Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021

Geldend van 17-07-2021 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021

Nijverdal, 2 maart 2021 Nr. 2021-004898

Burgemeester en wethouders van Hellendoorn;

gelet op het bepaalde in titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 35 Participatiewet;

overwegende dat:

  • -

    het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden een burger in aanmerking kan komen voor een tegemoetkoming Tijdelijke ondersteuning noodzakelijk kosten;

  • -

    het daarom wenselijk is voor dit doel aparte beleidsregels vast te stellen;

B e s l u i t e n:

vast te stellen de

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021

Artikel 1 Begripsomschrijving

  • 1.

    Alle begrippen, die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet.

  • 2.

    In dit besluit wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellendoorn;

    • b.

      inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke terugval van minimaal 25% in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

    • c.

      TONK: Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten;

    • d.

      wet: de Participatiewet.

Artikel 2 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

  • 1.

    Het college verstrekt een tegemoetkoming TONK aan de aanvrager die:

    • a.

      te maken heeft met een inkomensterugval op 1 januari 2021 van 25% of meer ten opzichte van 1 januari 2020;

    • b.

      verklaart dat deze inkomensterugval het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus;

    • c.

      daardoor de noodzakelijke algemene kosten van bestaan niet kan betalen uit het inkomen en de beschikbare geldmiddelen; en

    • d.

      voldoet aan de algemene voorwaarden van paragraaf 2.2 van de Participatiewet.

  • 2.

    Het college kan een tegemoetkoming TONK verstrekken aan de aanvrager die te maken heeft met een inkomensterugval, waardoor de betaling van noodzakelijke kosten niet mogelijk is uit de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van € 11.295 voor een alleenstaande en € 22.590 voor een alleenstaande ouder of gehuwden, in aanmerking wordt genomen.

  • 3.

    De ‘Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Hellendoorn 2020’ zijn niet van toepassing op de aanvragen TONK.

Artikel 3 Inkomen

  • 1.

    Het in aanmerking te nemen inkomen wordt bepaald aan de hand van het inkomen van de aanvrager en zijn eventuele partner op het moment van de peildatum.

  • 2.

    Bij onregelmatige inkomsten is het gemiddelde inkomen in de drie maanden voorafgaande aan de maand van de aanvraag bepalend.

  • 3.

    Onder inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid;

    • b.

      inkomen uit een uitkering;

    • c.

      inkomen uit verhuur; en

    • d.

      inkomen uit partner- en/of kinderalimentatie.

  • 4.

    Ten aanzien van de zelfstandige die een bedrijf of zelfstandig beroep uitoefent, wordt onder inkomen mede verstaan de nettowinst van deze rechtspersoon verminderd met 18% inkomstenbelasting.

Artikel 4 Beschikbare geldmiddelen

  • 1.

    Beschikbare geldmiddelen in de zin van artikel 2, eerste lid onder c zijn geldmiddelen waarover de aanvrager en zijn eventuele partner en kind(eren) beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2.

    Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen;

    • c.

      cryptovaluta (zoals bitcoins);

    • d.

      de waarde van effecten (hierbij gaat het om beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties en opties en effecten in depot).

Artikel 5 Noodzakelijke kosten

Onder noodzakelijke algemene kosten van bestaan in de zin van artikel 2, eerste lid onder c wordt verstaan:

  • a.

    kosten van huur;

  • b.

    kosten van hypotheekrente plus aflossing voor de woning;

  • c.

    kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning.

Artikel 6 Kosten van huur en hypotheek van de woning

  • 1.

    Onder kosten van huur wordt verstaan de per maand geldende huurprijs als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag.

  • 2.

    Onder kosten van hypotheek worden verstaan de voor de woning verschuldigde hypotheekrente en aflossing van die hypotheek.

  • 3.

    Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van aanvaardbare woonkosten op sociaal minimum. Voor kosten van huur en hypotheek van de woning is dit gesteld op € 430,- per maand. Kosten boven dit bedrag komen in aanmerking voor een vergoeding, mits aan alle voorwaarden van artikel 2 wordt voldaan en met inachtneming van de draagkracht.

Artikel 7 Kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning

  • 1.

    Onder kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning worden verstaan de maandelijkse kosten voor nutsvoorzieningen die door nutsbedrijven geleverd worden.

  • 2.

    Bij het bepalen van de hoogte van de tegemoetkoming wordt uitgegaan van aanvaardbare woonkosten op sociaal minimum. Voor kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning is dit gezamenlijk gesteld op € 163,- per maand. Kosten boven dit bedrag komen in aanmerking voor een vergoeding, mits aan alle voorwaarden van artikel 2 wordt voldaan en met inachtneming van de draagkracht.

Artikel 8 Aanvraag

  • 1.

    De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt schriftelijk ingediend.

  • 2.

    De aanvrager legt bij de aanvraag over:

    • a.

      de bewijzen van het inkomen van de maanden januari 2020 en januari 2021;

    • b.

      de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen in de maand januari 2021;

    • c.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten in de peilmaand januari 2021.

  • 3.

    Een aanvraag tegemoetkoming TONK kan worden ingediend tot 1 oktober 2021.

Artikel 9 Terugwerkende kracht

Een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

Artikel 10 Draagkracht

  • 1.

    Bij de vaststelling van een tegemoetkoming TONK wordt rekening gehouden met de draagkracht van de aanvrager en zijn eventuele partner en kind(eren).

  • 2.

    Bij de vaststelling van de draagkracht uit vermogen wordt rekening gehouden met het vermogen voor zover dat hoger is dan de voor de aanvraag geldende vermogensgrens als bedoeld in artikel 2, tweede lid.

  • 3.

    De draagkracht uit inkomen wordt vastgesteld op 50% van het meerinkomen van de aanvrager en eventuele partner, waarbij geldt:

    • a.

      onder meerinkomen wordt verstaan het verschil tussen het netto maandinkomen inclusief vakantietoeslag van de aanvrager en zijn eventuele partner en de op hem van toepassing zijnde uitkeringsnorm inclusief vakantietoeslag op grond van de Participatiewet;

    • b.

      als de vakantietoeslag over het netto inkomen niet bekend is en handmatig berekend moet worden, wordt bij de berekening uitgegaan van 8% vakantietoeslag.

Artikel 11 Duur

De tegemoetkoming wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari 2021 tot 1 oktober 2021.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

Op de aanvrager die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK rust de inlichtingenplicht, zoals bedoeld in artikel 17 van de Participatiewet.

Artikel 13 Afzien opleggen verhuisverplichting

Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregel in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 14 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden, waaronder een terugval in inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 16 Inwerkingtreding

De beleidsregels treden in werking met ingang van de dag, volgende op die van haar bekendmaking en werken terug tot 1 januari 2021.

Artikel 17 Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021.

Ondertekening

Burgemeester en Wethouders van Hellendoorn,

de secretaris, de burgemeester,

Toelichting Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021

Algemene toelichting

Sommige huishoudens hebben vanwege de economische crisis en door de maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bestrijding van het coronavirus te maken met een onvermijdbare en plotselinge terugval van hun inkomsten. Deze huishoudens kunnen daardoor in de problemen raken met de betaling van noodzakelijke kosten, waaronder woonlasten. Deze problemen kunnen niet worden opgelost door het stelsel van sociale zekerheid en de eerder genomen maatregelen uit de steunpakketten. Sommige huishoudens dreigen tussen wal en schip te vallen. Daarom is, in overleg met de VNG en Divosa, de Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gecreëerd. De TONK biedt een tijdelijke tegemoetkoming in noodzakelijke kosten aan huishoudens die te maken hebben met een inkomensterugval waardoor de noodzakelijke kosten niet meer betaald kunnen worden uit het resterende inkomen en waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld werknemers die hun baan verliezen en geen recht (meer) hebben op een uitkering, of zelfstandigen die vanwege de coronamaatregelen hun opdrachten zien verdwijnen. Maar ook burgers die in 2020 ingestroomd zijn in een uitkering vanwege de coronacrisis, maar voor wie de hoogte van de uitkering onvoldoende is om de vaste lasten te betalen.

Met andere regelingen worden regelingen bedoeld zoals een toeslag van UWV, WW-uitkering of TOZO-uitkering. Komt men niet in aanmerking voor een dergelijke regeling of heeft de aanvrager met deze regeling erbij nog te weinig inkomsten om de woonkosten te betalen, dan heeft aanvrager mogelijk recht op een tegemoetkoming TONK. Het gaat hierbij om een vergoeding voor daadwerkelijke noodzakelijke kosten.

De tijdelijke noodmaatregel TONK geldt van 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021. In deze periode wordt een ruimere toegang tot het instrument van de bijzondere bijstand geboden. Op grond van de Participatiewet kan door de gemeente in individuele gevallen bijzondere bijstand verstrekt worden als het door bijzondere omstandigheden niet meer mogelijk is om de noodzakelijke kosten te betalen. Gemeenten hebben daarbij eigen beleidsvrijheid. Er worden voor de tegemoetkoming TONK geen nadere centrale regels vastgesteld. De op dit moment geldende Beleidsregels bijzondere bijstand gemeente Hellendoorn 2020 zijn niet toereikend voor de regulering van deze bevoegdheid. Daarom zijn voor de tegemoetkoming TONK deze aparte Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten gemeente Hellendoorn 2021 opgesteld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 Begripsomschrijving

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 2 Voorwaarden tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK dienen de aanvrager en zijn eventuele gezin te maken te hebben met een inkomensterugval van 25% of meer. De inkomensterugval wordt beoordeeld aan de hand van twee peilmaanden: januari 2020 en januari 2021.

Verder wordt er rekening gehouden met vermogensgrenzen. Wanneer aanvrager en zijn eventuele gezin beschikken over beschikbare geldmiddelen boven een bedrag van € 11.295 voor een alleenstaande en € 22.590 voor een alleenstaande ouder of gehuwden, wordt het meerdere meegenomen in de draagkrachtberekening.

Hier is aansluiting gezocht bij de vermogensgrenzen zoals zijn vastgesteld in de Nadere regels financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie gemeente Hellendoorn 2021.

Wat onder inkomen, beschikbare geldmiddelen en noodzakelijke kosten wordt verstaan, is nader uitgewerkt in de artikelen 3 tot en met 7.

Artikel 3 Inkomen

Dit artikel bevat een toelichting op wat in deze beleidsregels onder inkomen wordt verstaan.

Voor de vaststelling van het inkomen uit een onderneming geldt: bruto omzet – kosten = bruto inkomen – 18% belastingen en premies = netto inkomen. Deze werkwijze wordt ook gehanteerd bij de uitvoering van de Tijdelijke ondersteuning zelfstandig ondernemers (Tozo) en is gebaseerd op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004).

Daarbij moet opgemerkt worden dat de omzet de in die maand gewerkte uren/verkochte producten betreft, ongeacht of deze werkzaamheden ook die maand in rekening zijn gebracht en betaald. Bewijs hoeft hiervan niet geleverd te worden, de aanvrager moet zelf (evt. per maand als er verschil is) deze som maken en doorgeven.

Artikel 4 Beschikbare geldmiddelen

Onder geldmiddelen verstaan we direct beschikbare middelen als contant geld, geld op de (spaar)rekening van aanvrager, eventuele partner en kind(eren), en de waarde van beleggingen of cryptovaluta, zoals bitcoins. Enkel direct beschikbaar privévermogen wordt in dit kader in aanmerking genomen als vermogen. Ondernemers hoeven vermogen uit een onderneming niet mee te tellen. Een tegemoetkoming voor vaste lasten (TVL) of voor loonkosten (NOW) ook niet.

Artikel 5 Noodzakelijke kosten

De tegemoetkoming TONK is primair gericht op noodzakelijke woonkosten. Het gaat dan om de huur of de hypotheek en de kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning die door de aanvrager wordt bewoond (hoofdverblijf).

Artikel 6 Kosten van huur en hypotheek van de woning

Voor wat betreft huur en hypotheek(rente) van de woning, zijn de aanvaardbare kosten op sociaal minimum vastgesteld op een normbedrag van € 430,- per maand. Dit bedrag is vergelijkbaar met het bedrag dat in de Wet op de huurtoeslag wordt genoemd als het bedrag wat iemand met een minimum inkomen maandelijks zelf kan betalen aan huur plus de tegemoetkoming die iemand maandelijks voor de woonkosten ontvangt. Voor huurwoningen is dat een bedrag aan huurtoeslag en voor eigen woningen is dat een voorlopige teruggave inkomstenbelasting. De daadwerkelijke hoogte van de maandelijkse tegemoetkoming voor woonkosten in de vorm van huurtoeslag of voorlopige teruggave inkomstenbelasting zijn in deze situaties lastig te bepalen, omdat deze inkomensafhankelijk zijn en achteraf worden vastgesteld. Daarom is gekozen voor een normbedrag. Kosten boven dit bedrag komen in aanmerking voor een vergoeding, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 7 Kosten van elektriciteit, gas en water voor de woning

De aanvaardbare kosten op sociaal minimum voor wat betreft elektriciteit, gas en water van de woning zijn vastgesteld op € 163,- in totaal. De hoogte van dit bedrag is gebaseerd op de gemiddelde normbedragen die het Nibud hanteert voor gasverbruik (€ 109,- per maand), voor elektriciteit (€ 34,- per maand) en water (€ 20,- per maand). Hierbij is uitgegaan van een meerpersoonshuishouden. Van deze kosten wordt geacht dat zij kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm. Kosten boven dit bedrag komen in aanmerking voor een vergoeding, mits aan alle voorwaarden wordt voldaan.

Artikel 8 Aanvraag

De aanvrager moet bewijzen van inkomen, beschikbare geldmiddelen en noodzakelijke kosten overleggen bij zijn aanvraag om zo te kunnen beoordelen of hij in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK en om de hoogte van de TONK-uitkering te kunnen bepalen. Dit kan men doen door het overleggen van een kopie van bankafschriften van de peilmaand januari 2021 en bij inkomen een specificatie van dat inkomen over de peilmaanden januari 2020 en januari 2021 (loonstrook, uitkeringsspecificatie, inkomsten uit bedrijf etc.).

Artikel 9 Terugwerkende kracht

De tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2021 worden aangevraagd.

Artikel 10 Draagkracht

Om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming TONK wordt gekeken naar de draagkracht van de aanvrager en zijn eventuele partner en kind(eren). Bij de bepaling van de draagkracht uit het vermogen wordt slechts rekening gehouden met vermogen wat boven de voor betrokkene geldende vermogensgrens uitkomt, zoals genoemd in artikel 2 van deze beleidsregel. Het betreft hier privévermogen waar men direct over kan beschikken, vermogen uit een eventuele onderneming wordt buiten beschouwing gelaten.

Bij de bepaling van de draagkracht uit inkomen wordt uitgegaan van de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm. Als iemand meer verdient dan de voor hem geldende bijstandsnorm, wordt 50% van het meerinkomen (evenals de aanvaardbare woonkosten op sociaal minimum en eventueel vermogen boven de vermogensgrens) in mindering gebracht op de tegemoetkoming TONK.

Artikel 11 Duur

Een aanvrager die in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan deze uitkering voor maximaal negen maanden krijgen over de periode vanaf 1 januari 2021 tot en met 30 september 2021.

Artikel 12 Inlichtingenplicht

De inlichtingenplicht houdt in dat de aanvrager de gemeente moet informeren over alles wat van belang kan zijn voor het recht op de tegemoetkoming TONK. In artikel 17, eerste lid van de Participatiewet wordt de inlichtingenplicht als volgt omschreven: "De belanghebbende doet aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op zijn arbeidsinschakeling en het recht op bijstand”.

De inlichtingenplicht voor deze beleidsregel strekt niet verder dan tot hetgeen redelijkerwijs nodig is voor de vaststelling van het recht en de uitvoering van een tegemoetkoming TONK. Hierbij kun je denken aan informatie over wijzigingen in inkomen en vermogen in de periode dat de tegemoetkoming TONK wordt ontvangen.

Artikel 13 Afzien opleggen verhuisverplichting

Vanwege de tijdelijke aard van deze beleidsregel geldt er geen verhuisverplichting om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming TONK. Het college legt aan de aanvrager, die op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK, geen verhuisverplichting op.

Artikel 14 Uitbetaling

De uitbetaling vindt maandelijks plaats, met uitzondering van de eerste betaling na inwerkingtreding van de regeling. Dit betekent bijvoorbeeld dat de aanvrager die in maart 2021 een toekenning tegemoetkoming TONK ontvangt met terugwerkende kracht vanaf januari 2021, een uitbetaling ineens ontvangt over 3 maanden. Als hij ook na maart nog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, dan ontvangt de aanvrager deze vervolgens maandelijks.

Artikel 15 Hardheidsclausule

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 17 Citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.