Regeling vervallen per 01-01-2021

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Arnhem

Geldend van 01-01-2021 t/m 30-06-2021 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2021

Intitulé

Beleidsregels Tijdelijke ondersteuning noodzakelijke kosten (TONK) gemeente Arnhem

Artikel 1. Begripsbepalingen

  • 1. In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

    • a.

      college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem;

    • b.

      inkomensterugval: een onvoorzienbare, onvermijdelijke en substantiële terugval in het inkomen als gevolg van de coronacrisis;

    • c.

      wet: Participatiewet;

  • 2. Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de wet.

Artikel 2. Doelgroep

Een tegemoetkoming TONK is bedoeld voor huishoudens:

  • die door de huidige omstandigheden als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een onvoorzienbare en onvermijdelijke inkomensterugval van minimaal 15%;

  • die daardoor noodzakelijke kosten zoals woonlasten niet meer kunnen voldoen; en

  • waarvoor andere regelingen niet of onvoldoende soelaas bieden.

Artikel 3. Tegemoetkoming TONK

  • 1. Het college kan op aanvraag een tegemoetkoming TONK verstrekken aan:

    • a.

      de alleenstaande die te maken heeft met een inkomensterugval van minimaal 15%, waardoor de betaling van de noodzakelijke woonlasten niet mogelijk is uit het inkomen en de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven de in artikel 7, derde lid, onder a of b, genoemde vermogensgrenzen in aanmerking worden genomen;

    • b.

      het gezin, waarbij ten minste één partner te maken heeft met een inkomensterugval van minimaal 15%, waardoor de betaling van de noodzakelijke woonlasten niet mogelijk is uit het gezinsinkomen en de beschikbare geldmiddelen, waarbij uitsluitend de beschikbare geldmiddelen boven de in artikel 7, derde lid, onder c, genoemde vermogensgrens in aanmerking worden genomen.

  • 2. Het aandeel van de noodzakelijke kosten als bedoeld in artikel 4, dat uitkomt boven 33% van het (gezins)inkomen van de maand voorafgaand aan de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, komt voor vergoeding in de vorm van een tegemoetkoming TONK in aanmerking.

  • 3. De tegemoetkoming TONK bedraagt nooit meer dan de hoogte van de inkomensterugval van het huishouden.

  • 4. In afwijking van artikel 44, eerste lid, van de wet kan met terugwerkende kracht een toekenning op een aanvraag plaatsvinden over de maanden vanaf januari 2021.

  • 5. De tegemoetkoming TONK wordt verstrekt voor ten hoogste de periode van 1 januari tot en met 30 juni 2021.

  • 6. De uitbetaling vindt maandelijks plaats.

Artikel 4. Noodzakelijke kosten

  • 1. De tegemoetkoming TONK kan betrekking hebben op de vaste woonlasten van de aanvrager, zoals:

    • a.

      kosten van huur;

    • b.

      kosten van de hypotheek en hypotheekrente;

    • c.

      kosten van elektriciteit, gas en water;

    • d.

      servicekosten;

    • e.

      kosten van de Vereniging van Eigenaars;

    • f.

      stageld, pacht etc.

  • 2. Uitsluitend de vaste woonlasten die betrekking hebben op de woning die door de aanvrager zelf wordt bewoond kunnen voor de tegemoetkoming TONK in aanmerking komen.

  • 3. Bij de vaststelling van de hoogte van de noodzakelijke kosten worden op de in het eerste lid

  • 4. genoemde kosten in mindering gebracht:

    • a.

      de eventueel aan de aanvrager toegekende bijzondere bijstand voor woonkosten;

    • b.

      de mogelijk te ontvangen huurtoeslag; en

    • c.

      de bijdragen in de vaste woonlasten van medebewoners.

  • 5. De hoogte van de kosten zoals genoemd in het eerste lid, onder c, worden ten aanzien van een éénpersoonshuishouden vastgesteld op € 135,-. Voor iedere extra persoon die behoort tot het huishouden wordt hier € 15,- bij opgeteld.

Artikel 5. Aanvraag

  • 1. Aanvrager overlegt bij de aanvraag:

    • a.

      de bewijzen van het (gezins)inkomen van de maanden zoals omschreven in artikel 6.

    • b.

      de bewijzen van de beschikbare geldmiddelen op 1 januari 2021;

    • c.

      de bewijzen van de noodzakelijke kosten van de maand(en) waarover de tegemoetkoming TONK aangevraagd wordt; en

    • d.

      een verklaring dat de terugval in het inkomen het gevolg is van de maatregelen in verband met het coronavirus (Covid-19).

  • 2. Een tegemoetkoming TONK kan met terugwerkende kracht worden aangevraagd vanaf 1 januari 2021.

  • 3. De aanvraag kan worden ingediend tot en met 31 juli 2021.

Artikel 6. Inkomen en inkomensterugval

  • 1. Onder (gezins)inkomen wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      inkomen uit arbeid van de aanvrager en de eventuele partner;

    • b.

      inkomen uit een uitkering van de aanvrager en de eventuele partner;

    • c.

      inkomen uit verhuur van de aanvrager en de eventuele partner; en

    • d.

      inkomen uit partneralimentatie en/of kinderalimentatie van de aanvrager en de eventuele partner.

  • 2. De inkomensterugval wordt in beginsel vastgesteld door de hoogte van het inkomen in januari 2020 af te zetten tegen het inkomen van de maand voorafgaande aan de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd.

Artikel 7. Beschikbare geldmiddelen en vermogensgrenzen

  • 1. Beschikbare geldmiddelen zijn geldmiddelen waarover de aanvrager en de eventuele partner op 1 januari 2021 beschikt of redelijkerwijs kan beschikken.

  • 2. Onder beschikbare geldmiddelen wordt verstaan:

    • a.

      contant geld;

    • b.

      geld op betaal- en spaarrekeningen (met uitzondering van spaargelden bestemd voor kinderen die behoren tot het huishouden);

    • c.

      cryptovaluta;

    • d.

      de waarde van effecten (zoals beleggingsrekeningen met aandelen, obligaties, opties en effecten in depot).

  • 3. De vermogensgrens is voor:

    • a.

      een alleenstaande: € 7.295,-;

    • b.

      een alleenstaande ouder: € 13.590,-;

    • c.

      gehuwden: € 13.590,-.

Artikel 8. Afzien opleggen verhuisverplichting

  • Het college legt aan de aanvrager die op basis van deze beleidsregels in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TONK geen verhuisverplichting op.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Als de aanvrager op grond van deze beleidsregels niet in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK kan het college, gelet op alle omstandigheden, waaronder een terugval in (gezins)inkomen van de aanvrager als gevolg van de coronacrisis, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een tegemoetkoming TONK, indien zeer dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 10. Inwerkingtreding, duur beleidsregels en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2021.

  • 2. Deze beleidsregels vervallen op 1 juli 2021.

  • 3. Deze beleidsregels blijven van toepassing ten aanzien van aanvragen die zijn ingediend voor 1 augustus 2021.

  • 4. Deze beleidsregels worden aangehaald als: "Beleidsregels TONK gemeente Arnhem".

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris, de burgemeester,

ALGEMENE TOELICHTING

Door de coronacrisis staat de bestaanszekerheid van veel mensen onder druk, omdat zij hun noodzakelijke kosten niet kunnen betalen. Daarom heeft het Rijk besloten huishoudens die als gevolg van de coronacrisis te maken hebben met een inkomensterugval tijdelijk financieel tegemoet te komen in de kosten die noodzakelijk zijn. Het is aan de gemeenten om deze ondersteuning te organiseren. Deze Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) is geen aparte regeling. Het is een vorm van bijzondere bijstand specifiek voor inwoners die normaal gesproken hiervoor niet voor in aanmerking zouden komen, bijvoorbeeld omdat zij een te hoog inkomen hebben. Gemeenten is gevraagd voor deze doelgroep tijdelijke ruimere beleidsregels op te stellen en de financiële steun zo snel als mogelijk toegankelijk te maken. Het college kiest er hierbij voor om ruimhartig, laagdrempelig en uitvoerbaar beleid vast te stellen.

Toelichting artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 2 Doelgroep

Door het Rijk is bepaald welke doelgroep gedurende de coronacrisis tussen wal en schip vallen en mogelijk voor een tegemoetkoming TONK in aanmerking zouden kunnen komen. Hierbij kan gedacht worden aan iedereen voor wie het inkomen uit werk daalt. Het meest kwetsbaar zijn flexwerkers, zzp'ers en werkenden in quarantaine die inkomsten derven. Maar ook huishoudens die terugvallen op een uitkering en dusdanig achteruitgaan in inkomsten dat zij noodzakelijke kosten niet meer kunnen voldoen. En huishoudens waar een of beide partners geen inkomen uit werk meer hebben en ook geen recht op uitkering (bijvoorbeeld vanwege de partnertoets Tozo).

Artikel 3. Tegemoetkoming TONK

Lid 1

De tegemoetkoming TONK is bedoeld voor de huishoudens die een substantiële terugval in het inkomen hebben gehad, waardoor de vaste lasten niet meer uit het gezinsinkomen en het beschikbare vermogen voldaan kunnen worden. Er is gekozen voor een minimale inkomensterugval van 15%, omdat bij een kleinere inkomensterugval verwacht mag worden dat de inwoner de woonkosten nog zelf kan dragen door aanpassing van het uitgavenpatroon.

Lid 2

Aanvaardbare woonkosten komen niet in aanmerking voor een tegemoetkoming TONK. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat ieder huishouden 33% van het actuele inkomen kan inzetten voor het betalen van de woonkosten.

Artikel 4. Noodzakelijke kosten

Lid 1

Vaste woonkosten zijn maandelijks terugkerende noodzakelijke kosten waar men niet onderuit komt. Gekozen is om de omvang van deze vaste woonlasten zo min mogelijk te beperken.

Lid 3

Om uitsluitend tegemoet te komen in de noodzakelijke kosten wordt de reeds ontvangen bijzondere bijstand, de mogelijk te ontvangen huurtoeslag en de bijdragen van eventuele medebewoners in mindering gebracht op de kosten. Zo wordt voorkomen dat woonlasten meermaals gecompenseerd worden.

Lid 4

Kosten van elektriciteit, gas en water worden betaald a.d.h.v een voorschotbedrag, hetgeen de daadwerkelijke kosten niet weerspiegelt. Om te voorkomen dat niet noodzakelijke kosten voor vergoeding in aanmerking komen, wordt gebruik gemaakt van forfaitaire bedragen.

Artikel 5. Aanvraag

Lid 1

Om voor bijzondere bijstand in aanmerking te kunnen komen, moeten hier kosten tegenover staan. Ook moet bepaald worden of de aanvrager over onvoldoende middelen beschikt om zelf deze kosten te voldoen. Bovendien moet er sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Daarom moet aangetoond worden welke inkomsten, welke kosten en welk vermogen een aanvrager heeft. Wanneer er sprake is van een terugval in inkomen als gevolg van corona, waardoor woonlasten niet meer voldaan kunnen worden, dan is daarmee vastgesteld dat de noodzakelijke kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Dit is echter lastig aannemelijk te maken door een aanvrager, waardoor wordt volstaan met een verklaring van de aanvrager. Als het echter zeer onwaarschijnlijk is dat de aanvrager een inkomensterugval heeft gehad wegens de maatregelen omtrent corona, dan kan hier op doorgevraagd worden. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de aanvrager werkzaam is in een branche die niet of nauwelijks geraakt is door de beperkende coronamaatregelen.

Lid 2

De door het Rijk beschikbaar gestelde vergoeding voor de uitvoering van de TONK geldt voor de periode 1 januari tot 1 juli 2021. De TONK is dus bestemd voor een tegemoetkoming in de noodzakelijke kosten die zich voordoen in die periode. Daarom kan in afwijking van artikel 44 van de Participatiewet de tegemoetkoming TONK met terugwerkende kracht aangevraagd worden vanaf 1 januari 2021.

Lid 3

Inwoners die achteraf hun vaste lasten moeten betalen, moeten de mogelijkheid krijgen om voor de maand daarvoor een aanvraag voor een tegemoetkoming TONK te doen. Daarom is er voor de mogelijkheid gekozen om een aanvraag tot en met 31 juli 2021 in te dienen.

Artikel 6. Inkomen en inkomensterugval

Om de inkomensterugval te kunnen toetsen, is er gekozen voor twee peildata. De eerste peildatum is de maand januari 2020, omdat deze maand is gelegen voor de uitbraak van de coronapandemie. De tweede peildatum is de maand voorafgaande aan de eerste maand waarover de tegemoetkoming wordt aangevraagd, omdat dan de noodzaak zich voordoet wegens de substantiële inkomensterugval.

Artikel 7. Beschikbare geldmiddelen

Lid 1 en 2

Als vermogen wordt enkel direct beschikbaar privévermogen (dus geen vermogen uit onderneming of overwaarde van een woning) in aanmerking genomen. Spaargeld bestemd voor kinderen die behoren tot het huishouden worden buiten beschouwing gelaten. Bovendien wordt spaargeld ten behoeve van pensioenopbouw voor zzp'ers buiten beschouwing gelaten.

Om de hoogte van het vermogen vast te stellen, worden relevante schulden in mindering gebracht op de beschikbare geldmiddelen. Van relevante schulden is sprake als het feitelijk bestaan ervan voldoende aannemelijk is en er een aflossingsverplichting bestaat. Studieschulden tellen niet mee, omdat de aanvrager bij de DUO een nihilstelling kan aanvragen.

Lid 3

Als vermogensgrens is gekozen om aan te sluiten bij de vermogensgrenzen die op grond van artikel 34, derde lid, van de Participatiewet gelden voor bijstandsgerechtigden.

Deze aan de Participatiewet ontleende bedragen worden opgehoogd met € 1.000,- aan zogeheten leefgeld. Omdat het vaststellen van vermogen een momentopname is, kan het namelijk net zijn dat het inkomen gestort is, terwijl er binnen enkele dagen vaste lasten betaald moeten worden.

Het vermogen boven deze vermogensgrenzen dient ingezet te worden voor de woonkosten. Zo wordt voorkomen dat inwoners bevoordeeld worden ten opzichte van inwoners die bijstandsafhankelijk zijn.

Artikel 8. Afzien opleggen verhuisverplichting

De TONK is er juist op gericht om mensen tijdelijk een tegemoetkoming te verstrekken in de vaste woonlasten, zodat inwoners niet gedwongen worden om te verhuizen.

Artikel 9. Hardheidsclausule

Op basis van dit artikel kan in een individueel geval de hardheidsclausule worden toegepast die het mogelijk maakt af te wijken van hetgeen in de beleidsregels is vastgelegd. Hierbij moet worden getoetst aan de algemene normen van redelijkheid en billijkheid. Het moet hierbij nadrukkelijk gaan om uitzonderingssituaties. Hierbij kan gedacht worden aan een zzp'er die sterk wisselende inkomsten heeft en door strikte toepassing van de peildatum januari 2020 als bedoeld in artikel 6, tweede lid, ten onrechte niet in aanmerking zou kunnen komen voor een tegemoetkoming TONK.

Artikel 10. Inwerkingtreding, duur beleidsregels en citeertitel

Lid 3

Omdat een aanvraag TONK ingediend kan worden tot en met 31 juli 2021, dienen de beleidsregels van toepassing te blijven op de aanvragen die worden ingediend in de maand juli 2021.