Regeling vervalt per 31-12-2025

Openstellingsbesluit POP-3 fysieke investeringen land- en tuinbouw Zuid-Holland 2021

Geldend van 18-07-2023 t/m 30-12-2025

Intitulé

Openstellingsbesluit POP-3 fysieke investeringen land- en tuinbouw Zuid-Holland 2021

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland;

Gelet op artikel 1.3 van de Uitvoeringsregeling POP- 3 Zuid-Holland;

Overwegende dat het wenselijk is dat landbouwondernemingen in de Krimpenerwaard investeringen doen die bijdragen aan de realisatie van het Natuur Netwerk Nederland en daarmee ook bijdragen aan klimaat, biodiversiteit en kringlooplandbouw.

Besluiten:

Vast te stellen het volgende besluit:

Openstellingsbesluit POP-3 fysieke investeringen land- en tuinbouw Zuid-Holland 2021

Artikel 1 Begripsbepaling

In dit openstellingsbesluit wordt verstaan onder Uitvoeringsregeling: Uitvoeringsregeling POP-3 Zuid-Holland.

Artikel 2 Aanvraagperiode

  • 1. Een aanvraag voor subsidie, als bedoeld in paragraaf 2.2 van de uitvoeringsregeling kan worden ingediend in de periode van 10 mei 2021 tot 10 juni 2021 .

  • 2. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze binnen de in het eerste lid genoemde periode is ontvangen.

Artikel 3 Subsidiabele activiteit

In afwijking van artikel 2.2.1 van de uitvoeringsregeling kan subsidie worden verstrekt voor fysieke investeringen in landbouwondernemingen die gelegen zijn in de Krimpenerwaard;

Artikel 4 Deelplafond

  • 1. Het deelplafond voor dit openstellingsbesluit bedraagt € 1.000.000,-.

  • 2. Het deelplafond, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit 50% uit ELFPO middelen en voor 50% uit provinciale middelen.

Artikel 5 Subsidievereisten

  • 1. In afwijking van artikel 2.2.3, eerste lid, van de uitvoeringsregeling heeft de activiteit betrekking op ten minste één van de volgende thema’s:

    • a.

      klimaatadaptatie;

    • b.

      klimaatmitigatie;

    • c.

      maatregelen die leiden tot een geringer grondstoffengebruik en een gesloten kringloop, met als resultaat een vermindering van de emissie van milieubelastende stoffen naar bodem, lucht en grond- en oppervlakte water en minder uitputting van hulpbronnen en grondstoffen;

    • d.

      behoud en versterking van de biodiversiteit en de omgevingskwaliteit.

  • 2. In aanvulling op het eerste lid draagt de activiteit bij aan de zelfrealisatie van het ecologisch verantwoord beheer of gebruik van het NNN in de Krimpenerwaard.

Artikel 6 Subsidiabele kostentypen

In afwijking van artikel 1.8, eerste lid, van de uitvoeringsregeling kunnen subsidiabele kosten bestaan uit:

  • a.

    kosten waarvoor van derden een factuur of document met gelijkwaardige bewijskracht kan worden overlegd.

  • b.

    Personeelskosten.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

In afwijking van artikel 2.2.4, eerste lid, van de uitvoeringsregeling komen de volgende kosten voor subsidie in aanmerking:

  • a.

    de kosten van de bouw, verbetering, verwerving of leasing van onroerende goederen;

  • b.

    de kosten van de koop van nieuwe machines en installaties tot maximaal de marktwaarde van de activa;

  • c.

    personeelskosten als bedoeld in artikel 1.9a van de uitvoeringsregeling

  • d.

    niet verrekenbare of compensabele BTW.

Artikel 8 Subsidiehoogte

Indien toepassing van artikel 2.2.6 van de uitvoeringsregeling ertoe leidt dat de subsidie minder bedraagt dan € 650.000,-, wordt de subsidie niet verstrekt.

Artikel 9 Selectiecriteria

  • 1. Gedeputeerde Staten hanteren voor de rangschikking als bedoeld in artikel 2.2.7 van de uitvoeringsregeling de volgende criteria:

    • a.

      de mate van effectiviteit van de activiteit;

    • b.

      de mate van efficiëntie van uitvoering van de activiteit;

    • c.

      de haalbaarheid van de activiteit;

    • d.

      de mate van innovatie;

  • 2. Voor ieder criterium, bedoeld in het eerste lid, kan een tot en met vijf punten worden behaald.

  • 3. De criteria hebben de volgende wegingsfactoren:

    • a.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder a, heeft een wegingsfactor van 4;

    • b.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder b, heeft een wegingsfactor van 3;

    • c.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder c, heeft een wegingsfactor van 2;

    • d.

      het criterium bedoeld in het eerste lid, onder d, heeft een wegingsfactor van 1.

  • 4. Indien een aanvraag minder dan 30 punten behaalt, wordt de aanvraag niet gehonoreerd.

  • 5. Aanvragen worden op volgorde van de rangschikking gehonoreerd.

  • 6. Als twee of meer aanvragen een gelijk aantal punten hebben verkregen en hun plaats in de rangschikking zodanig is dat de som van de toe te kennen maximale subsidiebedragen het subsidieplafond overstijgt, wordt met inachtneming van het subsidieplafond subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a.

  • 7. Indien de aanvragen, bedoeld in het zesde lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel b.

  • 8. Indien de aanvragen, bedoeld in het zevende lid, een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

  • 9. Indien de aanvragen als bedoeld in het achtste lid een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt de subsidie verleend voor de aanvraag om subsidie met het hoogste aantal punten behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.

  • 10. Indien de aanvragen als bedoeld in het negende lid een gelijk aantal punten hebben behaald op het criterium bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c en d , wordt door middel van loting bepaald welke aanvraag als eerste wordt gehonoreerd.

Artikel 10 deelbetaling

In afwijking van artikel 1.19, derde lid, van de uitvoeringsregeling heeft een aanvraag om een deelbetaling betrekking op minimaal € 50.000,-.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het provinciaal blad waarin dit besluit is geplaatst.

Artikel 12 Werkingsduur

Dit besluit vervalt op 31 december 2025.

Artikel 12 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Openstellingsbesluit POP-3 fysieke investeringen landbouw Zuid-Holland 2021.

Ondertekening

Den Haag, 20 april 2021

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

Drs. H.M.M. Koek, Secretaris.

Drs. J. Smit, voorzitter.