoolse educatie. De uurprijs betreft de door het Rijk vastgestelde uurprijs in het kader van de Kinderopvangtoeslag.

  • 14.

    KOT: Kinderopvangtoeslag die door de ouders wordt aangevraagd bij en uitgekeerd door de Belastingdienst.

  • 15.

    OAB: Rijksuitkering t.b.v. Onderwijs Achterstanden Beleid die de gemeente jaarlijks ontvangt.

  • 16.

    Doelgroepkinderen: peuters die geïndiceerd zijn door de JGZ. Doelgroepkinderen zijn kinderen die op grond van het vastgestelde OAB-plan 2019-2023 Brunssum een risico hebben op een onderwijsachterstand. Er is sprake van een (risico op een) onderwijsachterstand wanneer het kind zich niet ontwikkelt conform zijn leeftijd, wanneer de ontwikkeling vertraagt of wanneer er factoren in de omgeving van het kind aanwezig zijn die de ontwikkeling mogelijk kunnen belemmeren

  • 17.

    Warme overdracht: in een gezamenlijk gesprek tussen ouders, pedagogisch medewerker van de kinderopvang en de leerkracht van de basisschool wordt de overdracht van het kind van voorschool naar vroegschool besproken, waarbij specifieke aandachtspunten rondom de ontwikkeling van het kind aan de orde komen. Overige partners die betrokken zijn bij het kind of het gezin kunnen ook bij deze warme overdracht aanwezig zijn.

  • 18.

    Koppels: nauwe samenwerking tussen pedagogisch medewerkers van de kinderopvang en de gekoppelde basisschool conform het OAB-plan Brunssum.

  • 19.

    VVE Thuis: een programma voor ouders met kinderen van 2 tot 6 jaar die deelnemen aan voor- en vroegschoolse educatie. De activiteiten van VVE Thuis sluiten aan bij het aanbod van de vve-programma's. Hierdoor komen woorden, begrippen en andere leerinhouden zowel op de kinderopvang als thuis aan de orde. Ouders leren hoe ze hun kind kunnen stimuleren en ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling. Hun betrokkenheid bij de educatie van het kind wordt vergroot.

Artikel 2. Doelstelling

  • 1. Het realiseren van VE-groepen in combinatie met VVE-aanbod.

  • 2. VVE heeft als doel om onderwijs- en ontwikkelachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig te bestrijden. De gemeente Brunssum wil dat elk kind succesvol zijn/haar schoolloopbaan kan doorlopen.

  • 3. De gemeente Brunssum streeft ernaar om alle peuters van 2 tot 4 jaar uit de gemeente Brunssum te bereiken met een VE-aanbod.

  • 4. Het realiseren van een doorgaande leerlijn van voorschool naar een vroegschool voor kleuters van 4 tot 6 jaar in groep 1 en 2 van het basisonderwijs.

Artikel 3. Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor:

  • a.

    kinderopvang in combinatie met een VVE-aanbod conform de wetgeving zoals genoemd in artikel 1. De activiteiten zijn gericht op het creëren van een veilige omgeving waarin kinderen van 2 tot 4 jaar elkaar kunnen ontmoeten, samen kunnen spelen en zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. De hoofdlijnen in deze aanpak zijn: ontwikkeling, begeleiding, zorg en preventie.

  • b.

    activiteiten gericht op het zo vroeg mogelijk signaleren en bestrijden van eventuele onderwijs- en ontwikkelachterstanden. Hierbij wordt samengewerkt met de JGZ en de basisscholen.

  • c.

    een warme overdracht van de kinderopvang naar de basisschool, dit ter bevordering van de doorgaande leerlijn tussen voorschoolse en vroegschoolse educatie.

  • d.

    VVE thuis bijeenkomsten met ouders.

  • e.

    voorbereiden en deelnemen aan het Koppeloverleg en het integrale VVE-koppelsoverleg door de pedagogisch medewerkers.

  • f.

    de scholing van PM’ers.

  • g.

    initiëren, voorbereiden en deelnemen aan de Voorschoolse Knooppunten.

Artikel 4: Doelgroep

  • 1. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan kinderopvangorganisaties die aan alle voorwaarden van deze subsidieregeling voldoen. Dit zijn onder andere de kinderopvanginstellingen die in een brede school in Brunssum zijn gehuisvest.

  • 2. Voorafgaand lid is op voorwaarde dat de activiteiten naar het oordeel van het college naar tevredenheid worden uitgevoerd en dat aan de verplichtingen wordt voldaan.

Artikel 5. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie is bestemd voor de voorschoolse periode van 2 tot 4 jaar.

  • 2. De subsidie is bestemd voor gemengde groepen van doelgroep- en niet-doelgroepkinderen.

Artikel 6. Hoogte van de subsidie en subsidieplafond

  • 1. Het subsidiebedrag voor het CMWW is als volgt opgebouwd:

    • a.

      het subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld.

    • b.

      de hogere inkomsten uit de uurprijs worden in mindering gebracht op het subsidiebedrag.

    • c.

      Het definitieve subsidiebedrag is mede afhankelijk van de specifieke rijksuitkering OAB (OnderwijsAchterstandenBeleid )

    • d.

      Het definitieve subsidiebedrag is mede afhankelijk van het aantal ouders dat gebruik kan maken van de KOT. Bij de subsidietoekenning wordt uitgegaan van 60% ouders met recht op KOT en 40% ouders die een gesubsidieerde plaats voor hun kind hebben. Bij de vaststelling van de subsidie wordt uitgegaan van de daadwerkelijke kosten en inkomsten.

  • 2. Het subsidiebedrag voor de overige kinderopvanginstellingen bedraagt een vast bedrag voor een groep peuters met een VE-aanbod. Voor 2021 is dit bedrag bepaald op € 20.581,80 per VE-groep voor een volledig kalenderjaar.

  • 3. Vooralsnog wordt de huidige subsidiemethode voor het CMWW voortgezet. De subsidiemethode voor de overige kinderopvangorganisaties bestaat uit een vast bedrag per VE-groep, zoals vermeld in lid 2.

Artikel 7. Aanvullende weigeringsgronden

Aanvullend op de voorwaarden uit de Algemene Subsidieverordening Brunssum 2018 gelden de volgende weigeringsgronden:

  • 1.

    De aanvraag wordt geweigerd indien er geen erkend VVE-aanbod wordt aangeboden.

  • 2.

    De aanvraag wordt geweigerd indien de aanbieder niet kan aantonen dat aan alle voorwaarden voor subsidie kan worden voldaan, zoals onder andere is benoemd in artikel 8 van deze regeling.

Artikel 8. Verplichtingen

  • 1. De voorwaarden om voor subsidie in het kader van deze regeling in aanmerking te komen, zijn hieronder opgenomen.

    De kinderopvangorganisatie:

    • a.

      staat ingeschreven in het LRK met een VE-aanbod.

    • b.

      toont aan dat zij werken met een sector eigen kwaliteitszorgsysteem en sluiten aan bij de van toepassing zijnde kwaliteitseisen voor VVE.

    • c.

      is ISO gecertificeerd en/of beschikt over een welzijnscertificaat/kwaliteitslabel.

    • d.

      voldoet aan de eisen zoals opgenomen in de Wet OKE, Wet IKK en de eisen van de Onderwijsinspectie.

    • e.

      heeft een meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld en geïmplementeerd.

    • f.

      is toegankelijk voor alle peuters van 2 tot 4 jaar uit de gemeente Brunssum.

    • g.

      biedt aan doelgroepkinderen met VVE-indicatie een aanbod aan van 16 uur VVE. De niet-doelgroepkinderen ontvangen een aanbod van minimaal 8 uur VVE per week.

    • h.

      draagt zorg voor een goede pedagogisch en didactische doorgaande lijn van VVE naar de basisschool, in samenwerking en afstemming met alle partners.

    • i.

      is verplicht om gebruik te maken van NIPIA, de VVE-monitor. Alle gegevens van de peuters en hun ontwikkeling worden consequent in deze monitor bijgehouden. De periodieke gebruikersoverleggen inzake Nipia worden bijgewoond.

    • j.

      geeft, indien er wachtlijsten zijn, voorrang aan doelgroepkinderen met een VVE-indicatie.

    • k.

      plaatst alleen kinderen woonachtig in de gemeente Brunssum. Een uitzondering kan gemaakt worden indien er in de brede school waarin de kinderopvang is gehuisvest, een vrije plaats beschikbaar is en de ouder gebruik kan maken van de KOT en de ouder voornemens is om het kind bij 4-jarige leeftijd te laten doorstromen naar de gekoppelde Brunssumse basisschool in de brede school.

    • l.

      zorgt voor een nauwe samenwerking tussen de kinderopvangorganisatie en de basisscholen. De samenwerking bestaat ten minste uit periodiek overleg tussen de koppels, teneinde een doorlopende leerlijn van voorschoolse naar vroegschoolse educatie te realiseren. Tevens organiseren de koppels per jaar minimaal 3 gezamenlijke activiteiten en voeren de koppels minimaal 1 gezamenlijk thema uit in de brede scholen.

    • m.

      neemt deel aan het integraal VVE-koppelsoverleg, dat bestaat uit alle VVE-koppels. Dit overleg vindt 3 – 4 keer per jaar plaats.

    • n.

      organiseert minimaal 2 bijeenkomsten per jaar voor ouders in het kader van VVE-thuis. Minimaal 50% van de ouders van een doelgroepkind neemt deel aan deze bijeenkomsten.

    • o.

      is minimaal 40 weken per jaar geopend, gelijk aan de lesweken van het basisonderwijs.

    • p.

      werkt samen met de ouders m.b.t. de ontwikkeling van hun kinderen. Alle gesprekken met ouders worden gevoerd, zoals in Nipia is aangegeven. Dit betreft startgesprekken, voortgangsgesprekken en zorggesprekken met ouders. De uitkomsten hiervan worden in Nipia geregistreerd.

    • q.

      zorgt na toestemming van de ouders voor een warme overdracht van de gegevens over de ontwikkeling van het kind bij doorstroom naar de basisschool.

    • r.

      het CMWW geeft minimaal 2x per jaar inzage in de besteding van de subsidie en de hoogte van de ontvangsten uit de uurprijs. De overige kinderopvanginstellingen verantwoorden achteraf hoeveel kinderen zijn bereikt met een VE-aanbod, hoeveel doelgroepkinderen zijn bereikt en of aan de verplichtingen uit deze regeling is voldaan.

    • s.

      zorgt voor de inzet van een pedagogisch beleidsmedewerker en pedagogisch coach conform de wet- en regelgeving.

  • 2. Voor kinderopvangorganisaties die niet zijn gehuisvest in de brede scholen en wel gebruik willen maken van deze subsidieregeling, gelden dezelfde subsidievoorwaarden zoals genoemd in lid 1. Dit betekent onder andere dat deze kinderopvangorganisaties met meerdere scholen dienen samen te werken en op diverse scholen de warme overdracht organiseren.

  • 3. De kinderopvangorganisaties dienen bij de subsidieaanvraag aan te tonen dat zij aan alle voorwaarden zoals genoemd in lid 1 kunnen voldoen.

Artikel 9. Slotbepalingen

  • 1. Deze subsidieregeling treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en is van toepassing op subsidieaanvragen die betrekking hebben op de periode vanaf 1 september 2021 en verder.

  • 2. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: 'Subsidieregeling 2: Voorschoolse educatie Brunssum 2021.

  • 3. De subsidieregeling Peuteropvang Brunssum 2021 wordt per 1 september 2021 ingetrokken.

  • 4. Alle bepalingen in de Algemene Subsidieverordening Brunssum 2018 zijn van toepassing op deze subsidieregeling.

Artikel 10. Aanvraagtermijn

  • 1. Subsidieverlening op basis van deze regeling betreft in principe een structurele subsidieverlening.

  • 2. De subsidie wordt per kalenderjaar verleend.

  • 3. Op grond van artikel 9 lid 1 van de Algemene subsidieverordening gemeente Brunssum 2018 dient de aanvraag uiterlijk 31 augustus voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft te worden ingediend.

Artikel 11. Verantwoording

In afwijking van hetgeen is bepaald in de Algemene subsidieverordening gemeente Brunssum 2018 dient de aanvrager de aanvraag tot vaststelling uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het betreffende kalenderjaar in.

Ondertekening

Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Brunssum op 20 april 2021.

Algemene toelichting:

Het aanbod van Voorschoolse opvang (VE) is tot nu toe in Brunssum voorbehouden aan de Peuteropvang van het CMWW. Op de Brunssumse peuteropvang ontvangen alle peuters een VE-aanbod op basis van een erkend VVE-programma. De peuteropvang werkt samen met de basisscholen (vroegscholen). De voor- en vroegscholen bieden een gezamenlijk VVE-aanbod (voor- en vroegschoolse educatie) aan de peuters en kleuters aan en vormen samen een koppel.

De gemeente Brunssum heeft verkend of het aanbod van voorschoolse educatie (VE) kan worden uitgebreid naar andere Brunssumse aanbieders van kinderopvang. De reden hiervan is dat wij zo veel mogelijk kinderen willen bereiken, mede gegeven de economische en sociaal-emotionele problematiek van de regio. De gemeenteraad Brunssum heeft ook bij de behandeling van het OAB-plan verzocht om het bereik van (doelgroep)kinderen in de voorscholen te vergroten.

In Brunssum zijn er 11 locaties voor kinderdagopvang (0-4 jaar). Op 6 van deze locaties wordt voorschoolse educatie aangeboden door het CMWW. Alle huidige VVE-locaties van het CMWW zijn in een brede school gehuisvest, evenals de kinderopvang van Humankind en Kinderopvang Parkstad (KOP). Hiermee bevorderen we ook een doorgaande lijn naar het basisonderwijs. Er wordt gewerkt met een warme overdracht van voorschool naar vroegschool.

De uitbreiding van de aanbieders is alleen mogelijk als de aanbieders kunnen voldoen aan dezelfde (kwaliteits)voorwaarden, die al gelden voor de peuteropvang van het CMWW. Deze voorwaarden gelden zowel voor de kinderopvanginstellingen in de brede scholen als de kinderopvanginstellingen die niet in/bij een Brunssumse basisschool zijn gehuisvest.

In de subsidieregeling gaan we voor nieuwe VVE-partners uit van een groepsfinanciering voor een VVE-groep. Hierbij wordt de groep bekostigd, ongeacht het aantal doelgroepkinderen met VVE in de groep. De groepen zijn gemengd: doelgroep- en niet-doelgroeppeuters zitten in 1 groep. De berekening is gebaseerd op zes kinderen met VVE per groep, wat het gemiddelde is bij CMWW. Op basis van de berekeningen (er is uitgegaan van vier doelgroepkinderen zonder KOT en twee doelgroepkinderen met KOT), is de hoogte van de subsidie per VVE-groep bepaald op € 20.581,80 per jaar.

Een kanttekening is wel dat als blijkt dat KOP en HumanKind gedurende een aantal jaar geen VVE doelgroepkinderen ontvangen, deze bekostiging heroverwogen kan worden. Een ander belangrijk argument voor deze aanpak is echter dat meer peuters een VVE-programma volgen en hierdoor beter voorbereid de stap naar het basisonderwijs kunnen maken.

Daarnaast is het nu niet wenselijk om op dit moment de subsidie van CMWW te doorbreken; verandering of afbouw van de huidige subsidiemethode moet ook langer van tevoren worden aangekondigd (conform de Algemene Wet Bestuursrecht).

Voor de kinderopvangorganisaties die niet in een brede school zijn gehuisvest, staat in principe deze VVE-subsidieregeling ook open. Deze kinderopvangorganisaties moeten ook aan alle subsidievoorwaarden voldoen. Omdat deze kinderopvangorganisaties niet gekoppeld zijn aan 1 school, zullen de peuters naar diverse scholen in Brunssum uitstromen. Dit betekent dat deze kinderopvangorganisaties met meerdere scholen een koppel moeten vormen, de warme overdracht moeten organiseren met de scholen waarnaar de peuters uitstromen; met deze scholen gezamenlijke VVE-activiteiten en thema’s moeten organiseren. Of dit voor de kinderopvangorganisaties buiten de brede scholen haalbaar is, is de vraag. Vooraf willen wij derhalve van hen weten of zij aan alle subsidievoorwaarden kunnen voldoen.