Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Verordening Commissie bezwaarschriften Deurne 2020)

Geldend van 31-12-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Deurne houdende regels omtrent de commissie bezwaarschriften (Verordening Commissie bezwaarschriften Deurne 2020)

DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE

HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DEURNE

DE BURGEMEESTER VAN DEURNE

ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 oktober 2020;

gelet op artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

BESLUIT:

vast te stellen de Verordening Commissie bezwaarschriften Deurne 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: Algemene wet bestuursrecht;

  • b.

    bestuursorgaan: college van burgemeester en wethouders, burgemeester en gemeenteraad;

  • c.

    bezwaarmaker: degene die tegen een besluit van een bestuursorgaan een bezwaarschrift indient bij dat bestuursorgaan;

  • d.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij het door het bestuursorgaan genomen besluit is betrokken, ingevolge artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

  • e.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • f.

    commissie: de Commissie bezwaarschriften voor Deurne; een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb;

  • g.

    raad: de gemeenteraad;

  • h.

    verwerend orgaan: het bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

Artikel 2 De commissie en haar adviesbevoegdheden

  • 1. Er is een commissie welke advies uitbrengt ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften ingediend tegen een besluit van een bestuursorgaan, als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.

  • 2. Van het bepaalde in het eerste lid zijn uitgesloten de bezwaarschriften waarvoor een specifieke regeling is betreffende de behandeling van het bezwaar.

  • 3. De commissie is niet bevoegd te adviseren over bezwaarschriften die zijn ingediend tegen besluiten op grond van:

    • a.

      een wettelijk voorschrift inzake gemeentelijke belastingen of de Wet waardering onroerende zaken en leges;

    • b.

      personele- en rechtspositionele aangelegenheden.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee leden.

  • 2. De voorzitter en leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie mogen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een gemeentelijk bestuursorgaan in Deurne, mogen geen banden hebben bij een in Deurne werkzame belangenorganisatie en mogen geen deel uitmaken van de Deurnese advocatuur.

  • 4. Alle commissieleden kunnen optreden als plaatsvervangend voorzitter.

Artikel 4 De secretaris van de commissie

  • 1. De secretaris van de commissie (secretaris) is een door het college aangewezen ambtenaar.

  • 2. Het college wijst tevens één of meer plaatsvervangers voor de secretaris aan.

Artikel 5 Zittingsduur

  • 1. De voorzitter en de leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van vier jaar, met de mogelijkheid tot verlenging.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen op elk moment schriftelijk ontslag nemen.

  • 3. De aftredende of ontslag nemende voorzitter of leden van de commissie blijven zo mogelijk hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 6 Gemandateerde bevoegdheden

De volgende bevoegdheden worden voor de toepassing van deze verordening namens de voorzitter uitgeoefend door de secretaris:

  • a.

    verzoeken om een schriftelijke machtiging van gemachtigden, ingevolge artikel 2:1, tweede lid, van de Awb;

  • b.

    stellen van een hersteltermijn als bedoeld in artikel 6:6 van de Awb, indien niet wordt voldaan aan de vereisten zoals gesteld in artikel 6:5 van de Awb;

  • c.

    verzending van de op de zaak betrekking hebbende stukken aan gemachtigden, ingevolge artikel 6:17 van de Awb;

  • d.

    verzenden van uitnodigingen voor een hoorzitting, als bedoeld in artikel 7:2 van de Awb;

  • e.

    ter inzage leggen van de op de zaak betrekking hebbende stukken, ingevolge artikel 7:4, tweede lid, van de Awb;

  • f.

    ambtshalve of op verzoek afzonderlijk horen van belanghebbenden, als bedoeld in artikel 7:6, tweede lid, van de Awb;

  • g.

    opschorten, verdagen en verder uitstel verlenen ten aanzien van de beslistermijn, als bedoeld in artikel 7:10 van de Awb.

Artikel 7 Ontvangst bezwaarschrift

  • 1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de datum van ontvangst aangetekend.

  • 2. Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken wordt zo spoedig mogelijk in handen van de secretaris gesteld.

  • 3. De secretaris bevestigt schriftelijk de ontvangst van het bezwaarschrift. Daarin wordt vermeld dat de commissie over het bezwaar zal adviseren.

  • 4. De secretaris onderzoekt namens de commissie of de zaak voor minnelijke schikking in aanmerking komt, alvorens de zaak door de commissie in behandeling wordt genomen. De secretaris verricht daartoe de benodigde handelingen.

  • 5. In geval van een minnelijke schikking, worden de gemaakte afspraken vastgelegd door de secretaris of door de vertegenwoordiger van het verwerend orgaan.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1. De voorzitter en de secretaris zijn bevoegd rechtstreeks alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen.

  • 2. De voorzitter en de secretaris kunnen uit eigen beweging of op verlangen van de commissie bij deskundigen advies of inlichtingen inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe op de hoorzitting te verschijnen.

Artikel 9 Hoorzitting

  • 1. De secretaris bepaalt in overleg met de voorzitter plaats, datum en tijdstip van de hoorzitting waarin bezwaarmaker, het verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld zich door de commissie te laten horen.

  • 2. De secretaris nodigt de bezwaarmaker, het verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden ten minste tien werkdagen voor de hoorzitting uit. Bij de uitnodiging voor de hoorzitting is het verweerschrift van het verwerend orgaan gevoegd.

  • 3. Binnen drie werkdagen na de dag van verzending van de uitnodiging kunnen bezwaarmaker, het verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden onder opgaaf van redenen de secretaris verzoeken datum of tijdstip van de hoorzitting te wijzigen.

  • 4. De beslissing van de secretaris op dit verzoek wordt uiterlijk één week voor het tijdstip van de hoorzitting aan de bezwaarmaker, het verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden meegedeeld.

  • 5. De voorzitter is bevoegd in bijzondere omstandigheden afwijking toe te staan van de termijnen als in het tweede tot en met het vierde lid.

  • 6. De voorzitter beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb; het afzien van horen. De secretaris doet daarvan mededeling aan bezwaarmaker, verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden.

  • 7. De commissie kan uit eigen beweging dan wel op verzoek van belanghebbenden beslissen tot schriftelijke behandeling of telefonisch horen, indien bezwaarmaker, verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden hiermee hebben ingestemd.

Artikel 10 Quorum

  • 1. Voor het houden van een hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden van de commissie aanwezig is, waaronder in ieder geval de voorzitter of zijn plaatsvervanger.

  • 2. Het houden van een hoorzitting kan, overeenkomstig artikel 7:13, derde lid van de Awb, door de commissie worden opgedragen aan de voorzitter of een lid.

Artikel 11 Niet deelnemen aan de behandeling

De voorzitter of de leden van de commissie nemen geen deel aan de behandeling van een bezwaarschrift, indien daarbij hun onpartijdigheid in het geding kan zijn.

Artikel 12 Openbaarheid van de zitting

  • 1. De hoorzitting van de commissie is openbaar.

  • 2. De hoorzitting vindt achter gesloten deuren plaats indien er naar het oordeel van de voorzitter of één van de leden gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet.

  • 3. Behandeling van een bezwaarschrift inzake het sociaal domein vindt in ieder geval achter gesloten deuren plaats.

Artikel 13 Gang van zaken tijdens de hoorzitting

  • 1. De voorzitter bepaalt de gang van zaken tijdens de hoorzitting en is verantwoordelijk voor een ordelijk verloop.

  • 2. De voorzitter kan indien de orde tijdens de hoorzitting naar zijn inzien in het geding is een aanwezige de toegang tot de hoorzitting ontzeggen dan wel de hoorzitting zonder hem of haar voorzetten.

  • 3. De voorzitter heeft de bevoegdheid om de hoorzitting te schorsen.

  • 4. De voorzitter beslist of het maken van beeld- en geluidopnamen tijdens de hoorzitting is toegestaan, nadat hij partijen in de gelegenheid heeft gesteld zich hierover uit te laten.

Artikel 14 Horen van jeugdigen

  • 1. Het horen van jeugdigen als bedoeld in artikel 12 van het Verdrag voor de Rechten van het Kind (IVRK), die belanghebbende zijn bij een procedure die voortvloeit uit de Jeugdwet of een procedure op grond van de Wet tijdelijk huisverbod, gebeurt door een deskundige. Dit kan een persoon zijn die geen lid is van de commissie.

  • 2. De deskundige heeft een specifieke opleiding gevolgd voor het horen van kinderen.

  • 3. Bij het horen is enkel de persoon aanwezig die hoort en de jeugdige die gehoord wordt. De jeugdige kan zich laten bijstaan.

  • 4. De jeugdige wordt vooraf op correcte wijze geïnformeerd over de procedure en wordt zoveel mogelijk op zijn of haar gemak gesteld.

  • 5. De deskundige brengt een schriftelijk verslag uit aan de commissie. Het verslag van het horen is primair bestemd voor de voorzitter en de leden van de commissie. De commissie stelt de betrokken partijen door een korte en zakelijke weergave op de hoogte van hetgeen de jeugdige heeft verklaard, uitsluitend indien de jeugdige daarmee vooraf heeft ingestemd. De jeugdige krijgt voldoende tijd om het verslag te bestuderen.

Artikel 15 Schriftelijke verslaglegging van de hoorzitting

  • 1. Het verslag als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb vermeldt de namen van de aanwezigen en hun hoedanigheid.

  • 2. Het verslag houdt een zakelijke vermelding in van wat over en weer is gezegd en wat verder tijdens de hoorzitting is voorgevallen.

  • 3. Indien de hoorzitting geheel of gedeeltelijk achter gesloten deuren plaatsvond, of indien belanghebbenden respectievelijk hun gemachtigden niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, maakt het verslag hiervan melding.

  • 4. Het verslag verwijst naar de op de hoorzitting overgelegde bescheiden, welke aan het verslag worden gehecht.

  • 5. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris.

Artikel 16 Nader onderzoek

  • 1. Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld nader onderzoek wenselijk is, kan de voorzitter van de commissie uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2. De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt in een afschrift aan de leden van de commissie, bezwaarmaker, verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden toegezonden.

  • 3. De leden van de commissie, bezwaarmaker, verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden kunnen binnen een week na verzending van de in het tweede lid bedoelde informatie aan de voorzitter een verzoek richten tot het beleggen van een nieuwe hoorzitting. De voorzitter beslist over een dergelijk verzoek.

  • 4. Op een nieuwe hoorzitting zijn de bepalingen in deze verordening die betrekking hebben op de hoorzitting, zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17 Raadkamer en advies

  • 1. De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2. De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

  • 3. Indien bij een stemming de stemmen staken, dan is de stem van de voorzitter beslissend.

  • 4. Van een minderheidsstandpunt wordt bij advies melding gemaakt, indien die minderheid dat verlangt.

  • 5. De commissie brengt schriftelijk advies uit aan het bestuursorgaan.

  • 6. Het advies is gemotiveerd en omvat een voorstel voor de te nemen beslissing op het bezwaarschrift.

  • 7. Het advies wordt door de voorzitter en de secretaris ondertekend.

Artikel 18 Tijdig verlengen van de beslistermijn

Indien naar het oordeel van de secretaris de termijn voor de afhandeling van een bezwaarschrift ingevolge artikel 7:10 van de Awb ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verdaagt hij namens het bestuursorgaan tijdig de beslissing.

Artikel 19 Waarborgen voor privacy

  • 1. De voorzitter en de leden zijn, in het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, verplicht tot geheimhouding van de aangelegenheden die de bezwaarmaker, het verwerend orgaan en eventuele belanghebbenden betreffen. Deze verplichting is ook van toepassing na beëindiging van het lidmaatschap van de commissie.

  • 2. De voorzitter en leden zijn gehouden de stukken die hen voor de uitoefening van hun taken worden toegezonden niet te vermenigvuldigen dan wel te verspreiden en zo nodig na afloop de stukken te vernietigen.

  • 3. Bij schending van de geheimhoudingsplicht als bedoeld in dit artikel, kan de voorzitter of het commissielid worden geschorst. Alvorens hiertoe over te gaan, wordt de gelegenheid geboden om te worden gehoord. Vervolgens kan de voorzitter of het commissielid een schriftelijke waarschuwing worden gegeven of worden ontslagen.

  • 4. De voorzitter of het commissielid is de werkelijk geleden schade verschuldigd.

Artikel 20 Indien de verordening niet voorziet

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslist de voorzitter.

Artikel 21 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks vóór 1 juli aan het college verslag uit van de werkzaamheden van de commissie in het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 22 Inwerkingtreding, intrekking en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt na officiële bekendmaking in werking op 1 november 2020.

  • 2. De Verordening commissie bezwaarschriften Deurne 2015, zoals vastgesteld bij raadsbesluit van 26 mei 2015 wordt ingetrokken, gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Commissie bezwaarschriften Deurne 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 22 december 2020.

De griffier,

(R.J.C.M. Rutten)

De voorzitter,

(H.J. Mak)

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van B&W van 27 oktober 2020.

De secretaris,

(R. Halffman)

De burgemeester,

(H.J. Mak)

Aldus vastgesteld door de burgemeester op 27 oktober 2020.

De burgemeester,

(H.J. Mak)