Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en de erepenning (VERORDENING regelende de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en de erepenning der gemeente Den Helder)

Geldend van 10-02-1971 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Den Helder, houdende regels over de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en de erepenning (VERORDENING regelende de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en de erepenning der gemeente Den Helder)

De gemeenteraad van de gemeente Den Helder,

BESLUIT:

vast te stellen de VERORDENING regelende de instelling en de toekenning van het ereburgerschap en de erepenning der gemeente Den Helder.

Artikel 1

Teneinde personen, die zich jegens de gemeente en/of de burgerij in hoge mate verdienstelijk hebben gemaakt of zich op andere wijze in hoge mate hebben onderscheiden, te kunnen doen blijken van de waardering van de erkentelijkheid der gemeente, worden ingesteld:

  • a.

    het ereburgerschap der gemeente Den Helder;

  • b.

    de erepenning der gemeente Den Helder.

Artikel 2

Het ereburgerschap wordt slechts in zeer bijzondere gevallen als blijk van grote waardering en erkentelijkheid toegekend, en wel aan diegenen – zowel ingezetenen als niet-ingezetenen der gemeente Den Helder-, die zich jegens de gemeente en/of de burgerij in hoge mate verdienstelijk hebben gemaakt, al dan niet gepaard gaande met zeer bijzondere verdiensten van andere aard.

Tot het verlenen van het ereburgerschap besluit de Raad bij gemotiveerde beslissing.

Artikel 3

De erepenning kan worden toegekend als blijk van waardering en erkentelijkheid – zowel aan ingezetenen als aan niet-ingezetenen der gemeente, die zich jegens de gemeente en/of de burgerij algemeen erkende bijzondere verdiensten hebben verworven.

Tot het toekennen van de erepenning besluiten Burgemeester en Wethouders bij gemotiveerde beslissing, welke beslissing ter kennis van de Raad wordt gebracht.

Artikel 4

Het bezit van de erepenning sluit het ontvangen van het ereburgerschap niet uit.

Artikel 5

Burgemeester en Wethouders houden van elke toekenning van het ereburgerschap en/of erepenning aantekening in een register, waarvan vorm en indeling door hen worden vastgesteld.

Artikel 6

De erepenning die in zilver zal worden uitgevoerd, draagt aan de ene zijde een voorstelling van het gemeentewapen en aan de andere zijde een symbolische voorstelling met tekst.

De vormgeving, uitvoering, afmetingen en gewicht van de erepenning worden voor het overige door Burgemeester en Wethouders bepaald.

Artikel 7

Aan de begiftigde met het ereburgerschap wordt tevens uitgereikt de erepenning en een oorkonde, vermeldende de aard, de reden en de datum van de onderscheiding en een waarmerking vanwege Burgemeester en Wethouders. Het model der oorkonde wordt door Burgemeester en Wethouders vastgesteld.

Artikel 8

Deze verordening treedt in werking op heden.

Met ingang van heden vervalt het besluit van Burgemeester en Wethouders, uitoefende de bevoegdheden van de Raad, van 15 februari 1946, tot het instellen van het ereburgerschap.

Artikel 9

Zij die voor het inwerking treden van deze verordening zijn begiftigd met het ereburgerschap en/of de erepenning der gemeente Den Helder worden geacht overeenkomstig deze verordening begiftigd te zijn met het ereburgerschap en/of de erepenning.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 februari 1971.

S.H. Visser, voorzitter

Nijzink, secretaris