Regeling vervallen per 01-01-2022

Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2021

Geldend van 13-04-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2021

Het college van burgemeester en wethouders,

gelet op de artikelen 2.4, 4.1, 4.7, 5.2, 7.1, 9.3 en 9.4 van de Verordening jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2020 en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t :

de Nadere regels jeugdhulp Gemeente Oisterwijk 2021 vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Begripsbepaling

Artikel 1 Begripsbepaling

1. In deze nadere regels wordt verstaan onder:

a. bovengebruikelijke hulp: hulp die de normale, dagelijkse hulp en zorg die partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten geacht worden elkaar te bieden, overstijgt;

b. budgethouder: de persoon aan wie het budget is toegekend. In de regel wordt de regie op het budget gevoerd door de aanvrager/ gezaghebbende ouder, ook wel budgetbeheerder genoemd;

c. college: college van burgemeester en wethouders gemeente Oisterwijk;

d. gemeentelijke toegang: dit is in de gemeente Oisterwijk het Sociaal Team;

e. verordening: Verordening Jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2020;

f. zorgarrangementen: compleet pakket waarbij zorg wordt ingezet om het vastgestelde doel en resultaat te bereiken.

g. Overige voorzieningen: voorziening die vrij toegankelijk is voor iedereen.

h. Voorliggende voorziening: een voorziening op grond van een andere wet dan de Jeugdwet die voorrang heeft op voorzieningen uit de Jeugdwet.

i. Beknopt plan jeugdhulp (BPJ): Een plan waarmee de aanbieder aangeeft welke zorg hij in wil zetten, met de volgende onderdelen: gegevens jeugdige en jeugdhulpaanbieder, resultaten, arrangementsbeschrijving, intensiteit, producten, activiteiten, frequentie en verwachte einddatum

j. Evaluatieformulier: een formulier waarmee wordt geëvalueerd op de resultaten van de beschikking waarin de jeugdige en/of ouders/verzorgers verzoekt de lopende toewijzing te verlengen, een vervolgvraag heeft of de situatie/ hulpvraag is gewijzigd.

2. Alle begrippen die in deze nadere regels worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Jeugdwet, de Algemene wet bestuursrecht en de verordening.

Hoofdstuk 2 Vormen van Jeugdhulp

Artikel 2.1 Voorzieningen jeugdhulp

1. In overeenstemming met de Verordening en de Wet kan het college individuele voorzieningen op grond van de Jeugdwet inzetten met of zonder verblijf.

2. Wanneer de individuele voorzieningen zoals opgenomen in deze nadere regels en de Verordening onvoldoende aansluiten op de hulpvraag en het te behalen resultaat dan kan het college besluiten om een andere voorziening in te zetten. Het college kan hiertoe aanbod, dat niet onder overige en individuele voorzieningen valt, beschouwen als jeugdhulp. Artikel 2.2 of 9.1 van de verordening jeugdhulp 2020 gemeente Oisterwijk wordt in dergelijke situaties toegepast.

Artikel 2.2 Individuele voorzieningen op grond van de Jeugdwet (arrangementen)

1. Het college kan een van de 9 resultaatgerichte zorgarrangementen inzetten als individuele voorziening op grond van de Jeugdwet (zie bijlage 1 voor een volledig omschrijving):

- Arrangement 1: Behoefte aan het verbeteren van het psychosociaal functioneren ontstaan door problematische relatie ouders.

- Arrangement 2: Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden ouders vanwege problemen jeugdige.

- Arrangement 3: Behoefte aan vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden van ouders met een ziekte, lichamelijke- of verstandelijke beperking.

- Arrangement 4: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met psychi(atri)sche en/of ontwikkelingsstoornis, en het vergroten van specifieke opvoedvaardigheden voor ouders met psychi(atri)sche problematiek.

- Arrangement 5: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met psychiatrische en/of ontwikkelingsstoornis, eventueel in combinatie met somatische stoornis.

- Arrangement 6: Behoefte aan verbeteren functioneren van jeugdige en ouders, in een gezinssituatie met multi-problem kenmerken en zorgdragen voor de veiligheid van de jeugdige(n).

- Arrangement 7: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een verstandelijke beperking en/of ondersteuning van ouders hierbij.

- Arrangement 8: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een verstandelijke beperking i.c.m. ontwikkelings- en gedragsproblematiek en/of ondersteuning van ouders hierbij.

- Arrangement 9: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een lichamelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel en/of ondersteuning van ouders hierbij.

2. Het college kan kiezen uit 9 intensiteiten binnen de in lid 1 genoemde zorgarrangementen. Daarvan zijn er 7 gericht op ontwikkelen (A tot en met G) en 2 op het vasthouden van behaalde resultaten (H en I). Zie voor een uitgebreide omschrijving van de intensiteiten bijlage 2.

a. In de gemeente Oisterwijk zijn voor de arrangementen 1 en 2, intensiteiten A en B algemene voorzieningen, algemeen gebruikelijke voorzieningen en vrij toegankelijke voorzieningen georganiseerd. Deze voorzieningen hebben de voorkeur boven een maatwerkvoorziening. De intensiteiten C tot en met G kunnen voor arrangementen 1 en 2 wel worden ingezet. Voor arrangementen 3 tot en met 9 kunnen alle intensiteiten (A tot en met G) worden ingezet.

3. De inzet van een individuele voorziening wordt bepaald middels het doorlopen van het ‘‘12 stappenplan resultaat gericht samenwerken’’ om te komen tot passende ondersteuning (zie de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl voor het stappenplan).

Artikel 2.3 Uitzonderingen op de zorgarrangementen (producten)

1. Het college kan naast arrangementen ook producten inzetten. Deze producten vallen buiten de arrangementen in verband met specifieke inzet en/of afspraken. De producten waar het om gaat zijn (voor de beschrijving van de producten zie bijlage 3 en de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl):

a. Jeugd ADHD+

b. Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

c. Dagcentrum Vroegtijdige Interventie

d. Verblijf (LVB) – (inclusief kortdurend verblijf en beschermd wonen)

e. Verblijf (GGZ)

f. Verblijf J&O

g. Vervoer

Hoofdstuk 3 Criteria voor de inzet van een Individuele voorziening jeugdhulp

Artikel 3.1 Bepaling jeugdhulp

1. De Gecertificeerde Instelling (GI) geeft in het geval van een verwijzing een bepaling jeugdhulp af.

2. De GI stemt de inzet van de voorziening jeugdhulp af met het college conform het samenwerkingsprotocol gemeenten en GI regio Hart van Brabant.

3. Het college neemt de gegevens van de bepaling, afgegeven door de GI, over en deelt deze met de zorgaanbieder ten behoeve van het declaratieproces.

Artikel 3.2 Afwegingskader voor toeleiding voorliggende voorzieningen en specialistische hulp

Bij het bepalen of een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet nodig is, gelden de volgende stappen:

1. Als de ondersteuningsvraag op eigen kracht door middel van het eigen netwerk kan worden opgelost dan verdient dit de voorkeur;

2. Biedt eigen kracht of het eigen netwerk niet voldoende ondersteuning om de hulpvraag op te lossen en biedt een algemene voorziening, een algemeen gebruikelijke voorziening of een voorliggende voorziening wel voldoende ondersteuning? Dan verdient dit de voorkeur;

3. Mocht een algemene voorziening, algemeen gebruikelijke voorziening of voorliggende voorziening niet voldoende ondersteuning bieden, dan kan hulp via een vrij toegankelijke voorziening in kortdurende ambulante hulp worden ingezet;

4. Biedt de kortdurende ambulante hulp niet voldoende ondersteuning doordat de zwaarte en complexiteit van de problematiek zodanig groot is, dan kan er een individuele maatwerk voorziening worden ingezet. Alleen bij deze stap is een indicatie of afgifte van een beschikking nodig.

Artikel 3.3 Aanvraag individuele voorziening

1. De aanvraag van een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet dient te worden gedaan door de gezaghebbende ouders of wettelijke vertegenwoordiger van de jeugdige. In geval van een voogd wordt dit door de voogd gedaan.

2. Voor de aanvraag van een individuele voorziening is toestemming nodig conform de leeftijdscategorieën die zijn benoemd in de Jeugdwet. Beide gezaghebbende ouders geven toestemming bij jeugdigen tot 12 jaar, van 12 tot 16 jaar geven de jeugdige zelf en de gezaghebbende ouder(s) toestemming en in de leeftijd van 16-18 jaar geeft de jeugdige zelf toestemming met of zonder toestemming van gezaghebbende ouder(s).

3. Bij verwijzing via het medisch domein dient de gecontracteerde jeugdhulpaanbieder bij het verzoek tot toekenning jeugdhulp een beknopt plan jeugdhulp in. Indien de jeugdige reeds bij deze aanbieder zorg ontvangt, dient de aanbieder een evaluatieformulier in. Als een dergelijk plan of formulier ontbreekt, kan het verzoek niet in behandeling worden genomen, tenzij de aanbieder het formulier binnen een door het college gestelde termijn aanvult. Het college kan steekproefsgewijs of op basis van signalen een toets uitvoeren op het ingediende plan of formulier.

4. Het college kan bij de toekenning van jeugdhulp naar aanleiding van de hiervoor genoemde toets afwijken van BPJ of evaluatieformulier. In voorkomend geval kan het college in overleg met de aanbieder.

Artikel 3.4 (Boven) gebruikelijke hulp

1. Het college maakt een inschatting of de benodigde hulp die de inwoner aanvraagt, als boven gebruikelijk moet worden aangemerkt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de richtlijnen die zijn opgenomen in bijlage 4. Voor zover er sprake is van boven gebruikelijke hulp kan het college een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet inzetten.

2. Er is sprake van boven gebruikelijke hulp wanneer er sprake is van een beperking, waardoor de noodzakelijke hulp en ondersteuning (in vergelijking tot gezonde kinderen met een normaal ontwikkelingsprofiel) substantieel wordt overschreden. De leeftijd van de jeugdige speelt hierbij een belangrijke rol.

Artikel 3.5 Overgang van 18-/18 +

1. Het college zet jeugdhulp in op basis van de Jeugdwet en het Burgerlijk Wetboek, waarbij de leeftijdsgrens van 18 jaar wordt gehanteerd. De Wet geeft in artikel 1.1 onder de definitie ‘jeugdige’ aan dat jeugdhulp soms ook mogelijk is tot de leeftijd van 23 jaar (verlengde jeugdhulp). Naast de wettelijke mogelijkheid behoudt het college altijd de bevoegdheid om, indien het dat nodig acht, na de leeftijdsgrens hulp in te zetten. Dit om te voorkomen dat een jongere tussen wal en schip valt.

Artikel 3.6 Vervoer

1. Het college stelt de noodzaak voor vervoer van en naar een locatie waar jeugdhulp wordt geboden vast als:

a. de jeugdige niet op eigen gelegenheid naar de locatie kan reizen (vanwege medische noodzaak of een beperking in de zelfredzaamheid) én

b. er sprake is van beperkingen in de zelfredzaamheid van de ouders (niet zelf kunnen vervoeren) én

c. er geen sprake is van mogelijkheden in de sociale omgeving van de jeugdige om het vervoer te kunnen verzorgen én

d. het vervoer niet al reeds in het jeugdhulparrangement in is voorzien.

2. Aanbieders die gecontracteerd zijn voor vervoer, verzorgen het vervoer van de inwoner op basis van de door het college verstrekte indicatie.

a. Voor lopend vervoer geldt een tarief van €15,74 per dag

b. Voor rolstoel en individueel vervoer geldt een tarief van €20,09 per dag

3. Voor cliënten van aanbieders die niet gecontracteerd zijn voor vervoer, verstrekt het college een PGB indien de noodzaak voor vervoer van de cliënt is vastgesteld en het inkooptarief waarop het PGB is gebaseerd vervoer niet al reeds in het jeugdhulparrangement is voorzien:

a. Voor vervoer per auto of taxi bedraagt de vergoeding €0,19 per kilometer;

b. Voor openbaar vervoer geldt het tarief van het traject.

4. Voor de soorten vervoer en de uitgebreide omschrijvingen, zie bijlage 3 en de factsheet vervoer op de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl

Artikel 3.7 Goedkoopst adequate individuele voorziening

1. Het college baseert de verstrekking van een individuele voorziening altijd op de goedkoopste en meest adequate voorziening. Er zijn vaak meerdere geschikte oplossingen (ondersteuningsvormen), maar het college kent de voorziening toe die naar objectieve maatstaven de goedkoopste is om het beoogde resultaat/doel te bereiken.

2. Indien belanghebbende een duurdere voorziening wil (die eveneens adequaat is) komen de meerkosten voor rekening van belanghebbende. In dergelijke situaties zal de verstrekking plaatsvinden in de vorm van een PGB gebaseerd op de goedkoopst compenserende voorziening en beoordeelt het college of de voorziening die de belanghebbende inkoopt adequaat is om het resultaat te behalen waarvoor het PGB is verstrekt.

Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget

Artikel 4.1 Hoogte Persoonsgebonden budget (PGB)

1. De PGB tarieven staan vermeld in bijlage 5.

2. Bij vaststelling of er sprake is van een formeel of informeel tarief, geldt dat 1e en 2e graads familiebanden voorgaan op kwalificatie. De familieband staat een professionele relatie in de weg vanwege de gezagsverhouding die bij een arbeidsrelatie hoort en de emotionele betrokkenheid tussen de familieleden.

3. De persoon aan wie een PGB wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden betrekken van een informele zorgverlener:

a. De zorg betreft diensten genoemd in artikel 2.2 onder a onder 1 en 2 van de Verordening jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2020, zijnde persoonlijke verzorging en begeleiding;

b. De zorgverlener heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt, en

c. Intensiteiten hoger dan C kent het college bij informele zorgverlening niet toe.

4. Als er inzet nodig is in de vorm van een zorgarrangement wordt de ondersteuning geboden:

a. Volledig in natura of volledig in de vorm van een PGB;

b. Ondersteuning in natura naast informeel PGB;

c. Ondersteuning in natura naast formeel PGB binnen een toegestane overlap van 2 maanden.

5. Indien de ondersteuning geleverd wordt door zowel formele als informele zorgverleners dan wordt het formele tarief in PGB verstrekt aan belanghebbende als het zwaartepunt van de ondersteuning bij de formele zorgverlener ligt.

6. Indien het college beoordeelt dat er zwaarder dan gemiddelde zorg nodig is of er is ondersteuning nodig die niet is ingekocht door het college dan wordt de hoogte van het PGB gebaseerd op de kosten die zijn onderbouwd op basis van (één of) meerdere offertes. Deze offertes worden opgevraagd en overlegd door belanghebbende.

Artikel 4.2 Hulp in de vorm van een PGB

1. Belanghebbenden die in aanmerking komen voor een individuele voorziening op grond van de Jeugdwet kunnen kiezen om zelf ondersteuning in te kopen via een PGB. De hoogte van het persoonsgebonden budget wordt bepaald op basis van het te behalen resultaat in de vorm van een zorgarrangement. De toegangsmedewerker bepaalt het in te zetten zorgarrangement of het aantal benodigde uren/dagdelen in overleg met de aanbieder.

2. Indien de in het door de belanghebbende ingediende budgetplan geraamde kosten lager zijn dan het maximaal te verstrekken bedrag op basis van het resultaat is het budgetplan leidend.

3. Een PGB kan worden aangevraagd voor individuele voorzieningen jeugdhulp. Een uitzondering is hierbij de voorziening dyslexie zorg omdat voor zowel de toeleiding als het zorgverleningsproces strikte criteria zijn opgesteld.

4. Uit het PGB mogen de volgende kosten niet worden betaald:

  • a.

    begeleiding- of bemiddelingskosten;

  • b.

    administratiekosten;

  • c.

    reiskosten van de aanbieder;

  • d.

    feestdagenuitkering.

Artikel 4.3 Beschikking PGB

  • 1.

    In de beschikking tot verstrekken van een voorziening in de vorm van een PGB neemt het college in ieder geval op:

    • a.

      het budget waarmee de voorziening of hulp kan worden ingekocht;

    • b.

      de periode waarvoor deze toekenning geldt;

    • c.

      het doel en resultaat waarvoor het PGB budget dient te worden ingezet;

    • d.

      welke (kwaliteits)eisen gelden voor de besteding van het PGB;

    • e.

      welke aanvullende voorzieningen relevant zijn of kunnen zijn;

    • f.

      informatie over de dienstverlening van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en de taken van de budgethouder richting de SVB.

Hoofdstuk 5 Criteria PGB

Artikel 5.1 Budgetplan

1. Om voor een PGB in aanmerking te komen dient de belanghebbende een budgetplan op te stellen. Hiervoor is een format beschikbaar. Hier kan in bijzondere situaties vanaf geweken worden.

Artikel 5.2 Bekwaamheid van de aanvrager

  • 1.

    Voor de inzet van een PGB vereist het college in ieder geval inzicht en verantwoordelijkheid op meerdere gebieden van de belanghebbende. Overwegende bezwaren zijn er als er een vermoeden is dat de belanghebbende aanvrager problemen zal hebben met het doel- en rechtmatig besteden van het PGB. Daarvan kan in ieder geval, maar niet uitsluitend sprake zijn in de volgende situaties:

    • a.

      de belanghebbende is handelingsonbekwaam;

    • b.

      de belanghebbende heeft als gevolg van dementie, een verstandelijke handicap of ernstige psychische problemen onvoldoende inzicht in de eigen situatie;

    • c.

      er is sprake van verslavingsproblematiek;

    • d.

      er is sprake van schuldenproblematiek;

    • e.

      er is eerder misbruik gemaakt van het PGB;

    • f.

      er is eerder sprake geweest van fraude;

    • g.

      de belanghebbende heeft een zodanig progressief ziektebeeld dat te verwachten is dat de voorziening niet langdurig adequaat is.

  • 2.

    Bovenstaande opsomming is niet limitatief. Er kunnen andere situaties denkbaar zijn waarin het verstrekken van een PGB niet gewenst is. In deze situaties kan het college de aanvraag van een PGB weigeren. Om een PGB af te wijzen op overwegende bezwaren, moet er enige feitelijke onderbouwing zijn op grond waarvan het college deze kan afwijzen. Dit kan een medische onderbouwing zijn, maar ook het aantonen van schulden of eerder misbruik. De onderbouwing wordt in de beschikking vermeld.

  • 3.

    In de Verordening is bepaald dat het college een PGB kan weigeren indien aan de jeugdige of zijn ouders in de afgelopen jaren, voorafgaand aan de datum van het gesprek, een PGB is verleend en waarbij door de jeugdige of zijn ouders niet is voldaan aan de voorwaarden van het persoonsgebonden budget. Er wordt gekeken naar de afgelopen drie jaren.

Artikel 5.3 Kwaliteit

  • 1.

    Voor de diensten die belanghebbende wil inkopen geldt dat deze:

    • a.

      veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht moeten worden verstrekt;

    • b.

      afgestemd zijn op de reële behoefte van de cliënt en op andere vormen van zorg of hulp die de cliënt ontvangt;

    • c.

      verstrekt worden in overeenstemming met de op de beroepskracht rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiend uit de professionele standaard.

  • 2.

    De in lid 1 genoemde eisen gelden zowel voor aanbieders van zorg in natura als voor ondersteuning via een PGB.

  • 3.

    Op individueel en macroniveau vindt monitoring plaats op de kwaliteit en effectiviteit van de ondersteuning. Deze monitoring kan in de vorm van gesprekken met cliënt of huisbezoek (steekproefsgewijs), audits en het oppakken van signalen van de SVB of anderen binnen of buiten de gemeente. Indien op basis van het gesprek en het daarbij behorende verslag geconcludeerd wordt dat de cliënt als een zeer kwetsbaar persoon moet worden gezien, worden nadere aanvullende voorwaarden gesteld.

Hoofdstuk 6 Betrekken ingezetenen bij beleid

Artikel 6.1 Betrekken ingezetenen bij beleid

1. Het college stimuleert interactieve beleidsvorming en actief burgerschap met, door en voor jongeren. Daar waar nodig, zowel regionaal als lokaal, maken we gebruik van bijvoorbeeld: klankbordgroepen en adviesvangers bestaande uit jongeren/ ervaringsdeskundigen.

2. Het college ontvangt gevraagd en ongevraagd advies van de Adviesraad sociaal domein (zie Verordening advisering sociaal domein gemeente Oisterwijk 2020). Voorlopig zijn zij onze adviserende partner.

Hoofdstuk 7 Inwerkingtreding

Artikel 7.1 Inwerkingtreding

1. Deze nadere regels treden een dag na bekendmaking in werking.

Artikel 7.2 Intrekking nadere regels 2020.1

1. Met de inwerkingtreding van deze nadere regels worden de Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2020.1 ingetrokken.

Artikel 7.3 Citeertitel

1. Deze nadere regels worden aangehaald als Nadere regels jeugdhulp gemeente Oisterwijk 2021.

Ondertekening

Bijlage 1: Beschrijving arrangementen

Arrangement 1: Behoefte aan het verbeteren van het psychosociaal functioneren ontstaan door problematische relatie ouders Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden ouders vanwege problemen jeugdige.

- Zowel problemen bij invulling ouderschap als psychosociale problemen jeugdige, die met elkaar samenhangen en elkaar beïnvloeden.

- Relatieproblemen ouders, vaak gescheiden of niet eens over opvoeding.

- Ouders ontoereikende opvoedings-vaardigheden

- (Risico op) Psychosociale problemen jeugdige ten gevolge van spanningen thuis (op gebied van loyaliteit, gedrag, school, emoties). Geen psychiatrische problematiek!

- Inzet op verbeteren gezinscommunicatie/-relatie en vergroten opvoedvaardigheden ouders.

Arrangement 2: Behoefte aan het vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden ouders vanwege problemen jeugdige.

- Zowel jeugdigen met ontwikkelings- en/of gedrags-/psychische problemen als ouders die over onvoldoende opvoedvaardigheden beschikken die nodig zijn (ouders soms niet op één lijn opvoedings- en probleemaanpak).

- Bovenstaande kan tot spanningen in de relatie tussen jeugdige en ouders/broers/zussen leiden.

- Problemen jeugdige zijn gemakkelijk te beïnvloeden door pedagogisch handelen ouders. Inzet hulp is met name gericht op ouders.

- Ook bij één ouder gezin in verband met ouder uit beeld/overlijden andere ouder.

Arrangement 3: Behoefte aan vergroten van specifieke opvoedingsvaardigheden van ouders met een ziekte, lichamelijke- of verstandelijke beperking

- Ouder(s) met een ziekte, lichamelijke of verstandelijke beperking, als gevolg hiervan problemen met bieden van voldoende ondersteuning, bescherming (veiligheid), verzorging van/aan hun kind(eren) en stimulering van hun ontwikkeling. Ouders hebben vaak ontoereikende opvoedvaardigheden.

- Weinig steunfiguren in netwerk.

- Ten gevolge van beperking ouders, kunnen kinderen ontwikkelings- en gedragsproblemen ontwikkelen (geen verstandelijke beperking jeugdige).

Arrangement 4: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met psychi(atri)sche en/of ontwikkelingsstoornis, en het vergroten van specifieke opvoedvaardigheden voor ouders met psychi(atri)sche problematiek.

- Ouder(s) met psychische problemen of psychiatrische grondslag, soms gecombineerd met verslaving/ middelengebruik/verstandelijke beperking, als gevolg hiervan problemen met bieden van voldoende ondersteuning, bescherming (veiligheid), verzorging van/aan hun kind(eren) en stimulering van hun ontwikkeling.

- Vaak problematische relatie tussen ouders.

- Jeugdigen met ontwikkelings- en/of gedrags-/emotionele of psychi(atri)sche problemen, die zowel kind eigen als contextueel bepaald kunnen zijn.

- Weinig steunfiguren netwerk.

Arrangement 5: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met psychiatrische en/of ontwikkelingsstoornis, eventueel in combinatie met somatische stoornis.

- Jeugdigen met kind eigen problematiek (psychiatrische en/of ontwikkelingsstoornis, eventueel i.c.m. somatische stoornis), ten gevolge hiervan disfunctioneren meerdere levensgebieden.

- Ouders kunnen de specifieke opvoedvaardigheden die nodig zijn niet volledig bieden omdat problematiek jeugdige grote invloed heeft op onmacht, draaglast, gezinsfunctioneren.

- Inzet met name op behandeling/ begeleiding jeugdige, vergroten draagkracht ouders en versterken gezinssituatie.

Arrangement 6: Behoefte aan verbeteren functioneren van jeugdige en ouders, in een gezinssituatie met multi-problem kenmerken en zorgdragen voor de veiligheid van de jeugdige(n).

- Multi problemgezin: ouder(s) met ontoereikende opvoedvaardigheden, i.c.m. financiële, huisvestings-, dagbestedings-, sociale en relatieproblemen, als gevolg hiervan problemen met bieden van voldoende ondersteuning, bescherming, verzorging van/aan hun kind(eren) en stimulering van hun ontwikkeling. Vaak sprake van psychiatrische problematiek en/of verstandelijke beperking bij ouder(s), of andere gezinsleden.

- In het gezin sprake van grote (fysieke) onveiligheid.

- Diverse instanties betrokken bij het gezin (bv: politie, leerplicht, VT, hulpverlening). Zorgcoördinatie belangrijk.

- Weinig steunfiguren in netwerk.

- Jeugdigen met ontwikkelings- en/of gedrags-/emotionele-/psychi(atri)sche problemen (trauma, hechting, stemmingen, cognitie), die zowel kind eigen als contextueel bepaald kunnen zijn.

Arrangement 7: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een verstandelijke beperking en/of ondersteuning van ouders hierbij.

- Jeugdigen met een beneden gemiddelde intelligentie, soms i.c.m. somatische problematiek.

- Door beperking jeugdige vragen zij extra zorg, ondersteuning en bescherming van ouders en hun omgeving.

- Inzet op vergroten opvoed-vaardigheden, acceptatie en draagkracht ouders/systeem.

- Vaak sprake van verstandelijke beperking ouder(s).

Arrangement 8: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een verstandelijke beperking i.c.m. ontwikkelings- en gedragsproblematiek en/of ondersteuning van ouders hierbij.

- Jeugdigen met een beneden gemiddelde intelligentie, soms i.c.m. somatische en/of psychiatrische problematiek, ten gevolge hiervan ontwikkelings- en gedragsproblemen en disfunctioneren meerdere levensgebieden.

- Door combinatie bovenstaande vragen zij extra zorg, ondersteuning en specialistische behandeling/begeleiding.

- Inzet op behandeling/begeleiding jeugdige en vergroten opvoed-vaardigheden, acceptatie en draagkracht ouders/systeem.

- Vaak sprake van verstandelijke beperking ouder(s).

Arrangement 9: Behoefte aan verbeteren van functioneren jeugdige met een lichamelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel en/of ondersteuning van ouders hierbij.

- Jeugdigen met lichamelijke beperking (gehoor/zicht/somatisch) en/of niet aangeboren hersenletsel, ten gevolge hiervan ontwikkelingsproblemen.

- Door beperking jeugdige vragen zij extra zorg, ondersteuning en zo nodig specialistische behandeling of begeleiding.

- Beperking kan hoge eisen stellen aan ouderschap en ouderrelatie.

- Inzet op behandeling/begeleiding jeugdige (indien nodig) en vergroten opvoedvaardigheden, acceptatie en draagkracht ouders/systeem.

Bijlage 2. Beschrijving intensiteiten

Intensiteiten:

A. (voorheen segment 2 licht)

- Perspectief: ontwikkelen.

- Enkelvoudige problematiek; specialistische jeugdhulp nodig

- Eén tot enkele resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten: zeer overzichtelijk.

- Veel ondersteunende factoren* aanwezig

- Geen riscofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep van 1 -23 uren/dagdelen of behandeling individueel/groep van 1 -15 uren/dagdelen.

B. (voorheen segment 2 midden)

- Perspectief: ontwikkelen.

- Enkelvoudige problematiek; specialistische jeugdhulp nodig

- Enkele resultaten te behalen,

- Te behalen resultaten: overzichtelijk.

- Voldoende ondersteunende factoren* aanwezig

- Nauwelijks risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 24-49 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 16-33 uren/dagdelen.

C. (voorheen segment 2 zwaar)

- Perspectief: ontwikkelen.

- Enkelvoudige tot meervoudige problematiek; specialistische jeugdhulp nodig

- Meerdere resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten: overzichtelijk.

- Aantal ondersteunende factoren* aanwezig

- In beperkte mate risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 50-92 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 34-62 uren/dagdelen.

D.

- Perspectief: ontwikkelen.

- Meervoudige problematiek; (hoog)specialistische jeugdhulp nodig

- Meerdere resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten: redelijk overzichtelijk.

- In beperkte mate ondersteunende factoren* aanwezig , vooral belemmerde factoren***

- Gemiddelde risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 93-146 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 63-99 uren/dagdelen.

E.

- Perspectief: ontwikkelen.

- Meervoudige tot meer complexe problematiek; (hoog)specialistische jeugdhulp nodig

- Meerdere resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten alleen bereikbaar met de gecoördineerde inzet van meerdere disciplines of een interventie in het hele systeem.

- In beperkte mate ondersteunende factoren* aanwezig, vooral belemmerde factoren***

- Meerdere risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 147-230 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 100-156 uren/dagdelen.

F.

- Perspectief: ontwikkelen.

- Meer complexe problematiek; (hoog)specialistische jeugdhulp nodig

- Meerdere resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten alleen bereikbaar met de gecoördineerde inzet van meerdere disciplines of een interventie in het hele systeem.

- Te behalen resultaten alleen bereikbaar met een bepaalde mate van grip op de cliënt en diens omgeving door intensief contact met de jeugdige/het gezin.

- Voor het behalen van de resultaten zijn voor de verschillende leden van het systeem intensieve interventies nodig.

- Weinig ondersteunende factoren* aanwezig en diverse, moeilijk te beïnvloeden belemmerende factoren***

- Veel risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 231-353 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 157-239 uren/dagdelen.

G.

- Perspectief: ontwikkelen.

- Zeer complexe problematiek; (hoog)specialistische jeugdhulp nodig

- Meerdere resultaten te behalen.

- Te behalen resultaten alleen bereikbaar met de gecoördineerde inzet van meerdere disciplines of een interventie in het hele systeem.

- Te behalen resultaten alleen bereikbaar met een bepaalde mate van beheersing (meer dan bij intensiteit F) over de cliënt en diens omgeving door intensief contact met de jeugdige/het gezin.

- Voor het behalen van de resultaten zijn voor de verschillende leden van het systeem intensieve interventies nodig.

- Als bij intensiteit F waarbij de mate van beheersing bij intensiteit G hoger is.

- Weinig tot geen ondersteunende factoren* aanwezig

- Zware belemmerende factoren*** aanwezig

- Veel en/of ernstige risicofactoren** aanwezig

- Indicatie voor inzet is: begeleiding individueel/groep 354-564 uren/dagdelen of behandeling individueel /groep 240-382 uren/dagdelen.

H. (voorheen doorlopend)

- Perspectief is vasthouden van een zeker niveau van functioneren.

- Lage intensiteit met niet-frequent contact (denk bijvoorbeeld aan tweejaarlijkse consulten bij een arts of psychiater).

- Lichte inzet over een langere periode van ‘vinger aan de pols’ houden.

- Borgen van de reeds ingezette medicatie, zorg of ondersteuning.

I. (voorheen chronisch)

- Perspectief: vasthouden van behaalde resultaten.

- Te behalen resultaten zijn vooral gericht op stabiliseren, verstevigen, verankeren. Voorzien in behoeften om daarmee bestendig en gedegen toekomstige vragen op te vangen.

- Lage intensiteit met frequent contact.

*ondersteunende factoren zijn: Als er veel ondersteunende factoren aanwezig zijn, maakt dat de afstand tot het te behalen resultaat kleiner. We denken hierbij aan leerbaarheid, motivatie, eigen steunnetwerk, het gaat goed op school, inzet voorliggende voorzieningen, eigen kracht, eigen regie.

** Risicofactoren vergroten de kans dat het resultaat moeilijker te bereiken is. Risicofactoren zijn factoren die de kans vergroten op het moeilijker bereiken van het resultaat. Sommige risicofactoren kun je beïnvloeden en sommige niet. (Bijvoorbeeld een moeder met een bipolaire stoornis die op het moment stabiel is, is een risicofactor tijdens de ondersteuningsperiode). Is de kans groot dat de risicofactor zich voor zal doen en is de invloed op de te behalen resultaten ook groot, dan scoort risicofactoren hoog.

*** Belemmerende factoren zijn het tegenovergestelde van ondersteunende factoren:

Als er veel belemmerende factoren aanwezig zijn, maakt dat de afstand tot het te behalen resultaat groter. We denken hierbij aan: lage leerbaarheid, lage motivatie, weinig of negatief netwerk, problemen met of op school, weinig of geen mogelijkheden gebruik te maken van voorliggende voorzieningen, weinig mogelijkheden om terug te vallen op eigen kracht en eigen regie.

Bijlage 3. Omschrijving producten

Zie voor de uitgebreidere beschrijving en productcodes de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl

1. Jeugd ADHD+

Deze zorg kenmerkt zich door een gecombineerd somatisch en GGZ-karakter. Het betreft hier met name ADHD, maar ook andere psychosociale problematiek. Artsen, waaronder de huisarts en de kinderarts, vervullen een belangrijke rol bij de diagnostiek en behandeling. De huisarts of kinderarts kan zelf geen psychiatrische diagnose stellen maar wel de (medicatie)behandeling op zich nemen. De diagnostiek vindt altijd multidisciplinair plaats, veelal samen met een daarin gespecialiseerde kinder- en jeugdpsycholoog en/of psychiater. De huisarts of kinderarts integreert in zijn/haar werk de fysieke en mentale domeinen van gezondheid en levert integrale zorg. Juist deze integrale benadering van de zorg voor het kind, rekening houdende met de sociale en biologische aspecten, zorgt voor een optimale zorg voor het kind. Tijdens de behandeling door de huisarts of kinderarts wordt gekeken naar de samenhang en interactie van de stoornis/ziekte en de niet biologische factoren zoals gedrag, leefstijl en sociaaleconomische factoren; de interactie tussen soma en psyche. Daarbij heeft de huisarts of kinderarts kennis van de meest voorkomende bijwerkingen van stimulantia en andere (ADHD-)medicijnen.

2. Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

Behandeling Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

o Behandeling van ernstige enkelvoudige (= niet co-morbide) dyslexie als geclassificeerd volgens DSM V. De behandeling wordt uitgevoerd volgens het landelijk vastgestelde protocol “Dyslexie, Diagnostiek en behandeling 2.0”. Een behandeling duurt in beginsel 48 sessies van 45 à 50 minuten. Eventueel is een verlenging met 12 sessies mogelijk.

o De regiebehandelaar binnen Dyslexiezorg kan zijn: een BIG-geregistreerd gezondheidspsycholoog, een NIP-geregistreerd kinder- en jeugdpsycholoog en/of een NVO-geregistreerd orthopedagoog-generalist.

o De regiebehandelaar kan bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Deze medebehandelaars vallen onder de verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde dyslexiespecialisten: een basispsycholoog, orthopedagoog of een logopedist.

Diagnostiek Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

o Dit omvat alle activiteiten gericht op verduidelijking van de (oorzaak van) klachten en van de zorgvraag en vaststelling of er daadwerkelijk sprake is van EED. Hierbij wordt het landelijk vastgestelde protocol “Dyslexie, Diagnostiek en behandeling 2.0” gevolgd. Het gaat om: Signalerende diagnostiek, Verklarende diagnostiek en Indicerende diagnostiek.

o De regiebehandelaar binnen Dyslexiezorg kan zijn: een BIG-geregistreerd gezondheidspsycholoog, een NIP-geregistreerd kinder- en jeugdpsycholoog en/of een NVO-geregistreerd orthopedagoog-generalist.

o De regiebehandelaar kan bij zijn behandeling ondersteund worden door medebehandelaars. Deze medebehandelaars vallen onder de verantwoordelijkheid van de regiebehandelaar. Medebehandelaars zijn gekwalificeerde dyslexiespecialisten: een basispsycholoog, orthopedagoog of een logopedist.

3. Dagcentrum Vroegtijdige Interventie

Het Dagcentrum Vroegtijdige Interventie betreft een zeer specifieke intensieve behandeling op locatie voor Jeugdigen met een (vermoeden) van (licht) verstandelijke beperking met complexe problematieken op meerdere leefgebieden (gedrag, psychiatrisch, opvoeding, systeem) welke met elkaar verweven zijn. Deze behandeling is door de Koraalgroep ontwikkeld en wordt alleen hier geleverd. Naast bovenvermeld criterium geldt dat de Jeugdige/het Gezin aan de volgende kenmerken voldoet:

• De jeugdige is in de thuissituatie of voorgaande intramurale setting vastgelopen;

• Er is geen regionaal alternatief en onvoldoende rendement.

• Er zijn stagnaties op meerdere ontwikkelgebieden en levensdomeinen en co-morbiditeit

• Er is sprake van ernstige handelingsverlegenheid en een diffuus/onduidelijk beeld en perspectief

• Een ambulante setting is niet meer mogelijk gezien de ernst en complexiteit van de problematiek.

4. Verblijf (LVB)

Producten voor verblijf worden ingezet aan de hand van een zorgzwaartepakket (ZZP). Een ZZP is een volledig pakket van intramurale zorg/verblijfszorg, inclusief begeleiding, dat aansluit op de kenmerken van de cliënt en de soort zorg die de cliënt nodig heeft. Indien nodig zijn behandeling (BH) en/of dagbesteding (DB) onderdeel van het zorgzwaartepakket. Dat blijkt dan uit de omschrijving. Bij een ZZP is het mogelijk dat er een aanvullende opslag wordt ingezet voor een specifiek doel (bijvoorbeeld observatie of woonzorg). Bij de bepaling welke ZZP-klasse van toepassing is raadpleeg de website www.zorginregiohartvanbrabant.nl.

Begeleiding is onderdeel van elke ZZP. Behandeling en dagbesteding kunnen eveneens onderdeel zijn van een ZZP. Hiervoor hoeft dus geen afzonderlijk arrangement afgegeven worden. Eventueel kan er wel een arrangement afgegeven worden voor resultaten die niet gericht zijn op de (individuele) behandeling of begeleiding van de jeugdige, bijvoorbeeld hulp aan ouders om structureel te werken aan resultaten voor de thuissituatie.

Producten die vallen onder verblijf (LVB) zijn:

o Kortdurend verblijf (logeeropvang)

Om tijdelijk de ouder(s)/verzorger(s) te ontlasten, wordt het kind in een huiselijke omgeving logeeropvang geboden. Hierbij ontvang de jeugdige ontwikkelingsgerichte begeleiding en is toezicht en/of zorg (24 uur per dag) noodzakelijk. Logeeropvang kan als afzonderlijk product worden ingezet, maar ook in combinatie met een arrangement voor de jeugdige. De ouder(s)/verzorger(s) zijn zelf verantwoordelijk voor het vervoer van en naar het logeerverblijf.

o Beschermd wonen 16-18 jaar

Voor jeugdigen tussen de 16 en 18 jaar is verblijfszorg beschermd wonen ingekocht in de varianten Beschermd Wonen ZZP GGZ-C 3 t/m 6. Het betreft intramurale zorg, inclusief begeleiding, die aansluit bij de behoefte van de cliënt. Indien nodig is dagbesteding (DB) onderdeel van het zorgzwaartepakket. Dat blijkt dan uit de omschrijving.

• 3 ZZP BW GGZ-C:

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. De symptomatologie is bij deze cliënten naar de achtergrond geschoven en de ‘defecten’ staan op de voorgrond. De zorg is dan ook met name gericht op het omgaan met deze defecten.

• 4 ZZP BW GGZ-C:

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in – en uitgang). Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.

• 5 ZZP GGZ-C: 18

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve begeleiding en intensieve begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in – en uitgang). Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.

• 6 ZZP GGZ-C:

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische aandoening, lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding en begeleiding nodig. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (bijvoorbeeld rolstoelgebruik). Er is veelal overname van taken op alle levensterreinen nodig.

5. Verblijf J-GGZ

Binnen de verblijfszorg GGZ kennen we klassen A t/m G, hoe hoger de verzorgingsgraad, hoe zwaarder de klasse. Let op: De inhoud van de deelprestaties verblijf omvatten niet de behandeling van de cliënt, hiervoor dient een arrangement te worden afgegeven.

Deelprestatie verblijf A (lichte verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een lichte verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan begeleiding door het VOV-personeel is beperkt. De nadruk ligt op het zelfoplossend vermogen en zelfregie van de patiënten. VOV-personeel is op afstand oproepbaar. Voor zover patiënten mobiliteitsproblemen hebben vergen deze geen extra verzorging of toezicht. Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL/BDL is er geen begeleiding noodzakelijk. De zelfredzaamheid van de patiënten is groot.

Deelprestatie verblijf B (beperkte verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een beperkte verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan begeleiding door het VOV-personeel is beperkt. De nadruk ligt op het zelf oplossend vermogen en zelfregie van de patiënten. VOV personeel is op afstand oproepbaar. Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL/BDL is er beperkte begeleiding noodzakelijk. De zelfredzaamheid van de patiënten is groot. Wel zijn stimulatie en toezicht door het VOV personeel noodzakelijk.

Deelprestatie verblijf C (matige verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een matige verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. De behoefte aan begeleiding door het VOV-personeel is matig. De nadruk ligt op het zelf oplossend vermogen. De begeleiding wordt in de nabijheid van/in het gebouw verstrekt. Wat betreft de zelfstandigheid in de ADL/BDL is er begeleiding op aanvraag/behoefte nodig. Wel zijn beperkte begeleiding/zorg en toezicht door het VOV-personeel noodzakelijk.

Deelprestatie verblijf D (gemiddelde verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een gemiddelde verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. VOV-personeel is direct beschikbaar. De nadruk ligt op het aanbieden van oplossingen. Wat betreft de zelfstandigheid is er wisselende begeleiding op aanvraag/behoefte noodzakelijk. De zelfredzaamheid van de patiënten is wisselend. Wat betreft de ADL/BDL zijn begeleidende zorg en structureel toezicht noodzakelijk.

Deelprestatie verblijf E (intensieve verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een intensieve verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. VOV-personeel is direct beschikbaar. Opschaling is mogelijk. De nadruk ligt op het aanbieden van oplossingen. Wat betreft de zelfstandigheid in het ADL/BDL is er structureel begeleiding op aanvraag/behoefte nodig. De zelfredzaamheid van de patiënten is wisselend. Wel is er volledige begeleidende zorg en permanent (opvoedkundig) toezicht door het VOV-personeel noodzakelijk.

Deelprestatie verblijf F (extra intensieve verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een intensieve verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. VOV-personeel is permanent beschikbaar. In voorkomende gevallen wordt hulp door personeel andere afdelingen geboden. De nadruk ligt op het opleggen van oplossingen. Wat betreft de zelfstandigheid in het ADL/BDL is er permanente begeleiding nodig. De zelfredzaamheid van de patiënten is laag. Een gedeeltelijk overname van zorg en permanent (opvoedkundig) toezicht door VOV-personeel is noodzakelijk. Patiënten vertonen over het algemeen gedragsproblemen/agressie, dan wel verstoringen in het functioneren. In het algemeen is sprake van intensieve dagelijkse begeleiding en dag structurering.

Deelprestatie verblijf G (zeer intensieve verzorgingsgraad)

o Deze deelprestatie verblijf is bedoeld voor ggz-patiënten met een zeer intensieve verstoring in het psychiatrisch ziektebeeld (psychisch, sociaal en somatisch functioneren), waardoor er een noodzaak tot opname is om de geneeskundige zorg te leveren. VOV-personeel is permanent beschikbaar met een dubbele bezetting. De nadruk ligt op het opleggen van oplossingen. Wat betreft de zelfstandigheid in ADL/BDL is er permanente en dubbele begeleiding nodig. De zelfredzaamheid van de patiënten is zeer laag. Er is volledige overname van zorg en permanent toezicht door het VOV-personeel noodzakelijk. Patiënten vertonen over het algemeen ernstige gedragsproblemen/agressie, dan wel ernstige verstoringen in het psychosociale functioneren. In het algemeen is sprake van intensieve dagelijkse begeleiding en dag structurering, met continu individueel (opvoedkundig) toezicht.

6. Verblijf (J&O)

Eventueel kan er een arrangement afgegeven worden voor resultaten die niet gericht zijn op de (individuele) behandeling of begeleiding van de jeugdige, bijvoorbeeld hulp aan ouders om structureel te werken aan resultaten voor de thuissituatie.

Behandelgroep kamertrainingscentrum

o Kamertraining is bedoeld voor jongeren die (nog) niet toe zijn aan zelfstandig wonen. Lichte begeleiding op locatie wordt geboden.

Gezinshuis

o De jeugdige krijgt opvoeding geboden in een accommodatie van een zorgaanbieder waar ‘gezinsouders’ aanwezig zijn om zoveel mogelijk het klimaat van een gezinssituatie te creëren.

o Het verschil met een pleeggezin is dat de gezinsouders een specifieke opleiding hebben gevolgd, meerdere kinderen ‘behandelen’ en een gefaciliteerde accommodatie bewonen.

Behandelgroep fasehuis

o Het fasehuis is bedoeld voor jongeren die moeten leren zelfstandig te leven en daar nog begeleiding bij nodig hebben.

o In een fasehuis woont men op kamers waar intensieve begeleiding bij wordt geboden.

Behandelgroep

o Deze behandelgroep vindt plaats in een methodische behandelsetting met groepsleiders.

o Het verschil met pleegzorg en gezinshuizen is dus dat de begeleiding niet plaats vindt door een ouderechtpaar of opvoeders maar door een team van groepsleiders. Dit is de meest voorkomende vorm van groepsverblijf.

Behandelgroep zwaar

o Ook deze behandelgroep vindt plaats in een methodische behandelsetting met groepsleiders.

o Het verschil met de behandelgroep is de intensiteit van de begeleiding en behandeling. De behandelgroep zwaar kent een intensiteit van méér dan één-op-één tussen formatie en capaciteitsplaatsen.

Behandelgroep tienermoeder en kind(eren)

o Deze behandelgroep is voor tienermeiden van 14-18 jaar, die zwanger zijn of al een kind hebben. In deze groep worden tienermoeders waarbij sprake is van een vorm van gedragsproblematiek.

Observatietraject opvoedingsperspectief

o Observatietraject met verblijf (gemiddelde duur 12 weken) voor moeders met kinder(en) om het opvoedingsperspectief te bepalen.

Gesloten behandelgroep (Jeugdzorg Plus)

o Bij Jeugdzorg Plus verblijft een jongere in een Jeugdzorg Plus-instelling, Dit is een intensieve vorm van jeugdhulp. Jeugdzorg Plus is bedoeld voor jongeren tot 18 jaar met gedragsproblemen die zo erg zijn dat de jongere een gevaar is voor zichzelf, of voor anderen.

o Vaak is er sprake van:

 psychiatrische klachten. Bijvoorbeeld autisme en ADHD

 een (licht) verstandelijke beperking

 verslaving aan alcohol of drugs

 gedragsproblemen

o Opname in een gesloten behandelgroep is alleen mogelijk o.b.v. een 'machtiging gesloten jeugdzorg' van de kinderrechter.

Pleegzorg

Verblijf pleegzorg deeltijd

o Bij deeltijd pleegzorg verblijven de jeugdigen een deel van een etmaal in een pleeggezin dat een veilige omgeving biedt. De pleegouders zorgen een aantal uren per dag en voor één of meer dagen per week voor de jeugdige.

Verblijf pleegzorg 24-uurs

o Als de pleegouders 24-uur per dag en voor 1 of meer dagen per de week voor de jeugdige zorgen is er sprake van pleegzorg 24-uurs. 24-uurs pleegzorg wordt geregistreerd en afgerekend per etmaal.

7. Vervoer

Vervoer wordt door de gemeentelijke toegang als separaat product toegekend, wanneer daar op basis van de lokale verordening een noodzaak voor is. Vervoer wordt ingezet als dit o.g.v. medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid noodzakelijk is. Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de eigen kracht van de cliënt of diens netwerk. Aanbieders die gecontracteerd zijn voor vervoer, leveren dit aan cliënten met een indicatie vervoer. Voor aanbieders die niet gecontracteerd zijn voor vervoer, organiseert de gemeente het vervoer indien dit noodzakelijk is bij de cliënt. De regio onderscheidt meerdere vormen van vervoer om beter tegemoet te komen aan aard van de vervoersbewegingen. De volgende vormen worden onderscheiden:

Lopend Vervoer:

Het betreft hier het vervoer voor cliënten die zelfstandig in en uit de bus kunnen. De problematiek van de cliënt vormt geen belemmering om met andere cliënten samen te reizen. Deze vorm van vervoer wordt ingezet voor cliënten die (nog) niet zelfstandig naar de zorgaanbieder kunnen. Het gaat om een vervoersbeweging binnen de regio.

Rolstoel Vervoer:

Het betreft hier vervoer voor cliënten die vanwege hun rolstoel gebruik maken van aangepast vervoer. De bus is zo ingericht dat één of meerdere rolstoelgebruikers van de bus gebruik kunnen maken. De chauffeur ondersteunt bij het in- en uitstappen. Ondanks dat de problematiek van de cliënt meestal geen belemmering vormt om met andere cliënten samen te reizen, zal dit vanwege de rolstoel (ruimte) beperkt mogelijk zijn (maximaal 4 cliënten per bus). Het gaat om een vervoersbeweging binnen de regio.

Individueel Vervoer:

Het betreft hier het vervoer voor cliënten die zelfstandig (of met beperkte ondersteuning van de chauffeur/begeleider) in en uit de bus kunnen. Door de problematiek van de cliënt is het niet mogelijk om het vervoer te combineren met dat van andere cliënten. Het gaat om een vervoersbeweging binnen de regio.

Bijlage 4. Richtlijnen gebruikelijke hulp

Voor zover het gebruikelijk is dat partners, ouders, inwonende kinderen en/of andere huisgenoten elkaar bepaalde hulp en zorg bieden, is cliënt niet aangewezen op ondersteuning vanuit de Jeugdwet.

Gebruikelijke hulp is de normale, dagelijkse hulp en zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden. Voor kinderen geldt dat er een bandbreedte is in het normale ontwikkelingsprofiel. Ook tussen kinderen van dezelfde leeftijd zonder ondersteuning vanuit de Jeugdwet kan de omvang van de zorg (per dag) verschillen. Het ene kind is nu eenmaal gemakkelijker dan het andere kind. Gebruikelijke hulp bij kinderen kan activiteiten omvatten die niet standaard bij alle kinderen voorkomen.

Bij gebruikelijke hulp wordt er een onderscheid gemaakt in kortdurende en langdurige situaties;

Kortdurend: er is uitzicht op herstel. Het gaat hierbij over het algemeen over een periode van maximaal drie maanden.

Langdurig: het gaat om chronische situaties waarbij naar verwachting de hulp en zorg langer dan drie maanden nodig zal zijn.

Algemeen aanvaarde maatstaven:

1. In kortdurende situaties vallen alle vormen van persoonlijke verzorging en begeleiding onder gebruikelijke hulp, voor zover de handelingen door de ouders, verzorgers of andere huisgenoten zijn aan te leren.

2. In langdurige situaties is de hulp waarvan kan worden gezegd dat deze op basis van algemeen aanvaarde maatstaven door de sociale omgeving aan de cliënt moet worden geboden gebruikelijke hulp. Het gaat hierbij in ieder geval om:

o Ouderlijk toezicht: dit toezicht wordt anders naarmate een kind ouder wordt en zich ontwikkelt.

o Begeleiding bij kinderen tot 3 jaar: kinderen in deze leeftijd hebben volledige verzorging en begeleiding van een ouder nodig.

o Begeleiding naar het ziekenhuis: ook als een kind meerdere keren per week naar het ziekenhuis moet, is het gebruikelijk dat een ouder mee gaat.

o Begeleiding naar zwemles: is de duur van de zwemles aanzienlijk afwijkend van als een kind met een normaal ontwikkelingsprofiel, ook dan is het gebruikelijk dat een ouder mee gaat. Dit kan worden gezien als deelname aan een sportvereniging.

o Het leren omgaan van derden (familie/vrienden) met de cliënt.

3. In chronische situaties is pas sprake van boven gebruikelijke hulp wanneer de omvang van de hulp en zorg substantieel meer is dan een gezond kind van dezelfde leeftijd gemiddeld nodig heeft. Met substantieel wordt een omvang bedoeld van gemiddeld meer dan een uur per etmaal. Dit uur is in de thuissituatie geen boven gebruikelijke zorg, maar hoort nog tot gebruikelijke hulp en zorg. Als er binnen een gezin meerdere kinderen met beperkingen zijn en deze kinderen hebben een Jeugdwet-zorgvraag, dan wordt het uur substantieel slechts één keer in mindering gebracht.

4. Het bieden van een beschermende woonomgeving van ouders aan kinderen is tenminste tot een leeftijd van 17 jaar in beginsel gebruikelijke hulp, zowel in kortdurende als langdurige situaties. Kan een kind niet bij (een van) de ouder(s) wonen vanwege de onmogelijkheden van de ouder(s) om een veilig thuis te bieden en/of vanwege opvoedingsonmacht van de ouder(s), is verblijf op grond van de Jeugdwet aan de orde.

5. Bij de weging of er sprake is van boven gebruikelijk toezicht gaat het om de mate van toezicht die nodig is op basis van de aandoeningen, stoornissen en beperkingen van het kind.

Uitzonderingen

1. Voor zover een partner, ouder, volwassen broer/zus en/of elke andere volwassen huisgenoot geobjectiveerde beperkingen heeft en/of kennis/vaardigheden mist om gebruikelijke ondersteuning ten behoeve van de cliënt uit te voeren en deze vaardigheden niet kan aanleren, wordt van hen geen bijdrage verwacht.

2. Voor zover een partner, ouder, volwassen broer/zus en/of andere volwassen huisgenoot overbelast is of dreigt te raken, wordt van hem of haar geen gebruikelijke ondersteuning verwacht, totdat deze dreigende overbelasting is opgeheven. Daarbij geldt het volgende: wanneer voor de partner, ouder, volwassen broer/zus en/of andere volwassen huisgenoot eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen zijn om de (dreigende) overbelasting op te heffen dienen deze eigen mogelijkheden en/of voorliggende voorzieningen hiertoe te worden aangewend. Als er sprake is van (dreigende) overbelasting vanwege het zelf leveren van geïndiceerde ondersteuning, dient men die overbelasting op te heffen door deze ondersteuning door (andere) zorgverleners uit te laten voeren/in te kopen.

3. Voor zover de cliënt zich in de terminale levensfase bevindt, kan een partner, ouder, broer/zus en/of andere huisgenoot afhankelijk van de situatie vrijgesteld worden van de (boven)gebruikelijke hulp en zorg.

Begeleiding tijdens kinderopvang

Wanneer ouders werken, zijn/blijven zij verantwoordelijk voor de opvang/verzorging van hun kinderen. De Begeleiding die buiten dit werk/onderwijs om als gebruikelijke hulp wordt beschouwd, kan gedurende de tijd dat de ouders werken/onderwijs volgen niet worden geïndiceerd. Wanneer sprake is van boven gebruikelijke Begeleiding, wordt de omvang van de boven gebruikelijke begeleiding vastgesteld over het hele etmaal/zeven dagen per week. Dus feitelijk ook gedurende de periode dat ouders werken/onderwijs volgen. Ouders kunnen de keuze maken wanneer zij de geïndiceerde uren inzetten, thuis of tijdens de kinderopvang.

Normaal ontwikkelingsprofiel kind

Onderstaande tabel laat zien in hoeverre een jeugdige/jongere gezien zijn leeftijd ontwikkeld zou moeten zijn op de genoemde gebieden om veilig op te groeien tot een zelfstandig en gelukkig persoon. Waarbij:

1 = jeugdige heeft bij alles ondersteuning nodig

2 = kan het samen met iemand

3 = kan sommige dingen zelf, maar meestal steun nodig

4 = kan het als iemand mee kijkt

5 = kan het als hij vooraf geïnstrueerd wordt of als het in zijn routine zit

6 = kan het zelf, maar krijgt af en toe nog tips

7 = heeft geen enkele ondersteuning nodig

Gebied

1

2

3

4

5

6

7

PERSOONLIJKE VERZORGING

Douchen, aankleden, tanden poetsen.

Kamer opruimen

Bijdragen aan huishouden.

0-4 jr.

0-4 jr.

5-8 jr.

5-8 jr.

9-12 jr.

9-12 jr.

13-15 jr.

16-18 jr.

18+

DAGINVULLING

School, stage, werk.

Sport en vrije tijd.

Weekenden en

vakanties.

0-4 jr

5-8 jr

5-8 jr

9-12 jr

9-12 jr

13-15 jr

13-15 jr

16-18 jr

16-18 jr

18+

REGIE & REFLECTIE

Ontwikkelen & leren. Keuzes maken.

Notie van oorzaak – gevolg.

Zelfvertrouwen.

0-4 jr

5-8 jr

5-8 jr

9-12 jr

9-12 jr

13-15 jr

13-15 jr

16-18 jr

16-18 jr

18+

SOCIAAL NETWERK

Vrienden maken en vriendschappen onderhouden.

0-4 jr

5-8 jr

5-8 jr

9-12 jr

9-12 jr

13-15 jr

13-15 jr

16-18 jr

16-18 jr

18+

FYSIEKE & SOCI-ALE VEILIGHEID

Beschermd voelen. Zelf veilige omgeving creëren.

Vertrouwd zonder toezicht kunnen zijn.

0-4 jr

5-8 jr

5-8 jr

9-12 jr

9-12 jr

13-15 jr

13-15 jr

16-18 jr

16-18 jr

18+

REIZEN

Verplaatsen in de directe omgeving.

Vervoer op kleine en grote afstand.

0-4 jr

5-8 jr

5-8 jr

9-12 jr

9-12 jr

13-15 jr

16-18 jr

18+

Normtijden persoonlijke verzorging (bron: CIZ) (gehanteerd in geval van segment 3)

Voldoen de begeleidingsactiviteiten niet volledig aan de hulpbehoefte van de cliënt, dan kan er indien nodig persoonlijke verzorging geïndiceerd worden. Persoonlijke verzorging wordt bekostigd vanuit de Jeugdwet indien het géén verband houdt met de behoefte aan geneeskundige zorg. Een jeugdige met persoonlijke verzorging krijgt hulp en zorg bij algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL).

Activiteiten persoonlijke verzorging

Overzicht handelingen

Gemiddelde tijd per keer in minuten

Maximale frequentie p/dag

1.1 Zich wassen

Delen van het lichaam

10

1x

Gehele lichaam

20

1x

1.2 Zich kleden

Volledig aan-/uitkleden

15

2x

Gedeeltelijk uitkleden

10

1x

Gedeeltelijk aankleden

10

1x

1.3 In en uit bed gaan

Hulp bij uit bed komen

10

1x

Hulp bij in bed gaan

10

1x

Hulp bij middagrust

10

2x

1.4 Zich verplaatsen in zit- of lighouding (hulp bij beweging, houding)

20

Maatwerk

1.5 Naar toilet gaan en zich reinigen c.q. incontinentiemateriaal verwisselen

15

Maatwerk

1.6 Eten en drinken

Hulp bij broodmaaltijd

10

2x

Hulp bij warme maaltijd

15

1x

Hulp bij drinken

10

6x

1.7 Toiletgang

Stomaverzorging bij lokaal intacte huid

20

Maatwerk

Stomazakje wisselen

10

Maatwerk

Katheterzak legen/wisselen

10

Maatwerk

Blaasspoelen

15

Maatwerk

Uritip aanbrengen

15

Maatwerk

Klysma microlax

15

Maatwerk

1.8 Sondevoeding

Sondevoeding toedienen

40

Maatwerk

Sondevoeding via PEG

40

Maatwerk

1.9 Medicatie

Medicatie aanreiken

5

Maatwerk

Medicatie toedienen (oraal of sonde)

5

Maatwerk

Aanbrengen medicinale pleister

5

Maatwerk

Toedienen oog-, oor- of neusdruppels of ooggel, medicatie toedienen (vaginaal of rectaal)

10

Maatwerk

Vernevelen

20

Maatwerk

2.1 Persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid

Zorg voor tanden

5

2x

Zorg voor haren

5

1x

Zorg voor nagels

5

1x per week

Scheren

10

1x

Inspectie van de intacte huid op (dreigende) vervormingen, ontstekingen en/of infecties

10

Maatwerk

Zalven van de intacte huid

10

Maatwerk

Verzorging van smetplekken (roodheid en irritaties huid)

10

Maatwerk

Verzorging van intacte huid rondom natuurlijk en onnatuurlijke lichaamsopeningen

10

Maatwerk

2.2 Aanbrengen/verwijderen prothese (o.a. ledemaatprotheses en/of gehoorapparaten)

Aanbrengen prothese/hulpmiddel

15

1x

Verwijderen prothese/hulpmiddel

15

1x

Aanbrengen D.P.S.

5

Maatwerk

Verwijderen D.P.S.

5

Maatwerk

Aanbrengen T.E.N.S.

5

Maatwerk

Verwijderen T.E.N.S.

5

Maatwerk

2.5 Aanleren en begeleiden van PV-activiteiten

Aanleren van cliënt, gebruikelijke zorger en mantelzorger gekoppeld aan activiteiten 1.1 tot en met 2.2

Gelijk aan een of meer van de aan te leren activiteiten 1.1. tot en met 2.2 plus maximaal in totaal 30 minuten per week

Gelijk aan een of meer van de aan te leren activiteiten 1.1 tot en met 2.2

Begeleiden van verzekerde, gebruikelijke zorger en mantelzorger bij de uitvoering van de activiteiten 1.1 tot en met 2.2

Het gaat om het onderhouden en borgen van de kwaliteit van de door verzekerde, gebruikelijke zorger of mantelzorger uitgevoerde AWBZ-zorg. Om de kwaliteit van de handelingen die onder persoonlijke verzorging horen op het juiste niveau te houden, komt er een zorgverlener langs die daarin begeleidt.

30 per week

Gemiddelde tijd verdelen over de week

Bijlage 5: PGB-tarieven jeugd 2021

Tarieven pgb formeel 2021 (75% van ZiN)

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

Arrangement 1 - Jeugdigen met psychosociale problemen en problematische relaties tussen ouders

€ 396,68

€ 1.541,52

€ 3.845,25

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Arrangement 2 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen en ouders met ontoereikende opvoedingsvaardigheden

€ 795,76

€ 1.879,24

€ 3.728,12

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Arrangement 3 - Jeugdigen met ouders met een ziekte of beperking

€ 396,68

€ 1.541,52

€ 3.845,25

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Arrangement 4 - Jeugdigen met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische met ouders met psychi(atri)sche problemen

€ 637,59

€ 2.269,27

€ 4.232,89

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 1.615,30

€ 4.958,25

Arrangement 5 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen door kindfactoren (psychiatrisch of somatisch)

€ 802,32

€ 2.275,92

€ 4.517,30

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 1.615,30

€ 4.958,25

Arrangement 6 - Jeugdigen met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische binnen multiproblem gezinnen

€ 807,26

€ 2.275,92

€ 4.517,30

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 1.615,30

€ 4.958,25

Arrangement 7 - Jeugdigen met een beneden normale intelligentie

€ 727,76

€ 2.318,50

€ 4.373,04

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Arrangement 8 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen met een beneden normale intelligentie

€ 727,76

€ 2.318,50

€ 4.373,04

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Arrangement 9 - Jeugdigen met een lichamelijke beperking (gehoor/zicht of somatisch) en/of niet aangeboren hersenletsel

€ 726,76

€ 2.318,50

€ 4.373,04

€ 6.849,70

€ 10.896,61

€ 16.808,77

€ 26.660,44

€ 427,82

€ 2.373,35

Tarief voortijdige arrangementbeëindiging (1 à 2 sessies)

€ 122,94

Tarief voortijdige arrangementbeëindiging (3 à 5 sessies)

€ 245,87

Tarieven pgb informeel 2021 (50% van ZiN) 

A

B

C

Arrangement 1 - Jeugdigen met psychosociale problemen en problematische relaties tussen ouders

€ 264,45

€ 1.027,68

€ 2.563,50

Arrangement 2 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen en ouders met ontoereikende opvoedingsvaardigheden

€ 530,50

€ 1.252,83

€ 2.485,41

Arrangement 3 - Jeugdigen met ouders met een ziekte of beperking

€ 264,45

€ 1.027,68

€ 2.563,50

Arrangement 4 - Jeugdigen met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische met ouders met psychi(atri)sche problemen

€ 425,06

€ 1.512,85

€ 2.821,92

Arrangement 5 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen door kindfactoren (psychiatrisch of somatisch)

€ 534,88

€ 1.517,28

€ 3.011,53

Arrangement 6 - Jeugdigen met ontwikkelings-, gedrags- en/of psychiatrische binnen multiproblem gezinnen

€ 538,18

€ 1.517,28

€ 3.011,53

Arrangement 7 - Jeugdigen met een beneden normale intelligentie

€ 485,17

€ 1.545,66

€ 2.915,36

Arrangement 8 - Jeugdigen met ontwikkelings- en gedragsproblemen met een beneden normale intelligentie

€ 485,17

€ 1.545,66

€ 2.915,36

Arrangement 9 - Jeugdigen met een lichamelijke beperking (gehoor/zicht of somatisch) en/of niet aangeboren hersenletsel

€ 485,17

€ 1.545,66

€ 2.915,36

Tarieven producten PGB formeel (75% van Zin) 2021

Jeugd ADHD+

Grondslag tarief

Tarief

Diagnosen psychisch/gedrag overig/ poli>6-dag>1/ kindergeneeskunde psychosociaal (ADHD+)

Stuks

€ 1.115,81

Gedragsproblemen/ ambulant middel-dag/kindergeneeskunde overige pediatrie (ADHD+)

Stuks

€ 549,60

Diagnosen psychisch/gedrag overig/licht ambulant/kindergeneeskunde psychosociaal (ADHD+)

Stuks

€ 264,61

Gedragsproblemen/licht ambulant/kindergeneeskunde overige pediatrie (ADHD+)

Stuks

€ 224,69

Diagnosen psychisch/gedrag overig/ ambulant middel-dag=1/met activiteiten psychosociaal specifiek/kindergeneeskunde (ADHD+)

Stuks

€ 868,88

Diagnosen psychisch/gedrag overig/ ambulant middel-dag=1/zonder activiteiten psychosociaal specifiek/kindergeneeskunde (ADHD+)

Stuks

€ 619,91

Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED)

Diagnostiek - volledig traject

traject

€ 749,96

Diagnostiek - tarief per uur*

uur

€ 71,79

* dit geldt als traject voortijdig wordt beëindigd. Declaratie uren kan uiteraard maximaal tarief volledig traject bedragen.

Behandeling dyslexie

sessie

€ 71,79

Pleegzorg

24-uurs pleegzorg

dag

€ 33,46

Deeltijd pleegzorg

dag

€ 33,46

Dagcentrum Vroegtijdige Interventie

Dagbehandeling Dagcentrum Vroegtijdige interventie JLVG

dagdeel

€ 164,70

Verblijf (LVB) – (inclusief kortdurend verblijf en beschermd wonen)

Z414 - ZZP 1VG excl. DB

dag

€ 69,10

Z415 - ZZP 1VG incl. DB

dag

€ 101,39

Z424 - ZZP 2VG excl. DB

dag

€ 81,75

Z425 - ZZP 2VG incl. DB

dag

€ 114,05

Z430 - ZZP 3VG excl. BH excl. DB

dag

€ 92,46

Z431 - ZZP 3VG excl. BH incl. DB

dag

€ 124,77

Z432 - ZZP 3VG incl. BH ecl. DB

dag

€ 104,22

Z433 - ZZP 3VG incl. BG incl. DB

dag

€ 136,52

Z513 - ZZP 1LVG incl. BH incl. DB

dag

€ 130,04

Z523 - ZZP 2LVG incl. BH incl. DB

dag

€ 160,03

Z533 - ZZP 3LVG incl. BH incl. DB

dag

€ 199,21

Z543 - ZZP 4 LVG incl. BH incl. DB

dag

€ 226,02

Z553 - ZZP 5LVG incl. BH incl. DB

dag

€ 227,44

Z911 - Toeslag ZZP MFC

dag

€ 24,54

Z912 - Toeslag ZZP observatie

dag

€ 63,05

Z978 - Toeslag ZZP woonzorg GHZ kind

dag

€ 24,72

Z979 - Toeslag ZZP woonzorg GHZ jeugd

dag

€ 15,06

Z992 - ZZP GGZ verblijfscomponent

dag

€ 17,78

Z993 - ZZP VG&LG

dag

€ 20,95

Z994 - ZZP ZG verblijfscomponent

dag

€ 21,39

Z996 - ZZP V&V verblijf niet-geïndiceerd

dag

€ 27,66

HLOG - begeleiding i.v.m. logeren

uur

€ 42,30

Verblijf (GGZ)

Deelprestatie verblijf A (Lichte verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 111,79

Deelprestatie verblijf B (Beperkte verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 146,59

Deelprestatie verblijf C (Matige verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 203,05

Deelprestatie verblijf D (Gemiddelde verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 213,34

Deelprestatie verblijf E (Intensieve verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 273,78

Deelprestatie verblijf F (Extra intensieve verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 306,64

Deelprestatie verblijf G (Zeer intensieve verzorgingsgraad)- Regulier incl. NHC Regulier

dag

€ 414,34

Opslag component NHC PMU t.o.v. NHC regulier (geldend t/m deelprest. G)

dag

€ 5,11

Opslag component NHC beveiligingsniveau 2 t.o.v. NHC regulier (geldend t/m deelprest. G)

dag

€ 5,92

Opslag component NHC beveiligingsniveau 3 t.o.v. NHC regulier

dag

€ 17,31

Verblijf (JOH)

Behandelgroep kamer training

dag

€ 71,69

Behandelgroep gezinshuis

dag

€ 122,37

Behandelgroep fasehuis

dag

€ 122,37

Behandelgroep

dag

€ 158,73

Behandelgroep zwaar

dag

€ 171,60

Behandelgroep tienermoeder en kind(eren) (integrale prijs)

dag

€ 249,14

Verblijf observatie opvoedingsperspectief moeder en kinder(en) (integrale prijs)

dag

€ 268,82