Algemene ontheffing ex artikel 10:63 lid 2 van de Wet milieubeheer gemeente Enschede

Geldend van 22-03-2021 t/m heden

Intitulé

Algemene ontheffing ex artikel 10:63 lid 2 van de Wet milieubeheer gemeente Enschede

Overwegingen

In de ‘Nadere regels verbranding afvalstoffen en stoken op basis van artikel 5:34 van de Algemeen Plaatselijke Verordening’ wordt de mogelijkheid geboden om binnen de daarin vastgestelde algemene regels afvalstoffen als snoeihout te verbranden.

Naast deze algemene regels is ook de Wet milieubeheer op het verbranden van snoeihout e.d. van toepassing. In artikel 10.2 lid 2 Wet milieubeheer is een verbod opgenomen tot het verbranden van afvalstoffen buiten een inrichting. Van dit verbod kan door het college op grond van artikel 10.63 lid 2 Wet milieubeheer ontheffing worden verleend.

Dat betekent ook dat er voor het verbranden van snoeihout en Paasvuren 2 regiems van toepassing zijn: naast algemene regels op basis van de APV een individuele ontheffing op basis van de Wet milieubeheer. Dit wordt veroorzaakt door de belangen die enerzijds vanuit de APV worden gediend (o.a. openbare orde en veiligheid) en anderzijds vanuit de Wet milieubeheer (bescherming van het milieu).

In het kader van de wens tot deregulering is er behoefte aan meer algemeen geformuleerde regels voor het mogen verbranden, buiten de bebouwde kom, van snoeiafval en voor vreugdevuren als het Paasvuur op basis van een algemene ontheffing op basis van artikel 10.63 lid 2 van de Wet milieubeheer.

Besluit

Gelet op het bepaalde in artikel 10.63 lid 2 van de Wet milieubeheer, de Algemene wet bestuursrecht en de Nadere regels op basis van artikel 5:34 van de Algemeen Plaatselijke Verordening besluiten wij:

een algemene ontheffing te verlenen op grond van artikel 10.63 lid 2 van de Wet milieubeheer voor het verbranden van snoeihout en het ontbranden van een Paasvuur buiten de bebouwde kom van de gemeente Enschede en aan deze ontheffing de navolgende voorwaarden te verbinden:

Algemeen

  • 1. De ontheffing wordt verleend voor telkens de periode van 21 september tot en met 21 maart en geldt voor het gebied buiten de bebouwde kom van Enschede.

  • 2. Het is niet toegestaan snoeihout te verbranden op zon- en algemeen erkende feestdagen die vallen in de genoemde periode, met uitzondering van een Paasvuur op Eerste of Tweede Paasdag.

Inhoud van de brandstapel

  • 3. De inhoud van de brandstapel mag niet minder bedragen dan 3 m3 en niet meer dan 500 m3. Bij verbranding van door ziekte aangetast hout geldt geen ondergrens.

  • 4. Alleen droog, onbehandeld takken- en snoeihout mag worden verbrand.

  • 5. Het is verboden afvalstoffen van derden aan de brandstapel toe te voegen.

  • 6. Het is niet toegestaan hout te stoken, anders dan hout dat is vrijgekomen vanwege landschapsonderhoud of door ziekte aangetast hout.

Stoken

  • 7. Het te verbranden materiaal moet volledig verbranden. Het mag niet smeulen of overmatig roken.

  • 8. Voor het aanmaken van het vuur mag geen gebruik worden gemaakt van vloeibare brandstoffen. Bodemverontreiniging, en daarmee overtreding van artikel 13 van de Wet bodembescherming (zorgplicht), moet worden voorkomen.

  • 9. De aanwezigheid van brandbare stoffen en/of afval in of bij de brandstapel valt onder de verantwoordelijkheid van de eigenaar van het perceel (en/of degene die het vuur ontsteekt) en moeten door hem/haar op milieuverantwoorde wijze worden afgevoerd.

Beëindiging van het stoken

  • 10. Voor het verlaten van het terrein moet het vuur geheel worden gedoofd en de verbrandingsresten met een laag zand worden afgedekt. Voorkomen dient te worden dat vonken elders terecht kunnen komen.

  • 11. De verbrandingsresten moeten binnen 5 dagen na de verbranding worden verwijderd en afgevoerd op een milieuverantwoorde wijze.

  • 12. De stookplaats dient zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat te worden hersteld.

Ondertekening

Enschede, 9 maart 2021

Burgemeester en wethouders,

de loco-Secretaris, de loco-Burgemeester,

E.A. Smit N. van den Berg

Aanvullende informatie

Naast de voorwaarden uit deze algemene ontheffing, welke zijn gesteld in verband met de bescherming van het milieu, zijn andere voorwaarden van toepassing. Deze andere voorwaarden zijn door het college vastgesteld in de “Nadere regels verbranding afvalstoffen en stoken gemeente Enschede’ op basis van artikel 5:34 van de Algemeen Plaatselijke Verordening. In die regels zijn voorwaarden gesteld vanuit het belang van openbare orde en veiligheid. Het gaat daarbij om afstanden die, afhankelijk van de omvang van de brandstapel, in acht moeten worden genomen, om de omvang van de brandstapel en om omstandigheden waaronder niet mag worden gestookt.

Wij wijzen uitdrukkelijk op de eigen verantwoordelijkheid van degene die gebruik wil maken van deze algemene ontheffing om tijdig kennis te nemen van die andere voorwaarden, welke eveneens te vinden zijn op de gemeentelijke website.