Regeling vervallen per 04-01-2024

Beleidsregels toepassing Wet Bibob gemeente Rijssen-Holten 2021

Geldend van 01-02-2021 t/m 03-01-2024

Intitulé

Beleidsregels toepassing Wet Bibob gemeente Rijssen-Holten 2021

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijssen-Holten en de burgemeester van de gemeente Rijssen-Holten, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,

Gelet op,

- Artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

- Artikel 27, vierde lid, van de Drank- en horecawet;

- Artikel 2.20, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

- Artikel 5.13b, vijfde lid, van het Besluit omgevingsrecht;

- Artikel 5, derde lid, artikel 5a, artikel 6, tweede lid en artikel 7, tweede lid, van de Wet Bevordering

integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur;

Overwegende dat:

- Voorkomen moet worden dat de overheid criminele activiteiten indirect faciliteert;

- Bij de inzet van het Bibob-instrumentarium grote mate van bestuurlijke keuzevrijheid is;

- Het wenselijk is deze keuzevrijheid nader in te kaderen;

- Een Bibob-onderzoek voor de betrokkene

- De inzet weloverwogen en met inachtneming van de beginselen van behoorlijk bestuur moet worden genomen;

Besluiten de beleidsregel ‘ Beleidsregel toepassing Wet Bibob gemeente Rijssen-Holten 2021’ vast te stellen.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1.1 Begripsomschrijving

  • 1. De definities in artikel 1.1 van de Wet Bibob zijn overeenkomstig van toepassing op deze beleidsregels, tenzij daarover in het tweede lid van dit artikel anders is bepaald.

  • 2. In deze beleidsregel wordt verstaan onder:

  • a.

    Aanvraag: een aanvraag als bedoeld in artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • b.

    Bestuursorgaan: het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester.

  • c.

    Een(pre) Bibob-onderzoek: een eigen onderzoek door het bestuursorgaan of de rechtspersoon met een overheidstaak in hoeverre er sprake is van een integriteitsrisico

  • d.

    Crowdfunding: het vergaren van financiële middelen via een netwerk van mensen.

  • e.

    Integriteitsclausule: een beding in een (intentie)overeenkomst waarin een voorbehoud wordt gemaakt dat het Bureau om advies kan worden gevraagd en dat, wanneer zich één van de situaties als bedoeld in artikel 9, derde lid, wet Bibob voordoet, van de vastgoedtransactie kan worden afgezien zonder enige vorm van schadevergoeding of anderszins compensatie van kosten.

  • f.

    Rechtspersoon met een overheidstaak: de gemeente Rijssen-Holten.

  • g.

    Snippergroen: een uitbreiding van privaat eigendom, ten koste van openbaar groen of openbare verharding.

  • h.

    Tijdelijke verhuur: verhuur van gemeentelijk onroerend goed voor een maximale duur van één jaar

  • i.

    Vastgoedtransactie: overeenkomst of een andere rechtshandeling met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder o van de Wet Bibob.

  • j.

    Wet Bibob: Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.

Artikel 1.2 Risicocategorieën

Als risico categorieën zijn aangewezen:

  • a.

    Afvalverwerkingsbedrijven.

  • b.

    Autoherstel-en demontagebedrijven (waaronder sloopbedrijven).

  • c.

    Autoverkoop- en verhuurbedrijven.

  • d.

    Vuurwerkhandel- en importeurs.

  • e.

    Recyclingbedrijven.

  • f.

    Goud en zilverwinkels.

  • g.

    Eurowinkels.

  • h.

    Sportscholen.

  • i.

    Horecabedrijven.

  • j.

    Grondverzet- en saneringsbranche.

  • k.

    Afhaal- en bezorgrestaurants.

  • l.

    Inrichtingen voor het opwekken van duurzame energie (zonne – en windmolenparken) .

  • m.

    Telecombranche.

  • n.

    Kappersbranche.

  • o.

    Zonnebankstudio's.

  • p.

    Internetcafés.

  • q.

    Speelautomatenhallen.

  • r.

    Wellnessbranche (zoals massage- en beautysalons, nagel- en zonnebankstudio ’s

Artikel 1.3 Afwijking beleidsrege

In gevallen waarin deze beleidsregel niet voorziet en er toch aanwijzigingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, ten aanzien van onder andere:

  • a.

    De integriteit van de aanvrager;

  • b.

    De integriteit van het zakelijk samenwerkingsverband;

  • c.

    De transparantie van de financiering;

  • d.

    De transparantie van de bedrijfsstructuur;

  • e.

    De transparantie van de organisatiestructuur,

Beslist het bestuursorgaan of zij de wet daarop van toepassing wil laten zijn.

Hoofdstuk 2 Beschikkingen

Artikel 2.1 Toepassingsbereik

Voordat er besloten wordt op een aanvraag tot het geven van een beschikking, voert het bestuursorgaan dat tot die beslissing bevoegd is, een (pre)Bibob-onderzoek uit, voor zover de aanvraag ziet op:

  • a.

    Artikel 3 van de Drank- en horecawet.

  • b.

    Artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

  • i.

    i.de (toekomstige) gebruiksfunctie van het bouwwerk binnen één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën valt; of

  • ii.

    de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën; of

  • iii.

    de aanneemsom €500.000,- exclusief BTW of meer bedraagt; of

  • iv.

    IV. er aanwijzingen of vermoedens zijn dat de financiering geheel of gedeeltelijk plaatsvindt of gaat plaatsvinden via crowdfunding, sponsoring of giften.

    • a.

      Artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

  • i.

    i.de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer van de artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën valt; of

  • ii.

    de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2. van deze beleidsregel genoemde risicocategorieën; of

  • iii.

    III. ingevolge artikel 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.

    • a.

      Artikel 2.1, eerste lid, onder 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ingeval:

  • i.

    de aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, en bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob, kan worden geweigerd; en

  • ii.

    de (toekomstige) gebruiksfunctie van de inrichting binnen één of meer in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën valt; of

  • iii.

    iii. de betrokkene in relatie staat met één of meer van de in artikel 1.2 van deze beleidsregel genoemde risico categorieën; of

  • iv.

    ingevolge artikel. 2.25, tweede lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning gaat gelden voor een ander dan de aanvrager of vergunninghouder.

    • a.

      Artikel 2.25 van de Algemene plaatselijke verordening voor zover het een vechtsportevenement met een galakarakter betreft.

    • b.

      Artikel 2.28 van de algemene plaatselijk verordening Rijssen-Holten .

    • c.

      Artikel 2.39 van de Algemene plaatselijke verordening Rijssen-Holten.

    • d.

      Artikel 3.3van de Algemene plaatselijk verordening Rijssen-Holten.

Artikel 2.2. Uitzonderingen

Het bestuursorgaan dat bevoegd is om op de aanvraag te beslissen, kan toepassing van artikel 2.1 achterwege laten voor zover de betrokkene:

  • a.

    Een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, of

  • b.

    Een woningcorporatie is op grond van artikel 19, van de Woningwet.

Hoofdstuk 4 Vastgoedtransacties

Artikel 4.1. Toepassingsbereik

  • 1. Voordat wordt besloten over het aangaan van een vastgoedtransactie, voert de rechtspersoon met een overheidstaak, een ( pre)Bibob-onderzoek uitvoeren.

  • 2. Als er advies is ingewonnen bij het Bureau neemt de rechtspersoon met een overheidstaak geen beslissing over het aangaan van de vastgoedtransactie tot het advies van het Bureau is afgerond.

Artikel 4.2. Uitzonderingen

  • 1. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de betrokkene;

    • a.

      een orgaan is van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; of

    • b.

      een woningcorporatie is op grond van artikel 19 van de Woningwet.

  • 2. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransacties ziet op het vervreemden van:

    • a.

      Snippergroen; of

    • b.

      Gronden met een woonbestemming aan natuurlijke personen, tenzij de gronduitgifte meer dan € 500.000 exclusief BTW bedraagt.

  • 3. De rechtspersoon met een overheidstaak kan toepassing van artikel 4.1, eerste lid, achterwege laten voor zover de vastgoedtransactie ziet op tijdelijke verhuur van onroerend goed.

Artikel 4.3. Integriteitsclausule

Een integriteitsclausule maakt onderdeel uit van de overeenkomst.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 5.1. Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treedt in werking met ingang van 1 februari 2021

Artikel 5.2. Intrekking

Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel

beleidslijn toepassing wet bibob gemeente Rijssen-Holten 2015’en de bijbehorende aanvraagformulieren ingetrokken.

Artikel 5.3. Overgangsrecht

De bepalingen van deze beleidsregel zijn niet van toepassing op de aanvraag van een beschikking die voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel is ingediend, evenals de aanbestedingsprocedure of onderhandeling waarmee voor de inwerkingtreding van deze beleidsregel een aanvang is gemaakt.

Artikel 5.4 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als 'Beleidsregel toepassing wet Bibob gemeente Rijssen-Holten.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van Rijssen-Holten op 12 januari 2021.

A.C. van Eck, A.C. Hofland

Secretaris, burgemeester