Verordening van de raad van de gemeente Boxtel houdende bepalingen over afvalstoffen (Afvalstoffenverordening gemeente Boxtel)

Geldend van 27-04-2021 t/m heden

Intitulé

Verordening van de raad van de gemeente Boxtel houdende bepalingen over afvalstoffen (Afvalstoffenverordening gemeente Boxtel)

De raad van de gemeente Boxtel;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 februari 2021;

gelet op:

  • de artikelen 10.23, 10.24, tweede lid, 10.25 en 10.26 van de Wet milieubeheer, en

  • het gemeentelijk milieubeleidsplan;

b e s l u i t :

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening van de raad van de gemeente Boxtel houdende bepalingen over afvalstoffen (Afvalstoffenverordening gemeente Boxtel)

§ 1. Algemeen

Artikel 1. Begrippen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt aangesloten bij de begrippen in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer. Voorts wordt onder ‘perceel’ verstaan: perceel waar geregeld huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan.

Artikel 2. Doelstelling

De toepassing van deze verordening is gericht op de bescherming van het milieu, met inbegrip van een doelmatig beheer van afvalstoffen.

§ 2. Huishoudelijke afvalstoffen

Artikel 3. Aanwijzing van de inzameldienst

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders wijst de inzameldienst aan die is belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2. Aan de aanwijzing kunnen voorschriften worden verbonden en beperkingen worden gesteld. Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

  • 3. Het college van burgmeester en wethouders kan nadere regels stellen over de voorbereiding van de aanwijzing en over het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 4. Regulering van andere inzamelaars

  • 1. Het is anderen dan de inzameldienst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen, tenzij de inzamelaar:

    • a.

      daartoe is aangewezen door het college van burgemeester en wethouders;

    • b.

      bij nadere regels van het college van burgemeester en wethouders van het verbod is vrijgesteld, of

    • c.

      verplicht is tot inname, zoals bedoeld in artikel 9.5.2, derde lid, aanhef en onder b, of vierde lid, van de Wet milieubeheer.

  • 2. Op de aanwijzing van een inzamelaar, zoals bedoeld in het eerste lid, onder a, is artikel 3, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5. Inzamelmiddelen en -voorzieningen

  • 1. De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 6. Algemene verboden

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen:

  • a.

    ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst als bedoeld in artikel 3, eerste lid;

  • b.

    over te dragen aan een ander dan een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid, of

  • c.

    achter te laten op een andere plaats dan de inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

Artikel 7. Afvalscheiding

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders stelt nadere regels over de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk door de inzameldienst als bedoeld in artikel 3, eerste lid, of door een inzamelaar als bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden ingezameld, over de frequentie van het inzamelen van elk van deze bestanddelen en over de locaties van deze inzameling bij of nabij elk perceel of op wijkniveau.

  • 2. In ieder geval worden de volgende bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • groente-, fruit- en tuinafval;

    • papier en karton;

    • glas;

    • textiel;

    • klein chemisch afval, en

    • plastic verpakkingsafval, metalen verpakkingen en drankenkartons (PMD).

Artikel 8. Gescheiden aanbieding

  • 1. Het is verboden de bestanddelen van huishoudelijke afvalstoffen, zoals bedoeld in artikel 7, anders dan afzonderlijk:

    • a.

      ter inzameling aan te bieden;

    • b.

      achter te laten op een inzamelplaats als bedoeld in artikel 5.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan over gescheiden aanbieden nadere regels stellen. Deze regels kunnen voor categorieën van gevallen of personen een vrijstelling inhouden van het verbod, zoals bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9. Tijdstip van aanbieding

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan op de door het college van burgemeester en wethouders daartoe aangewezen dag en tijden. Dag en tijden kunnen voor bestanddelen als bedoeld in artikel 7 verschillend worden vastgesteld. Hierbij geldt als uitgangspunt dat er pas afvalstoffen mogen worden aangeboden op de aangewezen inzameldag en dan wel voor 7:30 uur.

Artikel 10. Wijze en plaats van aanbieding

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college van burgemeester en wethouders te stellen nadere regels over het gebruik van:

    • a.

      inzamelmiddelen voor het aanbieden ter inzameling bij een perceel, of

    • b.

      inzamelvoorzieningen voor het aanbieden ter inzameling nabij een perceel.

  • 2. Het is verboden om een inzamelmiddel na afloop van de tijden, zoals bedoeld in artikel 9, buiten een perceel te laten staan.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen voor categorieën van percelen. Deze regels kunnen een vrijstelling van het verbod inhouden.

§ 3. Bedrijfsafvalstoffen

Artikel 11. Inzameling bedrijfsafvalstoffen door inzameldienst

Het college van burgemeester en wethouders kan bestanddelen van bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die worden ingezameld door de inzameldienst die is aangewezen krachtens artikel 3, eerste lid, in gevallen waarin de voor deze inzameling verschuldigde heffing is voldaan.

Artikel 12. Aanbieden ter inzameling van bedrijfsafvalstoffen

Het is verboden anders dan in overeenstemming met artikel 11 bedrijfsafvalstoffen ter inzameling door de inzameldienst aan te bieden, aan de inzameldienst over te dragen of bij de inzamelplaats, zoals bedoeld in artikel 5, achter te laten.

Artikel 13. Regeling van inzameling van bedrijfsafvalstoffen

  • 1. Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden anders dan in overeenstemming met de door het college van burgemeester en wethouders te stellen nadere regels over de dagen, tijden, wijzen en plaatsen van inzameling van de krachtens artikel 11 aangewezen bedrijfsafvalstoffen.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen voor het aanbieden of overdragen van bedrijfsafvalstoffen. Deze regels kunnen mede worden vastgesteld voor anderen dan de inzameldienst en kunnen een vrijstelling van het verbod, zoals bedoeld in het eerste lid, inhouden.

§ 4. Zwerfafval en overige

Artikel 14. Dumpingsverbod

  • 1. Het is verboden zonder ontheffing van het college van burgemeester en wethouders, buiten een inrichting, hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu te veroorzaken, door een afvalstof, een stof of een voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins daar te plaatsen.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a.

      het aanbieden, overdragen of achterlaten van huishoudelijke afvalstoffen of bedrijfsafvalstoffen in overeenstemming met deze verordening;

    • b.

      het composteren van huishoudelijk groente-, fruit- of tuinafval op het perceel waar dit is ontstaan;

    • c.

      het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen, met inbegrip van daarbij niet te vermijden plaatsing van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen op de weg, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994;

    • d.

      handelingen die zijn verboden bij of krachtens de Wet bodembescherming, de Waterwet of het Besluit bodemkwaliteit.

  • 3. Indien de overtreder van dit artikel onbekend is, wordt de persoon tot wie de aangetroffen afvalstof, stof of voorwerp kan worden herleid, geacht te hebben gehandeld in strijd met dit artikel.

Artikel 15. Zwerfafval in de openbare ruimte

  • 1. Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen van beperkte omvang en gewicht, die zijn ontstaan buiten een perceel, achter te laten in de openbare ruimte, anders dan in daartoe bestemde afvalbakken of andere middelen ter inzameling van deze afvalstoffen. Voor klein chemisch afval geldt het verbod onverkort.

  • 2. Reclamedrukwerk, ander promotiemateriaal en de verpakking daarvan, die in weerwil van het eerste lid in de openbare ruimte wordt weggeworpen of achtergelaten, wordt terstond opgeruimd door degene die het in de betreffende omgeving onder het publiek verspreidde.

  • 3. Het is verboden ter inzameling gereedstaande afvalstoffen of inzamelmiddelen te doorzoeken of te verspreiden, te stoten, te schoppen, omver te werpen of deze anderszins te behandelen.

Artikel 16. Zwerfafval rondom inrichtingen

  • 1. Degene die een inrichting drijft waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, draagt zorg voor de aanwezigheid in of nabij de inrichting, van een steeds voor gebruik door het publiek beschikbare en tijdig geleegde afvalbak of soortgelijk middel voor het houden van afval.

  • 2. Degene die de inrichting drijft, verwijdert zo vaak als nodig etenswaren, verpakkingen, afval of andere materialen die kennelijk uit de inrichting afkomstig zijn of voor de inrichting zijn bestemd binnen een straal van ten minste 25 meter van de inrichting.

  • 3. De vorige leden gelden niet voor situaties waarin wordt voorzien door het Activiteitenbesluit milieubeheer.

Artikel 17. Afval en verontreiniging op de weg

  • 1. Het is verboden een weg, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wegenverkeerswet 1994, te verontreinigen of het milieu nadelig te beïnvloeden door afvalstoffen, stoffen of voorwerpen te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten.

  • 2. Degene die in strijd met het eerste lid de weg verontreinigt of het milieu nadelig beïnvloedt of diens opdrachtgever zorgt terstond na de beëindiging van de werkzaamheden van die dag voor het reinigen van de weg, of zoveel eerder als nodig is om de veiligheid van het verkeer of de bescherming van het wegdek te verzekeren.

Artikel 18. Geen opslag van afval in de open lucht

Het is verboden afvalstoffen op een voor het publiek waarneembare plaats in de open lucht en buiten een inrichting als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben, anders dan door het in overeenstemming met paragraaf 2 van deze verordening aanbieden of overdragen van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 19. Ontdoen van autowrakken

Het is eenieder verboden zich te ontdoen van een autowrak dat afkomstig is van een perceel, anders dan door afgifte aan een inrichting als bedoeld in artikel 6 van het Besluit beheer autowrakken.

§ 5. Handhaving en toezicht

Artikel 20. Strafbare feiten

Overtreding van:

  • artikel 4;

  • artikel 6;

  • de artikelen 8 tot en met 10, of

  • de artikelen 12 tot en met artikel 19,

is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a, onderdeel 3, van de Wet op de economische delicten.

Artikel 21. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaren.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 22. Overgangsrecht

De intrekking van de verordening als bedoeld in artikel 25, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening verleende vergunningen of ontheffingen, hoe dan ook genaamd, en voor de op grond daarvan genomen nadere regels of aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop een aanwijzingsbesluit is gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover een besluit niet eerder is vervallen of ingetrokken.

Artikel 23. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening gemeente Boxtel.

Artikel 24. Inwerkingtreding en intrekking oude verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2. De “Afvalstoffenverordening van de gemeente Boxtel”, zoals vastgesteld op 27 januari 2005, wordt ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten door de gemeenteraad van Boxtel in zijn openbare vergadering van 20 april 2021.

De gemeenteraad voornoemd,

de griffier,

I.H.M. Smits

de voorzitter,

R.S. van Meygaarden