Aanwijzing DPG als toezichthouder kinderopvang i.v.m. uitbreiding toezicht op Wet publieke gezondheid voor kinderopvang en mandatering bevelsbevoegdheid op grond 58n van die wet

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Waalwijk, ieder voor zover daartoe bevoegd

gelet op artikel 1.61 Wet kinderopvang, de artikelen 58r en 58n van de Wet publieke gezondheid en afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht

besluit:

1) de directeur publieke gezondheidszorg (DPG) van de GGD Hart voor Brabant aan te wijzen als toezichthouder zoals bedoeld in artikel 1.61 van de Wet kinderopvang. Dit omvat tevens het toezicht op de naleving van de bij of krachtens hoofdstuk Va (Tijdelijke bepalingen bestrijding epidemie covid-19) van de Wet publieke gezondheid gestelde regels in de kinderopvang, gelet op artikel 58r, vijfde lid, van die wet;

2) de DPG toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers te machtigen om onder verantwoordelijkheid van de DPG op te treden als toezichthouder in het kader van de Wet kinderopvang en de Wet publieke gezondheid, voor zover het het toezicht op de naleving betreft van de bij of krachtens hoofdstuk Va van die wet gestelde regels in de kinderopvang;

3) de DPG van de GGD Hart voor Brabant het mandaat te verlenen om de bevelen te geven die nodig zijn voor de beëindiging van een gedraging of activiteit in of vanuit een kindercentrum, indien hierdoor een ernstige vrees voor de onmiddellijke verspreiding van het virus SARS-CoV-2 ontstaat, een en ander binnen de kaders van artikel 58n Wet publieke gezondheid en de DPG toe te staan om in zijn plaats één of meerdere medewerkers ondermandaat te geven, om in zijn plaats bevelen te geven.

Dit aanwijzingsbesluit treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 23 maart 2021.