Regeling vervallen per 02-02-2022

Standplaatsenbeleid 2021 gemeente Maasdriel

Geldend van 31-03-2021 t/m 01-02-2022

Intitulé

Standplaatsenbeleid 2021 gemeente Maasdriel

1 Inleiding

1.1. Algemeen

In de openbare ruimte in Maasdriel zijn op meerdere locaties standplaatsen voor ambulante handel. De standplaatsen worden op één of meerdere dagdelen per week gebruikt door verkoopinrichtingen die producten, zoals vis, kaas, groente en fruit, verkopen.

Deze ambulante handel voorziet in een behoefte. Daarnaast brengt het ook de nodige levendigheid en is het een verrijking van het voorzieningenaanbod. Het gemeentelijk beleid is er dan ook op gericht om ruimte te bieden aan deze vorm van detailhandel.

Op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV) van de gemeente Maasdriel is het verboden om zonder vergunning van het college een standplaats in te nemen of te hebben.

Om onevenredige aantasting van de voorzieningenstructuur te voorkomen en om overlast, zoals parkeren, verkeer, stank, hinder en/of uitzicht, te beperken zijn standplaatsen onder voorwaarden toegestaan. Het college kan een vergunning verlenen voor het innemen van een standplaats. Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het college de uitoefening van deze bevoegdheid regelen door beleidsregels vast te stellen.

In 2019 zijn de beleidsregels geactualiseerd en aangepast aan de geldende regelgeving. Zo volgt uit de meest recente jurisprudentie dat standplaatsen schaarse vergunningen zijn en dat moet worden voldaan aan de Europese Dienstenrichtlijn. Dat betekent onder meer gelijke kansen op standplaatsenvergunningen.

Door de inwoners van Ammerzoden en Hedel wordt aangegeven dat er behoefte is aan extra standplaatsen. Als gevolg hiervan wordt het standplaatsenbeleid 2019 aangepast.

1.2 Definitie standplaats

Onder een standplaats wordt verstaan:

Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel (artikel 5:17 APV).

Onder een standplaats wordt niet verstaan een vaste plaats op een jaar- of weekmarkt of tijdens een evenement.

Een onderscheid in standplaatsen kan worden gemaakt tussen:

  • vaste standplaats;

  • seizoensgebonden standplaats;

  • tijdelijke standplaats: incidentele en ideële standplaats.

Vaste standplaats

Onder een vaste standplaats wordt een vaste locatie verstaan die door de vergunninghouder wordt ingenomen:

  • op de door het college toegewezen dag met een wekelijkse regelmaat, uitgezonderd 6 weken (waarvan maximaal 4 weken aaneengesloten) vakantie per jaar;

  • gedurende 4 uur of langer per dag;

  • wat structureel, dus het gehele jaar door is toegestaan;

  • voor maximaal 5 kalenderjaren.

Seizoensgebonden standplaats

Onder een seizoensgebonden standplaats wordt een locatie verstaan die door de vergunninghouder wordt ingenomen:

  • in een door het college toegewezen periode in het seizoen;

  • van waaruit seizoensgebonden producten worden verkocht, zoals oliebollen en ijs;

  • voor maximaal 5 kalenderjaren.

Verkoop streekproducten op eigen perceel

Voor de verkoop van ter plaatse gekweekte streekproducten, zoals kersen en aardbeien, op eigen perceel vanuit een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel bij een agrarisch bedrijf is op grond van de APV geen vergunning nodig. In bepaalde gevallen kan wel een omgevingsvergunning nodig zijn.

Tijdelijke standplaats: incidentele en ideële standplaats

Binnen de gemeente Maasdriel zijn er twee soorten tijdelijke standplaatsen: een incidentele standplaats en een ideële standplaats. Bij beide standplaatsen gaat het om een tijdelijk karakter en worden ze maar voor een korte periode ingenomen.

Incidentele standplaats

Een incidentele standplaats is een tijdelijke standplaats die sporadisch en niet stelselmatig wordt ingenomen. Het gaat hier om verkoop of promotie van commerciële producten/diensten.

Een incidentele standplaats kan voor één dag(deel) en maximaal 4 aaneensluitende dagen worden ingenomen.

Ideële standplaats

Een ideële standplaats is een bijzondere vorm van een tijdelijke standplaats en kan worden ingenomen naar gelang de duur van het onderzoek of project, met een maximum van 2 maanden per kern.

Het gaat hier om een standplaats met een maatschappelijk belang. Bijvoorbeeld voor instellingen die voorlichting geven en preventiewerk verrichten op het gebied van de volksgezondheid, zoals het borstkankeronderzoek.

1.3 Definitie verkoopinrichting

In dit beleid wordt gesproken over verkoopinrichting. Met verkoopinrichting wordt bedoeld:

een kraam, een wagen, een tafel of een ander fysiek middel ten behoeve van de verkoop op een standplaats.

1.4 Definitie branchering van detailhandel

In dit beleid wordt gesproken over branchering. Met branchering wordt bedoeld: beperking van verkoop van dezelfde en aanverwante producten per dag en per week in een dorpskern.

Ter voorkoming dat alle standplaatsen door eenzelfde branche worden ingenomen wordt branchering gehanteerd.

Branchering schept de mogelijkheid te sturen op de verscheidenheid aan standplaatsen. Op deze wijze wordt in het belang van de consument als ook de andere standplaatsvergunninghouders de diversiteit aan standplaatsen behouden en daarmee de aantrekkelijkheid van de winkelcentra.

2 Locaties

2.1 Algemeen

Het gebruik van openbaar gebied ten behoeve van detailhandelsactiviteiten, zoals het innemen van standplaatsen, heeft consequenties voor het gebied en de omliggende omgeving. Standplaatsen in de dorpskernen en bij winkelcentra vormen echter een waardevolle aanvulling op het bestaande voorzieningenniveau.

Bij een standplaats moet voldoende ruimte beschikbaar zijn voor de verkoopinrichting. In de nabijheid van deze verkoopinrichting moet ruimte beschikbaar zijn waar klanten kunnen parkeren. Een gebrek aan parkeerruimte in de onmiddellijke nabijheid kan tot (verkeers)gevaarlijke of hinderlijke situaties leiden, omdat dan geparkeerd wordt op plaatsen waar dat niet mogelijk of toegestaan is.

Het college bepaalt ten aanzien van de standplaatsen de afmetingen en de opstelling.

2.2 Locaties

Vaste locaties

Door het college zijn voor vaste standplaatsen alleen in de dorpskernen Ammerzoden, Hedel, Heerwaarden en Kerkdriel vaste locaties aangewezen. De betreffende locatiekaarten zitten als bijlagen bij dit beleid. Het betreffen hier parkeerplaatsen die geschikt zijn voor het plaatsen van een verkoopinrichting. De standplaatsen in Ammerzoden, Hedel, Kerkdriel en zijn parkeerplaatsen op grond die in eigendom is van de gemeente. De standplaats in Heerewaarden is op de parkeerplaats op grondgebied van de kerk. Deze wordt door de gemeente gehuurd.

Voor de overige dorpskernen geldt geen vaste locatie en wordt bij de beoordeling van een locatie getoetst aan de weigeringsgronden zoals genoemd in de APV. In verband met (verkeers)veiligheid wordt advies opgevraagd bij een verkeersdeskundige.

Er zijn voor de seizoensgebonden en tijdelijke standplaatsen geen vaste locaties aangewezen. De standplaatsen kunnen ingenomen worden op een locatie naar keuze, mits de locatie niet bezet is door de inname van een vaste standplaats of evenementen waarvoor op grond van artikel 2:25 van de APV al een melding is gedaan of vergunning voor is verleend. De locatie wordt verder getoetst aan de weigeringsgronden zoals genoemd in de APV.

In verband met (verkeers)veiligheid wordt advies opgevraagd bij een verkeersdeskundige.

Tabel vaste standplaatsen

Kern

Locatie

Maximum vergunningen per kern

Maximaal standplaatsen per dag en locatie

Maximaal standplaatsen per branche:

Stroom-kast van gemeente

per week

per dag

Alem

geen vaste locatie

1

1

1

1

Ammerzoden

winkelcentrum De Haar

4*

2

2

1

ja

Hedel

parkeerplaats op de hoek Kasteellaan / Voorstraat

8*

2

4

1

ja

Heerewaarden

parkeerplaatsen bij de NH-Kerk in de Hogestraat

4

1

1

1

ja

Hoenzadriel

geen vaste locatie

1

1

1

1

Hurwenen

geen vaste locatie

1

1

1

1

Kerkdriel

Mgr. Zwijsenplein

4

1

3

1

ja

Rossum

geen vaste locatie

3

3

2

1

Velddriel

geen vaste locatie

2

2

1

1

Well

geen vaste locatie

1

1

1

1

Wellseind

geen vaste locatie

1

1

1

1

* Waarvan in Ammerzoden altijd 1 en in Hedel altijd 2 bestemd voor de vrijdag. Voor de overige standplaatsen is de dag waarop de standplaats wordt ingenomen vrije keuze zolang het maximaal aantal in te nemen standplaatsen niet is vergund.

Voor elektriciteit kan op de vaste locaties gebruik worden gemaakt van een gemeentelijke stroomkast. Hiervoor worden kosten in rekening gebracht, zoals zijn opgenomen in de Verordening op de heffing en de invordering van standplaatsvergoedingen en marktgelden.

2.3 Overlast

De Wet milieubeheer bevat regels ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders van een verkoopinrichting. Vooral aan (geur)overlast veroorzakende en voedsel bereidende verkoopinrichtingen worden milieueisen gesteld. Er worden onder andere eisen gesteld met betrekking tot afvalstoffen en het voorkomen van (geur)overlast.

Voor het bereiden van voedingsmiddelen moet voldaan worden aan de regels van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Deze regels voorkomen dan wel beperken de geurhinder.

2.4 Ondergrond voor andere doeleinden nodig

Het kan voorkomen dat de gemeente Maasdriel de ondergrond van de standplaats dan wel de directe omgeving daarvan voor andere doeleinden nodig heeft in verband met bepaalde activiteiten, zoals kermis, carnaval en paardenmarkt.

Tijdens dergelijke activiteiten zijn dan ook de vaste standplaatsen op de betrokken locaties alleen te benutten indien daarvoor vooraf door de gemeente toestemming is verleend.

3 Standplaatsvergunning

3.1 Algemeen

Een standplaatsvergunning is ingevolge artikel 1:5 van de APV een persoonsgebonden vergunning en mag derhalve niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven.

De artikelen 5:17 tot en met 5:20 van de APV hebben betrekking op de standplaatsen.

3.2 Indieningsvereisten

Voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning komt uitsluitend in aanmerking een natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt en een aanvraag via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier heeft ingediend bij het college.

De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in elk geval de volgende gegevens en documenten:

  • a.

    naam, adres en woonplaats van de persoon;

  • b.

    telefoonnummer en e-mailadres;

  • c.

    de gewenste locatie inclusief locatiekaart (bij een vaste locatie kan hiervoor de kaart worden gebruikt die als bijlage bij dit beleid zit);

  • d.

    de voorkeurs dag(en) en de tijdsperiode dat de standplaats ingenomen wordt;

  • e.

    het doel van inname van de standplaats (indien van toepassing: productgroep);

  • f.

    welke afmetingen de verkoopinrichting heeft en de benodigde ruimte voor statafels, luifel/windscherm en/of reclame-uiting;

  • g.

    een recente foto van de verkoopinrichting;

  • h.

    een recent uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel van het bedrijf, waarvan de natuurlijke persoon eigenaar is en waarvoor hij/zij een standplaats wil innemen;

  • i.

    handtekening aanvrager.

3.3 Inschrijving en procedure

Vaste standplaatsen op gemeentegrond, die tussentijds en na afloop van de vergunningsperiode vrijkomen, worden openbaar kenbaar gemaakt via een advertentie op www.maasdriel.nl en in het regioblad. In de advertentie wordt een inschrijvingstermijn van twee weken opgenomen.

  • 1.

    Aanvragen die vóór de aanvang en ná de sluiting van de inschrijvingstermijn worden ontvangen worden geweigerd.

  • 2.

    Aanvragen voor een standplaats voor verkoop van een product, dat volgens onze brancheringnormen reeds per week of per dag maximaal aanwezig is, worden geweigerd.

  • 3.

    Wanneer er meerdere aanvragen zijn voor een standplaats in een dorpskern dan wordt er middels loting een keus gemaakt uit deze inschrijvingen. Loting is een transparante en neutrale manier, waarbij het speelveld van elke aanvrager hetzelfde is.

  • 4.

    De aanvragers die voldoen aan de gestelde indieningsvereisten worden schriftelijk over de datum en plaats van de loting in kennis gesteld en uitgenodigd om bij de loting aanwezig te zijn. Als bijlage bij deze uitnodiging wordt de ‘wijze van loting’ toegevoegd.

  • 5.

    De loting geschiedt in het gemeentehuis door twee medewerkers van de gemeente.

  • 6.

    De aanvrager van wie het eerste lot wordt getrokken maakt direct nadat zijn of haar lot is getrokken een definitieve keuze over de weekdag waarop de standplaats wordt ingenomen (deze dag kan vanaf dat moment niet meer worden gewisseld en deze keuze kan dus gevolgen hebben voor eventuele vervolgtrekkingen). Aan die aanvrager zal de vergunning worden verleend, tenzij niet wordt voldaan aan de brancheringnormen van artikel 2.2 en aan de dagen zoals genoemd in van artikel 3.6 van deze beleidsregels.

  • 7.

    Van de overige aanvragers wordt op volgorde van loting een(reserve) lijst van maximaal drie aanvragers per kern opgesteld. Indien de aanvrager aan wie de standplaats is toegewezen zijn aanvraag intrekt, wordt teruggevallen op het resultaat van de loting en wordt de volgende aanvrager op de lijst benaderd en de standplaats aangeboden.

  • 8.

    Indien tot vergunningverlening wordt overgegaan, worden de overige aanvragen afgewezen.

  • 9.

    Binnen twee weken na de loting wordt aan alle aanvragers een besluit op hun aanvraag verstuurd.

  • 10.

    Indien de verleende vergunning binnen drie maanden na verlening weer wordt ingetrokken, wordt teruggevallen op het resultaat van de laatste loting. Na deze drie maanden wordt geen wachtlijst meer bijgehouden en wordt bij het vrijkomen van deze standplaats weer een advertentie geplaatst.

3.4 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden waarop een standplaatsvergunning wordt of kan worden geweigerd zijn geregeld in artikel 1:8 en artikel 5:18 van de APV. Het APV artikel 1:8 regelt de generieke weigeringsgronden. Hieronder valt specifiek voor standplaatsen bijvoorbeeld verkeersveiligheid en overlast van afval, geluid en geur.

Economische belangen mogen bij de afgifte van standplaatsvergunningen geen rol spelen. Het reguleren van concurrentieverhoudingen wordt niet als belang van de gemeente aangemerkt. De concurrentiepositie van een gevestigde winkelier is in beginsel dan ook geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren.

3.5 Geldigheidsduur

De standplaatsvergunningen zijn op grond van de meest recente jurisprudentie schaarse vergunningen en vallen onder de Europese Dienstenrichtlijn. Dit betekent onder meer dat standplaatsvergunningen niet voor onbepaalde tijd mogen worden verleend. In de gemeente Maasdriel werden de standplaatsen al jarenlang verleend voor drie kalenderjaren en vervolgens telkens weer met drie jaren verlengd. Veel standplaatsvergunninghouders worden door deze jurisprudentie geconfronteerd met het feit dat ze hun standplaats kunnen kwijt raken.

Een voorwaarde die de Europese Dienstenrichtlijn wel stelt aan de duur van een verleende vergunning is dat de vergunninghouder de tijd moet krijgen om zijn investeringen terug te verdienen. Een specifieke geldigheidsduur wordt echter niet voorgeschreven. Om de vergunninghouders in de toekomst de mogelijkheid te bieden om hun investeringen terug te verdienen worden de standplaatsvergunningen voortaan voor vijf kalenderjaren verleend.

Standplaatsen komen vrij wanneer de vergunningsperiode is afgelopen, de vergunninghouder vraagt om wijziging van de in de vergunning opgenomen dag voor het innemen van de standplaats of wanneer de vergunning om andere redenen eerder wordt ingetrokken. Een vergunning loopt in beginsel van 1 januari tot en met 31 december.

Vergunningen voor vaste standplaatsen gelden voor vijf kalenderjaren. Seizoensgebonden standplaatsen gelden voor de duur die is aangevraagd tot een maximum van vijf kalenderjaren, maar dan voor de maand(en) waaraan het product gebonden is:

  • a.

    de periode van 1 december tot en met 31 december voor de verkoop van oliebollen;

  • b.

    de periode van 1 april tot en met 30 september voor de verkoop van andere seizoensgebonden producten, zoals ijs en fruit.

Vergunningen voor tijdelijke standplaatsen gelden slechts eenmalig voor (een) bepaalde dag(en)/periode(n) en hebben geen looptijd voor een bepaald aantal kalenderjaren.

Standplaatsvergunningen kunnen tussentijds worden ingetrokken op grond van artikel 1:6 van de APV.

3.6 Dagen en tijden

De bepalingen uit de Winkeltijdenwet (artikel 2, lid 2) gelden ook voor standplaatsen.

Een standplaats mag op basis van de Winkeltijdenwet op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06.00 uur tot 22.00 uur worden ingenomen. Voor zon- en feestdagen worden geen vergunningen verleend, tenzij het een standplaats betreft met een voor directe consumptie geschikte etenswaren.

Volgens het Vrijstellingsbesluit van de Winkeltijdenwet (artikel 12) zijn standplaatsen voor directe consumptie vrijgesteld van het koopzondagenregime.

Een standplaats voor directe consumptie geschikte etenswaren mag in geval van bijzondere gelegenheden tot uiterlijk 24.00 uur worden ingenomen. Onder bijzondere gelegenheid wordt in ieder geval verstaan: de jaarmarkt, carnaval, Oudejaarsdag, Nieuwjaarsdag en Eerste en Tweede Kerstdag.

In verband met de weekmarkt in Kerkdriel worden er geen standplaatsvergunningen verleend voor de vrijdag in de dorpskern Kerkdriel.

3.7 Inhoud vergunning

Aan de standplaatsvergunning kunnen nadere voorschriften en beperkingen worden verbonden.

In de vergunning wordt ten minste vermeld:

  • a.

    een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats, met vermelding van de locatie en de afmetingen (afbakening via de situatieplattegrond);

  • b.

    de artikelen of de groep van artikelen die door de vergunninghouder op de hem toegewezen standplaats mogen worden verkocht;

  • c.

    de dag en de tijden waarop van de standplaats gebruik mag worden gemaakt.

3.8 Vergunninghouder

De vergunninghouder is verplicht tot het daadwerkelijk benutten van de vergunning door het persoonlijk innemen van de standplaats. De persoonlijke vergunning is in beginsel niet overdraagbaar. In bijzondere gevallen kan het college, op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder of, bij overlijden van vergunninghouder, van een erfgenaam en na overlegging van bewijsmateriaal, toestaan dat een ander persoon de vergunninghouder vervangt. Onder bijzondere gevallen wordt onder andere verstaan een ongeval, ziekte of overlijden.

Afhankelijk van de bijzondere situatie stelt het college de vervangingstermijn vast.

3.9 Wijzigen vergunning

Een aanvraag om wijziging van de in de standplaatsvergunning opgenomen dag wordt beschouwd als een aanvraag voor een nieuwe vergunning. De standplaats komt dan weer vrij voor alle geïnteresseerde ondernemers.

4 Toezicht en handhaving

Op de naleving van deze beleidsregels wordt toegezien door toezichthouders van de gemeente. Indien een standplaats wordt ingenomen zonder de benodigde vergunning of in strijd met de voorschriften uit de vergunning kunnen bestuursrechtelijke maatregelen worden opgelegd.

5 Slotbepalingen

5.1 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking. De Beleidsregels standplaatsen 2019 worden met inwerking treden van deze beleidsregels ingetrokken.

5.2 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als “Standplaatsenbeleid 2021”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van 23 maart 2021.

Het college van Maasdriel,

de secretaris,

G.T. Wildeman

de burgemeester,

H. van Kooten

Bijlage Locatiekaarten

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling