Nadere regel subsidie versneld vernieuwen: zorg dichtbij en op maat gemeente Utrecht

Geldend van 21-06-2021 t/m heden

Intitulé

Nadere regel subsidie versneld vernieuwen: zorg dichtbij en op maat gemeente Utrecht

Burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht;

- gelet op artikel 3 lid 2 van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Utrecht;

- gelet op artikel 156 lid 3 Gemeentewet;

- gelet op de door de Gemeenteraad en/of College vastgestelde kader:

  • programmabegroting 2021, waarin budget voor maatregel versneld vernieuwen: zorg dichtbij en op maat is vastgesteld;

  • nadere regel subsidie vrijwillige inzet voor elkaar;

  • nadere regel subsidie sociale prestatie en dagondersteuning;

  • nadere regel Jongerenwerk 2020-2026 gemeente Utrecht;

  • nadere regel Buurteamorganisatie Sociaal 2019-2024 gemeente Utrecht;

  • nadere regel Buurtteamorganisatie Jeugd en Gezin 2019-2024 gemeente Utrecht;

  • nadere regel Sociaal makelaarschap gemeente Utrecht 2019-2024;

  • nadere regel Informatievoorziening, Advies en Onafhankelijke cliëntondersteuning gemeente Utrecht 2019-2024;

  • nadere regel sport, bewegen en verenigingsondersteuning 2018-2024 gemeente Utrecht;

  • nadere regel Sportakkoord Utrecht;

  • alle inkoopcontracten Wmo en Jeugdwet voor de aanvullende zorg.

- overwegende dat het wenselijk is om partijen de mogelijkheid te bieden om voorstellen in te dienen die bijdragen aan de doelen van versneld vernieuwen;

Besluiten vast te stellen de volgende Nadere regel subsidie versneld vernieuwen: zorg dichtbij op maat gemeente Utrecht.

Artikel 1 Begripsbepalingen (reikwijdte en definities)

In deze nadere regel wordt verstaan onder:

  • a.

    Utrechts model voor zorg en ondersteuning: model gebaseerd op drie ‘sporen’: een sterke sociale basis, basiszorg en aanvullende zorg. De zorg en ondersteuning sluit aan bij wat gezinnen, jeugdigen en volwassenen nodig hebben.

  • b.

    Sociale basis: de sociale basis bestaat uit wat inwoners zelf met en voor elkaar doen, (vrijwilligers)organisaties, organisaties die een brugfunctie vervullen en algemene sociale voorzieningen die toegankelijk en bereikbaar zijn voor iedereen, zoals onderwijs, sport en welzijn.

  • c.

    Basiszorg: algemeen toegankelijke zorg via de buurtteams aan (kwetsbare) volwassenen, jeugdigen en gezinnen.

  • d.

    Aanvullende zorg: hulp en ondersteuning op indicatie voor zware en complexe problematiek waar specialisti¬sche kennis (buiten de basiszorg) voor nodig is.

  • e.

    Utrechts sturingsmodel: sturingsmodel gebaseerd op het model Simons waarbij het college stuurt op: waarden van waaruit het college werkt (leidende principes, co-creatie), kaders (budget of wettelijke kaders), monitoringinformatie (aantallen, ervaringen) en de dialoog die plaatsvindt om steeds te kunnen leren.

  • f.

    Transformatie: Voorkomen of het verminderen van het beroep op de aanvullende zorg door inzet van lichtere vormen van zorg en ondersteuning in de basiszorg en de sociale basis (de beweging naar voren)

  • g.

    Werkpakketten: Extra maatregelen die het college heeft genomen om de stad zo goed mogelijk door de coronacrisis te helpen.

Artikel 2 Beleidsdoelstelling

Deze nadere regel richt zich op het tegengaan en/of verzachten van de negatieve sociale effecten van corona en de coronamaatregelen op inwoners en het ondersteunen van hen die daardoor extra zorg en ondersteuning nodig hebben. De nadere regel maakt (versterking van) preventieve en innovatieve inzet mogelijk in het sociaal domein. Door in te zetten op preventie worden problemen voorkomen en/of de verergering daarvan. Tevens biedt deze nadere regel de mogelijkheid om vormen van samenwerking die in deze periode zijn ontstaan door te zetten om zo de transformatie te versnellen en versterken. Hiermee sluit de nadere regel aan bij het Utrechts model van zorg en ondersteuning en de transformatie waar in Utrecht sinds 2015 aan gewerkt wordt. De verbinding en samenwerking tussen de drie sporen is vanzelfsprekend onderdeel van deze aanpak.

Deze nadere regel faciliteert inzet die bijdragen aan de volgende doelen:

  • Versneld oplossen van sociale problematiek die als gevolg van corona en de coronamaatregelen is ontstaan of verergerd;

  • Bereiken van nieuwe doelgroepen die door corona en de coronamaatregelen in beeld zijn gekomen en verwacht worden;

  • Passende zorg door innovatieve inzet en samenwerking tussen sociale basis, basiszorg en aanvullende zorg;

  • Voorkomen van het beroep op de aanvullende zorg door innovatieve samenwerking tussen sociale basis, basiszorg en aanvullende zorg (preventie).

De verlening van deze projectsubsidie is gekoppeld aan de gevolgen van corona en de genomen maatregelen en moet leiden tot de beweging naar voren en een structureel effect op bovengenoemde doelen. De looptijd van de regeling is van 2021-2022.

Deze subsidie is niet bedoeld voor inzet op structurele tekorten in reguliere capaciteit in de sociale basis, basiszorg of aanvullende zorg.

Artikel 3 Eisen aan de aanvrager subsidie

  • 1. De subsidie kan worden aangevraagd door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. De subsidie kan bij voorkeur worden aangevraagd door een rechtspersoon die al een subsidie krijgt van burgemeester en wethouders onder een van de nadere regels zoals genoemd in de inleiding, of een inkoopcontract heeft bij burgemeester en wethouders voor Wmo of Jeugdwet aanvullende zorg. Deze eis geldt niet voor aanvragen die zich exclusief richten op subsidiabele activiteit 2 en 3 uit artikel 5.

  • 3. De subsidieaanvraag wordt door een rechtspersoon die al subsidie krijgt van burgemeester en wethouders ingediend, bij voorkeur ingediend namens een samenwerkingsverband van meerdere partijen. Niet al deze partijen hoeven bij voorkeur een financieringsrelatie te hebben met burgemeester en wethouders zoals genoemd bij b. De hoofdaanvrager moet wel aan deze eis voldoen. Deze eis geldt niet voor aanvragen die zich exclusief richten op subsidiabele activiteit b2 en 3 uit artikel 5.

  • 4. Rechtspersonen die behoren tot dezelfde groep mogen alleen een aanvraag doen als er géén sprake is van onderling gesloten overeenkomsten en/of feitelijke gedragingen die de mededinging beperken. Burgemeester en wethouders kunnen de betreffende rechtspersonen vragen om aan te tonen dat de mededinging niet wordt beperkt. Wordt dit niet aangetoond? Dan wijzen burgemeester en wethouders alle aanvragen van alle rechtspersonen uit dezelfde groep af.

Artikel 4 Vaststelling subsidieplafond

Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks het subsidieplafond vast door middel van de subsidiestaat. Voor subsidiabele activiteit 2 genoemd in artikel 5 is het subsidieplafond € 1.512.433. Voor subsidiabele activiteit 3 genoemd in artikel 5 is het subsidieplafond € 100.000.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

In het kader van deze nadere regel stellen burgemeester en wethouders de volgende eisen aan de uitvoering van activiteiten:

  • 1. Activiteiten richten zich op het tegengaan en/of verzachten van de negatieve sociale effecten van corona en de coronamaatregelen op inwoners en de extra zorg en ondersteuning die zij daardoor nodig hebben. Tevens dragen de activiteiten bij aan kansen om de transformatie versneld of op nieuwe manieren door te zetten. Hierbij wordt inzet gebaseerd op een heldere probleemanalyse (zie raadsbrief Corona-effecten Jeugd en Wmo) en de ervaring van aanvrager(s) in de praktijk. Daarbij wordt gedacht aan:

    • Het versterken van de sociale basis en de verbinding van de sociale basis met de (aanvullende) zorg.

    • Het vergroten van de inzet van digitale middelen in de zorg en ondersteuning.

    • De inzet op vroegsignalering van schulden en op activering, waarbij de verbinding wordt gelegd met de andere maatregelen op deze thema’s in de verschillende werkpakketten.

    • Het verminderen en tegengaan van eenzaamheid.

    • Het bevorderen van taal- en digitale vaardigheden.

    • Het versterken van de veerkracht van ouders.

    • Het betrekken van draagkrachtige Utrechters.

    • De doelgroepen die specifieke aandacht behoeven vanwege de gevolgen van corona en de coronamaatregelen, namelijk jongeren, gezinnen en ouderen in een kwetsbare positie, inwoners met psychische kwetsbaarheid, mantelzorgers.

  • Activiteiten worden uitgevoerd in samenwerking met één of meerdere partners. Tenzij de aanvrager goed kan onderbouwen waarom dat in een specifieke situatie niet aan de orde is.

In Utrecht werken alle organisaties volgens de leidende principes van het Utrechts sturingsmodel. De aanvrager hanteert bij het uitvoeren van de activiteiten deze leidende principes.

  • Leefwereld centraal: de inwoner in het dagelijks leven staat centraal.

  • Samen doen wat nodig is: maatwerk bieden aan de hand van de vraag en in aanvulling van het eigen netwerk van mensen.

  • Streven naar eenvoud: de inhoud is leidend, niet het systeem.

  • Uitgaan van mogelijkheden: aansluiten bij wat inwoners en zijn/haar omgeving zelf kunnen.

  • Zo nabij mogelijk: ondersteuning beschikbaar in de eigen buurt en in aansluiting bij de inwoners en de omgeving daar omheen.

  • 2. Activiteiten die zich – in lijn met actielijn 2 van het Rijks Steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl - specifiek richten op het direct tegengaan en/of verzachten van de negatieve sociale effecten van corona en de coronamaatregelen op volwassen inwoners door inzet op extra begeleiding voor kwetsbare groepen inclusief dak- en thuisloze mensen en/of het bestrijden van eenzaamheid waaronder: extra inzet op matching en begeleiding van vrijwilligers, flexibele ontmoetingsplekken /activiteiten voor groepen, extra inzet welzijn op recept en intensiveren van bestaande activiteiten in de aanpak tegen eenzaamheid (Utrecht Omarmt).

  • 3. Activiteiten vanuit de sociale basis in relatie tot jeugdhulp die zich – in lijn met actielijn 1 van het Rijks Steunpakket sociaal en mentaal welzijn en leefstijl– specifiek richten op mentale ondersteuning van jongeren in kwetsbare situaties die gebaat zijn bij extra ondersteuning om na deze coronaperiode weer zelf verder te kunnen en waar jeugdhulp (alleen) niet de best passende vorm is.

Artikel 6 Eisen aan de subsidieaanvraag

Aan de subsidieaanvraag worden een aantal eisen gesteld.

  • 1. Aanvragen kan uitsluitend digitaal middels een aanvraagformulier op www.utrecht.nl/subsidie.

  • 2. De subsidieaanvraag bestaat uit:

    • a.

      Een digitaal verstuurd ingevuld aanvraagformulier.

    • b.

      Een activiteitenplan van maximaal vier A4’tjes waarin staat:

      • de activiteit(en);

      • welke resultaten de aanvrager met de activiteiten wil bereiken en waarom die activiteiten daarvoor nodig zijn;

      • een onderbouwing van de noodzaak van de activiteiten op basis van een probleemanalyse en een voorstel voor monitoring;

      • de doelgroep waar u zich op richt en of uw aanvraag betrekking heeft op subsidiabele activiteit 1, 2 of 3 (zie artikel 5);

      • met wie en hoe de aanvrager samenwerkt;

      • hoe de aanvrager de lessen en ervaringen (in Utrecht of elders) vanuit de coronaperiode benut;

      • hoe de aanvrager samen leert en ontwikkelt met andere partners;

      • op welke manier de aanvrager de leidende principes toepast;

      • de looptijd;

      • de omvang van de subsidie die aan burgemeester en wethouders worden gevraagd.

    • c.

      Een sluitende begroting, met de kosten en inkomsten per activiteit. In de begroting maakt de aanvrager inzichtelijk hoe iedere activiteit is opgebouwd. De aanvrager geeft in elk geval inzicht in:

      • personeelskosten;

      • algemene kosten/organisatiekosten;

      • huisvestingskosten (mits uit de aanvraag blijkt dat deze kosten aannemelijk en noodzakelijk zijn);

      • activiteitenkosten;

      • inkomsten: gesplitst in subsidie burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht en overige inkomsten (bv inkomsten uit (ver)huur, deelnemersbijdragen, fondsen).

    • d.

      Uit de subsidieaanvraag moet blijken op welke wijze de voorgestelde activiteiten verschillen van activiteiten waarvoor de aanvrager reeds financiering ontvangt. Deze eenmalige subsidie is aanvullend op de reguliere activiteiten en mag niet dubbelen met lopende opdrachten, subsidies of andere financiële regelingen.

Artikel 7 Indieningstermijn subsidieaanvraag

Er kan subsidie worden aangevraagd voor de in artikel 5 genoemde activiteiten met een looptijd tot en met uiterlijk 31 december 2022. Voor activiteiten die starten vanaf 1 september 2021 moeten de aanvragen vóór 17 juli 2021 zijn ingediend.

Artikel 8 Maximaal subsidiebedrag per aanvraag/aanvrager

Alleen voor de activiteit noodzakelijke kosten komen in aanmerking voor subsidie.

Artikel 9 Beoordeling subsidieaanvraag

De aanvragen die tijdig en volledig zijn ontvangen en voldoen aan alle bovenstaande eisen worden op basis van de volgende criteria beoordeeld en met elkaar vergeleken:

  • 1. Verwachte opbrengst/effect (totaal 35 punten):

    • a.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan de beleidsdoelstelling;

    • b.

      de mate waarin aannemelijk wordt gemaakt dat de activiteiten structureel renderen en dus bijdragen aan de versnelde transformatie (dit criterium geldt niet voor subsidiabele activiteit 2 en 3, zie artikel 5);

    • c.

      de prijs/kwaliteit-verhouding: hierbij worden geen vaste normen gehanteerd, maar wordt bekeken hoe de omvang, aard en het bereik van de activiteiten zich verhouden tot de opgevoerde kosten;

    • d.

      de mate waarin de aanvrager vrijwilligers betrekt bij de uitvoering van activiteiten.

  • 2. Onderbouwing van de activiteiten (totaal 35 punten):

    • a.

      de mate waarin de aanvraag past onder de subsidiabele activiteiten en aansluit bij de leidende principes;

    • b.

      de mate waarin de behoefte aan activiteiten is onderbouwd en het aanvullend is op wat er al is;

    • c.

      de mate van vernieuwing/innovatie (dit criterium geldt niet voor subsidiabele activiteit 2 en 3, zie artikel 5);

    • d.

      de mate van inclusiviteit van de activiteiten;

    • e.

      de mate waarin de aanvrager bewoners, cliënten en ervaringsdeskundigen betrekt bij het bedenken en uitvoeren van de activiteiten.

  • 3. Aanvrager(s), leren en samenwerking (totaal 30 punten):

    • a.

      de mate van aantoonbare ervaring van de aanvrager met het uitvoeren van activiteiten voor betrokken doelgroepen;

    • b.

      de mate waarin de aanvraag en activiteiten zijn afgestemd en samen worden uitgevoerd met zorgorganisaties en partners in de sociale basis (welzijn, informele zorg en bewonersinitiatieven) en elkaar versterken;

    • c.

      de mate waarin de aanvrager samenwerkt en samen leert met zorgorganisaties en partners in de sociale basis;

    • d.

      de mate van kennis van en betrokkenheid bij de buurt/wijk/stad.

Artikel 10 Besluitvorming

Bij de besluitvorming wordt de volgende procedure gehanteerd:

  • De tijdig en volledig ontvangen aanvragen worden op basis van de in artikel 9 benoemde criteria cijfermatig beoordeeld en moeten minimaal 60 punten behalen. De aanvragen die minimaal 60 punten hebben behaald worden vervolgens met elkaar vergeleken op basis van de gegeven punten. Subsidieverlening gebeurt op basis van de waardering van de aanvraag op basis van de beoordelingscriteria, een goede spreiding over de stad en een goede spreiding over de inhoudelijke thema’s en doelgroepen. De beoordeling van de aanvragen gebeurt ambtelijk met ondersteuning van externen.

  • Op basis van deze beoordeling besluiten burgemeester en wethouders binnen dertien weken na de uiterste indieningstermijn over de aanvraag.

Artikel 11 Evaluatie

Het beleid in welk kader de subsidie versneld vernieuwen: zorg dichtbij en op maat gemeente Utrecht wordt ingezet, wordt periodiek geëvalueerd in samenwerking met partners op basis van het Utrechts sturingsmodel. De evaluatie van 2021 kan leiden tot aanpassing van de subsidieregeling voor 2022 en deze nadere regel.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

Deze nadere regel treedt in werking op 10 februari 2021 en geldt tot en met 31 december 2022.

Deze nadere regel wordt aangehaald als ‘Nadere regel subsidie versneld vernieuwen: zorg dichtbij en op maat gemeente Utrecht’.

Ondertekening

Aldus als principebesluit vastgesteld door burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht in de vergadering van 26 januari 2021 en definitief vastgesteld door de wethouders Maatschappelijke Opvang en Jeugd en Jeugdzorg op 22 februari 2021.

De secretaris, De burgemeester,

Gabrielle G.H.M. Haanen Sharon A.M. Dijksma