Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 januari 2021, houdende regels omtrent de subsidiëring van projecten gericht op de voorbereiding van planprocedures benodigd voor het realiseren van flexwoningen in de provincie Noord-Brabant (Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant)

Geldend van 01-07-2021 t/m heden

Intitulé

Regeling van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant van 5 januari 2021, houdende regels omtrent de subsidiëring van projecten gericht op de voorbereiding van planprocedures benodigd voor het realiseren van flexwoningen in de provincie Noord-Brabant (Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant)

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

Overwegende dat Gedeputeerde Staten het gelet op de urgente kwantitatieve en kwalitatieve woningbehoefte in de provincie Noord-Brabant, waarin flexwoningen gedeeltelijk zouden kunnen voorzien, wenselijk achten een subsidieregeling vast te stellen op grond waarvan subsidie kan worden verstrekt voor activiteiten in de planvoorbereidingsfase die benodigd zijn voor het realiseren van flexwoningen;

Besluiten vast te stellen de volgende regeling:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Asv: Algemene subsidieverordening Noord-Brabant;

CPO: Collectief Particulier Opdrachtgeverschap, zijnde een samenwerkingsverband van particulieren dat, georganiseerd in een rechtspersoon zonder winstoogmerk, samen woningen ontwikkelt;

daeb de-minimis verordening: Verordening (EU) 360/2012 van de Commissie van 25 april 2012 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun verleend aan diensten van algemeen economisch belang verrichtende ondernemingen (PbEU 2012, L 114);

de-minimissteun: steun die voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van aanmelding als opgenomen in de de-minimis verordening en de daeb de-minimis verordening;

de-minimis verordening: Verordening (EU) 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun (PbEU 2013, L 352);

flexwoningen: voor zelfstandige bewoning geschikt complex van ruimten dat gedurende een periode van minimaal 5 jaar en maximaal 15 jaar gevestigd is op een tijdelijke locatie;

kosten derden: kosten als bedoeld in artikel 2, onder l, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant;

particuliere initiatiefnemers: initiatiefnemers van een project gericht op de realisatie van flexwoningen, in de hoedanigheid van bouwers, ontwikkelaars of CPO’s;

tijdelijke locatie: onroerend goed dat geen woonbestemming heeft en minimaal de eerstkomende vijf jaar geen woonbestemming krijgt, en waarop dan wel waarin flexwoningen kunnen worden gerealiseerd;

woningmarktregio: regio als bedoeld in paragraaf 4 van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015.

Artikel 2 Doelgroep

Subsidie op grond van deze regeling kan worden aangevraagd door:

  • a.

    woningcorporaties met als werkgebied een woningmarktregio gelegen in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    particuliere initiatiefnemers met rechtspersoonlijkheid;

  • c.

    gemeenten.

Artikel 3 Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze regeling projectsubsidies in de vorm van een geldbedrag.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor projecten gericht op activiteiten in de planvoorbereidingsfase, die benodigd zijn voor het doorlopen van een planprocedure teneinde flexwoningen te kunnen realiseren.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Subsidie wordt geweigerd indien:

  • a.

    reeds voor indiening van de aanvraag is gestart met de uitvoering van het project;

  • b.

    voor het project reeds subsidie is verstrekt op grond van deze of een andere provinciale regeling.

Artikel 6 Subsidievereisten

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

  • a.

    het project wordt uitgevoerd in de provincie Noord-Brabant;

  • b.

    het project is gericht op activiteiten in de planvoorbereidingsfase die benodigd zijn voor het doorlopen van een planprocedure teneinde de realisatie van flexwoningen mogelijk te maken;

  • c.

    het project omvat minimaal 5 flexwoningen;

  • d.

    de te realiseren flexwoningen bevinden zich op een tijdelijke locatie;

  • e.

    de tijdelijke locatie is in beginsel ruimtelijk aanvaardbaar, blijkend uit een schriftelijke bevestiging van de betreffende gemeente dan wel, indien de subsidieaanvrager zelf gemeente is, uit het indienen van de subsidieaanvraag;

  • f.

    het project wordt uitgevoerd door een gekwalificeerde stedenbouwkundig, bouwkundig of juridisch adviseur of procesbegeleider met minimaal drie jaar werkervaring, blijkend uit zijn of haar curriculum vitae;

  • g.

    de subsidieaanvrager overlegt een opgave van het aantal aan het project te besteden uren, onderbouwd met:

    • 1°.

      in geval de subsidieaanvraag kosten derden bevat: offertes waaruit het aantal uren blijkt dat wordt besteed aan de subsidiabele activiteiten;

    • 2°.

      in geval de subsidieaanvraag kosten van personeelsuren of arbeidsuren bevat: een urenstaat waaruit het aantal uren blijkt dat wordt besteed aan de subsidiabele activiteiten.

  • h.

    aan het project ligt een projectplan ten grondslag waarin in ieder geval is opgenomen op welke wijze wordt voldaan aan de vereisten in deze regeling.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

Voor subsidie gelden lumpsum bedragen per besteed uur.

Artikel 8 Aanvraagtijdvak

Subsidieaanvragen worden ingediend:

  • a.

    van 12 januari 2021 tot en met 27 mei 2021;

  • b.

    van 5 juli 2021 tot en met 15 december 2021.

Artikel 9 Subsidieplafond

Gedeputeerde Staten stellen het subsidieplafond, vast op:

  • a.

    € 125.000 voor de periode, genoemd in artikel 8, onder a;

  • b.

    € 200.000 voor de periode genoemd in artikel 8, onder b.

Artikel 10 Subsidiehoogte

  • 1. De hoogte van de subsidie bedraagt de volgende lumpsumbedragen tot een maximum van € 10.000 exclusief btw:

    • a.

      in geval van kosten derden: € 80 per uur voor werkzaamheden op HBO-niveau en € 93 per uur voor werkzaamheden op WO-niveau;

    • b.

      in geval van personeelsuren of arbeidsuren van de subsidieaanvrager: € 50 per uur.

  • 2. In afwijking van het eerste lid geldt voor aanvragers die geen btw kunnen verrekenen of compenseren een maximum van € 12.100 inclusief btw.

  • 3. In afwijking van de voorgaande leden, wordt aan ondernemingen maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidie verstrekt dat over een periode van drie belastingjaren het plafond voor de-minimissteun niet wordt overschreden.

Artikel 11 Verdelingswijzen

  • 1. Subsidie wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van de subsidieaanvragen.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Indien meerdere subsidieaanvragen op enige dag binnenkomen die betrekking hebben op dezelfde gemeente of indien het subsidieplafond op enige dag dreigt te worden overschreden, dan vindt rangschikking van de op die dag binnengekomen volledige subsidieaanvragen plaats door middel van loting, in aanwezigheid van een notaris en ten minste twee onafhankelijke waarnemers.

  • 4. De trekking wordt schriftelijk vastgelegd door de notaris, waarbij de aanvragen van hoog naar laag worden gerangschikt in volgorde van trekking.

  • 5. De subsidie wordt verdeeld over opeenvolgende aanvragen in de rangschikking die volledig gehonoreerd kunnen worden.

Artikel 12 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger:

    • a.

      rondt het project af binnen 6 maanden na verlening van de subsidie;

    • b.

      maakt desgevraagd de bevindingen en resultaten van het project toegankelijk voor derden; en

    • c.

      draagt desgevraagd bij aan communicatie-uitingen over het project.

  • 2. Indien het project wegens onvoorziene omstandigheden niet kan worden afgerond binnen de termijn, genoemd in het eerste lid, en de subsidieontvanger verlenging van die termijn wenselijk acht, kan hij uiterlijk de dag voor het verstrijken van die termijn schriftelijk een gemotiveerd verzoek indienen bij Gedeputeerde Staten tot verlenging met maximaal 3 maanden.

Artikel 13 Prestatieverantwoording

De subsidieontvanger toont desgevraagd aan dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en dat aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen is voldaan door middel van een activiteitenverslag.

Artikel 14 Subsidievaststelling

De subsidie wordt op grond van artikel 20, eerste lid, onder a, van de Asv direct vastgesteld.

Artikel 15 Evaluatie

Gedeputeerde Staten zenden in 2022 aan Provinciale Staten een verslag over de effecten en de doeltreffendheid van deze regeling in de praktijk.

Artikel 16 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 17 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant.

Ondertekening

’s-Hertogenbosch, 5 januari 2021

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA

Toelichting behorende bij de Subsidieregeling flexwoningen Noord-Brabant

I. Algemeen

De woningbehoefte in Noord-Brabant is op dit moment zowel kwalitatief als kwantitatief hoog. Flexwoningen zouden in deze behoefte kunnen voorzien. In het “Actieprogramma Nieuwe Woonvormen en Zelfbouw” hebben Gedeputeerde Staten de realisatie van nieuwe woonvormen, waaronder flexwoningen, meer in het hart van de woonopgave willen positioneren. Deze subsidieregeling sluit daarop aan.

Staatssteun

Voor ontwikkelaars, bouwers en woningcorporaties kan de subsidie staatssteun inhouden. Om die reden is ervoor gekozen de subsidie onder de algemene de-minimisverordening te brengen. Genoemde aanvragers zullen dan ook een de-minimisverklaring moeten ondertekenen. Voor CPO’s geldt dit niet. De activiteiten die een CPO (zonder winstoogmerk) uitoefent, komen slechts ten goede aan particulieren. De begunstigden van de subsidie oefenen met andere woorden geen economische activiteiten uit.

Juridisch kader subsidieregeling

Deze subsidieregeling is vastgesteld op grond van de Algemene subsidieverordening Noord-Brabant (Asv). Dit betekent dat een aantal aspecten van de verstrekking van subsidies niet in de subsidieregeling zijn vastgelegd, maar in de Asv. Ook de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bevat algemene bepalingen die onverkort van toepassing zijn op subsidies, verstrekt op grond van deze subsidieregeling. Zo geldt er op grond van de Asv een meldingsplicht voor de subsidieontvanger als hij de gesubsidieerde activiteit niet, niet geheel of niet volgens alle daaraan verbonden verplichtingen verricht. Gedeputeerde Staten kunnen naar aanleiding van die melding, afhankelijk van de situatie, de subsidie ambtshalve op een lager bedrag vaststellen of een gewijzigde verleningsbeschikking vaststellen. Als bij de desgevraagde verantwoording of controle blijkt dat niet aan de meldingsplicht is voldaan, kan dit leiden tot volledige terugvordering inclusief wettelijke rente.

II. Artikelsgewijs

Artikel 1 Begripsbepalingen

CPO

Onder het Collectief Particulier Opdrachtgeverschap (CPO) wordt verstaan een groep particuliere personen die zich in een rechtspersoon zonder winstoogmerk heeft verenigd. In de praktijk zal gekozen worden voor een vereniging dan wel een stichting.

tijdelijke locatie

Flexwoningen kunnen zowel op een (braakliggend) terrein gerealiseerd worden als in bestaand vastgoed, zoals bijvoorbeeld voormalige verzorgingshuizen. Na afloop van de tijdelijke periode, dient het gebruik voor flexwoningen op de locatie beëindigd te worden, waarbij de flexwoningen eventueel verplaatst kunnen worden naar een vervolglocatie.

woningmarktregio

De bedoelde regio’s komen overeen met de woningmarktregio’s die op grond van de Woningwet en het bijbehorende Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 zijn ingesteld. Elke woningbouwcorporatie heeft één woningmarktregio waar zij mag investeren in nieuwbouw. Een woningcorporatie die haar woningmarktregio in Noord-Brabant heeft, behoort tot de doelgroep van deze subsidieregeling.

Artikel 2 Doelgroep

De doelgroep van de subsidieregeling is ruim getrokken. Zowel woningcorporaties die actief zijn in Noord-Brabant als bouwers, ontwikkelaars en CPO’s zijn gerechtigd subsidies aan te vragen.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

De subsidie is bedoeld om met inzet van een of meer adviseurs een plan voor te bereiden of uit te werken, dat als basis kan dienen voor een ruimtelijke procedure (kruimelprocedure of bestemmingsplan). Gedacht kan bijvoorbeeld worden aan het opstellen van een inrichtingsplan, het uitvoeren van (milieutechnisch) onderzoek, het opstellen van een ruimtelijke onderbouwing, het voeren van een omgevingsdialoog en participatie of het maken van ontwerp- en constructietekeningen.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Om ervoor te zorgen dat er zoveel als mogelijk spreiding plaatsvindt van de subsidies, kan per gemeente voor maximaal één project subsidie worden verstrekt (artikel 5, onder c).

Naast de genoemde weigeringsgronden, geldt op grond van artikel 8, eerste lid, onder a, Asv dat aanvragen onder de € 1000 worden geweigerd.

Artikel 6 Subsidievereisten

Onderdeel e

Of een locatie in beginsel ruimtelijk aanvaardbaar is, moet blijken uit een bij de subsidieaanvraag meegeleverde brief van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin het project is gelegen.

Onderdeel f

Onder een adviseur wordt verstaan een deskundige adviseur, met ervaring in het stedenbouwkundig, ingenieurs of juridisch vakgebied of op het gebied van procesbegeleiding. De adviseur kan werkzaam zijn voor een stedenbouwkundig, een bouwkundig of een juridisch adviesbureau of kan als zelfstandig adviseur werkzaam zijn. Als eis wordt in ieder geval gesteld dat hij of zij aantoonbaar minimaal 3 jaar werkervaring heeft in een of meerdere van voornoemde vakgebieden. De deskundigheid van de adviseur moet worden aangetoond door een bij de subsidieaanvraag mee te zenden curriculum vitae.

Artikel 7 Subsidiabele kosten

In overeenstemming met artikel 13, eerste lid, Asv is gekozen voor een vast bedrag (een lumpsum) per uur dat aan de subsidiabele activiteit besteed is.

De vaste bedragen zijn in de vorm van een uurtarief opgenomen in artikel 10 van deze regeling.

Artikel 10 Subsidiehoogte

Overeenkomstig artikel 11 Asv is verrekenbare btw niet subsidiabel. Het door de in te schakelen adviseurs te rekenen maximale uurtarief, is exclusief btw. Aanvragers die ook ondernemer zijn in de zin van de Wet op de omzetbelasting 1968 kunnen de btw verrekenen met de omzetbelasting die zij betalen over de inkomsten van hun onderneming. Indien btw niet verrekenbaar is, is het maximale subsidiebedrag hoger.

Het subsidiabele uurtarief voor de interne loonkosten (arbeidsuren dan wel personeeluren), is conform artikel 6, eerste lid, van de Regeling uniforme kostenbegrippen en berekeningswijzen uurtarieven subsidies Noord-Brabant vastgesteld op € 50.

Artikel 14 Subsidievaststelling

Bij het verlenen van de subsidie wordt deze direct vastgesteld. Er vindt dus geen bevoorschotting plaats. Het bedrag wordt direct in één keer uitbetaald overeenkomstig artikel 23, eerste lid, Asv.

’s-Hertogenbosch, 5 januari 2021

Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

de voorzitter,

mr. I.R. Adema

de secretaris,

drs. M.J.A. van Bijnen MBA