Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent groenbeheer voor openbaar groen, begraafplaatsen en sportvelden

Geldend van 18-03-2016 t/m heden

Intitulé

Besluit van de gemeenteraad van de gemeente Medemblik houdende regels omtrent groenbeheer voor openbaar groen, begraafplaatsen en sportvelden

1 Aanleiding

1.1 Aanleiding

Eind 2011 is het eerste groenbeheerplan voor de samenvoegende gemeente Medemblik opge-steld. Dit beheerplan heeft een geldigheidsduur van vier jaar. Nu, 2015, is het moment het eerste groenbeheerplan te actualiseren.

In dit geactualiseerde beheerplan zijn de gewijzigde arealen en nieuwe prijspeilen opgenomen. De arealen staan anno 2015 nagenoeg actueel en compleet in het beheersysteem. Daarnaast is de gemeente de afgelopen jaren een kwaliteit gestuurd beheer gaan voeren en wordt werk uit-besteed aan de hand van (beeld)bestekken. Dit leidt tot een andere manier van werken.

Een aantal ontwikkelingen voor de komende beheerperiode hebben betrekking op de uitvoe-ring:

  • in de formatie van de Buitendienst vindt de komende jaren een natuurlijk verloop plaats. Er is een effect van bezuinigingen en taakstellingen. Er moet rekening gehouden worden met de benodigde capaciteit van de Buitendienst om de taken naar behoren te kunnen uitvoeren;

  • de optimale inzet van eigen materieel;

  • het werkproces voor boomveiligheidscontroles is beschreven. De boomveiligheidscontrole wordt vanaf 2016 volledig in eigen beheer uitgevoerd;

  • glyfosaat, een chemische onkruidbestrijdingsmiddel dat wordt gebruikt voor het bestrijden van onkruid op verharding, gaat mogelijk komende beheerperiode verdwijnen. Hiervoor zijn alternatieven beschreven;

  • de rol van de Buitendienst zal nog meer in het teken staan van de dienstverlening aan de burger, zodat de klant centraal staat en de medewerker zichzelf zal blijven ontwikkelen;

  • een belangrijk thema op dit moment is de biodiversiteit. Daarom is de gemeente recentelijk op een aantal kansrijke plekken projecten gestart om de biodiversiteit te vergroten.

1.2 Doel

Het doel van dit groenbeheerplan is een duidelijk beeld schetsen van het groen met betrekking tot hoeveelheden, huidige kwaliteit, gewenste kwaliteit en de daarbij bijbehorende kosten en arbeidsuren. Hiermee wordt duidelijk wat bestuurders en burgers kunnen verwachten op het gebied van groenbeheer.

Het beschreven beheer in dit plan is doelmatig, planmatig en continu. Zoals beschreven in het groenstructuurplan, dient het openbaar groen van gemeente Medemblik het visitekaartje te zijn van de gemeente. Mooie en goed onderhouden groenstructuren dragen bij aan een positieve waardering van de leefomgeving, terwijl matig onderhouden groen hier juist afbreuk aan doet. Het is dan ook van belang dat het groenonderhoud en de groenstructuur met elkaar in balans zijn.

De provincie heeft aangekondigd het groenbeheerplan op te vragen ter controle van de onderbouwing van de gemeentebegroting. Hierbij kijkt de provincie naar het onderscheid tussen dagelijks onderhoud, groot onderhoud en investeringen.

Het groenbeheerplan is in samenwerking met de medewerkers van de gemeente opgesteld.

Het plan geldt voor een periode van vier jaar.

1.3 Leeswijzer

Het beheerplan is praktisch van opzet. In de hoofdstukken 2 en 3 worden de uitgangsgegevens beschreven die kader stellend zijn voor het groenbeheerplan. In hoofdstuk 2 zijn de arealen beschreven en hoe deze momenteel worden beheerd. Hoofdstuk 3 beschrijft de relevante wet- en regelgeving die op het groenbeheer van toepassing zijn.

De visie op het groenbeheer voor de komende vier jaar staat omschreven in hoofdstuk 4. Naast de beheervisie staan de verschillende beleidsthema’s uitgewerkt. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in de financiën op gebied van dagelijks onderhoud, groot onderhoud en investeringen. De inzet in uren die nodig is om het beheer te realiseren, staat beschreven in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 eindigt met de conclusies en aanbevelingen.

2 Kwantitatieve gegevens

2.1 Rayonverdeling

Gemeente Medemblik heeft zeventien kernen, verdeeld over drie rayons. Elke rayon wordt aangestuurd door een opzichter die een eigen team heeft. Ieder team werkt vanuit de gemeentewerf in het eigen rayon. De opzichter coördineert de werkzaamheden, stuurt de onderaannemers aan en is het contactpersoon voor de burger in zijn rayon. Met de rayons is de gemeente opgedeeld in drie stukken. Dit zorgt ervoor dat de lokale kennis over het groen per uitvoerend team goed geborgd blijft en het werk efficiënt kan worden uitgevoerd.

Tabel 2.1 Rayonindeling

RAYONINDELING

Wognum

Medemblik

Wervershoof

Abbekerk

Medemblik

Andijk

Benningbroek

Midwoud

Onderdijk

Hauwert

Oostwoud

Wervershoof

Lambertschaag

Opperdoes

Zwaagdijk-Oost

Nibbixwoud

Twisk

 

Sijbekarspel

 
 

Wognum

 
 

Zwaagdijk-West

 
 

De kaart met de begrenzing van de Rayons is opgenomen in bijlage 1.

2.2 Hoeveelheden

De Buitendienst van gemeente Medemblik heeft een oppervlakte groen van circa 280 hectare in beheer (inclusief begraafplaatsen, halfverhardingen en sportcomplexen). Daarnaast heeft de gemeente nog watergangen in onderhoud. In de arealen zijn alleen de watergangen meegeteld waar, door de gemeente, een maaiboot wordt ingezet. In tabel 2.2 zijn de totalen per hoofdgroep weergegeven (exclusief meubilair). In bijlage 3 zijn de hoeveelheden verdeeld in beheer-groepen. De areaalgegevens zijn ontleend aan het digitale beheersysteem dg DIALOG d.d. 12-03-2015).

2.3 Kwaliteitsniveaus

De gemeente hanteert voor het groenonderhoud als standaard kwaliteitsniveau B (basis) van het CROW 1 , met uitzondering van de rotondes, begraafplaatsen en het Emmapark Kwaliteits-niveau A (hoog). In hoofdstuk 4 wordt hier nader op ingegaan. Uit het toezicht en de monitoring blijkt dat de gewenste kwaliteit ook gehaald wordt.

Tabel 2.2 Hoeveelheden

HOEVEELHEDEN

Hoofdgroep

Totalen

Eenheid

Bomen

24.894

st

Bos

194.496

Bosplantsoen

225.342

Haag

5.590

Blokhaag

48.977

Sierheesters en botanische rozen

300.555

Vaste planten/ struikrozen

9.982

Gazon

789.123

Bermgras

533.726

Bermgras ecologisch

85.290

Ruw gras, percelen

200.828

Bloembakken

67

st

Grafvelden

16.119

Grond van gemeente, maar geen onderhoud

385.564

Sportveld natuurgras

255.208

Sportveld kunstgras

66.253

Houtsnipper- en schelpenpaden

33.874

Watergangen en oevers

442.182

Slootkanten

139.171

m1

2.4 Werkzaamheden

De gemeente besteedt een deel van haar groenwerkzaamheden uit aan derden of aan de socia-le werkvoorziening WerkSaam. De eigen dienst doet vooral het kwalitatief hoogwaardige en kleinschalige onderhoud. Ook handelt de eigen dienst meldingen af en worden groenvakken gerenoveerd/gereconstrueerd. Daarnaast wordt een deel van het gazon en sportvelden nog gemaaid.

De eigen dienst heeft nog andere taken buiten de groenwerkzaamheden, zoals:

  • 24/7 piketdienst;

  • onkruidbestrijding op verharding;

  • gladheidbestrijding;

  • verwijderen milieu- en zwerfafval;

  • onderhoud speelvoorzieningen;

  • onderhoud riolering;

  • onderhoud straatwerk;

  • wegafsluitingen en werkzaamheden bij evenementen;

  • onderhoud gemeentelijke gebouwen;

  • onderhoud straatmeubilair en verkeersborden.

Op de volgende pagina is in een tabel een overzicht te zien van alle groenwerkzaamheden. Per rayon is aangegeven door welke partij de werkzaamheden worden uitgevoerd.

Tabel 2.3Verdeling groenwerkzaamheden

afbeelding binnen de regeling

3 Wet- en regelgeving groenbeheer

3.1 Natuurbeschermingswetgeving

Hieronder staat de meest relevante wet- en regelgeving voor het groenbeheer benoemd.

Omdat het groenbeheer in sommige gevallen een sterke relatie heeft met natuur, wordt in het bijzonder ingegaan op wetgeving met betrekking tot natuur.

Natuurbeschermingswet

In de Natuurbeschermingswet is de bescherming van specifieke gebieden geregeld. De bepa-lingen uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn zijn in de Natuurbeschermingswet verwerkt. De volgende gebieden zijn aangewezen en beschermd op grond van de Natuurbeschermingswet:

  • Natura 2000-gebieden (Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden);

  • Beschermde Natuurmonumenten;

  • Wetlands.

Voor gemeente Medemblik is het IJsselmeer op 23 december 2009 aangewezen als Natura 2000-gebied van belang. Activiteiten in of direct naast deze gebieden die effect hebben op natuurwaarden, zijn vaak vergunningsplichtig. Voor het groen vinden hier geen beheer-activiteiten plaats. Meer informatie over de Natuurbeschermingswet is te lezen op de website van de Rijksoverheid. Soorten worden beschermd op basis van de Flora- en faunawet.

Flora- en faunawet

De Flora- en faunawet is gemaakt om planten- en diersoorten die vrij in het wild leven, te beschermen. Ongeveer 500 van de 36.000 soorten die in Nederland voorkomen, vallen onder de bescherming van deze wet. Om deze kwetsbare soorten te beschermen, bevat de Flora- en faunawet een aantal verbodsbepalingen. Activiteiten die de rust-, slaap-, paar of foerageer-plaatsen verstoren, beschadigen of vernietigen, zijn verboden. Onder bepaalde voorwaarden mogen de activiteiten wel doorgaan. Er is dan een ontheffing of vrijstelling nodig.

In het groenbeheer is er ook de verplichting om je te conformeren aan de Flora- en faunawet door een bestendig beheer te voeren. Om aan te tonen dat je als beheerder voldoet aan de regels, wordt gewerkt met een gedragscode Flora- en faunawet. Hierin staan de gedragsregels die beschrijven op welke manier schade aan beschermde dieren en planten zo veel mogelijk wordt voorkomen bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudswerkzaamheden.

Gemeente Medemblik werkt volgens de gedragscode Flora- en faunawet naar het model van de VNG.

Natuurnetwerk Nederland

Het Natuurnetwerk Nederland (NNN) (voorheen EHS) is vastgelegd in de structuurvisie provincie Noord-Holland. In gemeente Medemblik zijn een aantal gebieden die hier onderdeel van uitmaken (zie bijlage 4). Activiteiten in of pal naast deze gebieden die effect hebben op natuurwaarden mogen niet plaatsvinden, tenzij er sprake is van een zwaarwegend maatschappe-lijk belang en indien er geen alternatieven zijn. Op een aantal locaties bevindt zich binnen of in de directe nabijheid van de NNN gemeentelijk groen. In het beheer wordt rekening gehouden met de ligging van het NNN. Zo bevinden zich hier veelal de bermen met ecologisch beheer.

3.2 Zorgplicht bomen

De plicht om zorg te besteden aan eigendommen komt voort uit de rechtspraak aangaande artikel 6:162 BW over onrechtmatige daad. Op grond van dit artikel is een boomeigenaar aansprakelijk voor schade, veroorzaakt door de boom als de te besteden zorg voor de boom onvoldoende is geweest. Door verschillende rechterlijke uitspraken is uiteindelijk een algemeen aanvaarde consensus ontstaan over zorgplicht voor bomen. Daarbij worden drie categorieën zorgplicht onderscheiden:

  • 1)

    algemene zorgplicht

    Verplichting om bomen regelmatig en systematisch op deskundige wijze te (laten) beoordelen en op basis daarvan zo nodig actie te ondernemen;

  • 2)

    verhoogde zorgplicht

    Verplichting om bomen op locaties met verhoogde gevaarzetting (pleinen, winkelcentra, speelplaatsen etc.) tenminste één keer per jaar te laten controleren;

  • 3)

    onderzoeksplicht

    Geldt voor bomen waarbij uitwendige gebreken of symptomen voor verborgen gebreken zijn vastgesteld, die een potentieel risico kunnen betekenen. Nader onderzoek moet uitwijzen wat de aard en ernst van die gebreken is en welke maatregelen noodzakelijk zijn.

De boomcontrole kan uit worden gevoerd aan de hand van de VTA-methode (Mattheck & Breloer, 1995). VTA staat voor Visual Tree Assessment ofwel een visuele boom-veiligheidsbeoordeling.

3.3 Chemische onkruidbestrijding

Het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is al en wordt nog meer teruggedrongen, omdat eind 2015 het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden zal worden aangepast. Hierin zal een gebruiksverbod op Glyfosaat, de werkzame stof in het chemische bestrijdingsmiddel Roundup, worden opgenomen. De verwachting is dat het verbod van Glyfosaat op verhardingen begin 2016 in werking zal treden. Over alternatieve ‘laag-risico middelen’ is nog geen besluit genomen. De mogelijkheid bestaat dat ook deze middelen worden verboden onder Europese regelgeving.

Voor overige (niet verharde) terreinen buiten de landbouw wordt voor het professioneel gebruik op een later tijdstip (november 2017) een gebruiksverbod ingesteld om omschakeling naar niet-chemische technieken en methoden mogelijk te maken.

3.4 Beleid/regelgeving

Omgevingsvergunning kappen

Op 28 februari 2012 is door het college de Bomenlijst vastgelegd. Hierin zijn onder andere de regels voor het kappen van bomen opgenomen. In gemeente Medemblik geldt voor het kappen van bomen het volgende:

  • voor het kappen van een boom op particuliere gronden is geen omgevingsvergunning nodig, tenzij de boom vermeld staat op de beeldbepalende of waardevolle bomenlijst. Via het omgevingsloket kan men de aanvraag indienen;

  • gemeente Medemblik moet voor bomen in eigendom een omgevingsvergunning aanvragen. Ook kunnen burgers via het webformulier ‘Melding openbare ruimte’ een verzoek indienen tot de kap van een gemeenteboom.

Motie ‘ herplantplicht bomen’

Op 2 juli 2015 heeft de raad een motie aangenomen over een herplantplicht. Er geldt een her-plantplicht voor bomen die gekapt worden als gevolg van bouw-, grond-, of infrastructurele werkzaamheden. Bij voorkeur op of nabij de betreffende locatie. Als dat niet mogelijk of wenselijk is, moet dit op een andere locatie gecompenseerd worden. Deze compensatie dient ter versterking van bestaande groenstructuren. Herplant moet bekostigd worden uit de projectkosten van bovengenoemde werken.

Groenstructuurplan

In 2011 heeft gemeente Medemblik een Groenstructuurplan opgesteld. Dit is een belangrijke eerste aanzet naar ontwikkelen van helder en eenduidig groenbeleid. Het geformuleerde beleid heeft een termijn van ongeveer tien jaar.

Voor het Groenstructuurplan is op wijkniveau de bestaande groenstructuur en beeldkwaliteit in kaart gebracht. In nauwe samenwerking met de vakspecialisten van de gemeente zijn de gegevens uit de inventarisatie in een rapport verwerkt en de bevindingen zijn verwerkt in een visie die geldt voor de gehele gemeente. Aan de hand van de visie zijn verbeteringsvoorstellen, uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd om het openbaar groen in gemeente Medemblik gestructureerd en uniform te ontwikkelen en te onderhouden.

In het Groenstructuurplan is aan de hand van de huidige groenstructuur een groenvisie opgesteld. Deze gaat in op:

  • de algemene visie op de groenstructuur;

  • visie landschap;

  • visie woonkernen;

  • visie op nieuwbouw;

  • visie natuur;

  • en de visie op de Groenkwaliteit.

Met name de visie op de groenkwaliteit is van belang voor het groenbeheer. De Gemeentelijke ambitie voor het groen is overgenomen uit het Groenstructuurplan. Omdat deze ambitie ook van belang is voor het groenbeheer, is deze Groen Ambitie in onderstaand kader opgenomen.

GEMEENTELIJKE GROEN AMBITIE

De gemeente Medemblik is een groene en landelijke gemeente. Het groen in de gemeente is van groot belang voor het woon- en leefklimaat. De landschappelijke waarde van het groen is van belang voor de herkenbaarheid van de gemeente. De aanleg en het beheer van de groen- voorzieningen in de kernen is een taak van de gemeente.

De ambitie van de gemeente is:

  • Behouden karakteristieke groene elementen;

  • Behouden open landschappelijke karakter met duidelijke lijnen;

  • Vergroten en behouden ecologische gebieden en verbindingen;

  • Het onderhoudsniveau van de gemeentelijke openbare groenvoorzieningen afstemmen op de functie van het groen.

Kadernotitie Biodiversiteit

In december 2013 heeft gemeente Medemblik een Kadernotitie Biodiversiteit vastgesteld. Door middel van deze kadernotitie wil de gemeente haar biodiversiteit bevorderen door het beheer af te stemmen op de al aanwezige of te ontwikkelen natuurwaarde. Vaak leidt extensiever beheer tot meer natuurwaarde. Het streven is om natuurgegevens bij te houden om te kunnen beoordelen of het gevoerde beheer tot meer biodiversiteit leidt.

In de kadernota is ook aandacht voor de agrarische belangen. Beheer gericht op de biodiversiteit mag er niet tot leiden dat aangrenzende agrarische bedrijven hier overlast van ondervinden.

LIOR (Leidraad Inrichting Openbare Ruimte)

Dit door de raad vastgestelde document is een leidraad voor de inrichting van de openbare ruimte; zowel op hoofdlijnen als op detail. De LIOR is bruikbaar voor de ontwerper, de beheerder, de bewoner, de belanghebbende en de bestuurder. De reikwijdte van de leidraad is de

gehele openbare ruimte binnen de bebouwde kom in alle kernen van gemeente Medemblik.

IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte)

In het eerste kwartaal van 2016 wordt het Beleidsplan IBOR ter vaststelling aan de raad aangeboden. IBOR geeft inzicht wat kwaliteitskeuzes voor de verschillende kapitaalgoederen betekenen. In dit groenbeheerplan wordt uitgegaan van de huidige kwaliteitsniveaus voor het beheer en onderhoud van het groen. Op basis van het Beleidsplan IBOR kan de kwaliteitskeuze voor het groenonderhoud per beheergroep en functiegebied aangepast worden.

4 Groenbeheervisie

4.1 Algemene visie

De visie voor het groenbeheer is gestoeld op het motto: Duurzaam en Op Beeld. Met duurzaamheid wordt bedoeld het streven naar de balans tussen people, planet, profit. Naast het verduurzamen van het beheer in relatie tot biodiversiteit en milieu wordt met duurzaam ook verstaan dat het beheer ook in de toekomst bekostigd moet kunnen blijven worden. Het op beeld werken is een middel om daar toe te komen. Door op beeld te sturen (kwaliteitsgestuurd beheer) kan bespaard worden op de kosten. Het beeldgericht werken is in de vorige beheer-periode al in gang gezet en zal de komende beheerperiode worden gecontinueerd.

4.2 Duurzaam

Duurzaamheid staat bij de gemeente hoog in het vaandel. Voor het groenbeheer betekent dit dat de focus meer ligt op milieuvriendelijke onkruidbestrijding, duurzaam en veilig boombeheer en verbetering van de biodiversiteit. Deze thema’s worden in de volgende sub paragrafen toegelicht.

4.2.1 Verbod op chemisch onkruidbeheer

In hoofdstuk 3.3 is aangegeven dat het gebruik van chemisch onkruidbestrijding sterk wordt ingeperkt. Hierdoor moet ook Medemblik op zoek naar alternatieven. Tot 2015 gebruikt gemeente Medemblik voor de bestrijding van onkruid op verhardingen vooral chemische bestrijdingsmiddelen. Deze chemische onkruidbestrijding vindt plaats volgens de DOB-methode. In 2015 is een proef gestart in het rayon Wervershoof van extra onkruidborstelen op verharding in plaats van het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen.

Duurzaam Onkruid Beheer op verhardingen (DOB)

Onkruidbestrijding volgens de DOB-methode is gericht op de meest duurzame en effectieve onkruidbestrijding. Binnen DOB kan men kiezen voor chemische, mechanisch of thermische onkruidbestrijding. Bij een eventueel verbod op chemische bestrijdingsmiddelen wordt het onderhoud komende jaren meer arbeidsintensief, en dus duurder.

Medemblik zal komende beheerperiode de afweging moeten maken welke niet-chemische bestrijdingsmethoden het meest geschikt zijn. Naast de standaard onkruidbestrijding methodes, zoals het handmatig verwijderen, wieden, borstelen en vegen, kan onkruidbestrijding ook uitgevoerd worden door thermische technieken, zoals bestrijding door middel van branden, hete lucht, heet water, stoom, schuim, of infrarode straling.

Er moet rekening gehouden worden met een flinke kostenstijging bij het overgaan op niet- chemische onkruidbestrijding. Uit een enquête (geïnitieerd door het rijk) onder zeventig gemeentes is namelijk gebleken dat gemiddeld gezien de kosten drie- tot vijfmaal hoger worden bij het overgaan op niet-chemische onkruidbestrijding.

Tijdens de inrichting van de openbare ruimte moet rekening worden gehouden met de benodigde onderhoudsmaatregelen. Tijdens het ontwerp moet rekening worden gehouden met het minimaal houden van het areaal open verharding en het minimaliseren van het aandeel voeglengte. Ook de beplantingstypen moeten aansluiten bij de functie van het gebied en de omvang van het te beplanten vak.

4.2.2 Duurzaam boombeheer

De komende vier jaar werkt de gemeente toe naar een nog veiliger en duurzamer boombeheer. De huidige werkwijze vanuit de ‘oude’ gemeenten was jaarlijks onderhoud naar aanleiding van meldingen en op basis van ervaring en waarnemingen van de eigen dienst. In 2014/2015 zijn alle bomen volgens de VTA (Visual tree assessment)-methodiek geïnspecteerd door een externe partij. De planning is om vanaf 2016 alle bomen binnen de gemeente in eigen beheer op veiligheid te controleren om aan de wettelijke zorgplicht te voldoen. Hiervoor zijn intern een zestal boominspecteurs opgeleid. Vanuit de inspectiegegevens wordt een planning opgesteld voor de uit te voeren onderhoudsmaatregelen.

Aan de hand van de leeftijd van de bomen zijn de risico’s ingeschat die de boom op de omgeving kan hebben. De risico’s bepalen de controle frequentie. De controle vindt bij bomen jonger dan 25 jaar eens in de 6 jaar plaats; bomen in de leeftijdscategorie 25 tot 50 jaar eens in de 3 jaar en bij bomen ouder dan 50 jaar is deze controle jaarlijks. De laatstgenoemde bomen worden geacht een verhoogde zorgplicht te hebben. Er is ook een categorie bomen die door bijvoorbeeld ziekteaantastingen gebreken vertonen en die hierdoor extra aandacht vragen.

Deze ‘attentiebomen’ hebben een onderzoeksplicht en worden jaarlijks gecontroleerd.

Een bijkomend voordeel van een boomveiligheidscontrole is dat het gemeentelijke bomenbestand direct wordt geactualiseerd. Ook worden alle administratieve gegevens van elke boom daar, waar nodig, aangevuld met soort, stamdiameter en plantjaar. Deze gegevens vormen tegelijkertijd input voor het bomenonderhoud.

Elke rayon wordt opgesplitst in drie delen. Het boomonderhoud en de VTA-inspectie vinden jaarlijks plaats in een derde deel van het rayon. Daarnaast wordt jaarlijks boomonderhoud en inspecties uitgevoerd op de risico- en attentiebomen.

4.2.3 Biodiversiteit

Gemeente Medemblik hecht waarde aan haar biodiversiteit. Daarom heeft de gemeente een Kadernotitie Biodiversiteit (d.d. 19 december 2014) laten opstellen. Hierin staan maatregelen opgenomen die er voor zorgen dat de biodiversiteit behouden blijft of nog verder kan worden ontwikkeld. In de notitie zijn een 27-tal gebieden opgenomen waar al een natuurvriendelijker beheer plaatsvindt. In drie pilotgebieden wordt door te monitoren, gekeken naar de mogelijkheden van vergroting van de biodiversiteit. Hierbij wordt ook rekening gehouden met de belangen van agrariërs. Er wordt met de planning van het maaiwerk nadrukkelijk rekening gehouden met agrarische percelen door deze tijdig te klepelen. Tevens is een distelverordening opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening.

Mogelijkheden om de biodiversiteit te vergroten

Hieronder staan alle relevante maatregelen die betrekking hebben op het beheer, voor de belangrijkste beheergroepen beschreven. Deze maatregelen worden vooral getroffen in de grotere en meest recente parken en zijn minder toepasbaar in de dichte bebouwde kommen waar minder ruimte aanwezig is.

Bomen

  • Het opkronen, snoeien en dunnen van bomen in beplantingen kan op bepaalde locaties minder frequent plaatsvinden.

  • Bij nieuwe aanplant kan er vaker gekozen worden voor inheemse soorten.

  • Bij nieuwe aanplant kan er vaker gekozen worden voor soorten die minder snel groeien en ouder worden.

  • Afname van het aantal boomspiegels.

Gras

  • Het extensiever maaien van het gras (= bermbeheer; één of twee keer per jaar maaien en afvoeren).

  • Vrijgekomen maaisel uit bermen afvoeren.

  • Arealen zonder functie niet meer beheren.

  • (Integrale) begrazing parken (dus zowel begrazing van de bermen als de bosplantsoenen).

Bosplantsoen

  • Variabele dunning met een lange omlooptijd.

  • Vrijgekomen takken kunnen in een takkenril verwerkt worden.

  • Toepassing van inheems plantmateriaal.

  • Dunning kan plaatsvinden door middel van lippen, omlieren en vellen van bomen, waarbij het plantmateriaal ter plaatse blijft liggen.

Hagen

  • Er kan eventueel kritisch per plek gekeken worden of hagen omgevormd kunnen worden naar ruig gras of andere inheemse beplanting met een dichte groeiwijze.

  • Naast het minder frequent snoeien van hagen, kan mogelijk op een enkele plek in parken het beheer helemaal stop worden gezet.

Sierheersters

  • Deels kunnen sierheesters fasegewijs vervangen worden door inheemse soorten; wilde kamperfoelie, braam, framboos, aalbes, klimop, zwarte bes, hazelaar, lijsterbes, meidoorn, enz.

4.2.4 Levensduur groen

Openbaar groen kent over het algemeen een beperkte levensduur en moet na een bepaalde tijd (zie onderstaande tabel) dan ook worden vervangen of worden omgevormd. Voor een duurzaam groenbeheer is het dan ook wenselijk dat de gemeente een globale afschrijvingstermijn op groen gaat hanteren. Deze hoeveelheid komt overeen met circa 5,3 hectare aan groen.

Tabel 4.1 Hoeveelheden te renoveren per jaar

HOEVEELHEDEN TE RENOVEREN PER JAAR

Hoofdgroep

 

Een-

heid

*Omlooptijd

Jaarlijks gem.te

renoveren areaal

Eenheid

Bomen

24.894

st

40

622

st

Bosplantsoen

225.342

30

7.511

Hagen/ blokhagen

54.567

20

2.728

Sierheesters en botanische rozen

300.555

20

15.028

Vaste planten/ struikrozen

9.928

7

1.418

Gazon

789.123

30

26.304

Bloembakken

67

st

7

10

st

 
 
 
 

52.989

 
 
 
 

622

st

* Bron omlooptijd: ervaringscijfers Grontmij

4.3 Op Beeld

4.3.1 S treven naar eenduidigheid

Er wordt gestreefd naar eenduidig en effectief groenbeheer in de gehele gemeente. Om dit mogelijk en meetbaar te maken, wordt gewerkt met de beeldkwaliteitslat van het CROW. Dit is een helder middel naar aannemer, bestuur en bewoners. Het CROW hanteert vijf niveaus die voor zover mogelijk gerelateerd zijn aan bestaande onderhoudsrichtlijnen. Er is gekozen voor vijf niveaus, omdat deze indeling voldoende nuancering biedt bij het vastleggen van de situatie.

Voor gemeente Medemblik kan worden uitgegaan van een gemiddelde kwaliteit B (basis). De kwaliteit A (hoog) wordt toegekend aan het Emmapark, rotondes en begraafplaatsen. Extra aandacht wordt ook geschonken aan locaties waar de gebruiksdruk hoog is; denk hierbij aan winkelcentra en binnenstad Medemblik.

De gemeente streeft naar een degelijke groenkwaliteit die voornamelijk is gebaseerd op de functionaliteit van het groen. De groenkwaliteit kan worden uitgedrukt in termen als schoon, onbeschadigd, veilig, duurzaam en functioneel. De keuze voor het onderhoudsniveau van het groen is afhankelijk van een aantal factoren, te weten:

  • assortiment;

  • standplaats;

  • functie van het groen;

  • beleving.

Aan de hand van deze factoren kan een keuze worden gemaakt voor een bepaalde groenkwaliteit.

4.3.2 Schaalbalken

Voor het bepalen van de gewenste situatie is een selectie gemaakt uit de schaalbalken van de Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte ‘Landelijke standaard voor onderhoudsniveaus’ van het CROW. Hieruit zijn de belangrijkste schaalbalken geselecteerd die op gemeente Medemblik van toepassing zijn. Iedere schaalbalk bestaat uit vijf foto’s, beschrijvingen van het criterium en meetbare normen.

In bijlage 2 zijn voor de belangrijkste beheergroepen de schaalbalken in productbladen uitgewerkt. Er zijn door het CROW nog niet voor elke beheergroep schaalbalken benoemd waardoor niet alle producten zijn behandeld.

Tabel 4.2 Toelichting kwaliteitsniveaus conform CROW

Code

Omschrijving

Toelichting

IBOR kwalificatie

A+

Zeer goed

Nagenoeg ongeschonden

Zeer hoog

A

Goed

Mooi en comfortabel

Hoog

B

Voldoende

Functioneel

Basis

C

Matig

Onrustig beeld, discomfort of enige vorm van hinder

Laag

D

Te slecht

Kapitaalvernietiging, uitlokking van vernieling, functieverlies, juridische aansprakelijkheid of sociale onveiligheid

Zeer laag

4.3.3 Omschrijving en functie van groen

Hoe het groen eruit ziet, heeft niet alleen betrekking op de gekozen beeldkwaliteit. Ook de func-tie van het groen speelt daarin een belangrijke rol. De omschrijving en de vele verschillende functies van het groen zijn uitvoerig beschreven in het Groenstructuurplan. Een aantal functies zijn: ruimtelijke functie, ecologische functie, afschermende functie, waterbergende functie. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar het Groenstructuurplan.

4.4 (Burger)participatie

Komende vier jaar zal burgerparticipatie een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het beheer van de openbare ruimte. Het doel is om inwoners meer te betrekken bij het onderhoud van de eigen leefruimte.

Op dit moment vindt al participatie plaats bij: het groenonderhoud in een aantal buurten, sportverenigingen, initiatieven voor natuurspeeltuinen, natuurprojecten met scholen, acties voor het opruimen van zwerfvuil, en werkdagen en monitoring met vrijwilligers in het kader van de biodiversiteit.

Initiatieven van burgers, acties van scholen en verenigingen worden gestimuleerd en begeleid. Wanneer inwoners een initiatief wensen te ontplooien, kunnen zij een bewonersinitiatief indienen en gebruik maken van het activiteiten- en kernenbudget.

De ervaring tot nu toe leert dat het geen directe besparing oplevert, maar dat de buurt er van opknapt en er meer betrokkenheid is bij de eigen leefomgeving. Voorwaarde is dat vanuit de inwoners de initiatieven en ideeën ontstaan.

Inmiddels worden drie rotonden door hoveniers onderhouden. Als tegenprestatie mogen zij reclame plaatsen. Voor vier andere rotonden zijn sponsoren gevonden; het onderhoud van deze vier rotonden blijft wel bij de eigen dienst. Voor meer kleur in de bermen is ‘Kleur voor de deur’ gelanceerd. De perken met voorjaarsbollen worden gesponsord door lokale ondernemers.

In het project IBOR (Integraal Beheer Openbare Ruimte) wordt participatie verder uitgewerkt. Een eerste stap is om burgers nog meer te informeren over hun (groene) leefomgeving, de mogelijkheden van groenadoptie, het beoordelen van de openbare ruimte en het organiseren van de wijk- en burgerschouw.

5 Financiën

5.1 Globale beheermaatregelen

In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de financiële gegevens. De financiële gegevens worden bepaald door:

  • groenbegroting voor het Dagelijks onderhoud. Deze is opgesteld met behulp van het groenbeheerprogramma dg DIALOG;

  • groot onderhoud. Voor groot onderhoud is er globale begroting opgesteld aan de hand van de omlooptijden van het groen en het areaal;

  • investeringen.

Om inzicht te krijgen in de beheermaatregelen zijn er per beheergroep werkpakketten opgesteld. Een werkpakket voor een beheergroep bestaat uit een verzameling handelingen waarbij een eenheidsprijs staat vermeld. De werkpakketten zijn opgebouwd uit handelingen en eenheidsprijzen. Eenheidsprijzen richten zich op de inkoop van materiaal, materieel en arbeid (loon). De handelingen zijn maatregelen volgens de IMAG-tijdnormering voor het groenbeheer ingedeeld volgens de RAW-systematiek.

5.2 Uitgangspunten Groenbegroting Dagelijks onderhoud

De kosten zijn berekend aan de hand van normgetallen, ongeacht wie het beheer uitvoert (WerkSaam, Derden, of Eigen dienst). De prijsniveaus zijn bepaald door werkzaamheden of maatregelen op te nemen in een werkpakket per te beheren object. Per werkzaamheid of maatregel is bepaald wat de kosten zijn en wat de onderhoudsfrequentie is. Door de prijzen te vermenigvuldigen met de frequenties en de hoeveelheden zijn de onderhoudskosten geraamd. De prijs per maatregel is geraamd aan de hand van externe bronnen, met als prijspeil 2015.

  • GWW kosten 2015, kostengegevens van werkzaamheden in de grond-, weg- en waterbouw, Uitgave van Elsevier.

  • IMAG normen 2001, tijdsnormen voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden, Instituut voor Milieu- en AGritechniek.

  • CROW beheerkosten openbare ruimte 2004 (CROW is kennis platform voor verkeer, vervoer en openbare ruimte).

In de doorrekening naar de kosten wordt een uurtarief van € 30,40 (exclusief btw) gehanteerd. In de raming zijn de kosten voor materieel, materiaal en arbeid apart berekend (zie bijlage 5).

Voor de raming gelden verschillende uitgangspunten:

  • de uitgerekende kosten zijn kosten die direct betrekking hebben op het uitvoeren van de werkzaamheden: arbeid, materiaal, materieel. Dit zijn loonkosten inclusief vakantie, improductief, ziekte etc. en vervoer en handgereedschap;

  • het gebruikte uurtarief exclusief algemene kosten, uitvoeringskosten en risico is € 30,40;

  • bedragen zijn inclusief verwerkingskosten plantsoenafval en verkeersmaatregelen;

  • voor de indirecte kosten binnen de groendienst is gerekend met 15% algemene kosten, uitvoeringskosten en risico. Dit betreft de leiding van de groendienst, weersverlet, opleiding, risico en voorbereiding;

  • niet opgenomen zijn overheadkosten buiten de groendienst (beleidsontwikkeling en werkvoorbereiding, administratie en toezicht).

Specifieke opmerkingen

  • Bij het machinaal snoeien/knippen van beplanting wordt op regiebasis een aannemer ingezet. De aannemer wordt bijgestaan door medewerkers van de eigen dienst.

  • De maaiwerkzaamheden op sportvelden, verricht door derden, worden uiteindelijk ten laste gelegd van de afdeling Maatschappelijk beleid.

  • Er dient rekening te worden gehouden met het afhandelen van meldingen. Dit wordt nu nog niet apart inzichtelijk gemaakt in dg DIALOG.

  • Uren die de piketdienst draait, zijn niet opgenomen in dg DIALOG.

  • Het verwijderen en waarnemen van iepziekte is ook niet apart opgenomen in dg DIALOG.

  • Er is geen rekening gehouden met uren van en naar werklocatie. Wel met verplaatsing op het werk.

  • Er dient rekening gehouden te worden met jaarlijkse prijsverhoging en indexatie, omdat de Buitendienst te maken heeft met inkoop en uitbesteding aan derden.

  • Er dient rekening te worden gehouden met jaarlijkse areaaluitbreiding. Door nieuwbouw,

  • projecten en overname.

  • Het onderhoud van waterbergingsgebied ‘De Skoot’ in Opperdoes is niet opgenomen in

  • dg DIALOG. In de begroting is hiervoor wel een post ‘Natuurbescherming’ opgenomen.

  • Onkruidbestrijding op verharding is niet geraamd in dg DIALOG. Deze werkzaamheden zijn wel opgenomen in de begroting van het openbaar groen.

5.3 Groenbegroting Dagelijks onderhoud

Op basis van bovenstaande uitgangspunten is de groenbegroting van het dagelijkse onderhoud bepaald. De groenbegroting is opgebouwd uit drie verschillende begrotingsposten, te weten openbaar groen, begraafplaatsen (Lijkbezorging) en sportvelden (Maatschappelijk beleid). Hieronder staan per begrotingspost de kosten naar hoofdbeheergroep opgenomen. In iedere tabel is aangegeven of de werkzaamheden door de eigen dienst worden uitgevoerd of dat dit is uitbesteed aan derden. In tabel 5.1 is een totaaloverzicht van de kosten van het dagelijkse

beheer opgenomen.

Groenbegroting dagelijks onderhoud totaal

Volgens de raming bedragen de kosten van het dagelijks onderhoud € 3.016.812 totaal. In totaal zou er voor een bedrag van € 1.529.365 worden uitbesteed aan derden. Door marktwerking kunnen aanbestedingen in werkelijkheid anders uitpakken.

Tabel 5.1 Totale geraamde kosten per jaar

GROENBEGROTING DAGELIJKS ONDERHOUD TOTAAL

Hoofdgroep

Uitvoering

Uitbesteed

Totaal

 

eigen dienst

aan derden

 

Totaal Openbaar groen

€ 1.022.803

€ 1.145.014

€ 2.167.817

Totaal Begraafplaatsen

€ 130.442

€ 1.337

€ 131.779

Totaal Sportcomplexen

€ 140.187

€ 183.532

€ 323.719

Totaal

€ 1.293.432

€ 1.329.883

€ 2.623.315

Algemene kosten, winst en risico 15%

€ 194.015

€ 199.482

€ 393.497

Totale onderhoudskosten per jaar

€ 1.487.447

€ 1.529.365

€ 3.016.812

Groenbegroting openbaar groen

In het openbaar groen worden, in vergelijking met de andere begrotingsposten de meeste kosten gemaakt. De oorsprong hiervan ligt in de omvang van het areaal van deze post. Zowel de eigen dienst als derden en WerkSaam voeren onderhoud uit in het openbaar groen.

Tabel 5.2Geraamde kosten per jaar openbaar groen

GROENBEGROTING OPENBAAR GROEN

Hoofdbeheergroep

Hoeveelheid

Uitvoering

Uitbesteed

Totaal

 
 

eigen dienst

aan derden

 

Openbaar groen

 
 
 
 

Bloembakken

63 st

€ 14.110

€ 759

€ 14.869

Bomen

23.481 st

€ 391.116

€ 43.422

€ 434.538

Bosplantsoen

361.619 m2

€ 191.926

€ 20.044

€ 211.970

Grafvelden

123 m2

€ 361

€ 31

€ 393

Gras

148.614 m2

€ 57.217

€ 226.361

€ 283.578

Hagen

5.001 m1 44.080 m2

€ 32.794

€ 146.917

€ 179.711

Halfverhardingen

33.141 m2

€ 14.157

€ 3.452

€ 17.609

Sierheesters en rozen

292.017 m2

€ 212.797

€ 589.824

€ 802.622

Vaste planten

4.134 m2

€ 92.888

€ 28.896

€ 121.784

Water en oevers

132.020 m1 441.528 m2

€ 15.437

€ 85.307

€ 100.743

Totaal Openbaar groen

€ 1.022.803

€ 1.145.014

€ 2.167.817

Algemene kosten, winst en risico 15%

€ 153.420

€ 171.751

€ 325.173

Totale onderhoudskosten per jaar

€ 1.176.223

€ 1.316.765

€ 2.492.990

Groenbegroting begraafplaatsen (Lijkbezorging)

Het onderhoud aan de begraafplaatsen wordt uitgevoerd ten laste van Lijkbezorging. Op de begraafplaatsen wordt kwaliteitsniveau A (hoog) nagestreefd. Door de eigen dienst hiervoor in te zetten, wordt de kwaliteit en de continuïteit daarvan het beste geborgd.

De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan de taakstelling bezuiniging begraafplaatsen. Dit heeft consequenties voor het werk en de formatie van de buitendienst

Tabel 5.3 Geraamde kosten per jaar begraafplaatsen

GROENBEGROTING BEGRAAFPLAATSEN

Hoofdbeheergroep

Hoeveelheid

Uitvoering

Uitbesteed

Totaal

 
 

eigen dienst

aan derden

 

Bloembakken

4 st

€ 944

 

€ 944

Bomen

539 st

€ 10.839

 

€ 10.839

Bosplantsoen

7.212 m2

€ 3.756

 

€ 3.756

Grafvelden

15.996 m2

€ 51.059

 

€ 51.059

Gras

16.087 m2

€ 6.972

€ 238

€ 7.210

Hagen

257 m1 | 2.584 m2

€ 15.331

 

€ 15.331

Halfverhardingen

1.946 m2

€ 1.159

 

€ 1.159

Sierheesters en rozen

9.967 m2

€ 34.222

 

€ 34.222

Vaste planten

153 m2

€ 6.114

 

€ 6.114

Water en oevers

1.663 m1 | 333 m2

€ 46

€ 1.099

€ 1.146

Totaal Begraafplaatsen

€ 130.442

€ 1.337

€ 131.779

Algemene kosten, winst en risico 15%

€ 19.566

€ 201

€ 19.767

Totale onderhoudskosten per jaar

€ 150.008

€ 1.538

€ 151.546

Groenbegroting sportcomplexen (Maatschappelijk beleid)

Het onderhoud aan de sportcomplexen wordt uitgevoerd ten laste van Maatschappelijk beleid. De werkzaamheden op de sportcomplexen worden zowel door de eigen dienst als door derden uitgevoerd. Van de € 372.277 netto beheerkosten wordt meer dan de helft (€ 211.061) door derden uitgevoerd. De komende jaren wordt uitvoering gegeven aan de taakstelling bezuiniging groene sportvelden. Dit heeft consequentie voor het werk en de formatie van de Buitendienst.

Tabel 5.4 Geraamde kosten per jaar sportcomplexen

GROENBEGROTING SPORTCOMPLEXEN

Hoofdbeheergroep

Hoeveelheid*

Uitvoering

Uitbesteed

Totaal

 
 

eigen dienst

aan derden

 

Sportcomplexen

 
 
 
 

Bomen

874 st

€ 14.490

 

€ 14.490

Bosplantsoen

51.007 m2

€ 27.730

 

€ 27.730

Gras

99.173 m2

€ 5.329

€ 11.389

€ 16.718

Hagen

332 m1

2.313 m2

€ 5.861

€ 3.877

€ 9.739

Halfverhardingen

1.378 m2

€ 820

 

€ 820

Sierheesters en rozen

4.158 m2

€ 9.702

 

€ 9.702

Sportvelden

318.870 m2

€ 74.934

€ 165.433

€ 240.367

Vaste planten

54 m2

€ 1.203

 

€ 1.203

Water en oevers

5.488 m1

€ 117

€ 2.832

€ 2.949

321 m2

Totaal Sportcomplexen

€ 140.187

€ 183.532

€ 323.719

Algemene kosten, winst en risico 15%

€ 21.028

€ 27.529

€ 48.558

Totale onderhoudskosten per jaar

€ 161.215

€ 211 061

€ 372.277

* Hoeveelheid, inclusief arealen die door de verenigingen worden beheerd

5.4 Groenrenovatie en vervangingen

Zoals aangegeven bij paragraaf 4.2.4 ‘Levensduur groen’, heeft groen een omlooptijd, afhankelijk van de beheergroep. Door het jaarlijks te renoveren areaal te vermenigvuldigen met de eenheidsprijzen voor vervanging wordt inzicht gegeven in het globale budget wat hiervoor, theoretisch gezien, gereserveerd zou moeten worden.

Een groot deel van de eenheidsprijzen voor vervanging zijn afkomstig uit dg DIALOG. De overige cijfers zijn gebaseerd op ervaringscijfers van Grontmij.

Tabel 5.5 Geraamde kosten groenrenovatie en vervangingen per jaar

KOSTEN GROENRENOVATIES EN VERVANGINGEN

Hoofdbeheergroep

Jaarlijks gemiddeld te renoveren areaal

Een

heid

Globale eenheidsprijs

GLOBALE jaarlijkse

renovatiekosten

Bomen

622

st

€ 350,00

€ 217.700

Bosplantsoen

7.511

€ 6,25

€ 6.944

Hagen/ blokhagen

2.728

€ 22,00

€ 60.016

Sierheesters en bot. rozen

15.028

€ 11,00

€ 65.308

Vaste planten/ struikrozen

1.418

€ 27,00

€ 38.286

Gazon

26.304

€ 0,65

€ 17.098

Totaal afgerond

 
 
 

€ 545.352

Bovenstaande tabel laat zien dat er theoretisch gezien € 545.352 op jaarbasis nodig is om de beheergroepen heel en of vitaal te houden. Dit bedrag komt niet overeen met de gemeentebegroting. Het overgrote deel van de renovaties en vervangingen wordt meegenomen tijdens reconstructies. Hiervoor moet budget worden opgenomen in de projectbegroting, zodat deze kosten niet ten laste komen van beheer en onderhoud.

Binnen het huidige onderhoudsbudget is er, vanwege het gunstige aanbestedingsklimaat, beperkte ruimte voor renovaties, vervanging en groot onderhoud. Tevens is in de begroting € 70.152 opgenomen voor nieuwe beplanting.

5.5 Investeringen Groenstructuur

Voor het ontwikkelen van de groenstructuur zijn investeringen gewenst. De investeringen zijn afkomstig uit het hoofdstuk ‘Kosten van Groenstructuurplan’ van gemeente Medemblik 19 mei 2011.

De kosten zijn opgesteld aan de hand van kengetallen en gebaseerd op prijsniveau van 2015. Deze kosten dienen jaarlijks te worden geïndexeerd en zijn sterk afhankelijk van de definitieve keuzes voor de inrichting en assortiment. De genoemde bedragen zijn exclusief VAT kosten en btw.

Het voorstel is om de aanpassingen aan de groenstructuur in de komende jaren te realiseren door rekening te houden met extra investeringen tijdens reconstructies en nieuwe projecten. Op deze wijze kan het groen integraal meeliften met andere projecten. In tabel 5.6 staan alle investeringsprojecten van het groenstructuurplan benoemd. De genoemde bedragen zijn doorgerekend op basis van kengetallen. Door de integrale aanpak zullen per saldo minder kosten worden gemaakt dan staan geraamd.

Tabel 5.6 Investeringen voor de komende tien jaar

KOSTEN INVESTERINGEN GROENSTRUCTUURPLAN

 
 
 

Locatie

Bedrag 2011

Uitgevoerd

Bedrag 2015

Wognum, Noordhoek

Omvormen bosplantsoenvakken (circa 3500 m2)

€ 50.000

€ 5.000

€ 45.000

Wognum, Westergouw

Omvormen bosplantsoenvakken

€ 75.000

€ 10.000

€ 65.000

Wognum, Bedrijventerrein Overspoor, Westerspoor, Spoorstraat

Omvormen vakken sierheesters naar gazon.

€ 15.000

€ 5.000

€ 10.000

Lambertschaag

Bomenlaan omvormen naar één boomsoort (Iep).

 
 
 

Benningbroek

Omvormen rozenvakken naar extensievere sierheesters of gazon

€ 25.000

€ 7.500

€ 17.500

Vervangen bomen eerste grootte door bomen die beter bij de opzet van de wijk passen

€ 30.000

€ 0

€ 30.000

Abbekerk, Parkwijk noord

Vervangen Metasequoia door bomen 2de of 3de grootte.

€ 20.000

€ 0

 

Hauwert

Omvormen vakken struikrozen naar extensievere beplanting sierheesters of gazon

Geen bedrag

 
 

Wervershoof, centrum

Opwaarderen kwaliteit centrum naar het niveau van Medemblik.

€ 50.000

€ 50.000

€ 0

Wervershoof, bedrijventerrein

Omvormen openbaar groen van heesters en hagen.

€ 15.000

€ 0

€ 15.000

Onderdijk, Lint

Vervangen openbaar groen langs de Zeedijk.

€ 60.000

€ 0

€ 60.000

Midwoud, Bongerd

Vervangen gekandelaberde bomen door bomen van maximaal 2de grootte

€ 25.000

€ 0

€ 25.000

Midwoud, Tripkouw Oost

Vervangen bomen voor grotere levermaat

€ 12.500

€ 0

€ 12.500

Zwaagdijk Oost

Hagen vervangen.

€ 25.000

€ 2.500

€ 22.500

Andijk

Algemeen opwaarderen centrum.

€ 25.000

€ 5.000

€ 20.000

Bomen 1e grootte naar bomen maximaal 2e grootte

€ 40.000

€ 5.000

€ 35.000

Abbekerk (Parkwijk) en Midwoud (Ruige Weid) en Oostwoud

Terugnemen delen openbaar groen in gebruik genomen. Geen kosten

opgenomen, gezien complexiteit van de maatregel.

 
 
 

Algemeen

Aanpassing rotondes. Uitgegaan van vervangen beplanting

(geen kunstwerken).

€ 20.000

€ 17.500

€ 2.500

 
 
 
 

TOTALE GLOBALE KOSTEN (prijspeil 2011)

€ 487.500

€ 107.500

€ 360.000

TOTALE GLOBALE KOSTEN (prijspeil 2015, index 4%)

 
 

€ 374.400

5.6 Vergelijk kosten uitbesteed werk Openbaar groen, volgens raming dg DIALOG en gemeentebegroting 2016

In de begroting van de afdeling Buitendienst is voor het uitbesteed werk Openbaar Groen een bedrag van € 964.671 opgenomen (zie tabel 5.7). Volgens de raming van dg DIALOG is hiervoor € 1.316.765 nodig (zie tabel 5.2). In de gemeentebegroting 2016 is € 352.094 minder begroot dan volgens de raming nodig is.

Tabel 5.7 Gemeentelijke begroting 2016, uitbesteed werk Openbaar Groen

GEMEENTELIJKE BEGROTING 2016

product

kostensoort

begroot bedrag

Openbaar groen

uitbestede werkzaamheden

€ 893.922

natuurbescherming

uitbestede werkzaamheden

€ 24.239

Waterkeringen

uitbestede werkzaamheden

€ 46.510

Totaal begroting openbaar groen 2016, uitbesteed

 

€ 964.671

In dit vergelijk zijn de bedragen voor uitbesteed werk Begraafplaatsen en uitbesteed werk Sportcomplexen niet meegenomen. Deze bedragen worden ten laste gebracht van respectievelijk Lijkbezorging en Maatschappelijk beleid.

6 Capaciteit

6.1 Benodigde uren groenonderhoud volgens dg DIALOG

De urenraming 2015 volgens het beheerprogramma dg DIALOG (tabel 6.1) laat zien hoeveel uur er voor het totale groenbeheer in de gemeente nodig is. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de uren van de (eigen) buiten dienst, derden (aanbesteed werk) en het werkvoorzieningsschap WerkSaam. In grafiek 6.1 is een overzicht gegeven van de verdeling van de geraamde uren over deze verschillende partijen.

Tabel 6.1Geraamde uren

GROENBEGROTING OPENBAAR GROEN

UUR ARBEID

UITVOERENDE

 
 
 

BEGROTINGSPOST

Buitendienst

Derden

WerkSaam

Eindtotaal

Begraafplaatsen

3.382

24

 

3.406

Openbaar groen

18.870

7.361

25.444

51.675

Sportcomplexen

2.917

2.492

 

5.408

Eindtotaal

25.169

9.876

25.444

60.489

Grafiek 6.1 Verdeling geraamde uren

afbeelding binnen de regeling

Voor de Buitendienst is volgens dg DIALOG 25.169 uur benodigd. Deze uren zijn op basis van het areaal, zoals dit begin 2015 naar (nagenoeg) volledigheid is ingevoerd in het beheersysteem. De areaalwijzigingen die zich tot 2015 hebben voorgedaan zijn hierin verwerkt. De uren zijn geraamd met behulp van normgetallen in het beheerprogramma dg DIALOG.

6.2 Uren daadwerkelijk aan groen besteed

De daadwerkelijk bestede uren zijn bepaald aan de hand van de nacalculatie uit 2014 (bijlage 6). De nacalculatie wordt opgesteld op basis van uren die de medewerkers van de eigen dienst schrijven. De tijd wordt zo goed mogelijk geschreven op de onderdelen waaraan ze de tijd aan hebben besteed. Van alle uren die geschreven zijn, worden veel uren besteed aan niet groen gerelateerde werkzaamheden. In onderstaande tabel zijn de uren weergegeven die zijn geschreven in het jaar 2014.

Tabel 6.2 geeft groenrenovatie, vervangingen en de afhandeling van meldingen apart weer, omdat in de voorcalculatie in dg DIALOG namelijk ook geen uren voor deze posten zijn opgenomen. Toch zijn dit groen gerelateerde werkzaamheden die de eigen dienst uitvoert.

Het inzicht in de omvang van die uren is daarom van belang.

Tabel 6.2 Nacalculatie uren 2014

DAADWERKELIJKE UREN GROENBEHEER (2014)

Onderdeel

Uren totaal

Onderverdeling uren

 
 

Uren groen-onderhoud

uren groen-gerelateerd

overige uren

ALGEMEEN *

17.950

 
 

17.950

ORGANISATORISCH

9.330

 
 

9.330

ONDERHOUD OPENBAAR GROEN

25.365

 
 
 

DAGELIJKS ONDERHOUD OPENBAAR GROEN

 

21.678

 
 

MELDINGEN OPENBAAR GROEN

 
 

889

 

GROENRENOVATIES OPENBAAR GROEN

 
 

2.799

 

ONDERHOUD GRIJS

8.827

 
 

8.827

BEGRAAFPLAATSEN

3.982

 
 
 

DAGELIJKS ONDERHOUD BEGRAAFPLAATSEN

 

3.730

 
 

MELDINGEN BEGRAAFPLAATSEN

 
 

22

 

OVERIGE WERKZAAMHEDEN BEGRAAFPLAATSEN

 
 
 

229

SPORTCOMPLEXEN

2.192

 
 
 

DAGELIJKS ONDERHOUD SPORTCOMPLEXEN

 

1.287

 
 

MELDINGEN SPORTPARKEN

 
 

55

 

OVERIG ONDERHOUD SPORTCOMPLEXEN

 

851

 
 

OVERIGE ONDERSTEUNENDE WERKZ.

6.316

 
 

6.316

PIKETDIENST plus HAVEN

367

 
 

367

ANDERS, nl.:

1.409

 
 

1.409

TOTAAL

75.737

27.545

3.765

44.428

* Betreft werkelijke uren vrije dagen

Het aantal uren dat de Buitendienst in 2014 met het dagelijks onderhoud bezig is geweest, is in totaal 27.545 uur. Dit betreft 35% (grafiek 6.2) van de totale werkzaamheden van de eigen dienst. Daarnaast zijn er nog 3.765 uren die geboekt worden op groen gerelateerde taken. Dit betreft 6% van de totale werkzaamheden van de eigen dienst.

Ten opzichte van begin 2014 is er in 2015 het één en ander gewijzigd, waardoor er voor de Buitendienst dit jaar minder uren beschikbaar zijn. Begin 2015 is de capaciteit van de Buitendienst verminderd. Daarnaast wordt er ten opzichte van 2014 in 2015 meer werk door derden uitgevoerd. De uren van het tijdschrijven van de eerste helft over beide jaren zijn met elkaar vergeleken. Uit dit vergelijk valt de prognose op te maken dat er in 2015 ongeveer 3.800 uur minder aan groenonderhoud wordt besteed door de buitendienst. Daarmee zal naar verwachting het aantal uren van de Buitendienst over heel 2015 uitkomen op 27.545 – 3.800 = 23.745 uur.

Grafiek 6.2 Onderverdeling beschikbare uren voor het groenonderhoud en de uren die opgaan aanoverige zaken.

afbeelding binnen de regeling

6.3 Vergelijk uren volgens dg DIALOG en daadwerkelijke uren

Met het inzicht welke uren er daadwerkelijk worden besteed aan het groenonderhoud en welke uren er benodigd zijn volgens dg DIALOG, is een vergelijking gemaakt. Uit tabel 6.3 blijkt dat de Buitendienst onvoldoende capaciteit heeft om de geraamde werkzaamheden uit te voeren. In de raming van dg DIALOG wordt overigens ook geen rekening gehouden met reistijd van en naar de werklocatie. In de praktijk komt de Buitendienst daarmee nog meer uren te kort dan dat het vergelijk nu al aangeeft.

Tabel 6.3 Verschil geraamde en beschikbare uren

GROENBEGROTING OPENBAAR GROEN

Post

Uren voor groenonderhoud

Beschikbaar volgens prognose

urenverantwoording 2015

23.745

Voorcalculatie dg DIALOG (situatie 2015)

25.169

Verschil

-1.424

6.4 Specifieke opmerkingen

Er is geconstateerd dat over de periode 2014 uren verkeerd zijn geboekt. Hierdoor zijn vooral uren die onder groen gerelateerde taken behoren, onterecht op taken van het dagelijks groen-onderhoud worden geboekt.

  • De uren die nodig zijn om meldingen te verhelpen of af te handelen, worden vaak nog geschreven op de het dagelijks onderhoud.

  • Ook worden uren besteed aan de nazorg van jonge aanplant. Deze uren worden naar verwachting ook nog te vaak geschreven op het dagelijks onderhoud, terwijl dit eigenlijk aan de renovaties en vervangingen ten laste moet komen.

Bij het tijdschrijven is het belangrijk om scherp te zijn op het reëel boeken op de posten renovaties, vervangingen en meldingen.

7 Conclusies en aanbevelingen

7.1 Inleiding

De visie voor het groenbeheer is gestoeld op het motto: Duurzaam en Op Beeld. Onder de term duurzaam wordt verstaan dat het beheer ook in de toekomst bekostigd moet kunnen blijven worden. Het op beeld werken is een middel om daar toe te komen. Hieronder staan per thema de belangrijkste conclusies en aanbevelingen genoemd.

7.2 Duurzaam

Duurzaamheid staat bij de gemeente hoog in het vaandel. Voor het groenbeheer betekent dit dat de focus meer ligt op milieuvriendelijke onkruidbestrijding, duurzaam en veilig boombeheer en verbetering van de biodiversiteit.

  • In verband met een eventueel landelijk gebruiksverbod op chemisch onkruidbestrijding zal de gemeente over moeten gaan op milieuvriendelijke alternatieven. Er moet rekening gehouden worden met een flinke kostenstijging bij de overgang naar niet-chemische onkruidbestrijding. De ontwikkelingen op gebied van de niet-chemische onkruidbestrijding worden gevolgd. De buitendienst doet ook zelf ervaringen op met de proef in rayon Wervershoof. Hierdoor kan uiteindelijk een weloverwogen keuze gemaakt worden uit beproefde alternatieven.

  • Om te voldoen aan de wettelijke zorgplicht voor boomveiligheid worden de bomen periodiek op veiligheid gecontroleerd. De frequentie waarmee wordt gecontroleerd, hangt af van de risico’s die de bomen geven voor hun omgeving. Voor het bepalen van risico’s en controle frequenties is het volgende beleid bepaald:

    • o

      bomen tot 25 jaar; om de 6 jaar;

    • o

      bomen 25 tot 50 jaar; om de 3 jaar;

    • o

      bomen > 50 jaar en attentie- en risicobomen; elk jaar.

  • Omdat de gemeente waarde hecht aan haar biodiversiteit zijn een aantal maatregelen opgenomen waarmee de biodiversiteit kan worden verbeterd. Vooral het minder frequent beheren leidt tot een verhoogde biodiversiteit.

7.3 Op Beeld

Voor de kwaliteit van het onderhoud worden geen verschillen voorgesteld ten opzichte van 2011. Voor gemeente Medemblik wordt voor het groenbeheer uitgegaan van een gemiddelde kwaliteit B (basis). De kwaliteit A (hoog) wordt toegekend aan het Emmapark, rotondes/entrees en begraafplaatsen. Extra aandacht voor de binnenstad van Medemblik is, onder andere in verband met het toerisme, wenselijk. Het algemene beeld in gemeente Medemblik voldoet aan de gewenste kwaliteit.

De komende beheerperiode blijft een goed toezicht en monitoring op de uitvoering van het groenonderhoud noodzakelijk. Er moet gestuurd worden, zodat gewenste beeldkwaliteit wordt behaald.

7.4 Burgerparticipatie

Komende beheerperiode zal burgerparticipatie een steeds belangrijkere rol gaan spelen bij het beheer van de openbare ruimte. Initiatieven van burgers, scholen en verenigingen worden gestimuleerd en begeleid. Vooral de rol van de medewerkers van de Buitendienst vraagt meer aandacht in relatie tot de dienstverlening aan de bewoners.

In het eerste kwartaal van 2016 wordt het Beleidsplan IBOR ter vaststelling aan de raad aangeboden. Deze strategische beleidsnotitie stelt de raad in staat om per beheeraspect en functie-gebied een kwaliteitskeuze te maken. Hierbij worden bewoners actief betrokken.

7.5 Kosten

Voor het uit te voeren beheer is een raming opgesteld. De kosten zijn berekend voor uitbesteed werk. Tevens is een inschatting gemaakt voor de opslag voor algemene kosten, winst en risico. Daarnaast is berekend welke bedragen nodig zijn voor het vervangen van groen om een vitale groenvoorziening op peil te houden. Ook is een bedrag berekend voor het realiseren van het Groenstructuurplan uit 2011.

Volgens de raming bedragen de kosten van het dagelijks onderhoud € 3.016.812 totaal. In totaal zou er voor een bedrag van € 1.329.883 worden uitbesteed aan derden. Door marktwerking kunnen aanbestedingen anders uitpakken.

In de begroting van de afdeling Buitendienst is voor het uitbesteed werk een bedrag van € 964.671 opgenomen (zie tabel 5.7). Volgens de raming van dg DIALOG is hiervoor € 1.316.765 nodig (zie tabel 5.1). In de gemeentebegroting 2016 is € 352.094 minder begroot dan volgens de raming nodig is.

Op basis van kengetallen en het huidige areaal is theoretisch gezien € 545.352 op jaarbasis nodig om de beheergroepen heel en of vitaal te houden. Dit bedrag komt niet overeen met de gemeentebegroting. Een deel van de renovaties en vervangingen wordt meegenomen tijdens projecten. Hiervoor moet budget worden opgenomen in de projectbegroting, zodat deze kosten niet ten laste komen van beheer en onderhoud. Binnen het huidige onderhoudsbudget is er, vanwege het gunstige aanbestedingsklimaat, beperkte ruimte voor renovaties, vervanging en groot onderhoud. Tevens is in de begroting € 70.152 opgenomen voor nieuwe beplanting.

Om grip te houden op de kosten worden de volgende aanbevelingen gedaan:

  • investeren in de gewenste groenstructuur, zoals genoemd in groenstructuurplan;

  • rekening houden met jaarlijks groot onderhoud en renovatiekosten;

  • rekening houden met jaarlijkse uitbreiding van het openbaar groen;

  • rekening houden met jaarlijkse prijsverhogingen en indexatie, omdat de Buitendienst ook te maken heeft met inkoop en uitbesteding aan derden;

  • rekening houden met de marktwerking bij het aanbesteden van groenonderhoud;

  • rekening houden met extra investeringen in het openbaar groen bij reconstructies en

  • projecten; financiering vanuit het project;

  • rekening houden met hogere kosten voor niet-chemische onkruidbestrijding op verharding;

  • aandacht voor het bijhouden van de data van het groenareaal.

7.6 Uren Buitendienst en capaciteit 2015

Uit de vergelijking tussen de voorgecalculeerde uren voor de Buitendienst en de huidige capaciteit van de Buitendienst, blijkt dat de Buitendienst onvoldoende capaciteit heeft om de geraamde werkzaamheden uit te voeren. In de raming van dg DIALOG wordt overigens ook geen rekening gehouden met reistijd van en naar de werklocatie. In de praktijk komt de Buitendienst daarmee nog meer uren te kort dan dat het vergelijk nu al aangeeft. Bij de beschikbare capaciteit moet rekening worden gehouden met de reistijden, natuurlijk verloop, vergrijzing en de taakstelling groene sportvelden, begraafplaatsen en speelplaatsen.

De Buitendienst moet grote inspanningen verrichten om de doelstellingen te behalen.

De uren voor het groenonderhoud moeten op de juiste posten weggeschreven worden. Bij het tijdschrijven is het belangrijk om scherp te zijn op het reëel boeken op de posten renovaties en vervangingen, meldingen en reistijd. Vooral in de meldingen zit relatief veel reistijd. Daarnaast moet er blijvend voldoende capaciteit worden ingezet voor daadwerkelijk groenonderhoud en het afhandelen van klachten.

7.7 Ontwerp en inrichting groen

De inrichting van de buitenruimte heeft veel invloed op de kosten van het beheer. Tijdens de ontwerpfase moet rekening gehouden worden met de beheerbaarheid van de plek en de kosten die daaraan verbonden zijn. Voor de ontwerpfase en tijdens de inrichting gelden de volgende aanbevelingen:

  • verbeteren van groeiplaatsomstandigheden bomen en keuze van bomen afstemmen op de omstandigheden;

  • zieke iepen zo spoedig mogelijk verwijderen en herplant resistente iep of andere boomsoort;

  • bij het realiseren van paden door parken/gras wordt aangeraden om voor asfalt te kiezen met een toplaag van schelpen. Hiermee wordt ongewenst onkruidgroei voorkomen;

  • tijdens de ontwerpfase en de inrichting van het openbaar ruimte, moet rekening worden

  • gehouden met benodigde onderhoudsmaatregelen van het groen. De juiste beplanting op de juiste plaats bepaalt voor een groot gedeelte de inzet van de chemische middelen en

  • onderhoud;

  • de voorgestelde aanbevelingen voor de groenstructuur uit het Groenstructuurplan over-

  • nemen, zodat het groen in gemeente Medemblik gestructureerd en uniform wordt ontwikkeld en onderhouden;

  • omvormen van beplantingsvakken daar waar situaties onbeheersbaar zijn geworden, onder andere als gevolg van het eventuele verbod op bepaalde chemische bestrijdingsmiddelen;

  • de inrichting van de openbare ruimte zo uitvoeren dat er geen onnodige obstakels (bijvoorbeeld paaltjes) geplaatst hoeven te worden. Daar waar noodzakelijk, obstakels op de juiste wijze plaatsen om onkruidgroei te voorkomen dan wel te verminderen.

Ondertekening


Noot
1

CROW is het nationale kennisplatform voor infrastructuur, verkeer, vervoer en openbare ruimte