Regeling vervallen per 01-01-2022

Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Heusden 2021

Geldend van 01-01-2021 t/m 31-12-2021

Intitulé

Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Heusden 2021

Het college van de gemeente Heusden;

gelet op de Wet kinderopvang, de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en de Algemene Subsidieverordening gemeente Heusden 2016;

besluit:

vast te stellen de navolgende Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Heusden 2021.

Aldus besloten in de vergadering van het college van de gemeente Heusden, gehouden op 22 december 2020.

De secretaris,

mr. H.J.M. Timmermans

de Burgemeester,

drs. W. van Hees

Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Heusden 2021

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    ASV 2016: Algemene Subsidieverordening gemeente Heusden 2016;

  • b.

    beroepskracht voorschoolse educatie (VE): pedagogische medewerker VE als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • c.

    doelgroeppeuter: kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar, die woont in de gemeente Heusden, met een risico op (taal)achterstand, waarvoor de Jeugdgezondheidszorg een indicatie heeft afgegeven;

  • d.

    houder/aanbieder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • e.

    kindercentrum: kindercentrum als bedoeld in artikel 1.1 van de wet dat is gevestigd in gemeente Heusden en dat is opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • f.

    Landelijk Register Kinderopvang (LRK): het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • g.

    ouderbijdrage: een inkomensafhankelijke bijdrage die ouders moeten betalen voor de afname van een peuterplek voor hun kind op basis van de uren die zij afnemen voor peuteropvang en VVE;

  • h.

    ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van hun kind;

  • i.

    peuteropvang: kortdurende opvang van ten minste 5 en maximaal 8 uur per week verdeeld over 2 dagen ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 tot 4 jaar;

  • j.

    peuterplek: opvangplek voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • k.

    reguliere peuter: kind in de leeftijd van 2 tot 4 jaar zonder indicatie van doelgroeppeuter;

  • l.

    kinderopvangtoeslag: de tegemoetkoming van het Rijk aan ouders bedoeld als gedeeltelijke bijdrage in de kosten voor in het LRK geregistreerde kindercentrum;

  • m.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • n.

    verzamelinkomen: door de Belastingdienst gehanteerde term voor het jaarinkomen uit box1, box2 en box3 verminderd met de aftrekposten. Het betreft hier het jaarinkomen van het hele gezin;

  • o.

    VVE (voor- en vroegschoolse educatie): voorschoolse educatie vindt plaats in kinderopvang (kortdurende peuteropvang, hele of halve dagopvang) en is bedoeld voor peuters van 2 tot 4 jaar. Vroegschoolse educatie vindt plaats in groep 1 en 2 van het basisonderwijs. Er wordt gewerkt met een VVE-programma waarmee op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van peuters en kleuters wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal- emotionele vaardigheden;

  • p.

    VVE-peuter: VVE-geïndiceerd kind of te wel een doelgroeppeuter;

  • q.

    wet: Wet kinderopvang.

Artikel 2 Doel regeling

Het doel van deze regeling is het bieden van gelijke en optimale ontwikkelkansen voor alle kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar door het subsidiëren van een kwalitatief hoogwaardig aanbod van peuteropvang en voorschoolse educatie.

Artikel 3 Doelgroep

  • 1.

    Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      peuters uit de gemeente Heusden met VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • b.

      peuters uit de gemeente Heusden met VVE-indicatie die naar de peuteropvang gaan, waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • c.

      peuters uit de gemeente Heusden zonder VVE indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • d.

      peuters uit de gemeente Heusden zonder VVE indicatie die naar de peuteropvang gaan en waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag;

    • e.

      peuters uit de gemeente Heusden met VVE-indicatie die naar VVE dagopvang gaan.

  • 2.

    De doelgroepen zoals benoemd in artikel 3 lid 1 ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder van een kindercentrum die zij hebben uitgekozen voor hun kind.

Artikel 4 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum die peuteropvang aanbiedt in de gemeente Heusden:

    • a.

      ten behoeve van een VVE-peuter woonachtig in gemeente Heusden, voor 16 uur per week verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week (16 uur per week*40 schoolweken). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud. Deze urennorm is verplicht voor VVE-peuters die geboren zijn na 31 januari 2018;

    • b.

      ten behoeve van een reguliere peuter woonachtig in gemeente Heusden voor tenminste 200 uur per jaar (5 uur per week*40 schoolweken) en maximaal 320 uur per jaar (8 uur per week*40 schoolweken) verdeeld over 2 dagdelen per week.

  • 2.

    Subsidie wordt verleend aan een kindercentrum die dagopvang aanbiedt in gemeente Heusden: Waar VVE wordt geboden aan een VVE-peuter in de dagopvang, waarvan de ouders in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag en die omwille van de combinatie arbeid en zorg hun kind naar de dagopvang brengen. Hier moet worden voldaan aan de wettelijke vereiste urennorm volgens artikel 4 lid1.

Artikel 5 Hoogte subsidiebedrag

  • 1.

    Het college subsidieert per uur per bezette peuterplek. Voor de in artikel 4 lid 1 genoemde doelgroepen gelden de volgende maximale subsidiebedragen:

    • a.

      voor de in artikel 3 lid 1 sub a en b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 16 uren per week * € 11,76 per uur * 40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;

    • b.

      voor de in artikel 3 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week * € 9,79 per uur * 40 schoolweken minus de geldende ouderbijdrage;

    • c.

      Voor de in artikel 3 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: 5 tot maximaal 8 uren per week * €1,33 per uur * 40 schoolweken.

  • 2.

    Voor de in artikel 3 lid 1 e genoemde doelgroep subsidieert het college een vast bedrag per VVE-peuter per kalenderjaar aan het VVE kindercentrum. Het subsidiebedrag per VVE-peuter bedraagt € 2.112,00. Dit bedrag is gebaseerd op 640 VVE-uren peuteropvang (16 uur VVE per week*40 schoolweken)*€ 3,30 (verschil tussen € 11,76 bedrag VVE-peuter per uur en € 8,46 bedrag fiscaal maximum kinderopvangtoeslag 2021). Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 jaar tot 4 jaar oud. Deze urennorm is verplicht voor peuters die geboren zijn na 31 januari 2018. Deze subsidie kan tijdens maar niet na afloop van het kalenderjaar worden aangevraagd.

  • 3.

    Het college kan jaarlijks de maximale subsidiebedragen aanpassen.

Artikel 6 Ouderbijdrage

  • 1.

    Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage op basis van de kinderopvangtoeslag tabel van het Rijk:

a. ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun VVE-peuter voor de eerste 8 uren per week, door de aanbieder gehanteerde uurtarief. Van de Belastingdienst ontvangen zij een inkomensafhankelijke vergoeding. De overige 8 uren VVE zijn voor ouders gratis;

b. ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun VVE-peuter voor de eerste 8 uren per week een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder gelijk aan de netto prijs van ouders met recht op kinderopvangtoeslag. De overige 8 uren VVE zijn voor ouders gratis;

c. ouders met recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun reguliere peuter voor twee dagdelen per week, minimaal 5 tot maximaal 8 uren, door de aanbieder gehanteerde uurtarief. Van de Belastingdienst ontvangen zij een inkomensafhankelijke vergoeding;

d. ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag betalen voor hun reguliere peuter voor twee dagdelen per week, minimaal 5 tot maximaal 8 uren, een inkomensafhankelijke bijdrage aan de aanbieder gelijk aan de netto prijs van ouders met recht op kinderopvangtoeslag

  • 2.

    De hoogte van de ouderbijdrage wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen van het voorgaande kalenderjaar.

  • 3.

    Ouders die geen recht op kinderopvangtoeslag hebben vragen hiervoor de verklaring aan bij de belastingdienst en leveren deze in bij de houder zodat deze kan vaststellen dat de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

Artikel 7 Aanvraag en vaststelling subsidie

  • 1.

    Op deze regeling is de ASV 2016 van toepassing. Dit betekent dat de aanvraag- en vaststellingsprocedure van de ASV 2016 wordt gevolgd.

  • 2.

    Subsidie voor peuteropvang kan uitsluitend worden aangevraagd door de houder van een kindercentrum dat is gevestigd in gemeente Heusden en dat is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang.

  • 3.

    Subsidie voor voorschoolse educatie kan alleen aangevraagd worden door de houder van een kindercentrum dat is gevestigd in gemeente Heusden en werkt met een programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie[1] en is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang met Voorschoolse educatie.

De vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken (daaronder wordt verstaan het aantal afgenomen uren per werkelijk bezette peuterplek (regulier en VVE), het werkelijk gehanteerde uurtarief, het aantal VVE-peuters waarvoor (naar rato) het VVE-jaarbedrag wordt ontvangen en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen). Uit de aangeleverde gegevens moet dus blijken hoeveel kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar per jaar werkelijk peuteropvang en/of voorschoolse educatie heeft afgenomen en voor hoeveel uren. Indien bij vaststelling blijkt dat er sprake is van minder bezette peuterplekken (het aantal afgenomen uren per werkelijke bezette peuterplek regulier en VVE) dan kan het te veel aan verleende subsidie worden teruggevorderd.

[1] Artikel 5 Besluit B asisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie (Staatsblad 298)

Gebruik voorschools educatie-programma: Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaalemotionele ontwikkeling.

Artikel 8 Weigeringsgronden

In aanvulling op artikel 10 van de ASV 2016 kan het college weigeren subsidie te verlenen indien door de toezichthouder één of meer overtredingen zijn geconstateerd van de belangrijkste voorwaarden voor de wettelijke basiskwaliteit van kindercentra:

  • i.

    voldoende gekwalificeerd personeel;

  • ii.

    goed pedagogisch klimaat;

  • iii.

    veilige situatie;

  • iv.

    gezonde omgeving;

  • v.

    goede accommodatie.

Artikel 9 Aanvullende verplichtingen

  • 1.

    Naast de verplichtingen op grond van artikel 11 van de ASV 2016, is aan de subsidie bedoeld in artikel 3 de verplichting verbonden dat de subsidieontvanger voldoet aan alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet.

  • 2.

    In aanvulling op de verplichting als genoemd in het eerste lid, is aan de subsidie voor het aanbieden van peuteropvang, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub c en d, de verplichting verbonden dat de aanbieder werkt op VVE-niveau. Hieronder wordt verstaan:

  • i.

    aanbieder werkt met een VVE-programma volgens artikel 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie dat is gericht op het gestructureerd en samenhangend stimuleren van de ontwikkeling op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkelingen;

  • ii.

    aanbieder werkt aantoonbaar samen met basisscholen, gericht op het realiseren van een doorgaande leer- en ontwikkelingslijn; dit blijkt uit afstemming van activiteiten en afspraken over zorg voor kinderen, overdracht, ouderbetrokkenheid en anderstaligen.

  • 3.

    In aanvulling op de verplichtingen als genoemd in het eerste en tweede lid, zijn aan de subsidie voor het aanbieden van voorschoolse educatie, bedoeld in artikel 3 lid 1 sub a en b en artikel 3 lid 2, de volgende verplichtingen verbonden:

  • a.

    VVE-peuter van 2-2,5 jaar gaat 8 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;

  • b.

    VVE-peuter van 2,5-4 jaar gaat 16 uur naar een peuteropvang met een VVE-aanbod, verdeeld over 4 of 5 dagdelen per week. Hierbij geldt een maximum van 6 uur per dag. Vanaf 1 augustus 2020 geldt de wettelijk te behalen urennorm van 960 uur voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Deze urennorm is verplicht voor peuters die geboren zijn na 31 januari 2018.

  • c.

    iedere VVE peuter wordt warm overgedragen via gemeentelijk overdrachtsformulier naar het basisonderwijs;

  • d.

    VVE wordt uitgevoerd in gemengde groepen met maximaal 50% VVE-peuters per groep. Alleen met schriftelijke toestemming kan hier van worden afgeweken;

  • e.

    aanbieder VVE heeft doorgaande lijn VVE-afspraken gemaakt met scholen waar een substantieel aantal peuters heengaan;

  • f.

    aanbieder VVE neemt deel aan relevante overleggen over zorg VVE-kinderen.

Artikel 10 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze regeling, indien toepassing van deze regeling leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2021.

  • 2.

    Met de inwerkingtreding van deze regeling komt de ‘Regeling peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Heusden 2019’ te vervallen.