BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN

Geldend van 30-01-2024 t/m heden

Intitulé

BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ARNHEM;

gelezen / overwegende dat:

• We het mogelijk willen maken dat bij nieuwe bestemmingsplannen natuurinclusief bouwen verplicht kan worden gesteld;

• Er aanvullingen in de beleidsregels van het puntensysteem natuurinclusief bouwen (NIB) gemaakt worden;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht ;

BESLUIT:

vast te stellen de

BELEIDSREGELS NATUURINCLUSIEF BOUWEN 2023

In Arnhem zijn we omgeven door prachtige natuur. Rondom de stad én in de stad zelf. Door de natuur een volwaardige plek te geven in bouwprojecten ontstaat een aantrekkelijke, gezonde en toekomstbestendige leefomgeving voor mens en dier. Elk project(gebied) kan een bijdrage leveren aan een gezond functionerend stedelijk ecosysteem. Dit 'Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen in Arnhem 2023' (en het bijbehorende Invulformulier en de Maatregelencatalogus) wordt ingezet als middel om dat te bereiken. De verplichting tot natuurinclusief bouwen is alleen toepasbaar bij nieuwbouw van woningen. Transformatie en verbouw van een pand valt hier niet onder.

De eerste bouwsteen van natuurinclusief bouwen is natuur in het gebouw: het inbouwen van verblijfsplaatsen in woningen, bijvoorbeeld via neststenen. Dit is noodzakelijk voor diersoorten die voor hun broedgelegenheid van gebouwen afhankelijk zijn, zoals huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen. De tweede bouwsteen is natuur aan, op en om de woning: groene daken en gevels en natuurlijke tuinen met egeldoorgangetjes en groene erfafscheidingen. De derde bouwsteen is natuur in de buurt: het toepassen van meer groen en blauw in de directe woonomgeving en het aanleggen van groene en blauwe verbindingen met andere delen van de stad of het buitengebied, zoals via hagen, bomen of natuurvriendelijke oevers,. Alle drie de bouwstenen vergroten de biodiversiteit, leefbaarheid en natuurbeleving; de laatste twee bouwstenen vergroten ook de klimaatbestendigheid van het gebied.

Ambitie en reikwijdte

Met dit puntensysteem streven we in Arnhem in eerste instantie naar:

A) de instandhouding en versterking van het leefgebied van gebouwgebonden diersoorten.

Dit doen we door verblijfsmogelijkheden te creëren in gebouwen en de omgeving geschikt te maken.

B) het behouden en versterken van de biodiversiteit in het algemeen, aan de hand van de doelsoorten benoemd in de Groenvisie (2017).

Dit doen we door bijvoorbeeld het aanleggen van groene daken en gevels, het planten van bomen of het creëren van amfibieënpoelen. De gekozen doelsoorten zijn nadrukkelijk niet alleen bedreigde of beschermde soorten. We willen als gemeente vooral de grote rijkdom aan soorten in stand houden en gezonde ecosystemen creëren. De doelsoorten staan symbool voor een bepaalde kwaliteit van het gebied en vormen dus een referentie voor het hele ecosysteem van dat gebied.

Daarnaast dragen de maatregelen in het puntensysteem ook bij aan:

C) de klimaatbestendigheid van het gebied.

De aanleg van groen gaat hittestress en droogte tegen en helpt bij wateroverlast.

D) gezonde bewoners.

Natuurinclusief bouwen vergroot de levenskwaliteit van mensen, die gezonder en gelukkiger zijn wanneer ze omringd zijn door natuur.

Het puntensysteem geeft initiatiefnemers kaders voor natuurinclusief bouwen bij ruimtelijke projecten in Arnhem. Er is gekozen voor een puntensysteem om de creativiteit en keuzevrijheid van ontwerpers te bevorderen. Er moet altijd een minimaal aantal punten gehaald worden door verblijfsplaatsen in te bouwen én door groene maatregelen op, aan en om de woning(en) toe te passen. Als er binnen het project naast woningen en eventueel daarbij horende tuinen ook openbare ruimte wordt ingericht (bijvoorbeeld bij een gebiedsontwikkeling), dienen daar ook natuurinclusieve maatregelen te worden getroffen. Welke maatregelen precies worden gekozen om de punten te behalen is aan de initiatiefnemer, in overleg met de gemeente.

Borging

Het is van groot belang om de natuurinclusieve maatregelen vroegtijdig in de projecten mee te nemen. Om het kiezen van maatregelen zo gemakkelijk mogelijk te maken is het 'Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen in Arnhem 2023' ontwikkeld (zie aparte bijlage). Dit formulier dient ingevuld te worden door de ontwikkelende partij(en). Het invulformulier is een leidraad: elk gebied heeft zijn eigen kenmerken en mogelijkheden. Om maatwerk te leveren is ecologische kennis nodig. Daarom is het bij alle projecten belangrijk en bij grotere projecten noodzakelijk dat er een ecologisch deskundige betrokken is. Bij projecten met een totaal bebouwd grondoppervlak van 2000m2 of meer dient de ontwikkelaar deze ecologisch deskundige zelf in te schakelen en te financieren; bij projecten met een totaal bebouwd grondoppervlak van minder dan 2000m2 is het voldoende om de maatregelencatalogus te raadplegen. Er dienen zowel maatregelen aan de woning(en) als maatregelen in de ruimte er omheen getroffen te worden, als die ruimte er is. Maatregelen die al door de gemeente zijn genomen, tellen niet mee.

Globale opzet puntensysteem

In het puntensysteem wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën: verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten en 'groene' maatregelen. Wanneer er sprake is van een ontwikkeling waarbij er alleen woningen (al dan niet met tuin) worden gebouwd, dienen de verblijfsplaatsen te bestaan uit ingebouwde voorzieningen in het hoofdgebouw. Als er ook openbare ruimte wordt ontwikkeld, dan mogen de punten voor verblijfsplaatsen ook deels worden gehaald met het plaatsen van niet-ingebouwde voorzieningen. De groene maatregelen zijn onderverdeeld in opstalgebonden maatregelen (op/aan/om het huis), omgevingsgebonden maatregelen en bewustwordingsmaatregelen.

De verblijfsplaatsen en opstalgebonden maatregelen zijn altijd van toepassing; omgevingsgebonden maatregelen alleen als het project ook openbare ruimte bevat; en de bewustwordingsmaatregelen alleen bij bepaalde grootschalige projecten waarbij het lastig is via de andere, fysieke maatregelen voldoende punten te behalen (zoals bij hoogbouw).

Aan het puntensysteem is een 'Maatregelencatalogus' gekoppeld (Bijlage 2). Deze catalogus bevat een uitwerking van de maatregelen waarmee punten kunnen worden behaald, zoals eisen en randvoorwaarden per maatregel. Bijvoorbeeld op welke richting en op welke hoogte neststenen moeten worden ingebouwd of welke soort planten het best gebruikt kan worden voor een groene gevel. Initiatiefnemers kunnen ook maatregelen nemen die niet in de Maatregelencatalogus staan. In dat geval wordt in overleg met de gemeente bepaald hoeveel punten de maatregel waard is.

Stappenplan

Het Puntensysteem Natuurinclusief Bouwen volgt de volgende stappen om tot geschikte en voldoende natuurinclusieve maatregelen te komen. Met dit stappenplan bij de hand kan de initiatiefnemer het Invulformulier in de bijlage invullen.

Stap 1. Punten bepalen

In de tabel staat hoe de initiatiefnemer het minimale aantal punten kan bepalen dat in het project behaald dient te worden. Dit hangt af van (1) de hoeveelheid woningen, (2) het soort woningen (van woningen in het midden- of topsegment worden meer natuurinclusieve maatregelen verwacht dan bij sociale woningbouw) en (3) of er naast eventuele tuinen ook openbare ruimte ingericht wordt.

Daarnaast geldt het volgende:

• Als er alleen sprake is van opstalgebonden groene maatregelen dient 25% van het totaal aantal punten uit 'groene' maatregelen te komen. Dat is het geval als de initiatiefnemer verantwoordelijk is voor het bouwen van de woningen (en de eventuele tuinen die daarbij horen), maar niet voor het inrichten van openbare ruimte. Als er wel openbare ruimte wordt ingericht dienen er ook omgevingsgebonden groene maatregelen te worden genomen en dient niet 25% maar 50% van het totaal aantal punten uit groene maatregelen te komen. De overige punten kunnen behaald worden door het inbouwen van nestvoorzieningen.

• Om te zorgen voor een gevarieerd aanbod van nestvoorzieningen en andere soortgroep-gebonden maatregelen geldt dat er voor meerdere diersoorten maatregelen moeten worden genomen. Het minimum aantal is afhankelijk van het soort woningen dat gebouwd wordt (zie tabel).

 
 

Sociale woningbouw (woningbouw- coöperaties)

Middensegment (commercieel huur/koop: rijtjeswoningen, grondgebonden woningen, appartementen)

Topsegment

(2-kapper, vrijstaande woning, penthouse)

 
 

Totaal aantal punten (bij opstalgebonden projecten)

Aantal woningen x 2;

Aantal woningen x 4;

Aantal woningen x 6;

 
 

minstens 25% van het totaal aantal punten bestaat uit groene maatregelen

 
 

Totaal aantal punten (bij projecten waar ook (een deel van) de buitenruimte wordt ingericht)

Aantal woningen x 3;

Aantal woningen x 6;

Aantal woningen x 9;

 
 

minstens 50% van het totaal aantal punten bestaat uit groene maatregelen

 
 

Minimum # groene maatregelen

1

2

3

 
 

Minimum # soortgroepen

1

2

3

 
 
 
 

Stap 2. Maatregelen kiezen

Wanneer duidelijk is hoeveel punten er behaald dienen te worden, kan de initiatiefnemer gaan kijken welke maatregelen hij/zij wil treffen om het desbetreffende aantal punten te behalen. Het aantal punten per maatregel is te vinden in het Invulformulier (Bijlage 1) en de Maatregelencatalogus (Bijlage 2).

Categorie A: verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten

Zoals bij Stap 1 al is benoemd moet een deel van de punten worden behaald door verblijfsplaatsen voor gebouwbewonende soorten te creëren, bijvoorbeeld door het inbouwen van neststenen.

•Er kan gekozen worden voor neststenen voor de volgende doelsoorten: gierzwaluw, huiszwaluw, huismus, zwarte roodstaart, gewone dwergvleermuis, vlinders en bijen. De meeste neststenen zijn 1 punt waard. Voor een deel van deze diersoorten (gierzwaluw, huismus, gewone dwergvleermuis) ligt soms al een verplichting om vervangende nestplaatsen aan te leggen vanuit de Wet natuurbescherming. Het gaat hier echter om extra maatregelen, bovenop wat verplicht is.

Categorie B/C/D: groene maatregelen

De biodiversiteit wordt het meest vergroot als neststenen en groene maatregelen aan, in en om het huis op de juiste manier met elkaar gecombineerd worden. Huismussen hebben bijvoorbeeld verblijfsplaatsen nodig in gebouwen, maar ook groene hagen om zich in te kunnen verstoppen. Naast de gebouwgebonden doelsoorten profiteren ook veel andere dieren van deze maatregelen en tevens zorgen groene maatregelen voor een betere klimaatbestendigheid van het gebied. Daarom moet een deel van de punten altijd uit groene maatregelen komen

De groene maatregelen zijn onderverdeeld in subcategorieën:

• Voor opstalontwikkelaars gaat het primair om groene maatregelen op, aan en om de woning; aan de gevel, op het dak, en/of in de tuin (categorie B). Bijvoorbeeld het aanleggen van groene gevels via het plaatsen van spandraden aan de muur (5 punten per gevel van tenminste 2 meter hoog en 3 meter breed).

• Initiatieven waarbij ook openbare ruimte wordt ingericht, moeten ook omgevingsgebonden maatregelen nemen (categorie C). Bijvoorbeeld natuurvriendelijke oevers (10 punten), bomen (5 punten voor het aanplanten van 3 inheemse bomen van 1e grootte), nestkasten voor niet-gebouw bewonende soorten (meestal 1 punt) of het aanleggen van een amfibieënpoel (25 punten per poel van minimaal 30m2).

Hoe dichterbij openbaar groen zoals stadsparken en andere grotere groenstroken, hoe belangrijker het is dat er niet alleen voor de gebouwgebonden soorten maatregelen worden getroffen maar ook voor de andere doelsoorten in dat specifieke gebied. Per gebied dragen natuurinclusieve maatregelen bij aan een groter leefgebied van de volgende doelsoorten:

Veluws Plateau: havik, das, ree, groene en zwarte specht, nachtzwaluw, adder, zandhagedis, gladde slang, vleermuizen, edelhert, wild zwijn, inclusief inheemse vegetatie.

Veluws Gradiënt: das, ree, groene, grote bonte en zwarte specht, eekhoorn, bosuil, ijsvogel, heikikker, beekprik, bermpje en sleedoornpage, inclusief inheemse vegetatie.

Rivierengebied: ijsvogel, (zwarte) ooievaar, patrijs, steenuil, kwartelkoning, bever, otter en ringslang, kamsalamander, inclusief inheemse vegetatie.

Poldergebied: groene specht, ringslang, boomklever, kamsalamander, rietzanger, steenuil, patrijs, kwartelkoning, waterspitsmuis, kleine karekiet, rugstreeppad, ringslang, hermelijn en ijsvogelvlinder, oranjetipje, inclusief inheemse vegetatie.

De gemeentelijke ecoloog kan aangeven of deze doelsoorten ook inderdaad in de omgeving van het project aanwezig zijn. Een ecologisch adviesbureau kan helpen de juiste maatregelen te kiezen. Alle mogelijke maatregelen en het aantal punten dat elke maatregel waard is, zijn te vinden in het bijgevoegde Invulformulier en zijn nader toegelicht in de Maatregelencatalogus. Om de creativiteit en keuzevrijheid van ontwerpers te bevorderen, kunnen in elke categorie ook maatregelen worden voorgesteld die niet in de Maatregelencatalogus vermeld staan, mits ze op overtuigende wijze bijdragen aan het vergroten van de biodiversiteit en/of klimaatadaptatie in het gebied. In overleg met de gemeente wordt dan het aantal punten bepaald.

Voor alle maatregelen geldt dat ze aantoonbaar:

• realiseerbaar zijn binnen de invloedsfeer van de uitvoerende partij;

• op deskundige wijze worden uitgevoerd;

• in goede staat moeten blijven en niet in een later stadium mogen worden weggehaald;

• zijn goedgekeurd door de gemeente Arnhem.

Stap 3. Registratie en presentatie maatregelen

Gekozen maatregelen worden geregistreerd via het 'Invulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem' (Bijlage 1). Dit formulier dient de volgende doelen:

• Het formulier kan voor het betreffende project gebruikt worden om een keuze te maken voor bepaalde maatregelen en gemakkelijk uit te rekenen hoeveel punten dat oplevert.

• De gemeente heeft een overzicht van de gekozen maatregelen en kan die vergelijken met de uiteindelijk getroffen maatregelen.

• Het geeft de mogelijkheid om projecten als voorbeeld en inspiratiebron te gebruiken voor andere projecten in Arnhem.

Naast het ingevulde invulformulier dienen alle maatregelen (zowel de ingebouwde nestvoorzieningen als de overige maatregelen) ook ingetekend te worden op de juiste plek in plattegrond en in gevelaanzichten. Daarmee kan worden getoetst of de maatregelen op de juiste plekken in en om de woningen zitten. En na oplevering kan zo worden gecontroleerd of de maatregelen inderdaad zijn aangebracht en in stand worden gehouden. Ook moet beheer en onderhoud zijn geregeld. Hiervoor moet bij ontwikkelingen vanaf 2000m2 een beheerplan worden overlegd.

Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 14 november 2023,

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

BIJLAGE 1 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen 2023

Invulformulier Natuurinclusief Bouwen in Arnhem 2023

BIJLAGE 2 horende bij de Beleidsregels Natuurinclusief Bouwen 2023

Maatregelencatalogus Natuurinclusief Bouwen in Arnhem 2023

Deze bijlagen zijn te vinden op de gemeentelijke website