Regeling vervallen per 01-01-2022

Beleidsregels tegemoetkomingen minimabeleid gemeente Westerkwartier 2021

Geldend van 11-03-2021 t/m 31-12-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels tegemoetkomingen minimabeleid gemeente Westerkwartier 2021

Het college van de gemeente Westerkwartier,

Overwegende dat iedereen moet kunnen meedoen aan culturele, maatschappelijke en sportieve voorzieningen en activiteiten wordt het ondersteunen door middel van diverse tegemoetkomin-gen voor mensen met een laag inkomen belangrijk geacht. Daarnaast moet iedereen met een laag inkomen in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming in de gemeentelijke be-lasting en heffingen. Daarom wordt de doelgroep op onderdelen uitgebreid.

Gelet op artikel 108, 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 35 Participatiewet en de Verorde-ning tegemoetkomingen minimabeleid ;

B E S L U I T :

vast te stellen de Beleidsregels tegemoetkomingen minimabeleid gemeente Westerkwartier 2021

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Inhoud tegemoetkomingen minimabeleid

  • 1. Participatiefonds:

    • a.

      een tegemoetkoming voor culturele, maatschappelijke of sportieve activiteiten;

      • Als tegemoetkoming in de kosten voor sociale, culturele en sportieve activiteiten wordt per jaar vergoed aan:

        • -

          een alleenstaande € 165,00

        • -

          gehuwden € 280,00

        • -

          verhoging per ten laste komend kind € 118,00.

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          men dient op 1 januari van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn om in aanmerking te komen voor het volledige bedrag;

        • -

          wanneer men gedurende het jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier wordt, bestaat er recht naar rato;

        • -

          men dient aan de inkomensnorm èn de vermogenstoets te voldoen;

        • -

          wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden wordt het bedrag gestort op de eigen rekening van belanghebbenden (tenzij zij anders aangeven);

        • -

          iedereen met een uitkering op grond van de Participatiewet heeft recht op deze vergoeding. De vergoeding wordt zoveel mogelijk ambtshalve toegekend.

        • -

          iedereen met een IOAW of IOAZ-uitkering kan een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor deze vergoeding;

        • -

          iedereen die is toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm van artikel 4 van deze regels te voldoen;

        • -

          iedereen die in de Minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP) met een overeenkomst bij de GKB zit, wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm van artikel 4 van deze regels te voldoen;

        • -

          voor gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) geldt dit wanneer beiden tot de WSNP of de MSNP zijn toegelaten;

        • -

          bij de toekenning van de vergoeding wordt men er op gewezen dat het toegekende bedrag aan de sociale, culturele en sportieve activiteiten dient te worden besteed en de feitelijke besteding (achteraf) steekproefsgewijs kan worden getoetst.

      • Deze tegemoetkoming kan zowel ambtshalve als op aanvraag worden verstrekt. De aanvraag kan pas worden ingediend, nadat de aanslag in de gemeentelijke belasting en heffingen is opgelegd. Aanvragen kunnen vervolgens uiterlijk 31 december van het betreffende jaar worden ingediend.

    • b.

      een tegemoetkoming voor de peuterspeelzaal;

      • Als tegemoetkoming in de ouderbijdrage aan de peuterspeelzaal wordt vergoed:

        • -

          per kind per jaar maximaal € 170,00.

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          ouders komen voor deze tegemoetkoming in aanmerking wanneer (en voor zover) ze voor het betreffende kind een ouderbijdrage betalen,

        • -

          wanneer (en voor zover) ouders daarbij voor het betreffende kind kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst ontvangen wordt deze toeslag op de tegemoetkoming in de ouderbijdrage in mindering gebracht,

        • -

          in verband hiermee dient men een recent overzicht van ‘mijn toeslagen’ te overleggen;

        • -

          men dient op 1 januari van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn om in aanmerking te komen voor het volledige bedrag;

        • -

          wanneer men gedurende het jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier wordt, bestaat er recht naar rato;

        • -

          men dient aan de inkomensnorm èn de vermogenstoets te voldoen;

        • -

          wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden wordt het bedrag gestort op de eigen rekening van belanghebbenden (tenzij zij anders aangeven);

        • -

          iedereen die is toegelaten tot de WSNP of de MSNP met een overeenkomst met de GKB wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm te voldoen;

        • -

          voor gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) geldt dit wanneer beiden tot de WSNP of de MSNP zijn toegelaten;

        • -

          bij de toekenning van de vergoeding wordt men er op gewezen dat het toegekende bedrag aan de bijdrage voor de peuterspeelzaal dient te worden besteed en de feitelijke besteding (achteraf) steekproefsgewijs kan worden getoetst.

      • Deze tegemoetkoming wordt op aanvraag verstrekt. Aanvragen kunnen vervolgens uiterlijk 31 december van het betreffende jaar worden ingediend.

    • b.

      een tegemoetkoming voor schoolgaande kinderen

      • Als tegemoetkoming in de kosten voor schoolgaande kinderen wordt per jaar vergoed:

        • -

          Kinderen die basisonderwijs volgen € 56,00 per kind

        • -

          Kinderen die voor het eerst voortgezet onderwijs volgen € 244,00 per kind

        • -

          Kinderen die voortgezet onderwijs volgen € 120,00 per kind

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          men dient op 1 januari van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn om in aanmerking te komen voor het volledige bedrag;

        • -

          wanneer men gedurende het jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier wordt, bestaat er recht naar rato;

        • -

          men dient aan de inkomensnorm èn de vermogenstoets te voldoen;

        • -

          wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden wordt het bedrag gestort op de eigen rekening van belanghebbenden (tenzij zij anders aangeven);

        • -

          iedereen die is toegelaten tot de WSNP of de MSNP met een overeenkomst met de GKB wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm te voldoen;

        • -

          voor gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) geldt dit wanneer beiden tot de WSNP of MSNP zijn toegelaten;

        • -

          bij de toekenning van de vergoeding wordt men er op gewezen dat het toegekende bedrag aan de bijdrage voor de schoolgaande kinderen dient te worden besteed en de feitelijke besteding (achteraf) steekproefsgewijs kan worden getoetst.

      • Deze tegemoetkoming wordt op aanvraag verstrekt. Aanvragen kunnen vervolgens uiterlijk 31 december van het betreffende jaar worden ingediend.

    • c.

      Kindpakket

      • Een tegemoetkoming in de kosten voor kinderen onder de 18 jaar per jaar per kind. De hoogte van de tegemoetkoming bedraagt vooralsnog € 250,00 per kind.

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          men dient op het moment van aanvragen van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn en kinderen onder de 18 jaar te hebben en aan de overige nog vast te stellen voorwaarden te voldoen om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming.

    • d.

      Voorzieningen in natura

      • Wasbare mondkapjes aan iedereen die tot de doelgroep van artikel 4 van deze beleidsregels behoort.

  • 2. Een tegemoetkoming in de gemeentelijke belasting en heffingen van de:

    • a.

      onroerendzaakbelasting;

      • De tegemoetkoming in de gemeentelijke belastingen bedraagt:

        • 100% van de opgelegde aanslag;

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          men dient op 1 januari van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn om in aanmerking te komen voor het volledige bedrag;

        • -

          wanneer men gedurende het jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier wordt, bestaat er recht naar rato;

        • -

          men dient aan de inkomensnorm èn de vermogenstoets te voldoen;

        • -

          wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden wordt het bedrag verrekend met de aanslag van gemeente Westerkwartier (tenzij zij anders aangeven);

        • -

          iedereen die is toegelaten tot de WSNP of de MSNP met een overeenkomst met de GKB wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm te voldoen;

        • -

          voor gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) geldt dit wanneer beiden tot de WSNP of de MSNP zijn toegelaten.

    • b.

      afvalstoffenheffing;

      • De tegemoetkoming in de afvalstoffenheffing bedraagt per jaar:

        • 100% van het vaste gedeelte van de heffingen; en daarnaast (alleen voor de afrekening over 2020):

          • -

            een maximaal bedrag van € 137,00 voor een meerpersoonshuishouden;

          • -

            een maximaal bedrag van € 75,00 voor eenpersoonshuishouden.

      • Voorwaarden en nadere bepalingen:

        • -

          men dient op 1 januari van het betreffende jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier te zijn om in aanmerking te komen voor het volledige bedrag;

        • -

          wanneer men gedurende het jaar inwoner van de gemeente Westerkwartier wordt bestaat er recht naar rato;

        • -

          men dient aan de inkomensnorm èn de vermogenstoets te voldoen;

        • -

          wanneer wordt voldaan aan de voorwaarden wordt het bedrag verrekend met de aanslag van de gemeente Westerkwartier (tenzij zij anders aangeven);

        • -

          iedereen die is toegelaten tot de WSNP of de MSNP met een overeenkomst met de GKB wordt gedurende het schuldsaneringstraject geacht aan de inkomensnorm te voldoen;

        • -

          voor gehuwden (en daarmee gelijkgestelden) geldt dit wanneer beiden tot de WSNP of de MSNP zijn toegelaten.

    • c.

      rioolheffing (wordt opgelegd aan eigenaren van woningen)

      • De tegemoetkoming in de kosten van de rioolheffing bedraagt per jaar 100% van de in rekening gebrachte heffing.

  • De tegemoetkomingen in de gemeentelijke belastingen en heffingen kunnen zowel ambtshalve als op aanvraag worden verstrekt. De aanvraag kan pas worden ingediend, nadat de aanslag in de gemeentelijke belasting en heffingen is opgelegd. Aanvragen kunnen vervolgens uiterlijk 31 december van het betreffende jaar worden ingediend.

Artikel 3 Doelgroep

Inwoners van de gemeente Westerkwartier zonder kinderen onder de 18 jaar met een inkomen tot 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm en die voldoen aan het inkomensbegrip en de vermogensgrens zoals gesteld in paragraaf 3.4 van de Participatiewet of inwoners van de gemeente Westerkwartier met kinderen onder 18 jaar met een inkomen tot 130% van de voor hen geldende bijstandsnorm en die voldoen aan het inkomensbegrip en de vermogensgrens zoals gesteld in paragraaf 3.4 van de Participatiewet.

Artikel 4 Inkomensnorm

Voor de vaststelling van het inkomen betekent dat:

  • 1.

    bij een regelmatig inkomen wordt uitgegaan van het maandinkomen in de maand voorafgaand aan het moment van de aanvraag;

  • 2.

    bij een onregelmatig inkomen wordt uitgegaan van de meest recente gegevens over de voorgaande drie maanden of (wanneer daar aanleiding toe is) een jaar (dit kan een boekhoudrapport zijn);

  • 3.

    voor de vaststelling van het inkomen wordt uitgegaan van het middelenbegrip als bedoeld in artikel 31 en het inkomensbegrip van artikel 32 en 33 van de Participatiewet;

  • 4.

    de (eventueel) op grond van de Participatiewet toegekende individuele inkomens- en/of studietoeslagen worden in het kader van de twee genoemde regelingen voor de vaststelling van het inkomen buiten beschouwing gelaten.

Artikel 5 Vermogenstoets

Deze vermogenstoets houdt in dat er om in aanmerking te komen voor deze regelingen:

  • 1.

    geen sprake mag zijn van vermogen boven de vermogensgrens zoals bedoeld in artikel 34 van de Participatiewet;

  • 2.

    voor de vaststelling van het vermogen wordt uitgegaan van het middelenbegrip als bedoeld in artikel 31 en het vermogensbegrip van artikel 34 van de Participatiewet;

  • 3.

    hierbij wordt de waarde van vervoermiddelen als vermogensbestanddeel in aanmerking genomen op de volgende wijze:

    • a.

      een eerste voertuig wordt voor een alleenstaande of een gezin als algemeen gebruikelijk gezien, voor zover deze een waarde heeft van minder dan € 4000,00, en daarmee niet in aanmerking genomen bij de vaststelling van het vermogen;

    • b.

      de waarde van het voertuig, voor zover het meer bedraagt dan € 4.000,00, wordt tot het vermogen gerekend;

    • c.

      een eerste voertuig, ouder dan 10 jaar, wordt niet als vermogen in aanmerking genomen;

    • d.

      in geval van een oldtimer kan op dit laatste een uitzondering worden gemaakt;

  • 4.

    in situaties dat er sprake is van een eigen woning en van overwaarde in de woning, hoger dan het op grond van artikel 34 lid 2 sub d Participatiewet maximaal vrij te laten bedrag, wordt er desalniettemin voldaan aan de vermogenstoets indien en voor zover het recht op vergoeding op grond van deze beleidsregels niet meer bedraagt dan de bijstandsnorm geldend voor gehuwden (als genoemd in artikel 21 onderdeel b van de Participatiewet).

Artikel 6 Hardheidsclausule

Er kan in bijzondere gevallen ten gunste van de belanghebbende worden afgeweken van de bepalingen genoemd in deze beleidsregels indien strikte toepassing daarvan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 7 Citeertitel

Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels minimabeleid 2021.

Artikel 8 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze beleidsregels treden in werking op de eerste dag na de bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2021.

  • 2.

    Aanvragen gedaan op grond van de beleidsregels minimabeleid 2019 en waarop nog niet is beslist bij de inwerkingtreding van deze beleidsregels worden afgehandeld op basis van de beleidsregels minimabeleid 2021.

  • 3.

    Gelijktijdig met de inwerkingtreding van de beleidsregels minimabeleid 2020 komen de beleidsregels minimabeleid 2020 te vervallen en worden deze ingetrokken.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college van de gemeente Westerkwartier,

d.d. 12 januari 2021

A. van der Tuuk, burgemeester

A. Schulting, secretaris