Regeling vervallen per 01-01-2022

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels over de heffing en invordering van leges 2021 (Legesverordening Amsterdam 2021)

Geldend van 25-12-2020 t/m 30-09-2021

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam houdende regels over de heffing en invordering van leges 2021 (Legesverordening Amsterdam 2021)

De raad van de gemeente Amsterdam,

gelezen de voorstellen van burgemeester en wethouders van 20 oktober 2020,

gelet op

  • artikel 216 van de Gemeentewet,

  • artikel 229 van de Gemeentewet,

  • artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet,

  • artikel 7 van de Paspoortwet,

besluit de volgende verordening vast te stellen:

Legesverordening Amsterdam 2021

Artikel 1 Definitiebepaling

In deze verordening worden onder afschriften, uittreksels en kopieën verstaan die stukken welke geheel of gedeeltelijk met de hand zijn geschreven, getekend of gekleurd, dan wel door middel van een tekstverwerker, een dupliceerapparaat of een soortgelijk middel, anders dan een drukpers, zijn gemaakt of bewerkt.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘leges’ worden rechten geheven voor:

  • a.

    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;

  • b.

    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart of een reisdocument;

  • c.

    een en ander zoals genoemd in deze verordening.

Artikel 3 Belastingplicht

De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst, dan wel van degene ten behoeve van wie een in deze verordening omschreven dienst wordt verricht of handelingen zijn verricht of aan wie een in deze verordening genoemd stuk wordt afgegeven.

Artikel 4 Vrijstellingen

De leges worden niet geheven voor:

  • a.

    stukken die ter voldoening aan wettelijke voorschriften kosteloos moeten worden afgegeven;

  • b.

    hulp bij het raadplegen van de onder het gemeentebestuur berustende kadastrale stukken door rijks- en provinciale ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • c.

    stukken, vereist voor vrijwillige militaire dienstneming;

  • d.

    attestaties de vita, vereist voor de uitbetaling van pensioenen, gagementen, wachtgelden, riddersoldijen of lijfrente;

  • e.

    certificaten van onvermogen;

  • f.

    stukken, inlichtingen of nasporingen van de Leges tabel 2020, verstrekt, gedaan of uitgevoerd ten behoeve van onvermogenden in hun persoonlijk belang, indien het onvermogen wordt bewezen door de verklaring, afgegeven door de burgemeester van hun woonplaats.

Artikel 5 Tarieven

  • 1. De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de opgenomen in de Legestabel 2021.

  • 2. De leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag medegedeelde kosten van zegel, registratie, briefport en andere rechten.

  • 3. Tenzij in de bij Legestabel 2021 met betrekking tot een bepaalde rubriek anders is vermeld, wordt van de leges geen teruggaaf verleend.

  • 4. Tenzij in de Legestabel 2021 met betrekking tot een bepaalde rubriek anders is vermeld, wordt voor de berekening van de leges een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.

Artikel 6 Wijze van heffen

De leges worden geheven door middel van:

  • a.

    een van een datum voorziene stempelafdruk van een kasregister dan wel een van een doorlopend volgnummer voorzien zegel voor stukken die zonder nader onderzoek worden verstrekt;

  • b.

    een mondelinge of schriftelijke kennisgeving, nota of andere schriftuur;

  • c.

    een aanslag.

Artikel 7 Betaaltermijnen

  • 1. Leges die bij wege van aanslag worden geheven, worden betaald in één termijn. Deze termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.

  • 2. Leges die als kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 onder a. en b. van deze verordening:

    • a.

      mondeling worden gedaan, dienen te worden betaald op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk worden uitgereikt, dienen te worden betaald op het moment van het uitreiken van de kennisgeving.

  • 3. Ingeval de kennisgevingen als bedoeld in artikel 6 onder a. en b. van deze verordening worden toegezonden, dienen de leges te worden betaald binnen dertig dagen na dagtekening van deze kennisgeving.

Artikel 8 Kwijtschelding

Van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels stellen met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.

Artikel 10 Inwerkingtreding, overgangsrecht en citeertitel

  • 1. De Legesverordening 2020, vastgesteld bij raadsbesluit van 7-11-2019 en laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20-05-2020 (Gemeenteblad, nr. 142596), wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid vermelde datum, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van heffing is 1 januari 2021.

  • 4. In hoofdstuk 3 Fysieke Leefomgeving van de tarieventabel behorende bij deze Legesverordening wordt gerefereerd aan het normblad NEN 2699, uitgave 2017. Deze normen worden bekendgemaakt door terinzagelegging op het stadhuis van de gemeente Amsterdam te Amstel 1, voor onbepaalde tijd.

  • 5. Deze verordening kan worden aangehaald als Legesverordening 2021.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 17 december 2020.

De voorzitter

Femke Halsema

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Bijlage 1: Legestabel 2021

 
 

LEGESTABEL 2021

Tarief 2021

 
 
 
 

1. INFORMATIE

 
 
 
 
 

1.1 KOPIEËN, AFSCHRIFTEN EN FACTUREN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.1.1

per pagina op papier van A4-formaat

€ 0,30

 

1.1.2

per pagina op papier van A3-formaat

€ 0,50

 

1.1.3

factuur per post bij een online aanvraag voor een vergunning of ontheffing, bij betaling achteraf

€ 20,30

 
 

Maatwerk. Hieronder wordt onder andere verstaan: de niet in bovenstaande tarieven opgenomen afdruk- of bestandsformaten, reproductie van details uit een analoog of digitaal bestand, overzetten van beeld en geluid en andere werkzaamheden die de gemeente Amsterdam als maatwerk beschouwt. Het tarief bedraagt voor maatwerk, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

 
 

1.1.4

per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier

€ 21,40

 
 

Bijzondere bepalingen: Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van informatie over zakelijkrecht-gegevens en/of kadastrale percelen en/of verblijfsobjecten en/of gebouwen uit het verzamelbestand van de Basisvoorziening Vastgoed Amsterdam:

 
 

1.1.5

per schermprint per perceelnummer; per kadastrale aanduiding of huisnummer per perceel; of per verblijfsobject/adres voor een opgave van een bouwjaar, bestemming en/of bouwkundige indeling

€ 8,10

 

1.1.6

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van onderzoek in het bij de gemeente Amsterdam berustend materiaal, ongeacht het resultaat, per kwartier, met een minimumtarief van één kwartier

€ 21,40

 
 
 
 

1.2 VERSTREKKEN VAN INFORMATIE

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

1.2.1

het op verzoek verstrekken van een protocollijst

€ 0,00

 
 
 
 

2. BURGERZAKEN

 
 
 
 
 

2.1 BURGERLIJKE STAND

 
 
 
 
 

2.1.1 HUWELIJKSVOLTREKKING / GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

 
 

2.1.1.1

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot huwelijksvoltrekking, een aanvraag tot het registreren van een partnerschap of een aanvraag tot het omzetten van een partnerschap in een huwelijk op grond van artikel 4 van de Wet rechten burgerlijke stand

€ 0,00

 
 

Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot huwelijksvoltrekking, een aanvraag tot het registreren van een partnerschap of een aanvraag tot het omzetten van een partnerschap in een huwelijk op een andere tijd of op een andere wijze dan waarop deze ingevolge 2.1.1.1 kosteloos plaatsheeft:

 
 

2.1.1.2

maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur - op een Stadsloket met een uitgebreide ceremonie (max.1 uur)

€ 792,20

 

2.1.1.3

maandag t/m vrijdag tussen 08:00 en 18:00 uur - op een Stadsloket met een budgetceremonie (max. 10 min.)

€ 168,80

 

2.1.1.4

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente), ma t/m vrij tussen 08:00 en 18:00 uur

€ 752,60

 

2.1.1.5

in een andere daartoe aangewezen locatie (huis der gemeente), ma t/m vrij tussen 18:00 en 08:00 uur en zaterdag, zondag en officiële feestdagen

€ 975,30

 

2.1.1.6

in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 1:64 Burgerlijk Wetboek

€ 458,70

 

2.1.1.7

bij het omzetten van een partnerschap in een huwelijk zonder ceremonie

€ 68,10

 

2.1.1.8

Bij annulering van een gereserveerde huwelijksdatum / datum om partnerschap te registreren / datum om partnerschap om te zetten in een huwelijk geldt het volgende:

 
 
 

bij annulering van 15 dagen of meer voorafgaande aan de plechtigheid worden alle betaalde leges terugbetaald

 
 
 

bij annulering van 8 tot en met 14 dagen voorafgaand aan de plechtigheid wordt 50% van de betaalde leges terugbetaald

 
 
 

bij annulering van 7 dagen of minder voorafgaand aan de plechtigheid wordt 0% van de betaalde leges terugbetaald

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

2.1.1.9

het aanwijzen van een locatie als huis der gemeente

€ 451,50

 
 

Het tarief bedraagt voor het verstrekken van:

 
 

2.1.1.10

een trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 27,50

 

2.1.1.11

een trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 34,60

 

2.1.1.12

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een standaarduitvoering

€ 82,40

 

2.1.1.13

een duplicaat van het originele trouwboekje of partnerschapboekje in een luxe uitvoering

€ 108,80

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

2.1.1.14

éénmalige benoeming tot buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand (babs) voor een bepaald huwelijk/partnerschap

€ 253,20

 
 
 
 

2.1.2 VERKLARING HUWELIJKSBEVOEGDHEID EN AKTEN

 
 
 

Voor het verstrekken van:

 
 

2.1.2.1

een verklaring van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 

2.1.2.2

een uittreksel of afschrift van een akte van de burgerlijke stand als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 

2.1.2.3

een meertalig formulier van huwelijksbevoegdheid als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 

2.1.2.4

een meertalig formulier van een uittreksel of afschrift als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 
 
 
 

2.2 REISDOCUMENTEN

 
 
 
 
 

2.2.1 PASPOORT

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

2.2.1.1

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar; en het verstrekken van een reisdocument voor vluchtelingen of voor vreemdelingen aan een persoon, ongeacht leeftijd (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.1.2

het verstrekken van een nationaal paspoort en faciliteitenpaspoort, alsmede een tweede paspoort, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.1.3

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (max. 10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.1.4

het verstrekken van een zakenpaspoort, zijnde een (tweede) nationaal paspoort, bevattende een groter aantal bladzijden dan een nationaal paspoort als bedoeld in 2.2.1.1 en 2.2.1.2, aan een persoon die op moment van verstrekken jonger dan 18 jaar is (max. 5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.1.5

een spoedlevering van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.4 genoemde documenten worden de betreffende tarieven verhoogd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.1.6

het bezorgen van de onder 2.2.1.1 t/m 2.2.1.5 genoemde documenten is de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 
 
 
 

2.2.2 NEDERLANDSE IDENTITEITSKAART

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag van een Nederlandse identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet en artikel 6 besluit paspoortgelden:

 
 

2.2.2.1

voor een persoon die op het moment van verstrekken jonger is dan 18 jaar (5 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.2.2

voor een persoon die op het moment van verstrekken 18 jaar of ouder is (10 jaar geldig) geldt het ten hoogste te heffen tarief (afgerond [naar beneden] op vijf cent) zoals dat is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.2.3

worden bij spoedlevering de tarieven, genoemd in 2.2.2.1 en 2.2.2.2, vermeerderd met de toeslag zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 

2.2.2.4

is voor het bezorgen van de onder 2.2.2.1 t/m 2.2.2.3 genoemde documenten de toeslag (afgerond [naar beneden] op vijf cent) verschuldigd zoals die is opgenomen in artikel 6 van het Besluit paspoortgelden

 
 
 
 
 

2.3 RIJBEWIJZEN

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

 
 

2.3.1

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent (het bedrag dat de gemeenten moeten afdragen aan de Dienst Wegverkeer als vergoeding van de productiekosten van het rijbewijs), afgerond naar beneden op vijf cent

 
 

2.3.2

voor het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs via de Rijksdienst voor het Wegverkeer geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Reglement rijbewijzen artikel 104b vermeerderd met de rijkskostencomponent, afgerond naar beneden op vijf cent

 
 

2.3.3

van een spoedlevering van de onder 2.3.1 en 2.3.2 genoemde documenten wordt het legesbedrag verhoogd met het bedrag conform de door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat goedgekeurde RDW-rijbewijstarieven voor 2020, afgerond naar beneden op vijf cent

 
 

2.3.4

voor de afgifte van een gezondheidsverklaring geldt het door het CBR vastgestelde tarief (staat vermeld op de gezondheidsverklaring)

 
 
 
 
 

2.4 VERSTREKKINGEN UIT DE BASISREGISTRATIE PERSONEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen (BRP) met datum gelegen op of na 1 januari 1994:

 
 

2.4.1

per verstrekking, per persoon

€ 21,40

 
 

Het tarief bedraagt voor een uittreksel uit de Basisregistratie personen (BRP) met datum gelegen voor 1 januari 1994:

 
 

2.4.2

per verstrekking, per persoon

€ 29,50

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor verstrekking van een uittreksel uit de Registratie Niet-Ingezetenen (RNI):

 
 

2.4.3

per verstrekking, per persoon

€ 21,40

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

2.4.4

het op verzoek van een persoon of organisatie doornemen van de Basisregistratie Personen (BRP), per afgifte van staat van inlichtingen

€ 69,20

 
 

Bijzondere bepalingen: Indien op aanvraag werkzaamheden moeten worden verricht, bijvoorbeeld omdat gegevens of gegevensverzamelingen moeten worden geraadpleegd of bewerkt dan wel omdat de aanvraag een van de gebruikelijke wijze afwijkende presentatie behelst, wordt voorafgaand aan de behandeling van de aanvraag met de aanvrager contractueel een bedrag overeengekomen. Voor de toepassing van het gestelde onder 2.4.1 tot en met 2.4.2 wordt verstaan onder één verstrekking van één of meer gegevens omtrent één persoon voor wie de Basisregistratie personen (BRP) moet worden geraadpleegd.

 
 
 
 
 

2.5 VERKLARINGEN

 
 
 
 
 
 

2.5.1

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van een attestatie de vita als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor afgifte van:

 
 

2.5.2

een bewijs van in leven zijn

€ 21,40

 

2.5.3

een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)

Volgt rijkstarief

 

2.5.4

een "laissez-passer" (lijkenpas)

€ 21,40

 

2.5.5

een verlof voor het bespoedigen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 21,40

 

2.5.6

een verlof voor het uitstellen van de termijn voor uitvaart overeenkomstig artikel 17 van de wet op de lijkbezorging

€ 21,40

 

2.5.7

een legalisatie van een handtekening

€ 21,40

 

2.5.8

het waarmerken van afschriften (certificaat van oorsprong)

€ 21,40

 

2.5.9

een verklaring betreffende woonplaats of hoofdverblijf als bedoeld in artikel 8, lid 1, sub c van de Rijkswet op het Nederlanderschap 1984

€ 21,40

 

2.5.10

een bewijs van Nederlanderschap

€ 21,40

 

2.5.11

waarbij - indien voormeld bewijs van Nederlanderschap is bestemd voor meer dan één persoon - het bedrag in 2.5.10 voor elk persoon meer wordt verhoogd met

€ 2,00

 
 
 
 

2.6 NATURALISATIE

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot het afleggen van een optie ter verkrijging van het Nederlanderschap, alsmede voor de behandeling van een naturalisatieverzoek worden de hierna genoemde tarieven geheven:

 
 

2.6.1

optie, per persoon (tariefcode A), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.2

optie, samen met partner (tariefcode B), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.3

optie, per mede-opterend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode C), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.4

naturalisatie, per persoon (tariefcode D), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.5

naturalisatie, samen met partner (tariefcode E), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.6

naturalisatie, per vluchteling of staatloze (tariefcode F), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.7

naturalisatie, vluchteling of staatloze samen met partner (tariefcode G), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 

2.6.8

naturalisatie, per meenaturaliserend minderjarig kind in dezelfde aanvraag (tariefcode H), het tarief zoals dat is opgenomen in het Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, houdende wijziging van de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap 2003

 
 
 

Voor het in behandeling nemen van een verzoek tot afgifte van een garantstelling indien een burger voor een derde - niet woonachtig in Nederland - garant wenst te staan en/of onderdak wenst te bieden:

 
 

2.6.9

per handtekening, waarbij in geval van ontvangst van een echtgeno(o)te, dan wel geregistreerd partner, beide partners een handtekening dienen te zetten

€ 21,40

 
 
 
 

3.1 OMGEVINGSVERGUNNING

 
 
 

Berekeningswijze leges omgevingsvergunning.

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning in de zin van de Wet algemene bepalingen omgevingsvergunning (Wabo) voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft. Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.5, lid 1, van de Wabo (eerste en tweede fase) wordt op dezelfde wijze berekend als bovenstaand aangegeven.

 

3.1.1 ALGEMENE TARIEVEN

 
 

3.1.1.1

Het tarief bedraagt voor het beoordelen van een conceptaanvraag voor een omgevingsvergunning (schriftelijke reactie op verzoek over de haalbaarheid van een voorgenomen project): De geheven leges voor een conceptaanvraag worden in mindering gebracht op de leges die worden geheven voor een omgevingsvergunningaanvraag voor het zelfde project indien de omgevingsvergunningaanvraag wordt ingediend binnen 26 weken na de datum van afhandeling van het verzoek voor de beoordeling van een conceptaanvraag.

€ 220,70

 

3.1.1.2

Het tarief voor het in behandeling nemen van een verzoek om bepaling van gelijkwaardigheid als bedoeld in artikel 1.3 van het Bouwbesluit 2012 bedraagt:

€ 699,70

 

3.1.1.3

Het tarief bedraagt voor het intrekken van een aanvraag omgevingsvergunning die nog niet is getoetst op volledigheid

€ 50,90

 
 
 
 

3.1.2 ACTIVITEIT: BOUWEN

 
 
 

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a. van de Wabo (bouwen) wordt bepaald aan de hand van onderstaande tabel wanneer geen sprake is van een civieltechnisch werk (zoals bedoeld in 3.1.2.7)

 
 

3.1.2.1

schijf 1 - bij bouwkosten van € 0 tot en met € 50.000: 3,05% van de bouwkosten, met een minimumtarief van € 250

 
 

3.1.2.2

schijf 2 - bij bouwkosten van € 50.000 tot en met € 500.000 wordt het tarief van schijf 1 over de bij die schijf genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 4,07% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 2

 
 

3.1.2.3

schijf 3 - bij bouwkosten van € 500.000 tot en met € 5.000.000 wordt het tarief van de schijven 1 en 2 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 3,36% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 3

 
 

3.1.2.4

schijf 4 - bij bouwkosten van € 5.000.000 tot en met € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2 en 3 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 2,64% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 4

 
 

3.1.2.5

schijf 5 - bij bouwkosten vanaf € 50.000.000 wordt het tarief van de schijven 1, 2, 3 en 4 over de bij die schijven genoemde bouwkosten geheven, vermeerderd met 1,53% van het gedeelte van de bouwkosten dat valt in schijf 5

 
 

3.1.2.6

In afwijking van het bepaalde onder 3.1.2.1 tot en met 3.1.2.5, wordt in de gevallen waarbij eerder een vergunning voor bepaalde tijd is afgegeven (de initiële vergunning), maar waarbij dient te worden geconstateerd dat afronding van het project niet binnen deze bepaalde tijd mogelijk blijkt te zijn, een verlenging van deze vergunning voor bepaalde tijd afgegeven tegen een tarief van 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een initiële vergunning conform de tarieven geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Bij de vaststelling van het bedrag dat dient te worden voldaan, wordt een minimum van € 250 gehanteerd. Voorts wordt een maximum van € 25.000 gehanteerd. De verlenging wordt eveneens voor bepaalde tijd verleend.

 
 

3.1.2.7

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo (bouwen) voor een bouwactiviteit die betrekking heeft op een civieltechnisch werk, berekend op basis van een vast bedrag per € 100.000 van de bouwkosten. De bouwkostensom wordt voor de berekening van het te heffen bedrag, omlaag afgerond naar het dichtstbijzijnde veelvoud van € 100.000. Het tarief dat per € 100.000 van de bouwkostensom in rekening wordt gebracht bedraagt: Voorbeelden van civieltechnische werken zijn wegen, bruggen, tunnels, viaducten, sluizen en dergelijke.

€ 731,20

 

3.1.2.8

In afwijking van het bepaalde onder 3.1.2.7, wordt in de gevallen waarbij eerder een vergunning voor een civieltechnisch werk voor bepaalde tijd is afgegeven (de initiële vergunning), maar waarbij dient te worden geconstateerd dat afronding van het project niet binnen deze bepaalde tijd mogelijk blijkt te zijn, een verlenging van deze vergunning voor bepaalde tijd afgegeven tegen een tarief van 20% van het bedrag dat verschuldigd zou zijn voor een initiële vergunning conform de tarieven geldend in het jaar van aanvraag van de verlenging. Hierbij geldt een minimumtarief van € 500 en een maximumtarief van € 25.000. De verlenging wordt eveneens voor bepaalde tijd verleend.

 
 
 
 
 

3.1.3 ACTIVITEIT: AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

3.1.3.1

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 1, resp. onder d (activiteit in strijd met het bestemmingsplan of de beheersverordening, respectievelijk een voorbereidingsbesluit in bij het plan of de verordening, respectievelijk het besluit aangegeven gevallen/binnenplanse afwijking) (afwijkingsbesluit A1):

€ 367,10

 

3.1.3.2

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2 (bij AMvB aangewezen gevallen van buitenplanse afwijking van beperkte planologische betekenis) (afwijkingsbesluit A2):

€ 367,10

 

3.1.3.3

een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder c, van de Wabo in samenhang met artikel 2.10, lid 2, 2.11, lid 2 en 2.12, lid 1, onder a, sub 3 (buitenplanse afwijking) (afwijkingsbesluit A3):

€ 3.142,50

 

3.1.3.4

een verklaring van geen bedenkingen als bedoeld in artikel 2.27 van de Wabo:

€ 733,30

 
 
 
 

3.1.4 ACTIVITEIT: AANLEGGEN

 
 

3.1.4.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder b, van de Wabo (uitvoeren van werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden, in gevallen bij bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit bepaald):

€ 262,40

 
 
 
 

3.1.5 ACTIVITEIT: SLOPEN

 
 

3.1.5.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder g, van de Wabo (slopen bouwwerk voorzien in bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit):

€ 235,90

 
 
 
 

3.1.6 ACTIVITEIT: VELLEN HOUTOPSTAND

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.2, lid 1, onder g, van de Wabo in samenhang met de vigerende artikelen uit de Bomenverordening 2014 (vellen of laten vellen van houtopstand) voor:

 
 

3.1.6.1

1 t/m 5 bomen

€ 128,10

 

3.1.6.2

6 t/m 10 bomen

€ 208,50

 

3.1.6.3

11 t/m 25 bomen

€ 262,40

 

3.1.6.4

26 t/m 50 bomen

€ 314,30

 

3.1.6.5

meer dan 50 bomen

€ 471,90

 

3.1.6.6

jaarvergunning

€ 471,90

 
 
 
 

3.1.7 ACTIVITEIT: MONUMENTEN

 
 

3.1.7.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder f, en/of h, dan wel artikel 2.2, lid 1, onder b, en/of c, van de Wabo in samenhang met artikel 10 Erfgoedverordening Amsterdam (monument resp. beschermd stads- of dorpsgezicht)

€ 220,70

 
 
 
 

3.1.8 ACTIVITEIT: BRANDVEILIG GEBRUIK

 
 
 
 
 

3.1.8.1 DAGVERBLIJF

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen is het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wabo, in samenhang met artikel 2.2, lid 1, onder b, van het Besluit omgevingsrecht, afhankelijk van het bij de beschikking op de aanvraag vast te stellen maximaal toelaatbare aantal personen en bedraagt het tarief:

 
 

3.1.8.1.1

tot en met 100 personen

€ 1.429,90

 

3.1.8.1.2

101-200 personen

€ 2.501,80

 

3.1.8.1.3

201-300 personen

€ 3.304,20

 

3.1.8.1.4

301-400 personen

€ 3.827,00

 

3.1.8.1.5

meer dan 400 personen

€ 3.972,40

 
 
 
 

3.1.8.2 NACHTVERBLIJF

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen is het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder d, van de Wabo in samenhang met artikel 2.2, lid 1, onder a, van het Besluit omgevingsrecht in verband met artikel 4.1 van de Bouwverordening Amsterdam 2013, afhankelijk van het bij de beschikking op de aanvraag vast te stellen maximaal toelaatbare aantal personen/bedden en bedraagt het tarief:

 
 

3.1.8.2.1

0-25 personen

€ 921,40

 

3.1.8.2.2

26-50 personen

€ 1.857,00

 

3.1.8.2.3

51-100 personen

€ 3.179,10

 

3.1.8.2.4

101-200 personen

€ 4.123,90

 

3.1.8.2.5

201-300 personen

€ 5.371,80

 

3.1.8.2.6

meer dan 300 personen

€ 5.930,10

 
 
 
 

3.1.9 ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSVERGUNNING

 
 
 

Definities bouwkosten en aanlegkosten Onder bouwkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de bouwkosten als bedoeld in het normblad NEN 2699, uitgave 2017, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Het inzien van de NEN 2699 is mogelijk in het Stadhuis van Amsterdam (Amstel 1). De UAV 2012 is in te zien op www.overheid.nl. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economische verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. Onder aanlegkosten wordt verstaan de aannemingssom als bedoeld in paragraaf 1, lid 1, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor uitvoering van werken (UAV 2012) voor het uit te voeren werk, dan wel voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten. Als de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

 
 
 

De hieronder genoemde tarieven gelden in de daarin beschreven omstandigheden in afwijking van de hiervoor in par. 3.1. beschreven tarieven.

 
 

3.1.9.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een vergunning, goedkeuring, verklaring, afwijking of een andere dienst die samenhangt met een project in de fysieke leefomgeving, voor zover daarvoor niet elders in deze tarieventabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:

€ 262,40

 

3.1.9.2

Voor een aanvraag die, naar het oordeel van het Dagelijks Bestuur / College van burgemeester en wethouders, kan worden beschouwd als een aanvraag voor eenzelfde activiteit als waarvoor ten hoogste zes maanden voor de datum van ontvangst van deze aanvraag de vergunning is geweigerd en waarin de grondslag voor die weigering is opgeheven, wordt teruggaaf van 50% van de voor die aanvraag geheven leges verleend (vermindering leges 2e aanvraag voor eenzelfde activiteit), met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250. Deze bepaling is niet van toepassing op aanvragen als bedoeld in par. 3.1.6 (vellen houtopstand).

 
 

3.1.9.3

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling wordt genomen, bedraagt:

 
 

3.1.9.3.1

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag wel in behandeling was genomen niet hoger zijn dan € 350

€ 101,70

 

3.1.9.3.2

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag wel in behandeling was genomen tussen de € 351 en € 1.000 bedragen

€ 254,30

 

3.1.9.3.3

indien de leges die verschuldigd zouden zijn indien de aanvraag wel in behandeling was genomen meer bedragen dan € 1.000

€ 508,50

 

3.1.9.4

Voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het vellen van houtopstand (par. 3.1.6) die, na toepassing van het bepaalde in art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht, niet verder in behandeling wordt genomen bedraagt het tarief (in afwijking van par. 3.1.9.3):

€ 50,90

 

3.1.9.5

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning vereist is (besluit vergunningvrij): Indien het een aanvraag als bedoeld in art. 2.2 lid 1, onder g van de Wabo (vellen houtopstand) betreft, geldt het hierna vermelde tarief.

€ 220,70

 

3.1.9.6

Het tarief bedraagt voor een aanvraag omgevingsvergunning als bedoeld in art. 2.2 lid 1, onder g van de Wabo (vellen houtopstand) die in behandeling is genomen en waar besloten wordt dat er geen vergunning is vereist (besluit vergunningsvrij):

€ 50,90

 

3.1.9.7

Voor een lopende aanvraag die binnen drie weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: Indien het tarief voor de oorspronkelijke aanvraag hoger is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50% van dit oorspronkelijke tarief met een minimum van 250 euro. Indien het tarief voor de oorspronkelijke aanvraag lager is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50 % van het oorspronkelijke tarief. Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

 
 

3.1.9.8

Voor een lopende aanvraag waarop de uitgebreide voorbereidingsprocedure van toepassing is die binnen zes of twaalf weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: Indien het tarief voor de oorspronkelijk aanvraag hoger is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50% (intrekken binnen 6 weken) respectievelijk 75% (intrekken 6-12 weken) van dit oorspronkelijke tarief met een minimum van € 250. Indien het tarief voor de oorspronkelijk aanvraag lager is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50% (intrekken binnen 6 weken) respectievelijk 75% (intrekken 6-12 weken) van dit oorspronkelijke tarief. Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente.

 
 

3.1.9.9

Voor een aanvraag die zeer kort na het indienen wordt ingetrokken (vergisaanvraag) en die nog niet is getoetst op volledigheid bedraagt het tarief:

€ 50,90

 

3.1.9.10

Indien de aanvraag voor het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op het bouwen in afwijking van een eerder ingediend bouwplan waarvoor reeds een vergunning is verleend en het gaat om een niet ingrijpende afwijking van de oorspronkelijke omgevingsvergunning, worden de leges geheven overeenkomstig het bepaalde in rubriek 3.1, waarbij dan als bouwkosten gelden het verschil tussen de bouwkosten van het oorspronkelijke bouwplan en het gewijzigde bouwplan, met dien verstande dat het te betalen legesbedrag nooit minder is dan € 250.

 

3.1.10 ACTIVITEIT: MONUMENTEN IN COMBINATIE MET BOUWEN

 
 

3.1.10

Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.1.7.1 (monumenten) in combinatie met een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a, van de Wabo (bouwen) worden geen leges geheven voor de activiteit monumenten.

 
 
 
 
 

3.1.11 ACTIVITEIT: DUURZAAM VERBOUWEN VAN BESTAANDE GEBOUWEN

 
 
 

Voorwaarden toepassen tarief duurzaam verbouwen par. 3.1.11

3.1.11 uit de Legestabel geldt uitsluitend voor bestaande gebouwen. 3.1.11 is uitsluitend van toepassing indien bij de aanvraag omgevingsvergunning tevens het aanvraagformulier duurzaam verbouwen is ingediend.

 
 

3.1.11

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in rubriek 3.1.2 en 3.1.9 uit de Legestabel, bedraagt € 0 voor het onderdeel van de aanvraag dat betrekking heeft op:

 
 

3.1.11.1

het plaatsen van een collector voor warmteopwekking of een paneel voor elektriciteitsopwekking, inclusief de benodigde bouwkundige voorzieningen hiervoor.

 
 

3.1.11.2

het plaatsen van nieuw glas, al dan niet in combinatie met kozijnvervanging, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U glas) van het HR++ of HR+++ (triple) glas van maximaal 1,1 W/m²K heeft. Indien monumentenglas vereist is geldt een U-waarde (U glas) van maximaal 2,0 W/m²K.

 
 

3.1.11.3

het plaatsen van isolerende kozijnen, al dan niet in combinatie met plaatsen van nieuw glas, bij een woning of utiliteitsbouw, indien de warmtedoorgangswaarde (na vervanging) een U-waarde (U raam) van maximaal 1,5 W/m²K heeft.

 
 

3.1.11.4

het isoleren van de buitengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3,5 m²K/W.

 
 

3.1.11.5

het isoleren van de buitengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W.

 
 

3.1.11.6

het isoleren van de binnengevel van een woning waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 3 m²K/W.

 
 

3.1.11.7

het isoleren van de binnengevel van een utiliteitsgebouw waarbij de isolatiewaarde van de gevel ná isolatie een waarde heeft van minimaal Rc ≥ 5 m²K/W.

 
 

3.1.11.8

het isoleren van het dak van een woning, al dan niet in combinatie met het verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 5,0 m²K/W bedraagt.

 
 

3.1.11.9

het isoleren van het dak van een utiliteitsgebouw, al dan niet in combinatie met verhogen van de dakrand, dakgoot of nok waarbij de isolatiewaarde van het dak ná isolatie minimaal Rc ≥ 6,0 m²K/W bedraagt.

 
 

3.1.11.10

het plaatsen van een lucht-water- of lucht-luchtwarmtepomp, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen ten behoeve van plaatsing warmtepomp.

 
 

3.1.11.11

het plaatsen van een water-water-, bodem-water- of bodem-luchtwarmtepomp in combinatie met bodembronnen, inclusief laagtemperatuur afgiftesysteem en constructieaanpassingen t.b.v. plaatsing warmtepomp of bronnen.

 
 

3.1.11.12

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een woning, met een capaciteit van minimaal 150 m3/uur en een rendement van minimaal 90%.

 
 

3.1.11.13

het plaatsen van een balansventilatie systeem met warmteterugwinning met bypass in een utiliteitsgebouw, met een capaciteit van minimaal 150 m3/uur en een rendement van minimaal 80%.

 
 

3.1.11.14

het plaatsen van een groen dak, inclusief de bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een waterbergende capaciteit van minimaal 20 liter per m² en een oppervlakte van minimaal 30m2.

 
 

3.1.11.15

het afkoppelen van hemelwater in combinatie met waterberging, inclusief buizen en bouwkundige voorzieningen hiervoor, met een bergende capaciteit van minimaal 60 mm / 24 uur of een wateropslag capaciteit van minimaal 1m3.

 
 
 

Bijzondere bepalingen

Maximum € 0 tarief.

Per aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in 3.1.11 uit de Legestabel wordt voor de onderdelen van de aanvraag voor de hierboven genoemde duurzaamheidsmaatregelen het € 0-tarief toegepast tot een totaalbedrag van €25.000 aan leges per aanvraag die zonder toepassing van de rubriek 3.1.11 zou worden geheven voor deze onderdelen.

 
 
 
 
 

3.1.12 ACTIVITEIT: DUURZAAM VERBOUWEN i.c.m. AFWIJKEN BESTEMMINGSPLAN

 
 

3.1.12

Onverminderd het bepaalde in voorgaande artikelen bedraagt het tarief €0,- voor het aanvragen van een omgevingsvergunning in afwijking van het bestemmingsplan of de beheersverordening, als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, onder a of c, van de Wabo in samenhang met artikelen 2.10, 2.11 of 2.12 (afwijkingsbesluit), voor zover deze afwijking betrekking heeft op duurzaam verbouwen als bedoeld in artikel 3.1.11 Duurzaam Verbouwen van de Legestabel

€ 0,00

 
 
 
 

3.2 FYSIEKE LEEFOMGEVING OVERIGE ACTIVITEITEN

 
 
 
 
 

3.2.1 WET RUIMTELIJKE ORDENING EN CRISIS- EN HERSTELWET

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

3.2.1.1

een bestemmingsplan of bestemmingsplanherziening op verzoek als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening

€ 3.399,80

 

3.2.1.2

een verzoek tot wijziging of uitwerking van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.6, lid 1, onder a, en/of artikel 3.6, lid 1, onder b, van de Wet ruimtelijke ordening

€ 1.846,90

 

3.2.1.3

een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet: de som van de bedragen die op grond van deze legesverordening- en tarieventabel verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, afwijking, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, lid 3, van de Crisis- en herstelwet

 
 

3.2.1.4

daar waar door de gemeente medewerking wordt verleend aan een besluit als bedoeld in de rubrieken 3.2.1.1 en 3.2.1.2 en verzekerd is dat kostenverhaal plaatsvindt via afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatieplan / overeenkomst) wordt, om dubbele kosten te voorkomen, op verzoek vrijstelling of, indien van toepassing, teruggaaf verleend voor de op grond van voornoemde rubrieken geheven leges

 
 
 
 
 

3.2.2 SPLITSINGSVERGUNNING

 
 

3.2.2.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 22 van de Huisvestingswet (splitsingsvergunning):

 
 

3.2.2.1.1

per (eerste) pand zoals gedefinieerd in de Huisvestingsverordening Amsterdam 2020

€ 3.187,30

 

3.2.2.1.2

per aanpalend pand onder de voorwaarden dat de panden dezelfde eigenaar hebben en de vergunningen voor de panden gelijktijdig zijn aangevraagd

€ 2.039,10

 

3.2.2.2

In afwijking van de voorgaande bepalingen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een door een bij de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties aangesloten woningcorporatie ingediende aanvraag voor een splitsingsvergunning onder de voorwaarde dat het een splitsing betreft conform de voorwaarden van artikel 6, lid 2, van de 'Uitvoeringsovereenkomst Verkoop Sociale Huurwoningen 2020 t/m 2024' - per te formeren recht:

€ 333,60

 
 
 
 

3.2.3 VERGUNNING VOOR HET ONTTREKKEN, SAMENVOEGEN, OMZETTEN, VORMEN EN TOERISTISCHE VERHUUR VAN WOONRUIMTEN

 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor:

 
 

3.2.3.1

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een onttrekkingsvergunning voor sloop van een (gedeelte van een) woonruimte zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam, per woonruimte of gedeelte van een woonruimte (per aanvraag):

€ 1.234,60

 

3.2.3.2

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een Bed & Breakfast vergunning zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag):

€ 345,30

 

3.2.3.3

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor vakantieverhuur zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam (per aanvraag):

€ 45,80

 

3.2.3.4

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een voorraadvergunning als bedoeld in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam, anders dan de vergunningen als bedoeld in de onderdelen 3.2.3.2 en 3.2.3.3: De tarieven gelden per aanvraag tenzij in een aanvraag meerdere panden zijn betrokken; dan geldt het genoemde tarief per pand

 
 

3.2.3.4.1

voor een onttrekkingsvergunning ander gebruik zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 559,40

 

3.2.3.4.2

voor een vergunning voor samenvoegen zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 559,40

 

3.2.3.4.3

voor een omzettingsvergunning zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 559,40

 

3.2.3.4.4

voor een vergunning woningvorming zoals geformuleerd in de op het moment van aanvraag geldende Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 559,40

 
 
 
 

3.2.4 GESCHIKTHEIDSVERKLARING VOOR PROSTITUTIEBEDRIJVEN

 
 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een geschiktheidverklaring voor een prostitutiebedrijf in de zin van bijlage 6 van de Bouwverordening Amsterdam 2013:

 
 

3.2.4.1

voor de 1e werkruimte

€ 581,70

 

3.2.4.2

voor de 2e tot en met 5e werkruimte binnen een pand

€ 1.162,40

 

3.2.4.3

voor de 6e en alle volgende werkruimten binnen een pand

€ 1.743,10

 

3.2.4.4

voor een nieuwe geschiktheidsverklaring ter vervanging van een geschiktheidsverklaring wegens wijziging van de inrichting worden de leges berekend conform 3.2.4.1 t/m 3.2.4.3 verminderd met het hoogste van de volgende twee bedragen: * 1% van de bouwkundige kosten inzake de wijziging van de inrichting en

* 10% van de leges berekend conform 3.2.4.1 t/m 3.2.4.3

 
 
 
 
 

3.2.5 OPENSTELLINGSVERGUNNING

 
 

3.2.5.1

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 8 van de Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels (openstellingsvergunning tunnel)

€ 157.126,50

 
 
 
 

3.2.6 HUISVESTINGVERGUNNING EN VERGUNNING VOOR TIJDELIJKE VERHUUR OP BASIS VAN DE LEEGSTANDWET

 
 

Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

3.2.6.1

een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 8 van de Huisvestingswet (en de bijbehorende regels uit de Huisvestingsverordening Amsterdam)

€ 60,00

 

3.2.6.2

het verkrijgen of verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 15 van de Leegstandwet en de nadere regels Amsterdam voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandwet.

€ 149,50

 
 
 
 

3.2.7 BEMIDDELING NOODZAKELIJK ONDERHOUD

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

3.2.7.1

het bemiddelen bij uitplaatsen van bewoners van een particuliere huurwoning bij noodzakelijk bouwkundig onderhoud of herstel als bedoeld in de Nadere regels over stadsvernieuwingsurgentie bij de Huisvestingsverordening Amsterdam

€ 2.343,20

 
 
 
 

4. ECONOMIE EN MILIEU

 
 
 
 
 

4.1 HORECA

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.1.1

een exploitatievergunning horecabedrijf als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 betreffende de openbare orde en veiligheid)

 
 

4.1.1.1

met terras

€ 2.864,90

 

4.1.1.2

zonder terras

€ 2.381,80

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.1.2

een verlenging van de exploitatievergunning als bedoeld in artikel 3.8 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

 
 

4.1.2.1

met terras

€ 1.901,80

 

4.1.2.2

zonder terras

€ 1.510,20

 

4.1.3

het aanbrengen van wijzigingen in de exploitatievergunning als bedoeld in 4.1.1 (aanpassen terras, niet zijnde een verkleining van het terrasoppervlak binnen de vergunde contouren)

€ 539,00

 

4.1.4.1

het aanbrengen van overige wijzigingen in de exploitatievergunning als bedoeld in 4.1.1 (bijvoorbeeld het bijschrijven van één leidinggevende)

€ 382,40

 

4.1.4.2

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 4.1.4.1

€ 40,70

 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.1.5

een vergunning ingevolge artikel 3 van de Drank- en Horecawet

€ 1.488,90

 

4.1.6.1

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 4.1.5 (bijvoorbeeld het bijschrijven van één leidinggevende)

€ 382,40

 

4.1.6.2

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 4.1.6

€ 40,70

 

4.1.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet

€ 284,80

 

4.1.8

een ontheffing van de sluitingstijd als bedoeld in artikel 3.15, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 265,40

 

4.1.9

een ontheffing beperking sterke drank als bedoeld in artikel 3.23, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 284,80

 
 
 
 

4.2 KANSSPELEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.2.1

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1a van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van één of twee kansspelautomaten

€ 280,70

 

4.2.2

een aanwezigheidsvergunning in de zin van artikel 30c lid 1b van de Wet op de kansspelen voor het exploiteren van kansspelautomaten in een speelautomatenhal

€ 280,70

 

4.2.3

een vergunning voor de exploitatie van een speelautomatenhal als bedoeld in artikel 4, lid 1, van de Verordening kansspelautomaten en speelautomatenhallen

€ 2.347,20

 

4.2.3.1

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 4.2.3 (zoals het bijschrijven van één leidinggevende)

€ 377,30

 

4.2.3.2

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 4.2.3.1

€ 40,70

 

4.2.4

een ontheffing maximum aantal speelautomaten als bedoeld in artikel 3, lid 3 van de Verordening kansspeelautomaten en speelautomatenhallen

€ 280,70

 

4.2.5

een exploitatievergunning speelgelegenheid als bedoeld in artikel 3.54 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 2.347,20

 

4.2.6

een vergunning als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de kansspelen (loterijvergunning)

€ 225,80

 

4.2.7

een verlenging exploitatievergunning zoals bedoeld in 4.2.3 en 4.2.5

€ 2.347,20

 
 
 
 

4.3 PROSTITUTIE EN SEKSINRICHTINGEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.3.1

een vergunning exploitatie prostitutiebedrijf als bedoeld in artikel 3.27, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

 
 

4.3.1.1

voor 1 locatie

€ 1.811,30

 

4.3.1.2

voor 2 tot en met 5 locaties

€ 2.019,80

 

4.3.1.3

voor 6 of meer locaties

€ 4.312,10

 

4.3.2

een exploitatievergunning escortbedrijf als bedoeld in artikel 3.40, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 1.902,80

 

4.3.3

een exploitatievergunning van een seksinrichting als bedoeld in artikel 3.47 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 1.091,20

 

4.3.4

het aanbrengen van wijzigingen in de vergunning als bedoeld in 4.3.1, 4.3.2 en 4.3.3 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008, zoals het bijschrijven van één leidinggevende

€ 175,90

 

4.3.4.1

iedere volgende leidinggevende in dezelfde aanvraag zoals bedoeld in 4.3.4

€ 19,30

 

4.3.5

het verlengen van een vergunning als bedoeld in 4.3.1, 4.3.2 en 4.3.3

€ 691,60

 

4.3.6

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan inclusief praktijktoets (inspectie van de locatie) zoals bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van een:

 
 

4.3.6.1

escortbedrijf, per locatie

€ 952,00

 

4.3.6.2

raamprostitutiebedrijf, per locatie

€ 1.065,00

 

4.3.6.3

besloten club, per locatie

€ 1.345,00

 

4.3.7

het advies van de GGD Amsterdam over de hygiëne in het bedrijfsplan exclusief praktijktoets, zoals bedoeld in artikel 3.28 Algemene Plaatselijke Verordening 2008, ter zake van het in behandeling nemen van een verlenging van één vergunning zoals bedoeld in 4.3.5, per locatie

€ 224,00

 
 
 
 

4.4 WINKELS

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.4.1

een ontheffing of vrijstelling als bedoeld in artikel 3 van de Winkeltijdenwet en de Verordening winkeltijden Amsterdam 2017

€ 111,90

 
 
 
 

4.5 EVENEMENTEN

 
 
 

Aantallen bezoekers of deelnemers bij evenementen worden gemeten op het drukste moment.

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in artikel 2.40 voor evenementen of artikel 2.47 voor evenementen in gebouwen van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

 
 

4.5.1

voor minder dan 500 bezoekers of deelnemers

€ 996,70

 

4.5.2

voor 500 of meer, maar minder dan 2.000 bezoekers of deelnemers

€ 1.993,30

 

4.5.3

voor 2.000 of meer, maar minder dan 5.000 bezoekers of deelnemers

€ 7.185,10

 

4.5.4

voor 5.000 of meer, maar minder dan 10.000 bezoekers of deelnemers

€ 11.975,20

 

4.5.5

voor 10.000 of meer bezoekers of deelnemers

€ 15.966,90

 

4.5.6

een beschikking bedoeld in artikel 1.23 van de Binnenvaartpolitiereglement

€ 1.210,20

 
 
 
 

4.6 ACTIVITEITEN OP DE OPENBARE WEG

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

4.6.1

een vergunning voor straatartiesten of om muziek ten gehore te brengen als bedoeld in artikel 2.49, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 203,40

 

4.6.2

een vergunning voor een openbare inzameling van geld of zaken als bedoeld in artikel 2.52, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 152,60

 

4.6.3

een vergunning voor het rondleiden van meer dan 10 mensen in een aangewezen toeristisch gebied als bedoeld in artikel 2.50, lid 4, van Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 203,40

 
 
 
 

4.7 MILIEU

 
 
 

Het tarief bedraagt voor:

 
 

4.7.1

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarop het Activiteitenbesluit milieubeheer van toepassing is

€ 620,40

 

4.7.2

het op verzoek verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting waarvoor in de vergunning voorschriften zijn gegeven voor het afgrendelen en verzegelen van een geluidsbegrenzer

€ 620,40

 

4.7.3

het op verzoek opnieuw verzegelen van een geluidsbegrenzer in een inrichting als bedoeld in 4.7.1 en 4.7.2 tenzij verbreking van de verzegeling noodzakelijk was en vooraf gemeld

€ 620,40

 

4.7.4

ontheffing van geluid- en lichthindervoorschriften voor inrichtingen voor horeca- sport- en recreatieactiviteiten zoals bedoeld in artikel 5.6, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 164,80

 

4.7.5

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor de uitoefening van een bedrijf of een nevenbedrijf om consumentenvuurwerk ter beschikking te stellen dan wel voor dit doel aanwezig te hebben als bedoeld in artikel 5.2, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (verkoop van vuurwerk)

€ 417,00

 

4.7.6

het in behandeling nemen van een aanvraag voor gebruik van explosieven op grond van artikel 5.4 van de Algemeen Plaatselijke verordening 2008

€ 127,10

 

4.7.7

een ontheffing als bedoeld in artikel 5.5, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008 (Ontheffing hinder)

€ 167,80

 

4.7.8

het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkrijgen van een verklaring, afgegeven ten genoegen van buitenlandse autoriteiten omtrent het ontsmet zijn van goederen, door de GGD Amsterdam

€ 9,20

 
 
 
 

5. OPENBARE RUIMTE

 
 
 
 
 

5.1 PLAATSEN VAN VOORWERPEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning voor het plaatsen, aanbrengen, hebben of storten van voorwerpen of stoffen op, aan, in of boven de weg als bedoeld in artikel 4.3, lid 1, van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008:

 
 

5.1.1

per aanvraag voor twee weken

€ 152,60

 

5.1.2

per aanvraag voor elke volgende week

€ 76,30

 

5.1.3

per aanvraag tot vier maanden

€ 762,80

 

5.1.4

per aanvraag vier tot twaalf maanden

€ 1.525,50

 
 
 
 

5.2 OPBREKEN WEG

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

5.2.1.

Een vergunning voor werkzaamheden in de openbare ruimte: het openbreken van het maaiveld, het in de grond graven, het plaatsen van afzettingen en verkeersmaatregelen, het aanbrengen en onderhouden van infrastructuur waaronder kabel- en leidingnetwerken, een werkterrein inrichten en objecten ten behoeve van de werkzaamheden plaatsen.

 
 

5.2.1.1

Groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact waarbij bijvoorbeeld (langdurig) wordt gewerkt op het plus- en hoofdnet infrastructuur, de omgeving veel hinder ondervindt, of het aanleggen van een nieuw kabel- of leidingnetwerken, waarbij veel specifieke en aanvullende uitvoeringsvoorschriften worden gesteld.

€ 710,90

 

5.2.1.2

Middelgroot WIOR werk, werk met minder impact dan een groot werk, bijvoorbeeld het voor kortere tijd werken op de plus- en hoofdnet infrastructuur, minder hinder voor de omgeving en het niet aanleggen van een nieuw kabel- of leidingnetwerk, maar waarvoor wel specifieke en aanvullende uitvoeringsvoorschriften moeten worden gesteld.

€ 305,10

 

5.2.1.3

Meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 152,60

 

5.2.2

Een instemmingsbesluit ( artikel 5.4 van de Telecommunicatiewet) voor het openbreken van het maaiveld, het in de grond graven, afzettingen en verkeersmaatregelen plaatsen, kabel- en leidingnetwerken aanbrengen en onderhouden, een werkterrein inrichten en objecten ten behoeve van de werkzaamheden plaatsen.

 
 

5.2.2.1

Groot WIOR werk, ingrijpend werk met veel impact waarbij bijvoorbeeld (langdurig) wordt gewerkt op de plus- en hoofdnet infrastructuur, de omgeving veel hinder ondervindt, of het aanleggen van een nieuw kabel- of leidingnetwerk waarbij veel specifieke en aanvullende uitvoeringsvoorschriften worden gesteld.

€ 710,90

 

5.2.2.2

Middelgroot WIOR werk, werk met minder impact dan een groot werk, bijvoorbeeld het voor kortere tijd werken op het plus- en hoofdnet, minder hinder voor de omgeving en het niet aanleggen van een nieuw kabel- of leidingnetwerk, maar waarvoor wel specifieke en aanvullende uitvoeringsvoorschriften moeten worden gesteld.

€ 305,10

 

5.2.2.3

Meegaand in WIOR werk, als deelnemer van een gecombineerd werk, niet zijnde de projectinitiator en werkend onder de voor het gecombineerde werk opgestelde specifieke voorschriften en voorwaarden

€ 152,60

 

5.2.3

Het verlengen of wijzigen van een vergunning of besluit als dit niet leidt tot verstoring van de programmering van werk of schade voor derden, als bedoeld in 5.2.1 en 5.2.2

€ 203,40

 
 
 
 

5.3 RECLAME

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

5.3.1

een ontheffing voor het (laten) verspreiden onder het publiek van voorwerpen voor reclamedoeleinden op of aan de weg als bedoeld in artikel 4.12, lid 2, van de Algemene Plaatselijke Verordening (verspreiding reclamemateriaal, sampling)

€ 152,60

 

5.3.2

een ontheffing voor het maken van reclame op of aan de weg of het openbaar water met een bord, doek of met enig ander middel of voorwerp of met een voertuig of vaartuig, uitsluitend of hoofdzakelijk gebruikt of bestemd voor het maken van reclame als bedoeld in artikel 4.11, lid 3, van de Algemene Plaatselijke Verordening APV

€ 152,60

 
 
 
 

5.4 AMBULANTE HANDEL

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

5.4.1

een vergunning voor het innemen van een marktplaats als bedoeld in artikel 3.14 van de Marktverordening of het toewijzen van een tijdelijke vaste marktplaats op grond van artikel 3.8 of 3.9 van de Marktverordening

€ 71,20

 

5.4.2

een ontheffing als bedoeld in artikel 2.1, lid 2, 3.19, lid 2, 3.20, lid 2 van de Marktverordening of de artikelen 2.1, lid 2, 3.8, lid 4, 3.9, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten, per kalenderjaar

€ 54,90

 

5.4.3

een ontheffing als bedoeld in artikel 3.26, lid 2 of 3.29, lid 2 van de Marktverordening of artikel 4.2, lid 2 van de Verordening Staan- en ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 54,90

 

5.4.4

een vergunning voor het innemen van een staan of ligplaats buiten de markten als bedoeld in artikel 3.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten om toekenning van:

 
 

5.4.4.1

een overname bestaande staanplaats

€ 145,40

 

5.4.4.2

een initiatiefplaats

€ 145,40

 

5.4.4.3

een tijdelijke staanplaats voor het verkopen van seizoensgebonden producten

€ 165,80

 

5.4.4.4

een tijdelijke staanplaats in het kader van de regeling roulering ijs- en hotdogventers en een tijdelijke staanplaats bij wedstrijden en evenementen in de Johan Cruijff Arena

€ 25,40

 

5.4.4.5

een tijdelijke staanplaats die wordt toegekend na een open inschrijving. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning wordt 50% restitutie verleend

€ 142,40

 

5.4.4.6

het wijzigen van een vergunning als bedoeld in 5.4.4 met uitzondering van 5.4.4.4

€ 124,10

 

5.4.5

een vergunning voor het gebruik van een eigen marktinrichting als bedoeld in artikel 3.25, lid 2 van de Marktverordening

€ 132,20

 

5.4.6

het overschrijven van een vergunning als bedoeld in de artikelen 3.5 en 3.15 van de Marktverordening en de artikelen 3.5 en 3.7 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 164,80

 

5.4.7

een inschrijving als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 van de Marktverordening en artikel 2.1, lid 1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 48,80

 

5.4.7.1

het opnieuw of tussentijds wijzigen van een inschrijving als bedoeld in 5.4.7

€ 26,40

 

5.4.8

een bijschrijving in het register op grond van artikel 2.5, lid 2 van de Marktverordening ten behoeve van een vervangerskaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van de Marktverordening en een partnerkaart als bedoeld in artikel 2.5, lid 1 van Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 21,40

 

5.4.9

voor handelingen voor het reactiveren van een doorgehaalde inschrijving als bedoeld in artikel 2.1 van de Marktverordening en artikel 2.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 82,40

 

5.4.10

voor het opmaken van een officiële verklaring

€ 24,40

 

5.4.11

een jaarlijkse vernieuwing van de registratie van sollicitanten voor het zich laten plaatsen op een door het college bijgehouden sollicitantenlijst als bedoeld in artikel 3.2 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten

€ 28,50

 

5.4.12

een vergunning om op een markt kramen te plaatsen of te verhuren als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening. Indien de aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 3.24 lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend

€ 935,60

 

5.4.13

een vergunning om te venten als bedoeld in artikel 4.1 van de Verordening Staan- en Ligplaatsen buiten de markt en venten en de jaarlijkse verlenging daarvan

€ 20,30

 

5.4.14

een beschikking voor een marktplaats van 4 meter op Koningsdag (gebied Damrak en Rokin)

€ 158,70

 

5.4.15

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening. Indien een aanvraag niet leidt tot een vergunning als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening wordt 50% restitutie verleend

€ 1.063,80

 

5.4.16

een vergunning voor een markt op afstand als bedoeld in artikel 4.3, lid 1 van de Marktverordening die incidenteel wordt gehouden

€ 270,50

 
 
 
 

6. VERKEER EN VERVOER

 
 
 
 
 

6.1 PARKEREN

 
 
 

Het tarief bedraagt - per aanvraag - voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

6.1.1

het verkrijgen, verlengen of wijzigen van een belanghebbendenvergunning met raamkaart en een gemarkeerde parkeerplaats voor voertuigen van autodeelorganisaties, politie, verloskundigen, huisartsen, consuls etc. als bedoeld in artikel 25 van de Parkeerverordening 2013

€ 152,60

 

6.1.2

het aanbrengen van markering, paal en borden ter aanduiding van een nieuwe gehandicaptenparkeerplaats op kenteken of belanghebbendenparkeerplaats (bord E6b of E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 + kentekenbord + bord wegsleepregeling)

€ 356,00

 

6.1.3

het verplaatsen van een bestaande belanghebbenden- of gehandicaptenparkeerplaats als bedoeld in 6.1.2.

€ 356,00

 

6.1.4

het aanbrengen van een nieuw onderbord (bord E9 uit bijlage I Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990) met kenteken (bedrag is inclusief bord)

€ 152,60

 

6.1.5

het verkrijgen, verlengen of vernieuwen van een parkeerontheffing in het kader van een specifieke blauwe zone voor 2 jaar

€ 152,60

 

6.1.6

het vernieuwen van een parkeerontheffing bij een kentekenwijziging of het verstrekken van een duplicaat in het kader van een specifieke blauwe zone

€ 50,90

 
 
 
 

6.2 GEHANDICAPTEN

 
 
 
 
 
 

6.2.1

Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW) is, per aanvraag, een tarief verschuldigd van: -het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart (art. 49 BABW) -het verlengen van een gehandicaptenparkeerkaart (art. 49 BABW) -het wijzigen van een gehandicaptenparkeerkaart (art. 49 BABW) -het verstrekken van een duplicaat van een gehandicaptenparkeerkaart (art. 52 BABW). Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring (zie hierna).

€ 39,70

 

6.2.2

Voor het in behandeling nemen van elk van de volgende aanvragen inzake een gemarkeerde parkeerplaats bij de woning of het werkadres als bedoeld in artikel 26 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 is, per aanvraag, een tarief verschuldigd van: -het verkrijgen van een gemarkeerde parkeerplaats -het verlengen van een gemarkeerde parkeerplaats -het wijzigen van een gemarkeerde parkeerplaats Dit tarief is exclusief een toeslag voor een (schriftelijke) medische keuring (zie hierna).

€ 26,40

 

6.2.3

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een medische keuring ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 6.2.1. of een gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 6.2.2. bedraagt:

€ 149,50

 

6.2.4

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een schriftelijke medische keuring op basis van reeds bekende medische gegevens ter verkrijging van een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in 6.2.1 of gemarkeerde parkeerplaats als bedoeld in 6.2.2 bedraagt:

€ 37,60

 

6.2.5

Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het aanbrengen van een nieuw onderbord met kenteken bedraagt (bedrag is inclusief bord):

€ 50,90

 
 
 
 

6.3 ONTHEFFINGEN Reglement verkeersregels en -tekens 1990 (RVV) / Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)

6.3.1 ONTHEFFING RVV & TOEGANG TOT DE MILIEUZONE

 
 
 
 
 
 

6.3.1.1

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

6.3.1.1.1

een ontheffing van een aantal artikelen van het RVV 1990 voor een bepaalde periode, per 5 afgegeven ontheffingen

€ 233,90

 

6.3.1.1.2

het vernieuwen van een ontheffing zoals bedoeld onder 6.3.1.1.1 bij een kentekenwijziging

€ 50,90

 
 
 
 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 87 van het RVV voor toegang tot de milieuzone:

 
 

6.3.1.1.3

de verlening van een ontheffing voor 4 jaar van één of meerdere van de in artikel 87 van het RVV genoemde artikelen aan elektrisch aangedreven voertuigen. Indien er na 4 jaar geen sprake is van gewijzigde omstandigheden op de locatie waarvoor de ontheffing is verleend, en er geen sprake is van wijzigingen in het beleid die van invloed kunnen zijn op het verlenen van de desbetreffende ontheffing, dan wordt deze kosteloos met 2 jaar verlengd

€ 0,00

 

6.3.1.1.4

een ontheffing voor bewoners van autovrije gebieden voor 4 jaar

€ 101,70

 
 

Dagontheffingen voor milieuzone Amsterdam 2020

 
 

6.3.1.2

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 
 

6.3.1.2.1

Dagontheffing voor bedrijfsauto's zoals bedoeld in artikel 2 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 50,90

 

6.3.1.2.2

Dagontheffing voor vrachtauto's zoals bedoeld in artikel 3 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 50,90

 

6.3.1.2.3

Dagontheffing voor Amsterdamse museumbussen zoals bedoeld in artikel 4 en museale legervoertuigen zoals bedoeld in artikel 5 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020 - per dag

€ 25,40

 

6.3.1.2.4

Ontheffing voor kampeerwagens ten behoeve van verblijf op een camping zoals bedoeld in artikel 6 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 10,20

 
 
 
 
 
 

Langdurige ontheffingen voor milieuzone Amsterdam 2020

 
 

6.3.1.3

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

 
 

6.3.1.3.1

Ontheffing voor een personen- of bedrijfsauto die vanwege een handicap is aangepast zoals bedoeld in artikel 7 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 50,90

 

6.3.1.3.2

Ontheffing voor bedrijfsauto's met emissieklasse 3 voor de duur van maximaal 6 maanden zoals bedoeld in artikel 8 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 25,40

 

6.3.1.3.3

Ontheffing voor voertuigen in verband met de levertijd van een vervangend voertuig voor de duur van maximaal 12 maanden zoals bedoeld in artikel 9 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 203,40

 

6.3.1.3.4

Ontheffing voor vrachtauto's in verband met bijzondere omstandigheden zoals bedoeld in artikel 11 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 203,40

 

6.3.1.3.5

Ontheffing voor vrachtauto's in verband met een aanbestedingsprocedure zoals bedoeld in artikel 13 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam

€ 203,40

 

6.3.1.3.6

Ontheffing waarbij in bijzondere gevallen toepassing is gegeven aan artikel 14 van het Ontheffingenbeleid milieuzone Amsterdam 2020

€ 233,90

 
 
 
 
 
 

Ontheffingen voor milieuzone brom- en snorfietsen

 
 

6.3.1.4

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een:

€ 25,40

 

6.3.1.4.1

Voor brom- en snorfietsen 4-takt motor

€ 25,40

 

6.3.1.4.2

Voor brom- en snorfietsen medische indicatie

€ 25,40

 

6.3.1.4.3

Voor brom- en snorfietsen oldtimer

€ 25,40

 

6.3.1.4.4

Voor brom- en snorfietsen inbouw euro 4 motor

€ 233,90

 

6.3.1.4.5

Ontheffing waarbij toepassing wordt gegeven aan de hardheidsclausule

€ 233,90

 
 
 
 

6.3.2 TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag of besluit als bedoeld in artikel 34 van het BABW voor:

 
 

6.3.2.1

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één tot drie dag(en)

€ 233,90

 

6.3.2.2

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor één week

€ 305,10

 

6.3.2.3

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), voor elke volgende week

€ 101,70

 

6.3.2.4

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel), tot vier maanden

€ 1.017,00

 

6.3.2.5

een besluit inzake het wegverkeer Verkeersbesluit art 18 Wegenverkeerswet 1994

€ 254,30

 

6.3.2.6

een aanvraag voor spoedeisende werkzaamheden, die binnen 24 uur moeten worden hersteld (tijdelijke verkeersmaatregel)

€ 254,30

 

6.3.2.7

een besluit inzake het wegverkeer (tijdelijke verkeersmaatregel) waarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van elektrisch aangedreven voertuig(en) ten behoeve van een verhuizing

€ 0,00

 
 
 
 

6.4 TIJDELIJK AFZETTEN PARKEERVAKKEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verrichten van werkzaamheden in, op, boven of langs een weg vanwege activiteiten welke niet behoren tot het normale verkeersgebruik van die weg waardoor verkeerstekens geplaatst of verwijderd worden als bedoeld in artikel 33 van het BABW:

 
 

6.4.1

voor het tijdelijk afzetten van:

 
 

6.4.1.1

t/m 2 parkeervakken

€ 127,10

 

6.4.1.2

t/m 6 parkeervakken

€ 152,60

 

6.4.1.3

t/m 10 parkeervakken

€ 228,80

 

6.4.1.4

t/m 13 parkeervakken

€ 305,10

 

6.4.1.5

t/m 16 parkeervakken

€ 356,00

 

6.4.1.6

t/m 19 parkeervakken

€ 406,80

 

6.4.1.7

t/m 22 parkeervakken

€ 457,70

 

6.4.1.8

t/m 25 parkeervakken

€ 508,50

 

6.4.1.9

t/m 28 parkeervakken

€ 559,40

 

6.4.1.10

t/m 31 parkeervakken

€ 610,20

 

6.4.1.11

vanaf 32 parkeervakken; € 640,00 vermeerderd met per 3 parkeervakken een bedrag van € 50

 
 

6.4.1.12

parkeervakken ten behoeve van een verhuizing waarbij uitsluitend gebruik gemaakt wordt van elektrisch aangedreven voertuig(en)

€ 0,00

 
 
 
 
 

6.4.2

voor een tijdelijk verbod om fietsen en bromfietsen te plaatsen

€ 127,10

 
 
 
 

6.5 PERSONENVERVOER

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

6.5.1

een vergunning voor het aanbieden van personenvervoer tegen betaling als bedoeld in artikel 2.51 van de Algemene Plaatselijke Verordening 2008

€ 309,20

 

6.5.2

een afgifte van een chauffeurpas

€ 203,40

 

6.5.3

een wijziging/duplicaat van een vergunning als bedoeld in 6.5.1

€ 50,90

 

6.5.4

een wijziging/duplicaat van een chauffeurspas als bedoeld in 6.5.2

€ 50,90

 
 
 
 

6.6 VRACHTVERVOER BESCHERMDE STEDELIJKE GEBIEDEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

6.6.1

een ontheffing voor het rijden met een voertuig dat zwaarder is 7,5 ton in aangewezen stedelijk gebied dat beschermd is (bijvoorbeeld kades en bruggen die beschermd moeten worden)

€ 203,40

 
 
 
 

6.7 TAXIVERGUNNING/ONTHEFFING

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

6.7.1

de eerste afgifte van of de verlenging van een taxi-ontheffing (lijnbusbaanontheffing)

€ 55,90

 

6.7.2.

de eerste afgifte van een Taxxxivergunning, als bedoeld in artikel 2.3, lid 1, van de Taxiverordening Amsterdam 2012

€ 300,00

 

6.7.3.

het wijzigen van een Taxxxivergunning

€ 265,40

 

6.7.4.

een vernieuwing van een Taxxxivergunning

€ 224,80

 

6.7.5.

een duplicaat van een Taxxxivergunning, taxi-ontheffing en keycard

€ 121,00

 
 

Het tarief bedraagt voor:

 
 

6.7.6.

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een eerste TTO-vergunning

€ 2.723,50

 

6.7.7.

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag om een tweede en opvolgende TTO-vergunning

€ 2.095,00

 

6.7.8.

het in behandeling nemen van een eerste aanvraag om een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 2.3, lid 2, van de Taxiverordening Amsterdam 2012

€ 8.589,60

 

6.7.9.

het in behandeling nemen van een tweede en opvolgende aanvraag voor van een TTO-vergunning, als bedoeld in artikel 2.3, lid 2, van de Taxiverordening Amsterdam 2012

€ 6.389,80

 

6.7.10.

het in behandeling nemen van een wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3, lid 2, van de Taxiverordening Amsterdam 2012, op grond van wijzigingen van gegevens die dusdanig zijn dat geen sprake is meer is van de situatie waarvoor vergunning is verleend

€ 1.309,90

 

6.7.11.

het in behandeling nemen van een wijziging van een TTO-vergunning als bedoeld in artikel 2.3, lid 2, van de Taxiverordening Amsterdam 2012, als gevolg van overige wijzigingen dan bedoeld onder 6.7.9.

€ 167,80

 
 
 
 

6.8 WET LOKAAL SPOOR

 
 

6.8.1

Voor het in behandeling van een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in art. 12 Wet lokaal spoor voor het uitvoeren van werkzaamheden en/of het plaatsen van zaken in of nabij de tram- en/of metro-infrastructuur zijn leges verschuldigd. Op basis van de door de aanvrager ingediende aanvraag bepaalt de coördinator vergunningverlening van de gemeente Amsterdam welke expertise nodig is om de aanvraag te kunnen behandelen. De aard en hoeveelheid van het benodigde advies bepaald welke van de onderstaande tarieven van toepassing is. Na het indienen van de aanvraag laat de coördinator vergunningverlening van de gemeente Amsterdam aan de aanvrager weten welk tarief van toepassing is op de aanvraag. Van 'specialistisch advies' is sprake indien voor de beoordeling van de aanvraag specialistisch advies nodig is op een of meer van de volgende expertisegebieden:

-Civieltechnisch advies;

-Advies op het gebied van fysieke veiligheid en verkeersveiligheid;

-Advies op het gebied van ICT systemen.

 
 

6.8.1.1

Het tarief voor een aanvraag als bedoeld in 6.8.1 waarvoor wel advies maar geen specialistisch advies benodigd is, bedraagt:

€ 444,40

 

6.8.1.2

Het tarief voor een aanvraag als bedoeld in 6.8.1 waarvoor specialistisch advies tot en met 1o uur benodigd is, bedraagt:

€ 1.144,10

 

6.8.1.3

Het tarief voor een aanvraag als bedoeld in 6.8.1 waarvoor specialistisch advies gedurende meer dan 10 uur is, bedraagt per uur: De coördinator vergunningverlening laat aan de aanvrager weten hoeveel uren advies benodigd zijn en wat het totaalbedrag aan leges voor de vergunning in de zin van art. 12 Wet lokaal spoor is.

€ 152,60

 

6.8.1.4

Het tarief voor een aanvraag als bedoeld in 6.8.1. die geheel door de coördinator vergunningverlening kan worden afgehandeld:

€ 152,60

 
 
 
 

6.9 DEELVERVOER

 
 
 

Het tarief bedraagt voor:

 
 

6.9.1

een beoordeling van de volledigheid van een aanvraag van een vergunning deelbromfietsen

€ 406,80

 

6.9.2

het in behandeling nemen van een aanvraag voor een vergunning deelbromfietsen als bedoeld in artikel 2.50A van de APV

€ 3.722,20

 

6.9.3

het afgeven van een vergunning deelbromfietsen voor de duur van twee jaar als bedoeld in artikel 2.50A van de APV

€ 508,50

 

6.9.4

het afgeven van een ontheffing als bedoeld in artikel 2.50A van de APV

€ 508,50

 

6.9.5

het verlengen van een vergunning zoals bedoeld in 6.9.3

€ 508,50

 
 
 
 

7. BINNENWATER

 
 
 
 
 

7.1 WOONBOTEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

7.1.1

een ligplaatsvergunning voor een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.1 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 538,00

 

7.1.2

een vergunning voor het vervangen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.3 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 589,90

 

7.1.3

een vergunning voor het verbouwen van een woonboot als bedoeld in artikel 2.3.4 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 589,90

 

7.1.4

een ontheffing voor een woonverblijf op een vaartuig anders dan een woonboot indien het betrokken vaartuig niet hoofdzakelijk als woonverblijf gebruikt wordt of bestemd is als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 5, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 538,00

 

7.1.5

in geval van een huwelijk, geregistreerd partnerschap of notarieel samenlevingscontract en de vergunning/ontheffing onder 7.1.1 of 7.1.4 staat op de naam van één van de twee partners dan kan op verzoek de andere partner kosteloos worden bijgeschreven in de vergunning/ontheffing. Voorwaarde is dat deze partner minstens 6 maanden voor de datum van het verzoek staat ingeschreven op het adres van de woonboot

€ 0,00

 
 
 
 

7.2 BEDRIJFSVAARTUIGEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

7.2.1

een vergunning voor een ligplaats bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.6 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 538,00

 

7.2.2

een vergunning voor het vervangen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.8 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 589,90

 

7.2.3

een vergunning voor het verbouwen van een bedrijfsvaartuig als bedoeld in artikel 2.3.9 van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 589,90

 

7.2.4

een wijziging van een exploitatievergunning voor een (bedrijfs)vaartuig voor vervoer van passagiers of goederen, als bedoeld in artikel 2.4.1 of 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de naam van het vaartuig

€ 626,50

 

7.2.5

een wijziging van een exploitatievergunning voor een (bedrijfs)vaartuig voor vervoer van passagiers of goederen, als bedoeld in artikel 2.4.1 of 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover de wijziging enkel ziet op de vergunninghouder van het vaartuig

€ 884,80

 

7.2.6

een wijziging van een exploitatievergunning voor een (bedrijfs)vaartuig voor vervoer van passagiers of goederen, als bedoeld in artikel 2.4.1 of 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, anders dan de naam van het vaartuig of de vergunninghouder

€ 1.503,10

 

7.2.7

een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.5.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover deze ziet op het vervoeren van goederen

€ 291,90

 

7.2.8

een vergunning als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, per ingezet vaartuig A, B of C (vergunningsbewijs passagiersvaartuig)

€ 60,00

 

7.2.9

deelname aan de loting voor een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het Binnenwater 2010, voor zover deze ziet op vaartochten of het vervoeren van passagiers

€ 398,90

 

7.2.10

een vergunning voor de exploitatie van (bedrijfs)vaartuigen als bedoeld in artikel 2.4.1 van de Verordening op het binnenwater 2010, voor zover deze ziet op vaartochten of het vervoeren van passagiers, nadat bij loting is bepaald dat de aanvraag in aanmerking komt voor verlening

€ 1.196,80

 
 
 
 

7.3 ONTHEFFINGEN BINNENWATER

 
 
 
 
 
 

7.3.1

een ontheffing voor een pleziervaartuig als bedoeld in artikel 2.6.1, lid 1, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 538,00

 

7.3.2

een ontheffing voor het plaatsen of houden van objecten in, op of boven het water als bedoeld in artikel 2.1.3, lid 2, van de Verordening op het binnenwater 2010

€ 538,00

 
 
 
 

7.4 PLEZIERVAARTUIGEN

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:

 
 

7.4.1

het verstrekken van een vervangend vignet als bedoeld in artikel 11 van de Binnenhavengeldverordening Pleziervaart 2020

€ 42,70

 
 
 
 

8. KINDEROPVANG

 
 
 
 
 

8.1 KINDEROPVANG

 
 
 

Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 1.45 Wet kinderopvang (Wko) voor:

 
 

8.1.1

het in exploitatie nemen van één kindercentrum of gastouderbureau als bedoeld in artikel 1.45, lid 1 van de Wet kinderopvang (Wko)

€ 1.493,00

 

8.1.2

het in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45, lid 2 Wet kinderopvang (Wko)

€ 486,10

 

8.1.3

het, in afwijking van 8.1.2., in exploitatie nemen van een voorziening voor gastouderopvang als bedoeld in artikel 1.45 lid 2 Wet kinderopvang (Wko) waarbij de houder van de voorziening, de gastouder, al in het landelijke register (lrk) is opgenomen met een andere voorziening in de gemeente Amsterdam of waarbij het opvangadres al is geregistreerd als adres waar een voorziening voor gastouderopvang is gevestigd

€ 340,70

 
 
 
 

8.2 ALGEMENE BEPALINGEN KINDEROPVANG

 
 

8.2.1

alleen voor de voorziening voor gastouderopvang geldt dat de onder 9.1 en 9.2 van deze tarieventabel vermelde kosten, indien artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, niet in rekening worden gebracht indien het onderzoek zoals bedoeld in artikel 1.62, lid 1, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen, nog niet is aangevangen

 
 
 
 
 

9. ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE HOOFDSTUKKEN 3.2 T/M 8

 
 

9.1

Het tarief voor een aanvraag die, na toepassing van het bepaalde in art. 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht niet in behandeling wordt genomen, bedraagt het laagste bedrag van:

25% van de leges die zouden zijn verschuldigd indien de aanvraag wel in behandeling was genomen en € 250.

 
 

9.2

Voor een lopende aanvraag die binnen drie weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen, wordt ingetrokken is verschuldigd: Indien het tarief voor de oorspronkelijke aanvraag hoger is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50% van dit oorspronkelijke tarief met een minimum van 250 euro. Indien het tarief voor de oorspronkelijke aanvraag lager is dan € 250: dan bedraagt het tarief 50% van het oorspronkelijk tarief. Onder lopende aanvraag wordt verstaan een aanvraag waarop nog geen besluit is genomen door de gemeente