Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent de beoordeling van de individuele situatie bij de studietoeslag (Beleidsregels Individuele Studietoeslag Gemeente Achtkarspelen)

Geldend van 20-05-2021 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen houdende regels omtrent de beoordeling van de individuele situatie bij de studietoeslag (Beleidsregels Individuele Studietoeslag Gemeente Achtkarspelen)

INLEIDING

Met de inwerkingtreding van de Participatiewet is ook een Individuele Studietoeslag geïntroduceerd. Deze toeslag is bestemd voor studerende mensen, die

  • -

    minimaal 18 jaar oud zijn,

  • -

    recht op studiefinanciering of een bijdrage op grond van de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) hebben,

  • -

    geen in aanmerking te nemen vermogen hebben en

  • -

    van wie is vastgesteld dat ze niet in staat zijn om het minimumloon te verdienen, of als gevolg van een arbeidsbeperking niet in staat zijn om een volledige arbeidsweek te werken (waardoor het minimumloon niet kan worden verdiend).

De gedachte hierbij is dat deze studenten door hun beperking niet of moeilijk een bijbaan kunnen hebben naast hun studie. Daarnaast is het de bedoeling om deze mensen, ondanks het feit dat zij (op termijn) niet het minimumloon kunnen verdienen als gevolg van hun arbeidshandicap, te stimuleren om toch te studeren.

Een Individuele studietoeslag is een onderdeel van een individuele maatwerkoplossing. Dat betekent dat met de individuele omstandigheden en mogelijkheden van de persoon zoveel mogelijk rekening moet worden gehouden.

Eén aanvraag voorziet in de gehele periode dat de studie onder gelijkblijvende omstandigheden wordt gevolgd. De betaling daarentegen vindt halfjaarlijks plaats (in augustus en februari). De reden hiervoor is dat de Individuele Studietoeslag bij een periodieke verstrekking fiscaal belast zou worden.

Geredeneerd vanuit de vraag van een belanghebbende en diens persoonlijke situatie kan het best lokaal worden beoordeeld of de belanghebbende met het verstrekken van een Individuele Studietoeslag daadwerkelijk is geholpen. Om deze reden is bepaald dat de beoordeling of een belanghebbende voldoet aan de toelatingscriteria voor de Studietoeslag door consulenten Werk, die gespecialiseerd zijn in de dienstverlening aan jongeren, te laten doen en dit niet af te laten hangen van een extern advies van het UWV. Het criterium “niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen” wordt in dat geval namelijk heel strikt vastgesteld volgens op voorhand vastliggende normen, zoals het theoretisch kunnen uitvoeren van “drempelfuncties”, terwijl er ook andere beperkingen kunnen zijn, waardoor iemand niet in staat is om het minimumloon te verdienen. Bij twijfel, of wanneer de belanghebbende en de consulent verschil van mening hebben over de mate van de belemmering als gevolg van de beperking kan alsnog, in de vorm van een second opinion, een medisch en arbeidsdeskundig advies worden opgevraagd.

Met deze beleidsregels geeft het college aan hoe moet worden omgegaan met de beoordeling van een individuele situatie en op welke wijze aangevraagd moet worden en hoe de betaling zal plaatsvinden.

BELEIDSREGELS INDIVIDUELE STUDIETOESLAG

ALGEMEEN

Artikel 1: begripsbepalingen

In deze beleidsregels individuele studietoeslag wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen;

  • b.

    wet: de Participatiewet;

  • c.

    doelgroep: de belanghebbenden die naar het oordeel van het college op basis van een individuele beoordeling door het college voldoen aan de criteria, zoals genoemd in artikel 36b van de wet;

  • d.

    aanvraag: de wijze waarop een belanghebbende kan aangeven in aanmerking te willen komen voor een individuele studietoeslag waarbij hij/zij op het aanvraagformulier verklaart tot de doelgroep te behoren;

  • e.

    maatwerkoplossing: de samenstelling van ondersteuning en voorzieningen die in de individuele situatie nodig zijn om de belanghebbende ten volle te laten participeren.

AANVRAGEN

Artikel 2: aanvragen

Een verzoek om een individuele studietoeslag, conform artikel 43 van de wet, door middel van een daarvoor vastgesteld aanvraagformulier ingediend.

Artikel 3: moment van aanvragen

  • 1. Een aanvraag moet uiterlijk binnen twee maanden na de datum van 1 augustus of 1 februari zijn ingediend, met dien verstande dat voor het bepalen van de termijn van twee maanden eerst wordt teruggegaan naar de eerste van de maand, waarin de aanvraag is ingediend.

  • 2. Bij een te late aanvraag bestaat over de lopende periode geen recht meer en kan met inachtneming van het gestelde in lid 1 van dit artikel voor de volgende periode opnieuw worden aangevraagd.

  • 3. Voor een aaneengesloten studie, waarbij de belanghebbende steeds aan de voorwaarden voor toekenning conform het bepaalde in artikel 36b blijft voldoen, volstaat één aanvraag.

ONDERZOEK

Artikel 4: beoordeling aanvraag

  • 1. Bij een beoordeling van het recht op een individuele studietoeslag wordt beoordeeld of de belanghebbende terecht heeft verklaard tot de doelgroep te behoren. Voor ondersteuning bij deze beoordeling wordt verwezen naar de toelichting op dit artikel.

  • 2. Bij twijfel over de arbeidscapaciteit of de inzetbaarheid, of wanneer er verschil van mening hierover is tussen consulent en belanghebbende wordt een medisch en arbeidskundig advies gevraagd aan Aussems en Kerkvliet.

Artikel 5: beoordeling vervolg

Voor de beoordeling van het recht over een volgend tijdvak wordt, in aanvulling op de inlichtingen van belanghebbende, die hij op grond van artikel 17 van de wet verplicht is te geven, gebruik gemaakt van de signalen van het Inlichtingenbureau omtrent het ontvangen van WSF of WTOS.

Artikel 6: vatbaarheid voor herziening, intrekking en terugvordering en boetes

Op de bijzondere bijstand zijn de bepalingen omtrent herziening, intrekking, terugvordering en boetes als bedoeld in de artikelen 54, 58, 59 en 18a van de wet, de aanvullende beleidsregels Herziening, Intrekking en Terugvordering en aanvullende beleidsregels boetes van toepassing.

BESCHIKKING

Artikel 7: beschikking

De beslissing op de aanvraag wordt bij beschikking aan de belanghebbende medegedeeld, waarbij met name bij een negatieve beschikking extra aandacht wordt geschonken aan de motivering.

UITBETALING

Artikel 8: betaalbaarstelling

De te verstrekken individuele studietoeslag wordt over de betreffende periode van 6 maanden zoveel als mogelijk is vooraf uitbetaald aan de belanghebbende.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 9: hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen in de beleidsregels, indien strikte toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden.

Artikel 10: onvoorziene situaties

In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien beslist het college.

Artikel 11: citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Individuele Studietoeslag Gemeente Achtkarspelen”.

Artikel 12: inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking met ingang van 1 juli 2015.

Ondertekening

Aldus vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Achtkarspelen op 19 november 2015,

de secretaris,

(Mr. Drs. E.H.C. van der Laan)

de burgemeester,

(G. Gerbrandy)

ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING

ALGEMEEN

Artikel 1

Dit artikel geeft aan wat onder de verschillende begrippen moet worden verstaan,

Artikel 2

Dit artikel maakt duidelijk dat een Individuele Studietoeslag moet worden aangevraagd. Dit betekent echter niet dat het initiatief van aanvragen altijd bij de klant moet liggen. In het kader van een individuele maatwerkoplossing is voorstelbaar dat binnen het onderzoek de belanghebbende op het spoor wordt gezet van een dergelijke voorziening.

Artikel 3

Bijstand met terugwerkende kracht en dus ook een Individuele Studietoeslag is in principe niet mogelijk op grond van artikel 44 van de wet. Er geldt conform de bijzondere bijstand echter een uitzondering. Er kan worden teruggegaan tot maximaal twee maanden, waarbij eerst wel wordt teruggegaan naar de eerste van de maand waarin de bijstand werd aangevraagd. Dit betekent dat de maximale terugwerkende kracht drie maanden minus één dag kan zijn. Een te late aanvraag betekent dat over de lopende periode geen recht bestaat en dat per de volgende periode (1-8 of 1-2) opnieuw kan worden aangevraagd. Voor een aaneengesloten studieperiode, waarbij niets verandert, volstaat één aanvraag. Belanghebbende is conform artikel 17 PW zelf verantwoordelijk voor het doorgeven van alle feiten en omstandigheden die van invloed zijn op het recht op een Individuele Studietoeslag.

Artikel 4

In dit artikel wordt aangegeven dat de individuele beoordeling van de situatie van een student de basis is. Vanwege dat bijzondere karakter kan niet voor alle voorkomende situaties exact worden omschreven wat de handelwijze moet zijn. Toch is er wel een bepaalde lijn aan te geven.

Als de klant een fysieke beperking heeft is in veel gevallen wel een inschatting te maken over de arbeidscapaciteit of de inzetbaarheid. Niet iedere fysieke handicap hoeft te betekenen dat het wettelijk minimumloon niet kan worden verdiend, maar bij twijfel moet wel in het achterhoofd meespelen dat belanghebbende mogelijk door de Studietoeslag gestimuleerd wordt om door de studie nog meer gebruik te maken van zijn capaciteiten, waardoor op termijn nog beter aan de samenleving kan worden meegedaan.

Psychische beperkingen zijn natuurlijk nog moeilijker te ontdekken en te beoordelen, maar hier kan medicijngebruik (ADHD, PDD NOS) wellicht een aanknoping zijn. Ook hier geldt dat we studenten willen stimuleren zoveel mogelijk met hun studiecapaciteiten te doen.

Naast fysieke of psychische beperkingen kan het ook zijn dat een student om heel andere redenen niet in staat is om het wettelijk minimumloon te verdienen. Dit kan betekenen dat in het kader van een individuele maatwerkoplossing ook iets als een verminking (aangeboren of als gevolg van een ongeluk) een reden kan zijn dat niet of moeilijk het minimumloon kan worden verdiend.

Gezien de toelatingseisen kan het ook voorkomen dat het gaat om belanghebbenden die het voortgezet speciaal onderwijs of het Leerwegondersteunend onderwijs afronden na het bereiken van de 18-jarige leeftijd.

Als er twijfel is over de arbeidscapaciteit of de inzetbaarheid, dan kan advies aan Aussems en Kerkvliet worden gevraagd. Dit kan ook gebeuren in de vorm van een second opinion als de belanghebbende en de consulent het niet eens kunnen worden.

Artikel 5

Voor een rechtmatige verstrekking van de Individuele Studietoeslag is het van belang dat de gemeente op de hoogte is van alle feiten en omstandigheden die hierop betrekking hebben. De gemeente is hierbij afhankelijk van de inlichtingen die de belanghebbende verstrekt, wat hij op grond van artikel 17 PW verplicht is te doen. In aanvulling daarop kan gebruik worden gemaakt van de signalen van het Inlichtingenbureau omtrent het ontvangen van WSF of WTOS. Helaas kan intern geen check worden gedaan in hoeverre een belanghebbende nog staat ingeschreven bij een Hogeschool of Universiteit. In gevallen van twijfel zal bij DUO dan ook aanvullende informatie moeten worden opgevraagd.

Artikel 6

Een Individuele Studietoeslag is een vorm van bijzondere bijstand en als gevolg daarvan vatbaar voor herziening, intrekking en terugvordering bij inlichtingenschending. In gevallen van inlichtingenschending is zelfs het boete-regiem als bedoeld in artikel 18a PW van toepassing.

Artikel 7

Een beslissing op een aanvraag Individuele Studietoeslag wordt per beschikking medegedeeld. Hierin wordt ook aandacht besteed aan de inlichtingenplicht. Door het opnemen van alle elementen waaruit een beschikking moet bestaan, wordt bereikt dat altijd een gemotiveerde beschikking aan de klant wordt toegestuurd. Dit motiveringsvereiste is met name van belang als het gaat om een negatieve beschikking.

Artikel 8

De uitbetaling vindt 2 keer per jaar plaats. De belanghebbende is op basis van de inlichtingenplicht zoals genoemd in de PW gedurende de hele periode van verstrekking gehouden om de voortgang van de studie door te geven.

Artikel 9 en 10

Deze artikelen geven aan dat het college te allen tijde bevoegd is om afwijkend van, of aanvullend op deze beleidsregels kan handelen.

Artikel 11 en 12

Deze artikelen behoeven geen nadere toelichting.