Standplaatsenbeleid 2021 – 2025 Gemeente Zaltbommel

Geldend van 04-11-2022 t/m heden

Intitulé

Standplaatsenbeleid 2021 – 2025 Gemeente Zaltbommel

1. Inleiding

1.1 Algemeen

De standplaats is een waardevolle voorziening in de gemeente Zaltbommel. Standplaatsen verlevendigen de stad, verschaffen werkgelegenheid, dragen bij aan de aantrekkelijkheid van de openbare ruimte en zijn een verrijking van het voorzieningenaanbod voor de bewoners van Zaltbommel.

In de openbare ruimte in Zaltbommel zijn op meerdere locaties standplaatsen voor ambulante handel. De standplaatsen worden op één of meerdere dagen per week gebruikt door verkoopinrichtingen die producten zoals vis, kaas, groente en fruit verkopen.

Om onevenredige aantasting van de voorzieningenstructuur te voorkomen en om overlast, zoals parkeren, verkeer, stank, hinder en/of uitzicht te beperken zijn standplaatsen onder voorwaarden toegestaan. Het college kan een vergunning verlenen voor het innemen van een standplaats. Op grond van artikel 5:18, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Zaltbommel (hierna: APV) is het verboden om zonder vergunning een standplaats in te nemen of te hebben.

Op grond van artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) kan het college de uitoefening van deze bevoegdheid regelen door beleidsregels vast te stellen. De meest recente beleidsregels ten aanzien van standplaatsen dateren uit 2000. Inmiddels voldoen deze beleidsregels niet meer aan de geldende regelgeving en zijn toe aan actualisatie. Uit recente jurisprudentie volgt dat standplaatsen schaarse vergunningen zijn en dat moet worden voldaan aan de Europese Dienstenrichtlijn. Dit betekent onder meer gelijke kansen op standplaatsvergunning voor alle gegadigden.

1.2 Definitie standplaats

Onder een standplaats wordt verstaan: “het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel (artikel 5:17 APV) ”

Hieronder wordt niet verstaan een vaste plaats op een jaar- of weekmarkt of tijdens een evenement. Een onderscheid in standplaatsen kan worden gemaakt tussen een:

  • -

    vaste standplaats;

  • -

    seizoensgebonden standplaats;

  • -

    tijdelijke standplaats (incidentele of ideële standplaats).

1.2.1 Vaste standplaats

Onder een vast standplaats wordt een vaste locatie verstaan die door de vergunninghouder wordt ingenomen:

  • -

    op de door het college toegewezen dag met een wekelijkse regelmaat, uitgezonderd 6 weken (waarvan maximaal 4 weken aaneengesloten) vakantie per jaar.

  • -

    structureel, dus het gehele jaar door is toegestaan;

  • -

    voor maximaal 12 kalenderjaren.

1.2.2 Seizoensgebonden standplaats

Onder een seizoensgebonden standplaats wordt een locatie verstaan die door de vergunninghouder wordt ingenomen:

  • -

    in een door het college toegewezen periode van het seizoen;

  • -

    van waaruit seizoensgebonden producten worden verkocht;

  • -

    voor maximaal 5 kalenderjaren;

  • -

    de seizoensgebonden standplaats telt niet mee voor de branchering.

1.2.3 Verkoop streekproducten op eigen perceel

Voor de verkoop van ter plaatse gekweekte streekproducten op eigen perceel, zoals kersen en aardbeien, vanuit een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel bij een agrarisch bedrijf is op grond van de APV geen standplaatsvergunning nodig. Afhankelijk van de voorwaarden in het geldende bestemmingsplan kan in bepaalde gevallen een omgevingsvergunning nodig zijn.

1.2.4 Incidentele en ideële standplaats

Binnen de gemeente Zaltbommel zijn er twee soorten tijdelijke standplaatsen: incidentele standplaats en ideële standplaats. Bij beide standplaatsen gaat het om een tijdelijk karakter en worden ze maar voor een korte periode ingenomen.

Incidentele standplaats: is een tijdelijke standplaats die sporadisch en niet stelselmatig wordt ingenomen. Het gaat hier om verkoop of promotie van commerciële producten of diensten. Een incidentele standplaats kan voor één dag(deel) en maximaal twee aaneensluitende dagen worden ingenomen.

Ideële standplaats: is een bijzondere vorm van een tijdelijke standplaats en kan worden ingenomen naar gelang de duur van het onderzoek of project, met een maximum van 2 maanden per kern. Het gaat hier om een standplaats met een maatschappelijk belang. Denk aan instellingen die voorlichting geven en preventiewerk verrichten op het gebied van de volksgezondheid, zoals het borstkankeronderzoek.

1.3 Definitie verkoopinrichting

In dit beleid wordt gesproken over verkoopinrichting. Hiermee wordt bedoeld: een kraam, een wagen, een tafel of een ander fysiek middel ten behoeve van de verkoop op een standplaats.

1.4 Definitie branchering van detailhandel

In dit beleid wordt gesproken over branchering. Hiermee wordt bedoeld: beperking van verkoop van dezelfde en aanverwante producten per dag en per week in één dorpskern. Ter voorkoming dat alle standplaatsen door eenzelfde branche worden ingenomen wordt branchering gehanteerd. Dit komt ten goede van het voorzieningenaanbod.

Branchering schept de mogelijkheid te sturen op de verscheidenheid aan standplaatsen. Op deze wijze wordt in het belang van de consument als ook de andere standplaatshouders de diversiteit aan standplaatsen behouden en daarmee de aantrekkelijkheid van het aanbod in de gemeente. De gemeente Zaltbommel maakt bij de branchering onderscheid tussen food en non-food (deze lijst is niet uitputtend):

Food

Non-food

- Aardappelen, groente en fruit;

- Kaas en andere zuivelproducten;

- Snacks, friet/ patat en ijs;

- Vis en visproducten;

- Brood, koek en banket;

- Gebak en oliebollen;

- Snoepgoed;

- Vlees en vleeswaren;

- Wild en gevogelte;

- Kruidenierswaren;

- IJs.

- Bloemen en planten;

- Kleding en dergelijke;

- Huishoudelijke artikelen;

- Drogisterij artikelen;

- Doe-het-zelf artikelen;

- Dierenbenodigdheden;

- Posters en schilderijen;

- Tabak;

- Kerstbomen.

Het is verplicht om de branchering bij de vergunningaanvraag door te geven.

2. Locaties

2.1 Algemeen

Het gebruik van openbaar gebied ten behoeve van detailhandelsactiviteiten, zoals het innemen van een standplaats, heeft consequenties voor het gebied en de omgeving. Standplaatsen vormen een waardevolle aanvulling op het bestaande voorzieningenniveau.

De standplaatsen worden door de gemeente gereguleerd. Bij een standplaats moet voldoende ruimte beschikbaar zijn voor de verkoopinrichting. Klanten moeten bijvoorbeeld vlakbij kunnen parkeren. Een gebrek aan parkeergelegenheden kan tot (verkeers)gevaarlijke of hinderlijke situaties leiden.

2.2 Locaties

Het college heeft vaste locaties aangewezen voor de vaste standplaatsen. Alleen in de dorpskernen Bern en Delwijnen zijn geen standplaatsen toegestaan, in verband met het gevaar voor het voorzieningenniveau. Bijlage 1 geeft een overzicht van de plattegronden van de verschillende locaties per kern. Op de plattegronden staat aangegeven op weke locatie de standplaatsen mogen staan.

Voor de seizoenstandplaatsen zijn geen vaste locaties en wordt bij de beoordeling van een locatie getoetst aan de weigeringsgronden zoals genoemd in de APV. Hierbij wordt ook advies opgevraagd bij een verkeersdeskundige, gelet op de verkeersveiligheid. De standplaatsen mogen op een locatie naar keuze worden ingenomen, mits de locatie niet bezet is door een vaste standplaats of een evenement waarvoor op grond van artikel 2:25 van de APV een melding is gedaan of vergunning voor is verleend.

Overzicht vaste locaties

Kern

Locaties

Maximum vergunningen per kern

Maximum standplaatsen per dag en locatie

Maximum standplaatsen per branche

Per week

Per dag

Aalst

- Parkeerterrein E.P. van Ooijenstraat

- Maas-Waalweg 1

6

- 3

- 1

2

1

Brakel

- Marktplein

- Parkeerterrein Plus aan de Molenkampsweg (privé)

9

- 6

- 1

2

1

Bruchem

- Parkeerterrein aan de Dorpsstraat

4

2

1

1

Gameren

- Parkeerplaats Ouwelsestraat 7a (privé)

2

1

1

1

Kerkwijk

- Parkeerterrein Walderweg bij het oude gemeentehuis (privé)

1

1

1

1

Nederhemert

- Parkeerterrein aan de Binnenweg

5

5

1

1

Poederoijen

- Parkeerterrein aan de Burgemeester Posweg, voor het dorpshuis

5

5

1

1

Zaltbommel

- Marktplein

- Parkeerterrein Koningin Wilhelminaweg, bij de begraafplaats

- Portage

- Havendijk

6

- 1

- 1

- 1

- 1

3

1

Zuilichem

- Parkeerterrein aan de Burgemeester Hobolaan

5

5

1

1

2.3 Niet aangewezen locatie

Het is mogelijk een standplaats aan te vragen voor een niet aangewezen locatie. Een dergelijke nieuwe locatie moet aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • 1.

    De standplaats ligt niet aan een drukke weg die bestemd is voor doorgaand verkeer.

  • 2.

    In de nabijheid van de standplaats is voldoende parkeergelegenheid.

  • 3.

    De standplaats is veilig bereikbaar voor het publiek.

  • 4.

    De standplaats is niet op een trottoir, tenzij de doorgang voor voetgangers niet belemmerd wordt.

  • 5.

    De standplaats veroorzaakt geen onevenredige overlast voor omwonenden en gebruikers van omliggende gebouwen.

  • 6.

    De standplaats is niet op de wekelijkse warenmarkt.

  • 7.

    Een standplaats in de woonkern moet de centrumfunctie versterken.

  • 8.

    De standplaats past binnen het bestemmingsplan of hiervoor is een omgevingsvergunning verleend om af te wijken van het bestemmingsplan.

2.4 Overlast

De Wet milieubeheer bevat regels ten aanzien van inrichtingen die hinder of overlast kunnen veroorzaken voor de omgeving. Deze bepalingen gelden ook voor standplaatshouders van een verkoopinrichting. Vooral aan (geur)overlast veroorzakende en voedsel bereidende verkoopinrichtingen worden milieueisen gesteld om afvalstoffen en (geur)overlast te voorkomen.

Voor het bereiden van voedingsmiddelen moet de standplaatshouder voldoen aan de regels van het Activiteitenbesluit Milieubeheer. Deze regels voorkomen dan wel beperken de geurhinder.

2.5 Ondergrond voor andere doeleinden nodig

Het kan voorkomen dat de gemeente Zaltbommel de ondergrond van de standplaats dan wel de directe omgeving voor andere doeleinden nodig heeft in verband met bepaalde activiteiten, zoals een kermis, carnaval of een (paarden)markt. Tijdens dergelijke activiteiten zijn de locaties alleen te benutten indien daar vooraf toestemming is verleend door de gemeente. Indien dit niet mogelijk is kijkt de gemeente naar een tijdelijke locatie elders. Dit gebeurt in afstemming met de standplaatshouder.

2.6 Privéterrein

Een aantal aangewezen locaties bevinden zich op privéterrein. Het is verplicht om schriftelijke toestemming te krijgen van de grondeigenaar om op de grond een standplaats in te nemen. De schriftelijke toestemming dient bij de aanvraag voor de standplaatsvergunning toegevoegd te worden.

3. Standplaatsvergunning

3.1 Algemeen

Een standplaatsvergunning is op grond van artikel 1:5 van de APV een persoonsgebonden vergunning. De vergunning mag niet aan een ander worden afgestaan of in gebruik worden gegeven. De artikelen 5:17 tot en met 5:20 van de APV hebben betrekking op de standplaatsen.

3.2 Indieningsvereisten

Voor het verkrijgen van een standplaatsvergunning komt uitsluitend een natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt in aanmerking. Deze persoon moet een aanvraag via het daarvoor beschikbaar gestelde aanvraagformulier indienen bij het college.

De aanvraag om een standplaatsvergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens en documenten:

  • 1.

    Naam, adres en woonplaats aanvrager;

  • 2.

    Telefoonnummer en e-mailadres;

  • 3.

    De gewenste locatie inclusief locatiekaart (zie eventueel bijlage 1);

  • 4.

    De voorkeurs dag(en) en tijdsperiode dat de standplaats ingenomen wordt;

  • 5.

    Het doel van de inname van de standplaats (ook de branche/ productgroep);

  • 6.

    De afmetingen van de verkoopinrichting;

  • 7.

    Kopie geldig legitimatiebewijs;

  • 8.

    Een uittreksel handelsregister Kamer van Koophandel van het bedrijf, waarvan de natuurlijke persoon eigenaar is en waarvoor hij/zij een standplaats wil innemen;

  • 9.

    Handtekening aanvrager.

3.3 Inschrijving en procedure

  • 1.

    Eén keer per jaar maken we bekend dat we één of meer vergunningen voor vaste standplaatsen kunnen verlenen voor het komende kalenderjaar.

  • 2.

    De bekendmaking doen we op de gemeentelijke website en in gemeentelijke huis-aan-huisbladen. In de bekendmaking staat:

    • a.

      De locatie;

    • b.

      De beschikbare tijden;

    • c.

      De begindatum voor aanvragen, vanaf die datum kan een aanvraag worden ingediend;

    • d.

      De einddatum voor aanvragen, tot die datum kan een aanvraag worden ingediend;

    • e.

      Hoe een aanvraag kan worden ingediend.

  • 3.

    Een aanvraag moet worden gedaan met het daarvoor bestemde aanvraagformulier.

  • 4.

    We behandelen alleen volledige aanvragen, inclusief de op het formulier gevraagde bijlagen.

  • 5.

    Aanvragen die vóór de aanvang en ná de sluiting van de inschrijvingstermijn worden ontvangen worden geweigerd.

  • 6.

    Een aanvrager die een onvolledige aanvraag heeft ingediend, geven we de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen (artikel 4:5, lid 1, sub c, Awb), mits de aanvraag minimaal één week voor de einddatum is ingediend. De aanvulling moet vóór de einddatum worden ingediend. Als de aanvraag daarna nog niet volledig is, dan laten we deze buiten behandeling.

  • 7.

    We beoordelen of een aanvraag voldoet aan deze beleidsregel.

  • 8.

    Een aanvraag is vergunbaar als deze voldoet aan de voorwaarden genoemd in lid 2 tot en met 7.

  • 9.

    We stellen vast of loten noodzakelijk is. Loten is noodzakelijk als er meerdere vergunbare aanvragen zijn voor dezelfde dag voor dezelfde locatie.

  • 10.

    Als loten niet noodzakelijk is, dan vergunnen we iedere vergunbare aanvraag.

  • 11.

    Als loten noodzakelijk is, dan geldt de volgende procedure:

    • a.

      We loten per locatie per dagdeel.

    • b.

      We loten door de aanvragers van hetzelfde dagdeel voor dezelfde locatie op briefjes te schrijven, deze op te vouwen en in een bak te doen. Vervolgens trekt een vergunningverlener het winnende lot.

    • c.

      De aanvrager van wie het lot wordt getrokken, komt als eerste in aanmerking voor een vergunning.

    • d.

      Van de overige aanvragers wordt één lot getrokken als reserve. Indien de aanvrager aan wie de standplaats is toegewezen zijn aanvraag intrekt, dan krijgt de reserve de standplaats aangeboden.

    • e.

      We verlenen de vergunning aan de winnende aanvrager.

    • f.

      We weigeren de andere aanvragen.

    • g.

      We houden geen wachtlijst bij.

  • 12.

    We verlenen een vergunning voor maximaal twee dagen per week, per locatie, per vergunninghouder.

  • 13.

    Nadat een vergunning is verlopen heeft een vergunninghouder geen voorrang ten opzichte van andere aanvragers.

  • 14.

    Indien een geïnteresseerde voor een vaste standplaats zich meldt na 1 januari van het lopende kalenderjaar, dan geldt het volgende:

    • a.

      Een geïnteresseerde kan een aanvraag indienen voor een open plek; dat is een vrij dagdeel op een bepaalde locatie.

    • b.

      Deze aanvragen behandelen we op volgorde van binnenkomst.

    • c.

      In afwijking van het bepaalde in lid 1 tot en met 5 en lid 9 tot en met 11 verlenen we een vergunning voor een periode tot en met de periode uit lid 1 en 2.

    • d.

      Voor het komende kalenderjaar geldt gewoon de procedure zoals genoemd in lid 1 tot en met 14.

  • 15.

    We kunnen de procedure voor standplaatsen ook houden met een andere startdatum dan 1 januari van het komende jaar.

3.4 Weigeringsgronden

De weigeringsgronden waarop een standplaatsvergunning kan worden geweigerd zijn geregeld in artikel 1:8 en artikel 5:18 van de APV. Artikel 1:8 van de APV regelt de generieke weigeringsgronden. Hieronder valt specifiek voor standplaatsen bijvoorbeeld verkeersveiligheid en overlast van afval, geluid of geur.

Economische belangen mogen bij de afgifte van standplaatsvergunningen geen rol spelen. Het reguleren van concurrentieverhoudingen wordt niet als belang van de gemeente aangemerkt. De concurrentiepositie van een gevestigde winkelier is in beginsel dan ook geen reden om een standplaatsvergunning te weigeren.

Een geldige weigeringsgrond is het in gevaar komen van het voorzieningenniveau van de consument ter plaatse (artikel 5:18, derde lid onder b, APV). Aanvragen voor een standplaats voor verkoop van een product, dat volgens onze brancheringnormen reeds per week of per dag maximaal aanwezig is worden om die reden geweigerd.

3.5 Geldigheidsduur

De standplaatsvergunningen zijn op grond van de meest recente jurisprudentie schaarse vergunningen en vallen onder de Europese Dienstenrichtlijn. Dit houdt onder andere in dat de standplaatsvergunningen niet voor onbepaalde tijd mogen worden verleend. De huidige vergunningen zijn tot en met 31 december 2021 verleend.

Een voorwaarde die de Europese Dienstenrichtlijn stelt aan de duur van de verleende vergunning is dat de vergunninghouder de tijd moet krijgen om zijn investeringen terug te verdienen. Echter wordt een specifieke geldigheidsduur niet gegeven. Om de vergunninghouders de mogelijkheid te bieden om hun investeringen terug te verdienen worden de standplaatsvergunningen voor maximaal 12 jaar verleend.

Standplaatsen komen vrij wanneer de vergunningsperiode is afgelopen of wanneer de vergunning om andere redenen eerder wordt ingetrokken. Een vergunning loopt in beginsel van 1 januari tot en met 31 december.

Seizoensgebonden standplaatsen gelden ook voor vijf kalenderjaren maar dan voor de maand(en) waaraan het product gebonden is. De vergunningen voor tijdelijke standplaatsen gelden slechts eenmalig voor bepaalde dag(en)/ periode(n) en hebben geen looptijd voor bepaald aantal jaren.

3.6 Dagen en tijden

Op grond van artikel 2, lid 2 van de Winkeltijdenwet mag een standplaats op werkdagen (maandag tot en met zaterdag) van 06:00 uur tot 22:00 uur worden ingenomen. Het college heeft voor de gemeente Zaltbommel per locatie dagen aangewezen:

afbeelding binnen de regeling

3.7 Inhoud vergunning

Een standplaatsvergunning vermeldt in ieder geval:

  • -

    De NAW-gegevens van de vergunninghouder;

  • -

    Een duidelijke omschrijving van de toegewezen standplaats, met vermelding van de locatie en de afmetingen (afbakening situatieplattegrond);

  • -

    De dag(en) en tijden voor inname van de standplaats;

  • -

    De branchering/ productgroep;

  • -

    De looptijd van de vergunning;

  • -

    De verschuldigde leges en marktgelden.

Het college heeft de mogelijkheid om aan de vergunning voorschriften of beperkingen te verbinden op grond van artikel 1.4 van de APV. Denk hierbij aan afvalverwerking rondom de standplaats en het opvolgen van bevelen van toezichthouders of politie.

3.8 Vergunninghouder

De vergunninghouder is verplicht tot het daadwerkelijk benutten van de vergunning door het persoonlijk innemen van de standplaats. De persoonlijke vergunning is in beginsel niet overdraagbaar. In bijzondere gevallen kan het college, op schriftelijk verzoek van de vergunninghouder, toestaan dat een ander persoon de vergunninghouder vervangt. Denk hierbij aan een ongeval, ziekte of overlijden.

Overlijden standplaatshouder

Bij overlijden van de vergunninghouder wordt de vergunning overgeschreven op de overblijvende echtgenoot, geregistreerde partner of één van de meewerkende kinderen, als een daartoe strekkende aanvraag binnen acht weken na het overlijden wordt ingediend. Indien dit niet gebeurt zal de vergunning worden ingetrokken.

Verkoop e.d. van verkoopinrichting

Wanneer de standplaatshouder zijn verkoopwagen of kraam verkoopt, verhuurt of in gebruik geeft, gaat de standplaatsvergunning niet automatisch over naar de koper, huurder of gebruiker.

3.9 Wijzigen of intrekken vergunning

De vergunning wordt ingetrokken indien:

  • -

    Gebleken is dat een ander dan de vergunninghouder de standplaats in gebruik heeft genomen zonder dat daarvoor ontheffing is verleend;

  • -

    Bij herhaaldelijk overtreden van de vergunningvoorschriften en/of het beleid;

  • -

    Als ter verkrijging van de vergunning onjuiste, dan wel onvolledige gegevens zijn verstrekt;

  • -

    Bij het niet of niet tijdig betalen van de verschuldigde leges en/of marktgelden;

  • -

    De vergunninghouder gedurende een aaneengesloten periode van twee maanden geen standplaats heeft ingenomen;

  • -

    Indien er sprake is van onderlinge geschillen die na tussenkomst van een mediator niet zijn opgelost.

Het college kan, als zij onverwijld optreden noodzakelijk acht, de vergunninghouder in afwachting van de besluitvorming, het recht ontzeggen om de standplaats gedurende een periode van maximaal vier weken daadwerkelijk te gebruiken. Als tijdelijke of permanente omstandigheden het noodzakelijk maken, kan het college wijziging aanbrengen in de situering van de toegewezen locatie en elders een locatie aanwijzen.

3.10 Kosten

Op grond van de ‘Verordening op de heffing en de invordering van leges’ van de gemeente Zaltbommel zijn de leges voor de standplaatsen bepaald. De leges voor een standplaatsenvergunning zijn toegespitst op de seizoensgebonden vergunning, de jaarlijkse vergunning en de vergunning voor de duur van twaalf jaar.

4. Toezicht en handhaving

De toezichthouders van de gemeente zien toe op de naleving van de bovenstaande beleidsregels en de voorwaarden uit de vergunning. Indien een standplaats wordt ingenomen zonder de benodigde vergunning of in strijd met de beleidsregels of met de voorwaarden uit de vergunning dan kunnen bestuursrechtelijke maatregelen worden opgelegd.

5. Overgangs- en slotbepalingen

5.1 Overgangsrecht

Deze beleidsregels zijn van toepassing op aanvragen waarop na het in werking treden van deze beleidsregels nog niet is beslist.

5.2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op de dag volgend op die van de bekendmaking. Het Standplaats- en ventvergunningenbeleid Zaltbommel’ uit 2000 wordt met inwerking treden van deze beleidsregels ingetrokken.

5.3 Citeertitel

Dit beleid wordt aangehaald als ‘Standplaatsenbeleid 2021-2025 gemeente Zaltbommel”.

Ondertekening

Bijlage 1: Plattegrond locaties standplaatsen

Aalst – E.P. van Ooijenstraat

afbeelding binnen de regeling

Toelichting: de E.P. van Ooijenstraat loopt linksboven op de foto de hoek om. Hier zijn twee mogelijke locaties, namelijk de parkeerplaats (linksonder) en de parkeervakken (rechtsboven). De twee locaties bieden in totaal drie locaties voor standplaatsen. Eén op de parkeerplaats en twee op de parkeervakken.

Brakel – marktplein

afbeelding binnen de regeling

Brakel – Parkeerplaats Plus aan Molenkampsweg (privé)

afbeelding binnen de regeling

Toelichting: Dit betreft privéterrein. Hiervoor dient dus bij de aanvraag voor de vergunning schriftelijke toestemming van de eigenaar toegevoegd te worden.

Bruchem – Dorpsstraat

afbeelding binnen de regeling

Gameren - Ouwelsestraat ter hoogte van 7a (privé)

afbeelding binnen de regeling

Toelichting: Dit betreft privéterrein. Hiervoor dient dus bij de aanvraag voor de vergunning schriftelijke toestemming van de eigenaar toegevoegd te worden.

Kerkwijk – Walderweg (privé)

afbeelding binnen de regeling

Toelichting: Dit betreft privéterrein. Hiervoor dient dus bij de aanvraag voor de vergunning schriftelijke toestemming van de eigenaar toegevoegd te worden.

Nederhemert – Parkeerterrein Binnenweg

afbeelding binnen de regeling

Poederoijen – Burgemeester Posweg

afbeelding binnen de regeling

Zaltbommel – marktplein

afbeelding binnen de regeling

Zaltbommel – Koningin Wilhelminaweg (Boschstraat)

afbeelding binnen de regeling

Zaltbommel – Portage

afbeelding binnen de regeling

Zaltbommel – Havendijk

afbeelding binnen de regeling

Zuilichem – Burgemeester Hobolaan

afbeelding binnen de regeling

Toelichting: De standplaatshouders dienen hun standplaats zo neer te zetten dat aan beide kanten van de parkeerplaats vakken vrij blijven voor bezoekers.